‘Dit conflict zou wel eens kunnen escaleren tot een derde wereldoorlog’
Vera Politkovskaja was zwanger toen haar moeder Anna op 7 oktober 2006 in Moskou vermoord werd. Naar verluidt was de moord op ‘de allerlaatste Russische onafhankelijke journaliste’ een cadeautje voor de jarige Vladimir Poetin. Bijna 17 jaar later treedt dochter Vera in de voetsporen van haar moeder. “Mijn moeder had zelfs in haar grootste nachtmerries niet kunnen voorspellen dat het zover met Rusland zou komen.”
Op 24 februari 2022 begon de Russische invasie in Oekraïne. Diezelfde dag vluchtte Vera Politkovskaja (42) samen met haar zestienjarige dochter en haar twee jaar oudere broer Ilja weg uit Rusland. Sindsdien leven ze ‘ergens in Europa’.
Vera is de dochter van de in oktober 2006 in de lift van haar Moskouse flat vermoorde journaliste Anna Politkovskaja. De op het moment van de moord 48-jarige Anna schreef voor de laatste Russische onafhankelijke krant Novaja Gazeta. Ze volgde de oorlog in Tsjetsjenië op de voet. Ze trok er van dorp naar dorp en tekende er de verhalen op van getraumatiseerde burgers. Haar kritische reportages werden haar door de Russische overheid niet in dank afgenomen. Ze werd uitgeroepen tot ‘vijand van de staat’ en zat een tijdlang opgesloten in de folterkamers van de Russische geheime dienst (FSB). Ze werd ervan beschuldigd een spion en een handlanger van het Tsjetsjeense terrorisme te zijn. In oktober 2001 ontvluchtte ze haar land; een paar maanden later keerde ze terug. Tijdens haar leven werd ze bijna dagelijks met de dood bedreigd, toch bleef ze dapper verslag uitbrengen over de Russische oorlogsmisdaden in Tsjetsjenië.
Ook dochter Vera Politkovskaja werd journaliste in het Rusland van Poetin. Eind deze maand verschijnt in Italië haar boek Mijn moeder zou het oorlog noemen, waarin ze net als Anna geen blad voor de mond neemt over de toestand in haar geboorteland. In april verschijnt de Nederlandse vertaling.
VERA POLITKOVSKAJA: “Het is geen toeval dat mijn boek eerst in Italië verschijnt. De naam ‘Anna Politkovskaja’ klinkt er als een klok. Haar boeken verkopen er als zoete broodjes. Haar reportages en artikels worden er gelezen en bestudeerd aan de universiteiten.”
Waarom schreef u Mijn moeder zou het oorlog noemen nu?
POLITKOVSKAJA: “Mama is inmiddels bijna 17 jaar dood. Veel jonge mensen weten niet meer wat voor iemand Anna Politkovskaja was. Ik hoop dat ze mijn moeder door mijn boek nu beter leren kennen. Als dochter kende ik haar door en door. In Rusland is ze jammer genoeg vandaag compleet uit het collectieve geheugen verdwenen. Haar nagedachtenis lijkt er gewist. De kans is héél klein dat mijn boek binnenkort in het Russisch zal verschijnen.”
Ik interviewde uw moeder in het voorjaar van 2003, toen ze heel even in België was. Ze zei toen: “Door wat ik geschreven heb, ben ik berucht in Rusland en beroemd in het buitenland. Dat is mijn levensverzekering: ze kunnen het zich gewoon niet permitteren om mij uit de weg te ruimen.” Dat bleek een vreselijke vergissing?
POLITKOVSKAJA: “Mama ging er echt wel vanuit dat haar dood gewelddadig zou zijn, hoor. Er waren verschillende momenten waarop ze haar kinderen, ik en mijn broer, daarop probeerde voor te bereiden. Zonder ook maar iets te verbloemen, zei ze dan: ‘Heel waarschijnlijk word ik vermoord.’”
Kwam het bevel voor de moord rechtstreeks van Vladimir Poetin?
POLITKOVSKAJA: “Kijk, er bestaat zoiets als een vermoeden van onschuld. Je kunt niet zomaar iemand zonder enig bewijs van een misdaad beschuldigen, zelfs niet als de justitie van het land waar hij de scepter zwaait, niet werkt, of de wetgeving op het lijf geschreven lijkt van een welbepaalde kaste. Zoals in Rusland, ja. Ik heb geen enkel bewijs voor wat u met uw vraag suggereert. Ik kan er dus ook niet met ja of nee op antwoorden.”
Volgens sommigen was de opdrachtgever de Tsjetsjeense dictator Ramzan Kadyrov. De moord op Anna Politkovskaja zou dan een ‘verjaardagscadeau’ geweest zijn voor zijn beschermheer Vladimir Poetin.
POLITKOVSKAJA: “Nogmaals, zonder bewijs kan ik niemand beschuldigen, maar…
“In juli 2021 stierf mijn grootmoeder Raisa Mazepa, de mama van mijn mama. Baboesjka was 92 en werd 44 jaar ouder dan haar dochter. Al die jaren hoopte ze dat de moord op mama écht opgelost zou raken. Tot het allerlaatste moment van haar leven was zij ervan overtuigd dat Ramzan Kadyrov de opdrachtgever was.”
In december 2012 werd de Russische ex-politieagent Dmitri Pavljoetsjenkov tot 11 jaar strafkamp veroordeeld voor medeplichtigheid aan de moord op uw moeder. In juni 2014 veroordeelde een Moskouse rechtbank nog eens vijf Tsjetsjenen. ‘Bedenker’ Lom-Ali Gaitoekajev en uitvoerder Roestam Machmoedov kregen levenslang; drie handlangers straffen tussen 12 en 14 jaar. Wordt er vandaag door de Russische justitie nog naar de echte opdrachtgever gezocht?
POLITKOVSKAJA: “Officieel is het onderzoek niet gesloten, terwijl er in werkelijkheid helemaal niets meer ondernomen wordt. Er is geen officieel onderzoeksteam actief dat de waarheid naar boven probeert te spitten. Mijn broer en ik hebben altijd geprobeerd om verder onderzoek naar de ware feiten niet te laten stranden. Tevergeefs. Af en toe wordt ons meegedeeld dat de verjaringstermijn verlengd is. Zo houden ze de schijn hoog.”
Wat voor iemand was Anna Politkovskaja?
POLITKOVSKAJA: “Ze zat zeer complex in elkaar, waardoor ze in het gewone dagelijkse bestaan niet de gemakkelijkste was om mee samen te leven. Haar professioneel leven, daarentegen, was véél eenvoudiger: als journalist hield ze altijd één welbepaald doel voor ogen: vertellen wat zij zag. Ooggetuige zijn van de werkelijkheid en die vervolgens beschrijven, vond zij haar voornaamste taak. Dat deed ze jarenlang in het door oorlog geteisterde Tsjetsjenië. Ze koesterde geen grootse ambities, zoals bekroond worden met een literaire onderscheiding of het winnen van een Pulitzer Prize. (lacht) Nee, dat soort van bekroningen of prijzen interesseerden haar niet. Wel wilde ze elke dag in de luwte haar journalistieke werk verrichten, zonder pathos of zonder de spotlights op te zoeken. Ze wilde alleen maar de waarheid over Tsjetsjenië bovenspitten én naar buiten brengen. Ik hoor het haar nog zeggen: ‘Ik wil dat iedereen weet wat er daar gebeurt.’”
Uw moeder werd in Tsjetsjenië door Russische soldaten opgepakt en moest een schijnexecutie ondergaan. In 2004 overleefde ze een vergiftigingspoging. Hoe beleefden jullie dat?
POLITKOVSKAJA: “Dat vind ik eerlijk gezegd een moeilijke vraag. (denkt na) Mijn broer Ilja was helemaal niet blij met die gevaarlijke activiteiten van mama. Hij ging er heel vaak met haar over in discussie. Zowat de hele familie smeekte haar om ermee op te houden. ‘Alsjeblieft, stop ermee, Anna. Je werk is levensgevaarlijk.’ Ik vond het ook niet fijn dat ze zoveel risico’s nam en probeerde haar eerst ook ervan te overtuigen om te stoppen. Maar op de keper beschouwd had ik eigenlijk geen enkel argument, want als journalist stond ze recht in haar schoenen.”
Ook u werd journalist.
POLITKOVSKAJA: “Ik was al journalist vóór ze stierf; het is niet zo dat ik postuum haar voorbeeld wou volgen. Toevallig is mijn vader Alexander Politkovsky ook journalist.
“Eigenlijk ben ik musicoloog; ik studeerde af aan het conservatorium van Moskou. Ik startte als cultuurcorrespondent, maar verlangde na een tijd naar ander journalistiek werk. Want de cultuur begon me te vervelen. Ik stortte me op serieuzere onderwerpen en nam voor de tv-zender Baltic binnenlandse maatschappelijke en politiek geladen thema’s onder de loep, zoals gezondheidszorg en onderwijs. Misschien was dat toch een beetje de invloed van mijn mama. (lacht)
“Ik trok naar het platteland en maakte reportages over de doordeweekse problemen van heel gewone mensen. Moskou en Sint-Petersburg zijn moderne, rijke grootsteden maar in de rest van Rusland, en zeker op het platteland, is het alsof de 20e eeuw nog moet beginnen. Veel huizen zijn bijvoorbeeld nog steeds niet aangesloten op fatsoenlijke riolering. Vergeef me het onsmakelijke detail, maar Russische plattelanders doen hun behoefte nog in een hok in de tuin, op een plank met een gat in.
“Rusland is een internationale gasgrootmacht, alleen is het binnenlandse aardgasnet ondermaats. Voor wie niet in Moskou of Sint-Petersburg woont, is het dagelijkse leven eerder een overlevingsstrijd. Er is geen geld voor de bouw van ziekenhuizen en alcoholisme en armoede zijn alomtegenwoordig.”
Hielp uw familienaam ‘Politkovskaja’ u bij uw werk als journalist, of was het eerder een belemmering?
POLITKOVSKAJA: “Een belemmering. Mijn familienaam zorgde voor wantrouwen, ook bij journalisten. Sommigen waren bang dat ik wel eens een lepe truuk zou kunnen uithalen. (lacht)
“In het bestuur van de Russische journalistenbond en aan de top van mediabedrijven tref je nogal wat mensen aan die nog uit het Sovjettijdperk stammen. Zij hielden me in de gaten, al werd ikzelf nooit persoonlijk geïntimideerd of bedreigd. Ik had het geluk om in een team te werken. We nodigden in onze tv-studio ook opposanten met een uitgesproken mening over het regime uit. Dat zorgde voor veel ongenoegen bij de overheid, waarna het hele team én het programma geviseerd werden en niet de individuele journalisten.
“Nogal wat collega’s geloofden dat er een activist in mij schuilging. Ze verdachten me ervan dat ik ooit wel eens, net als Marina Ovsjannikova, met een slogan tegen Poetin het tv-nieuws zou komen verstoren. Dus gedroegen ze zich meestal gereserveerd tegenover mij. Maar ik heb nooit die ambitie gehad om activist te worden; ik wou gewoon mijn werk als journalist zo goed mogelijk doen. Net als mijn mama.”
Meteen na de moord op uw moeder verliet u totaal ontredderd Rusland.
POLITKOVSKAJA: “Ja, maar niet veel later keerde ik toch weer terug. Ik was bang dat anders het politieonderzoek verticaal geklasseerd zou worden. Als nabestaanden én slachtoffers waren mijn broer en ik rechtstreeks betrokken partij. We hoopten dat we in Rusland meer invloed op het onderzoek konden uitoefenen dan vanuit het buitenland.
“Er werd ons verzekerd dat de rechercheurs die de moord onderzochten van ‘topklasse’ waren, ‘de beste van de besten’. Het waren zogezegd de enigen in Rusland die bekwaam waren om deze moeilijke, gevoelige zaak te onderzoeken. Maar hoe meer we die ‘superprofessionele’ inspecteurs bezig zagen, hoe groter onze verbazing werd. Ze stapelden namelijk de ene domme fout op de andere. Tijdens de rechtszitting werd dat onderzoek openbaar gemaakt en kwamen al die dommigheden boven drijven. We waren dus niet echt onder de indruk van de professionele capaciteiten van de politiemensen die de moord op mama moesten oplossen.”
Ze namen de moord niet ernstig?
POLITKOVSKAJA: “Dat nu ook weer niet. Alleen waren ze meer geïnteresseerd in hun kansen op promotie, dan in het oplossen van de misdaad.
“Na mama’s dood werd ons leven alleen maar ingewikkelder. Er volgde een jarenlange strijd voor gerechtigheid. We deden er alles aan om te vermijden dat het onderzoek in een doodlopend straatje zou belanden. Achteraf bleek dat een illusie; we kennen de echte achtergrond nog altijd niet. We zijn Novaya Gazeta heel dankbaar, want de krant waar mama voor werkte, liet ons niet in de steek en verzette bergen werk in het onderzoek naar de daders. Mijn broer en ikzelf hielpen daar actief aan mee. We stortten ons zo in een avontuur waar we helemaal niet klaar voor waren, maar weet u, alles went.”
Is het huidige Rusland onder Poetin een volbloed dictatuur?
POLITKOVSKAJA: “Het begint er toch héél sterk op te lijken. De oorlog in Oekraïne veranderde ontzettend veel. Rusland evolueert nu inderdaad razendsnel naar een dictatuur die op de leest geschoeid is van Noord-Korea of Iran. De vrije meningsuiting is gemuilkorfd en de journalistiek is van de kaart geveegd. Tot voor de inval in Oekraïne waren er in Rusland tenminste nog pogingen voor een vrije, onafhankelijke pers. Vandaag is er niets meer.”
De dag van de invasie, 24 februari 2O22, vluchtte u samen met uw broer en uw dochter naar Europa.
POLITKOVSKAJA: “Vóór de invasie koesterde ik nog de vage hoop dat er in Rusland iets ten goede zou kunnen keren. Nu weet ik dat die gedachte vreselijk naïef was. Ik maakte mezelf lang wijs dat ik misschien als binnenlandjournalist een verschil kon maken. Ik geloofde dat ik als tv-reporter door mijn reportages, met heel kleine stapjes het leven van de gemiddelde Rus kon helpen verbeteren. Maar 24 februari splitste mijn leven in ‘voor’ en ‘na’.
“Tot voor de inval kon ik relatief vrij werken als journalist. Maar samen met de invasie werd de totale censuur ingevoerd. Natuurlijk was voor de oorlog de pers niet volledig vrij; toen overheerste de zelfcensuur. Journalisten berichtten zeer voorzichtig over de Russische actualiteit. Sommige redacties verzwegen uitspraken, incidenten en voorvallen, alsof ze nooit hadden plaatsgevonden. Meteen na de invasie werd er een decreet uitgevaardigd dat de media verbood om in de verslaggeving over Oekraïne andere bronnen dan de officiële Russische te gebruiken.Toen wist ik zeker: hier moet ik weg.”
De Amerikaans-Oekraïense journalist Julia Davis post op haar Youtube-kanaal Russian Media Monitor vaak hallucinante fragmenten uit actuele talkshows van de Russische staatstelevisie. De politicologen, politici, militairen, journalisten en talkshowhosts lijken van een andere planeet te komen.
POLITKOVSKAJA: “Ik ben zelf geboren en getogen op de planeet ‘Rusland’; helaas zijn die mensen voor mij geen buitenaardse wezens. (lacht) De propaganda die nu op Youtube te zien is, startte niet samen met de oorlog, maar was al véél langer bezig. Maar u hebt gelijk hoor, die dagelijkse talkshows op de Russische tv zijn een fantasiewereld.
“Heel veel Russen steunen de oorlog in Oekraïne. Dat is gewoon een feit. De Russische overheid organiseert regelmatig enquêtes onder de bevolking. Volgens die bevragingen zou 80 % van de Russen voor de oorlog zijn. Natuurlijk zijn die statistieken niet echt te vertrouwen en ligt dat percentage lager. Maar maak u geen illusies: de meerderheid staat achter Poetins invasie.
“Wie de oorlog niet steunt, mag daar niet vrijuit over praten. Er zijn wetten van kracht die protest onmogelijk maken. Al wie tegen de oorlog protesteert, loopt gevaar. Je kan niet zomaar op straat een spandoek of een poster tonen tegen de oorlog. De weinige mensen die dapper zijn en protesteren, worden meteen opgepakt en opgesloten. Ik weet niet of iedereen in het vrije westen zich ervan bewust is, maar zelfs wie met een blanco spandoek op straat komt, belandt stante pede in de gevangenis. Sommigen kwamen op straat en deden alsof ze een spandoek vasthielden. Ook zij werden gearresteerd. Elke vorm van protest tegen de ‘speciale militaire operatie’ is een enkeltje richting gevangenis. In Rusland is er geen verzet tegen de oorlog meer mogelijk. Er is immers geen oorlog, nietwaar.”
Wat drijft Vladimir Poetin volgens u?
POLITKOVSKAJA: “Ik moet u het antwoord schuldig blijven; ik zou het zelf heel graag willen weten. (lacht)
“Ik ben zéér pessimistisch over de toekomst van Rusland. Deze oorlog kan nog lang duren. Er wordt nu gespeculeerd over een lente-offensief, wat de oorlog in een beslissende plooi zou leggen. Ik geloof daar eerlijk gezegd niet in. Eerder werd verkondigd: ‘Eind 2022 is de oorlog voorbij.’ Nu geldt als ‘einddatum’ het najaar van 2023. De Oekraïeners hopen daarop, maar eigenlijk weet niemand wanneer en hoe het zal eindigen. Dit conflict zou wel eens kunnen escaleren tot een Derde Wereldoorlog.
“Of Poetin een kloon van Adolf Hitler is? Nee, dat vind ik overdreven. Maar mijn moeder had zelfs in haar grootste nachtmerries niet kunnen voorspellen dat het zover met Rusland zou komen. Ook al was veel van wat zij in haar artikels en boeken schreef over de totalitaire toekomst van dit land, zeer profetisch.”
Reageert het Westen op de juiste manier?
POLITKOVSKAJA: “Het is heel goed dat het Westen als één blok tegen Rusland optreedt en Oekraïne helpt. Maar voor mensen zoals ik die Rusland ontvlucht zijn, is leven in het Westen niet vanzelfsprekend. Russische vluchtelingen worden met de nek aangekeken. Ik ervaar dat zelf elke dag. Vanaf het moment dat de oorlog begon, werd het Russische burgers héél moeilijk gemaakt om te vluchten. Door de sancties werden mensen getroffen die met die oorlog niets te maken hebben. Álle Russen zijn er slachtoffer van. Een Russisch paspoort is vandaag in Europa een vloek. Mijn dochter, mijn broer en ikzelf beleven hier nu beroerde tijden.”
Keert u ooit terug naar Rusland?
POLITKOVSKAJA: “Ik heb geen flauw idee. Op dit moment is mijn toekomst pikdonker. Ik heb geen enkele zekerheid over wat er binnen een week of een maand met mij zal gebeuren. Mijn persoonlijke leven bulkt van de moeilijkheden. Alles wat voor ons ligt, is gehuld in dichte mist.”
Uw moeder trok naar het front in Tsjetsjenië. Als ze nog zou leven, was ze dan nu vertrokken naar het front in Oekraïne?
POLITKOVSKAJA: “Zeker en vast. Ikzelf overwoog dat geen moment. Ik pakte mijn koffers en reisde naar een ander, veilig land.”
© Jan Stevens