Groene waterstof: hype, hype hoera?

In Zeebrugge staat de eerste groene waterstoffabriek van België in de steigers. Langs de E34 worden de eerste buizen van een waterstofnetwerk begraven die de fabriek ooit moeten verbinden met de chemische industrie in Duitsland. Vlaanderen en Europa investeren er miljoenen in. “Mijlpalen in de energietransitie”, jubelen ze. De vergissing van de eeuw, vrezen experts: “Waterstof is een leugen.”

Op dinsdag 18 februari 2025 om 11 uur ’s morgens gaf de Vlaamse minister-president Matthias Diependaele (N-VA) in de ABC Tower in Zeebrugge het officiële startschot voor de bouw van ‘Hyoffwind’, de allereerste groene waterstoffabriek van België. “We hebben believers nodig in dit soort technologie”, sprak de minister-president. “Dat zal op de lange termijn in ons voordeel zijn.” Met ‘believers’ verwees hij in de eerste plaats naar Messer Belgium, Virya Energy en Hyoffgreen die samen 80 miljoen euro in het project investeren.

Messer Belgium is de Belgische dochteronderneming van de Duitse producent van industriële gassen Messer. Virya Energy werd in 2019 opgericht door de Colruyt Group en Korys, de investeringsmaatschappij van de familie Colruyt. Hyoffgreen is een nieuw investeringsvehikel, opgetuigd door de Vlaamse Energieholding (VEH, 51 %) en Z-Kracht (49 %). Zowel VEH als Z-Kracht zijn holdings die in handen zijn van offshorewindparken, Vlaamse gemeenten en netbeheerders zoals Elia en Fluxys.

Voor de Zeebrugse ‘energiefabriek van de toekomst’ legt Hyoffgreen 30 miljoen euro op tafel, Vlaams belastinggeld aangevuld met Europees belastinggeld van het herstelplan NextGenerationEU. Dat plan werd in de zomer van 2020, in volle coronacrisis, door de Europese Commissie boven de doopvont gehouden om Europa ‘duurzamer’ te maken. Een jaar later kreeg België 770 miljoen euro toegewezen.

De aanwezigen in de Zeebrugse ABC Tower werden die dinsdagochtend ook toegesproken door Teresa Ribera, Europees commissaris voor Klimaatactie en vicevoorzitter van de Europese Commissie. “Industriële projecten zoals Hyoffwind zijn een mijlpaal”, zei ze in een videoboodschap. “Dit project biedt kansen aan alle betrokken bedrijven die actief zijn in waterstof. De rol van Hyoffwind is cruciaal om de toekomst vorm te geven.”

Ook voor Ludo Kelchtermans, co-ceo van VEH, de meerderheidsaandeelhouder van Vlaams investeringsvehikel Hyoffgreen, is de bouw van de groene waterstoffabriek in de achterhaven van Zeebrugge een mijlpaal. “Met ons Hyoffwind-project bouwen we een electrolyser die met duurzame energie groene waterstof zal produceren”, zegt hij. “Die waterstof is bedoeld voor zowel de industrie als de mobiliteit. De vrachtwagens van Colruyt worden een van de gebruikers. Ook Messer zal een deel van de waterstof afnemen om die aan de industrie te leveren. De energiecontracten moeten nog afgesloten worden, maar de groene stroom voor de elektrolyse zal bij voorkeur komen van onshore of offshore windparken en van zonnepaneelinstallaties en zonneparken.”

De Vlaamse vloot waterstofauto’s

Heeft België dan zoveel overschot van groene energie voor de productie van groene waterstof? Ludo Kelchtermans: “Nee. Vermoedelijk zal daarom tegen 2050 groene waterstof in de vorm van ammoniak via pijpleidingen ingevoerd worden vanuit landen met overvloedig veel zon en wind. Achter Hyoffwind schaarden een aantal believers zoals Colruyt zich. Naast waterstofvrachtwagens heeft Colruyt ook zijn DATS 24-tankstations waar mensen met een waterstofauto kunnen tanken. Natuurlijk staat die hele uitrol nog in zijn kinderschoenen, alleen moet iemand er ooit wel eens mee beginnen.”

Is een auto met een batterij die rechtstreeks stroom laadt niet veel efficiënter dan een auto met een brandstofcel op waterstof? “Voor de korte termijn is groene energie uitstekend geschikt om een autobatterij rechtstreeks te vullen. Maar voor de lange termijn is waterstof als energiedrager een betere optie. Dan gaat het vooral over vrachtwagen- en busvervoer, maar ook over ophaalwagens voor afval. Bij auto’s zal er sowieso een mengvorm blijven, met al dan niet hybride verbrandingsmotoren, maar ook met waterstof. Sommige automerken blijven er op inzetten. Auto’s met brandstofcellen kunnen zeker in stedelijke gebieden met weinig laadpalen een alternatief voor elektrische auto’s zijn.”

Tussen 2019 en 2023 werden er in Vlaanderen 132.181 nieuwe elektrische wagens ingeschreven en 15 auto’s op waterstof. In 2023 bedroeg de totale Vlaamse vloot aan elektrische wagens 136.411 stuks. In datzelfde jaar reden er welgeteld 37 waterstofauto’s rond. Zij kunnen tanken in een van de zes waterstoftankstations van Colruyts DATS-24.

“Langs de E34 werkt Fluxys naarstig aan een pijplijn waardoor straks naast aardgas ook waterstof van Zeebrugge naar de Antwerpse haven zal vloeien”, merkt Ludo Kelchtermans nog op. “Het plan is om die pijplijn later naar Duitsland door te trekken om zo de Duitse chemische industrie te voorzien van onze groene waterstof.”

Eind maart 2025, een maand na de plechtige eerste steenlegging van Hyoffwind, werden in opdracht van gasnetbedrijf Fluxys langs de E34 tussen Kallo en Zelzate de eerste bomen gerooid en de eerste sleuven gegraven voor de aanleg van een groene waterstofleiding. Het doel is een waterstofnet dat in eerste instantie de havens van Antwerpen en Gent verbindt. Volgens Ludo Kelchtermans wordt dat dus ooit een rechtstreekse waterstoflijn van Zeebrugge naar Duits industriegebied.

Die allereerste stap in de lente van 2025 is een traject van 14 kilometer in de Antwerpse haven en een leiding van 37 kilometer tussen Kallo en Zelzate. Tegen 2026 moet de eerste fase voltooid zijn. De investering wordt op 330 miljoen euro geschat, waarvan 95 miljoen euro Europees belastinggeld via het herstelplan.

Maar of het complete waterstofnetwerk ooit afgewerkt geraakt, is hoogst onzeker. Want in februari 2025 annuleerde Mathieu Bihet (MR), de federale minister van Energie, 250 miljoen euro aan subsidies die de vorige minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen) had toegekend voor de aanleg van een Belgische ‘ruggengraat voor waterstoftransport’. Arizona draaide zo een beslissing terug van Vivaldi.

Blinde Europese Commissie

Op 16 juli 2024, een half jaar voor Matthias Diependaele het startschot voor de bouw van de Zeebrugse groene waterstoffabriek gaf, fakkelde de Europese Rekenkamer de Europese waterstofplannen af. Als financiële waakhond van de Europese Unie rekent de Rekenkamer programma’s na. Ze beoordeelt ook of doelstellingen realistisch en haalbaar zijn.

In de overgang van een fossiele naar een koolstofvrije samenleving voorziet de EU een grote rol voor hernieuwbare of groene waterstof. Industriële sectoren met een grote energiebehoefte maar een slechte rechtstreekse toegang tot groene elektriciteit, worden door Europa aangemoedigd om over te schakelen naar groene waterstof. In 2020 stelde ze daar een strategie voor op met daaraan gekoppeld financieringsprogramma’s. Tegen 2030 zou Europa zelf 10 miljoen ton hernieuwbare waterstof moeten produceren en tezelfdertijd nog eens 10 miljoen ton moeten importeren.

“De Europese Commissie vaart blind”, concludeerde de Europese Rekenkamer in haar rapport. De groene waterstofdoelstellingen van de Commissie werden als totaal onrealistisch beoordeeld. Ze waren niet gebaseerd op een ernstige analyse, maar ingegeven door politieke wishfull thinking. De Rekenkamer telde alle groene waterstofplannen van de Europese lidstaten bij elkaar en kwam tot een gezamenlijke Europese duurzame waterstofproductie van amper 2,7 miljoen ton tegen 2030. Ze stelde ook vast dat Europa flink met geld wou strooien om het aanbod groene waterstof op te krikken: 18,8 miljard euro voor de periode 2021 tot 2027. Alleen zat al dat geld versnipperd over tal van programma’s, waardoor er onduidelijkheid troef was over wie waar recht op had. Op de presentatie van het kritische rapport van de Rekenkamer wond vertegenwoordiger Stef Blok er geen doekjes rond: de Europese Commissie moest dringend gaan praten met experts, bedrijven en nationale overheden over hoe zij de toekomst van groene waterstof zien. Vier jaar eerder had ze dat bij de opmaak van haar waterstofstrategie namelijk níet gedaan.

Pure geldverspilling?

“Groene waterstof is schaars”, zegt Almut Bonhage, beleidsexpert energie van de Bond Beter Leefmilieu.”Alleen lijkt dat niet echt door te dringen, met al die waterstofstrategieën die uitgetekend worden met telkens weer een veel te groot aandeel voor groene waterstof. De EU kwam als eerste met zo’n strategie op de proppen. Waarna sommige lidstaten volgden met hun eigen groene waterstofplan, geënt op dat van de EU. Alleen vertrok dat Europese masterplan van foute aannames.”

Een deel van de groene waterstof van Zeebrugge is bedoeld voor vrachtwagens. Een vals spoor, vindt Bonhage. “Het is een kwestie van tijd voor de meeste vrachtwagens en bussen allemaal elektrisch worden.”

Mathieu Soete, expert energietransitie bij Greenpeace, treedt haar bij: “Early believer Colruyt wil ons graag doen geloven dat waterstof interessant is voor zware transportmiddelen zoals vrachtwagens en bussen. De participatie van die groep in de bouw van de Zeebrugse waterstoffabriek is geen toeval. Tot pakweg twintig jaar geleden leek de auto met een brandstofcel op waterstof een interressant alternatief. Maar de steeds beter wordende batterijen haalden de brandstofcel volledig onderuit. Datzelfde geldt nu ook voor elektrische vrachtwagens en bussen. Dus nee, voor wegtransport is waterstof níet het juiste alternatief. Alleen zit de waterstofstrategie intussen stevig ingebakken in de Europese regelgeving. Om de zoveel tientallen kilometer moeten er waterstoftankstations komen. Terwijl de ontwikkeling van batterijen voor trucks veel sneller verloopt dan de waterstoftechnologie.”

Almut Bonhage: “Het basisidee van de Europese waterstofstrategie is dat de overheid de industrie met subsidies ondersteunt om de productie van groene waterstof te versnellen, waardoor de prijs snel zal dalen. Ook dat is wensdenken.”

Het onwrikbare geloof in een snel dalende prijs van groene waterstof lag ook aan de basis van de bouw van Nederlands grootste waterstoffabriek Holland Hydrogen I. Een maand na de eerste steenlegging van Hyoffwind in de haven van Zeebrugge raakte bekend dat bouwheer Shell de uitbating van zijn in opbouw zijnde waterstoffabriek van 1 miljard euro in de haven van Rotterdam niet echt meer zag zitten. De voornaamste reden: groene waterstof blijft in Nederland zo duur dat geen kat er in geïnteresseerd is.

Als het megalome Holland Hydrogen I toch ooit voltooid wordt, zal het goed zijn voor een productie van 200 megawatt. “De fabriek in Zeebrugge wil op termijn de productie opschalen van 25 naar 100 megawatt”, zegt Almut Bonhage. “Maar in vergelijking met de plannen van bijvoorbeeld Spanje, is dat eigenlijk peanuts.”

Tegen 2030 wil de Spaanse overheid met de inzet van zon en wind elektrolysers in dienst hebben die samen goed zijn voor minimaal 4 gigawatt, of 1 miljoen ton waterstof. Bonhage: “Onze offshore windenergie uit de Noordzee zal altijd een veel grotere kostprijs hebben dan de Spaanse zonne-energie.”

Energiespecialist Ronnie Belmans, emeritus hoogleraar aan de KU Leuven en ex-voorzitter van netbeheerder Elia, wikt zijn woorden niet. “Waterstof is een leugen”, zegt hij. “Het was nooit meer dan een energiedrager: de weg tussen een primaire energiebron en de uiteindelijke gebruiker. De wetten van de fysica zijn duidelijk: als je die overgang van bron naar gebruiker maakt met behulp van elektriciteit, verlies je altijd. Want je maakt dan een nodeloze omweg. Oók als je daar miljoenen aan subsidies tegenaan gooit. Met elektriciteit laat je een lamp branden of hou je een machine aan de praat. Door die energiebron rechtstreeks in te zetten, is er veel minder verlies en verhoogt de kwaliteit. Je mag nooit, jamais de la vie, elektriciteit via een omweg omzetten in elektriciteit als het ook puur elektrisch kan. Daarom is de bouw van de groene waterstoffabriek in Zeebrugge pure geldverspilling. ”

Kleuren van de regenboog

Vandaag is ingenieur Dirk Meire volgens zijn Linkedin-profiel ‘raadgever energie en klimaat’ van de Vlaamse vice-eerste minister Jan Jambon (N-VA). In oktober 2019 leverde hij als zelfstandig consultant in opdracht van het Vlaams Energie Agentschap (VEA) een onderzoek in naar ‘de effecten en prioriteiten bij productie en gebruik van groene waterstof.’ Meteen daarna ging Meire voltijds als ‘raadgever energie’ aan de slag bij toenmalig energieminister Zuhal Demir (N-VA). Ruim een jaar later vormde Demir VEA om tot Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA).

In zijn onderzoek naar groene waterstof kwam ook Dirk Meire tot de conclusie dat Vlaanderen niet meteen de troeven in handen heeft om uit te groeien tot het mekka van ‘green hydrogen’. ‘De productie van waterstof is vandaag 100% grijs (fossiel, ‘black hydrogen’) en zal de volgende jaren geleidelijk vergroenen’, schreef hij. ‘Vlaanderen heeft op middellange termijn te weinig groene elektriciteit op overschot om grootschalig groene waterstof (‘green hydrogen’) te maken. Alle elektriciteit die in Vlaanderen geproduceerd wordt, zal de eerstkomende decennia gebruikt worden om de huidige verbruikers van elektriciteit te voorzien, en daarbij komt het extra verbruik van elektrische voertuigen en warmtepompen. Gebruik van elektrolyse voor waterstofproductie zou de broeikasgasemissies doen stijgen, omdat de nodige elektriciteit de broeikasgasemissies voor de elektriciteitsvoorziening sterker doet toenemen dan de vermeden emissies.’ Toch vormde Meire’s rapport geen beletsel voor de Vlaamse regering om de eerste groene waterstoffabriek van België in de steigers te zetten.

De Nederlandse techniekfilosoof en -journalist Wim Raaijen vindt de productie van groene waterstof in zowel België als Nederland niet vanzelfsprekend. “Dat geldt bij uitbreiding voor heel Noordwest-Europa”, zegt hij. “Groene waterstof produceren is vooral interessant in landen met veel zon waar de stroomprijs laag is.”

Raaijen richtte 25 jaar geleden Industrielinqs op, een vakblad voor de Nederlandse industrie. Tot vorig jaar was hij er ook hoofdredacteur van. In 2022 bezocht hij zowat alle industriële waterstofinitiatieven in Europa. Hij doopte zijn waterstofbedevaart ‘Hydrogen Trail Europe (Hyte22)’. “We bezochten toen ook de kunstmestfabriek Fertiberia in het Zuid-Spaanse Puertollano. In samenwerking met het energiebedrijf Iberdrola maken ze groene waterstof met zonne-energie. Ze halen ook stikstof uit de lucht en produceren zo kunstmest. In landen zoals Spanje, Portugal en Marokko kan groene waterstof best wel interessant zijn voor de chemische industrie. Maar dan inderdaad niet als energiedrager, wel als raffinagemiddel.”

In de industrie is waterstof volgens Wim Raaijen alomtegenwoordig. “Ze wordt dan vooral gemaakt met het niet-duurzame, fossiele aardgas, via het chemische procedé ‘steam reforming’. Als dan de CO2-uitstoot wordt opgevangen, blijft er zogenaamd ‘blauwe waterstof’ over. Daar wordt veel kritiek op geleverd, maar ik zou die stap tussen niet-duurzame en duurzame waterstof niet zomaar overboord gooien. Want voor veel bedrijven zou dat een enorme kapitaalvernietiging betekenen. In 2021 nam Air Liquide de meest moderne steam reformer ooit in gebruik op het terrein van de chemische fabriek Covestro in de Antwerpse haven. Dat was een zware investering in blauwe waterstof die totaal verloren gaat als de norm enkel ‘groene waterstof’ zou worden.”

Grijze waterstof wordt geproduceerd op basis van de fossiele brandstof aardgas. De vrijgekomen CO2 vliegt rechtstreeks de lucht in. Bij blauwe waterstof wordt de vrijgekomen CO2 opgevangen en ondergronds gestockeerd. De onafhankelijke Nederlandse onderzoeksorganisatie voor toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek TNO beschouwt blauwe waterstof als waardevoller in de energietransitie dan groene. ‘Blauwe waterstof blijft in alle scenario’s goedkoper dan groene en is de enige vorm van waterstof die CO2-emissies direct reduceert’, vinden de TNO-experts. ‘Voorlopig is er nog te weinig groene stroom beschikbaar. Stroom is bovendien twee keer zo duur als aardgas. Ook de hoge kostprijs van de elektrolysers die het water splitsen, maakt de technologie minder aantrekkelijk.’

Voor Mathieu Soete van Greenpeace klinkt het onderscheid tussen ‘blauw’ en ‘grijs’ als vloeken in de kerk. “Het is en blijft allemaal fossiel. Vandaag is er waterstof in alle kleuren van de regenboog: blauw, turquoise, roze, geel, groen, wit. Wij maken enkel een onderscheid tussen fossiele en hernieuwbare waterstof. Alleen die laatste vorm kan helpen om de CO2-uitstoot drastisch terug te dringen.”

Waterstoflobby

Voor Ronnie Belmans is er geen enkele goede kant aan waterstof, ongeacht de kleur. “Waterstof werd door de petroleum- en gasindustrie omarmd als een ‘groen’ alternatief om hun zakenmodel in stand te kunnen houden. Als iedereen met een elektrische auto rijdt, zijn er geen tankstations meer nodig en geen netwerk aan buizen. Een complete waardeketen dreigt dan waardeloos te worden. De waterstofauto is dan de reddende engel. Daarom leunt de waterstoflobby zo sterk aan bij de wereld van petroleum en gas. Ik stond altijd vol verbazing te kijken naar hoe indertijd Europees commissaris Frans Timmermans en zijn kabinetschef Diederik Samsom de ‘waterstoftransitie’ propageerden.”

In juni 2023 ontving Diederik Samsom uit de handen van ‘Missie H2’ de ‘waterstofmedaille’ voor zijn noeste inzet voor de energietransitie. ‘Als voorvechter (sommigen noemen hem de dirigent, anderen de loodgieter) van de Europese Green Deal spreekt Samsom zich herhaaldelijk en helder uit voor een snelle en grootschalige transitie van fossiel naar waterstofgas’, oordeelde de jury. Samsom begon zijn carrière ooit als campagneleider bij Greenpeace om in 2003 over te stappen naar de Nederlandse politiek. Hij schopte het tot partijleider van de socialistische PvdA en was van eind 2019 tot eind 2023 kabinetschef van de met klimaatbeleid belastte socialistische Eurocommissaris Frans Timmermans.

‘Missie H2’ werd in 2019 door acht Nederlandse bedrijven boven de doopvont gehouden om ‘de waterstoftransitie te versnellen en verbreden’. De lobbygroep lijfde zowat alle Nederlandse topatleten in om als ‘ambassadeur Missie H2’ propaganda voor de waterstoftransitie te voeren op de Olympische Spelen van Parijs in de zomer van 2024. De stichtende leden van ‘Missie H2’ zijn Gasunie, Shell Nederland, gasketelproducent Remeha, Toyota, Port of Amsterdam, Groningen Seaports, tankterminaloperator Vopak en energieleverancier Eneco. Iconische bedrijven van de fossiele industrie in Nederland.

In oktober 2023 werd ook ‘waterstofhoogleraar’ Ad van Wijk van de Technische Universiteit Delft een ‘waterstofmedaille’ omhangen. Van Wijk werd gehuldigd voor zijn 2X40 GW Initiative, de bouw van tweemaal 40 gigawatt aan electrolysers tegen 2030. Een waterstofstrategie die onder druk van Samsom en Timmermans gekopieerd werd door Europa in de Green Deal.

Een paar maanden eerder had Het Financieele Dagblad al onthuld dat professor Van Wijk zich vijf jaar lang in stilte had laten betalen door Netbeheer Nederland, belangenbehartiger van de Nederlandse elektricititeits- en gasnetbeheerders.

 Begin 2024 bracht onderzoeksplatform Follow the money de nauwe banden aan het licht tussen Ad van Wijk en Diederik Samsom. Volgens Follow the money had de waterstoflobby het Europees beleid rond waterstof netjes gedicteerd. Dat werd ook volmondig toegegeven door Jorgo Chatzimarkakis, voormalig Europees Parlementslid en ceo van lobbygroep Hydrogen Europe: Van Wijk ‘was vanaf het begin betrokken en heeft meegeschreven aan het programma van Hydrogen Europe en ook aan de Hydrogen Act. Zonder hem was de opkomst van waterstof in Europa, en zelfs wereldwijd, in deze vorm niet mogelijk geweest.’

Op 1 juli 2024 werd Diederik Samsom voorzitter van de Nederlandse Gasunie, beheerder van duizenden kilometers aan aardgaspijpleidingen en honderden gasopslaginstallaties in Nederland en Duitsland.

Whisky-cola

De grote interesse in waterstof van autobouwers als Toyota, heeft volgens Ronnie Belmans inde eerste plaats te maken met hun verknochtheid aan de fossiele brandstofmotor. “Hun waardeketen is gebouwd op: de tank vullen met brandstof, leegrijden en opnieuw vullen. In plaats van diesel of benzine willen ze daar nu waterstof inkappen. ‘Wat maakt het uit?’ Zolang ze de verbrandingsmotor maar kunnen bewaren.”

Ook de grote interesse in waterstof van gasbedrijven past volgens Belmans in de strijd voor het behoud van het status-quo. “Fluxys wil een deel van de groene waterstof van Zeebrugge mengen in het aardgas. Ze stellen het voor alsof ze zo een topgas zullen maken om in huis in de aardgasketel te verstoken, een perfecte whisky-cola. Wat regelrechte onzin is. Want in werkelijkheid zal het erop neerkomen dat van 100 eenheden duurzame elektriciteit die in waterstof worden omgezet, in de aardgasketel 50 eenheden overblijven om het huis te verwarmen. Terwijl bij een warmtepomp van 100 eenheden elektriciteit voor de verwarming van je huis je vier keer zoveel terugkrijgt. Maar veel traditionele chauffagisten hebben een heilige schrik om zich om te scholen tot installateur van waterpompen. Zowel grote gastransporteurs als kleine retailers houden liefst zolang mogelijk vast aan wat ze kennen. Wat de believers in waterstof goed uitkomt.”

© Jan Stevens

Vergelijkbare berichten