‘Op straat krijg ik knuffels van iedereen’
Na een straf van 5,5 jaar is de Britse islamist Anjem Choudary weer op vrije voeten. Gederadicaliseerd is de geestelijke vader en mentor van Sharia4Belgium allerminst. “Ik geloof niet in wetten die gemaakt zijn door de mens.”
Toen in september 2014 moslimextremist Anjem Choudary (54) in zijn woonplaats Londen gearresteerd werd, waren velen ervan overtuigd dat hij snel weer op vrije voeten zou zijn. Want de vorige twintig jaar slaagde hij er telkens weer op wonderbaarlijke wijze in om uit de handen van het gerecht te blijven. Maar deze keer leek het alsof hij zijn hand had overspeeld. Een jury veroordeelde hem tot 5,5 jaar gevangenisstraf voor het actief steunen van Islamitische Staat (IS) en voor het rekruteren van Syriëstrijders.
Van juli 2016 tot oktober 2018 zat Choudary in de cel; de rest van zijn straf mocht hij onder strikte voorwaarden met een enkelband thuis uitzitten. In juli 2021 werd hij vrijgelaten. “Ik zat mijn straf volledig uit en zou dus nu ook volledig vrij moeten zijn”, zegt hij. “Alleen houden de Verenigde Naties mijn tegoeden bevroren. Ze schreven ook een internationaal reisverbod uit en een wapenembargo. In de praktijk komt het erop neer dat ik toestemming moet vragen voor alles wat ik koop én dat ik bonnetjes moet indienen. Ik vind dat onzin, want mijn zogenaamde misdrijf heeft niets met geld te maken. Het bevriezen van mijn rekeningen is niet meer dan een verlenging van mijn straf. Ik mag amper 75 pond per week uitgeven; dat maakt het voor mijn gezin van vijf kinderen niet makkelijker. Al is het belangrijkste dat mijn geloof niet is aangetast en dat ik terug bij mijn familie ben. In mijn moslimwijk in Londen ben ik geliefd. Op straat krijg ik nu knuffels van iedereen.”
Eind jaren 80, begin jaren 90 studeerde de in Londen geboren Anjem Choudary rechten. Zijn studievrienden kenden hem als de goedlachse Andy die verzot was op alcohol, cannabis en vrouwelijk schoon. Later raakte hij in de ban van het islamisme en de internationale radicale beweging Hizb ut-Tahrir. Met inmiddels verboden salafistische organisaties als Al-Muhajiroun, Al Ghuraaba en Islam4UK ontpopte hij zich tot de radicaalste onder de radicalen.
In januari 2010 haalde Anjem Choudary de Belg Fouad Belkacem naar Londen en gaf hem de leiding over het nieuw op te richten Sharia4Belgium. Belkacem alias ‘Abu Imran’ organiseerde da’wa’s, waarbij hij op straat bekeerlingen trachtte te winnen. In september 2011 installeerde hij in Antwerpen de eerste Belgische shariarechtbank, zoals leermeester Choudary hem dat in Londen had voorgedaan. Tientallen Sharia4Belgium-aanhangers vertrokken naar het front in Syrië om er te gaan meevechten met jihadistische organisaties. In februari 2015 oordeelde de Antwerpse rechtbank dat Sharia4Belgium een terroristische organisatie is. Leider Fouad Belkacem werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf jaar.
“Sharia4Belgium van Abu Imran, moge Allah hem bevrijden, was altijd onafhankelijk”, beweert Choudary. Hij ontkent Belkacems leermeester en mentor te zijn. “Abu Imran modelleerde zijn organisatie op die van ons, maar onze communicatie was zeer beperkt. Akkoord, hij kwam me een paar keer opzoeken in Londen en ik reisde ook een paar keer naar België. Al waren dat eerder beleefdheidsbezoeken: een hapje eten, wat praten en genieten van elkaars gezelschap. Ik vernam pas veel later via de media dat een veertigtal mensen van Sharia4Belgium België ingeruild hadden voor Syrië en Irak. Ik kende amper twee Sharia4Belgium-leden bij naam. Zelfs Abu Imran pleit onschuldig voor dat rekruteren; ook hij had daar niets mee te maken. Zijn lange gevangenisstraf is daarom buitensporig. Bovendien pakten de Belgische autoriteiten hem ook nog eens zijn nationaliteit af en willen ze hem naar Marokko sturen. Terwijl hij daar niet eens geboren is.”
Is medestichter Feisal Yamoun alias ‘Abu Faris’ het tweede Sharia4Belgium-lid dat Choudary bij naam kent? “Ja, ook hij kwam een paar keer naar Engeland. Ik heb geen idee hoe het nu met hem gaat.”
Yamoun vertrok naar Syrië en sloot zich aan bij de terreurgroep Majlis Shura Al Mujahidin. In 2014 stierf hij tijdens de gevechten om Aleppo. Zijn weduwe Faïza H. werd in februari 2021 bij verstek tot vijf jaar gevangenschap veroordeeld. Zij zou zich nog steeds in Syrië bevinden bij terreurgroep Jabhat Al Nusra.
“Ik heb inderdaad ook gehoord dat Abu Faris gestorven is”, knikt Choudary. Het gat in zijn geheugen lijkt te dichten. “Maar ik wist niet op voorhand dat hij plannen had. Wanneer mensen aan de jihad willen deelnemen, lopen ze daar op voorhand nooit mee te koop. Wellicht wisten zelfs hun eigen familieleden niet dat ze gingen vertrekken, laat staan een paar kennissen in Engeland. Of gelooft u echt dat die gasten me op voorhand belden: ‘O, Anjem, we willen naar het buitenland!’”
Grootste IS-rekruteerder
Eind 2013 verscheen een stevig gedocumenteerd rapport over Anjem Choudary van de Britse anti-racismeorganisatie Hope not hate. Onderzoekers Joe Mulhall en Nick Lowles duidden Choudary aan als de leider van een wereldwijd netwerk van islamisten. Via zijn Global Shariah Movement trok hij volgens hen aan de touwtjes bij radicale moslimorganisaties in 21 landen, waaronder Sharia4Belgium van Fouad Belkacem. Ze noemden Choudary de grootste Europese rekruteerder voor IS: hij zou minstens 300 Europese jongeren naar het slagveld in Syrië gestuurd hebben, onder wie zeker 33 Belgen.
“Misschien zouden we het beter over ‘Hate not hope’ hebben in plaats van ‘Hope not hate’”, reageert Choudary korzelig. “Als ik echt zo gevaarlijk was, had de politie me toch al eerder vragen gesteld over al die mensen die ik zogezegd naar het buitenland stuurde? Ik ontmoette een paar van die Syriëstrijders voor het eerst toen ik eind 2014 in de Belmarsh-gevangenis terechtkwam. Ik had die mensen daarvoor nooit gezien. De politie heeft me ook nog nooit ondervraagd over aanslagen waar ik zogezegd de inspirator voor ben. Behalve één keer in 2003 na Mike’s Bar in Tel Aviv. Daarna nooit meer.”
Op 30 april 2003 blies de Brit Asif Muhammad Hanif zich op aan de ingang van Mike’s Bar in Tel Aviv, doodde drie burgers en verwondde 60 anderen. Het ontstekingsmechanisme van de bom van zijn kompaan Omar Khan Sharif weigerde dienst. Sharif raakte gewond en werd later dood teruggevonden. Hanif en Sharif bleken twee pupillen van Anjem Choudary te zijn.
Ook de 25-jarige Ali Harbi Ali die op 15 oktober 2021 het conservatief parlementslid David Amess neerstak en vermoordde, zou in de ban geweest zijn van Choudary. Volgens vroegere schoolvrienden radicaliseerde hij online, door het bekijken en beluisteren van Choudary’s preken op Youtube. “De man is 25 jaar oud en zat al jaren niet meer op de schoolbanken. Hoe kan het kijken naar mijn oude filmpjes van tien jaar geleden nog iets met feiten van nu te maken hebben?”, repliceert Choudary. “Duurde het dan een decennium eer hij tot het besluit kwam om die volksvertegenwoordiger te doden? Dat is toch belachelijk? Omdat die jongeman tien jaar geleden een filmpje van mij bekeek, word ik de rest van mijn leven aan hem gelinkt. Zelfs Boris Johnson wees in het parlement met een beschuldigende vinger naar mij: ‘Al die uren van haatspraak op het internet.’ Terwijl hij nog geen seconde van mijn lezingen zag. Ze gaan over jurisprudentie en de koran. Maar dat interesseert niemand; iedereen gelooft liever zijn eigen propaganda.”
Trouw aan IS
Sinds zijn vrijlating maakt Anjem Choudary zich zorgen over de haatspraak en doodsbedreigingen aan zijn adres op het internet. “Niemand ligt daarvan wakker”, zegt hij. “Want ach, het gaat maar over die ‘haatprediker’. Als een politicus online bedreigingen ontvangt, wordt er meteen ingegrepen. Jarenlang legden de Britse autoriteiten elke uitspraak van mij onder de microscoop. Toen in september 2016 mijn zaak voorkwam, las ik in de gerechtsdocumenten dat ze daarvoor al tientallen keren geprobeerd hadden me op te pakken. Maar ze vonden geen smoking gun. Tussen 2004 en 2014 vielen ze tien keer in mijn huis binnen. Nooit konden ze me iets ten laste leggen. Deze laatste keer kwamen ze dan af met die zogenaamde eer van trouw aan IS. Ze beweerden die gevonden te hebben op een Indonesische computer. Ik had dat ding nooit gezien en ben dus totaal onschuldig. Ze gebruikten paragraaf 12 van de Britse antiterreurwet van 2000 om mij als IS-supporter veroordeeld te krijgen. Die wet verbiedt steun aan een verboden organisatie. Maar de rechters raakten het niet eens of die paragraaf ook op mij van toepassing was en gingen daarom eerst te rade bij het Hooggerechtshof. Ook daar raakten ze er niet wijs uit en besloten ze dat de jury maar moest oordelen. Net toen de jury zich in juli 2016 terugtrok om te beraadslagen, reed iemand met een vrachtwagen over de Promenade des Anglais in Nice en doodde iemand anders in Normandië een priester. Vermits ik op dat moment in Groot-Brittannië staatsvijand nummer 1 was, was mijn lot snel bezegeld.”
Maar Choudary wás toch een fervent supporter van Islamitische Staat? In augustus 2014 zei hij in de krant De Morgen over het IS-kalifaat in Syrië en Irak: “Op dit moment leven miljoenen onder de sharia in een gebied groter dan Engeland. Alle moslims hebben nu geen andere keuze dan Abu Bakr al-Baghdadi of kalief Ibrahim te erkennen als de grootste moslimautoriteit ter wereld.”
Hij zucht diep. “Toen in de zomer van 2014 de Islamitische Staat werd uitgeroepen, hield de organisatie IS feitelijk op met te bestaan. Vanaf dan ging het over een échte staat die inderdaad veel groter was dan Frankrijk of Groot-Brittannië. De Britse minister van Buitenlandse Zaken zei: ‘Wie burger wenst te worden van de Islamitische Staat, verliest zijn Britse nationaliteit.’ Hoe kon op dat moment die échte staat nog een verboden organisatie zijn? België noem je toch ook geen ‘organisatie’? Ik becommentarieerde in 2014 enkel of die staat islamitisch was, net zoals ik kan becommentariëren of een staat communistisch of kapitalistisch is. Ik stuurde een eenvoudige tweet de ether in: ‘Moge Allah het kalifaat en Abu Bakr al-Baghdadi zegenen.’ Meer niet. Omwille van mijn profiel en het grote aantal volgers dat ik toen op Twitter had, was dat zinnetje plots een bedreiging. Maar drukt het ook steun uit?”
Was de Islamitische Staat een na te volgen voorbeeld voor de rest van de wereld? Choudary: “Er volgen wellicht nog vele islamitische staten die even snel als het IS-kalifaat weer zullen verdwijnen. Maar op het einde blijft er een staat die zal heersen over de hele wereld en waar mensen eindelijk rust vinden. Alleen Allah weet wanneer die er komt. Ik was nooit in Syrië of Irak en weet dus ook niet hoe de situatie daar precies was.”
Anjem Choudary had nooit plannen om zelf naar de Islamitische Staat te reizen? “Toch wel. Ik vroeg de autoriteiten mijn reispas zodat ik kon vertrekken. Dat weigerden ze. Ze wilden gewoon niet dat ik vertrok. Ze hadden veel liever dat ik hier bleef zodat ik de Britten kon radicaliseren.” Hij lacht hartelijk.
Gelooft hij in de democratie? “Natuurlijk niet, wat een domme vraag. Ik geloof niet in wetten die gemaakt zijn door de mens. De enige wetgever is Allah.” Dan vraag hij: “Bent u christen of jood? U bent atheïst? Daar krijgt u op de dag des oordeels spijt van. Gelukkig is er altijd hoop: ik nodig u uit om naar de islam te kijken. Vergeet de hype en alle mediapropaganda die u zelf mee hielp creëren. Geloof daar niets van.”
De onthoofdingen van journalisten zoals James Foley en Steven Sotloff door IS geven toch niet veel vertrouwen in Choudary’s versie van de islam? “Het was toen oorlog”, antwoordt hij. “Dan gebeuren er altijd gruwelijke dingen. Ik wil die onthoofdingen niet rechtvaardigen, maar je moet niet alle westerse propaganda geloven.”
IS draaide die onthoofdingsvideo’s toch zelf? “Soms dient propaganda alleen om de vijand bang te maken. Er leefden ook heel wat mensen vredevol in het kalifaat. Zij maakten hun eigen video’s en toonden hoe prachtig het was.”
Biljartkoning
Van juli 2016 tot juni 2017 zat Anjem Choudary in de beruchte High Security Unit (HSU) van de Belmarsh-gevangenis in Londen, waar ook Julian Assange verblijft. “Ze noemen die plek niet voor niets het Britse Guantanamo Bay”, zegt hij. “Het is ook niet voor niets dat Assange er razendsnel grijs haar kreeg. De HSU heeft een rotslechte reputatie. Toen ik er aankwam, zag ik zo goed als enkel bejaarden, alsof ik op de geriatrie was aanbeland. Ik sprak zo’n oudje aan: ‘Waarom zit jij hier?’ Het bleek de op dat moment 77-jarige bankovervaller Brian Reader te zijn. In 2015 blies hij samen met een stel andere bejaarden de kluizen van een Londense bank in Hatton Garden op. Ze gingen met meer dan 14 miljoen pond aan juwelen en cash aan de haal. Ook Thomas Mair, de moordenaar van volksvertegenwoordiger Jo Cox, zat in Belmarsh. Maar er zaten ook andere zogenaamde terroristen. Wij, moslims, kwamen er héél goed overeen. Een paar keer per maand werd mijn cel binnenstebuiten gekeerd. Om zes uur ’s ochtends vielen de cipiers dan met veel lawaai binnen. Ik werd van mijn brits getild en ze doorzochten al mijn persoonlijke spullen. Om de drie maanden moest ik naar een nieuwe cel verhuizen. Ik leefde er continu onder stress en er hing een zeer onbehaaglijke sfeer.”
Volgde Choudary een deradicaliseringscursus? “In mijn eerste week in Belmarsh stapte de hoogste beveiligingsofficier mijn cel binnen. ‘U bent ’s lands radicaliseerder nummer één’, sprak hij plechtig. Hij had ook krantenknipsels over mij bij. Ik nam aan geen enkele van zijn deradicaliseringsprogramma’s deel. Ik wist dat ik er niet al te lang zou verblijven en dat ik in tegenstelling tot lang veroordeelden geen toegevingen voor strafvermindering moest doen. Ik hoefde helemaal niet mee te werken met reclasseringsambtenaren. Ik wist dat ik automatisch de helft van mijn straf met een enkelband mocht uitzitten. Waarom zou ik dan met mensen meewerken die alles wat ik zeg ooit tegen mij zullen gebruiken?”
In juni 2017 werd Choudary overgebracht naar het gloednieuwe Seperation Centre in de Frankland-gevangenis in het noorden van Engeland. “Ik was er de allereerste gedetineerde. Ze hebben dat complex speciaal voor mij gebouwd. In de Seperation Centres brengen ze al die mensen samen die ze liever niet tussen de gewone gevangenen laten rondwandelen. Alle zogenaamde geradicaliseerden die door de Britse overheid omwille van hun ideeën en overtuigingen als supergevaarlijk beschouwd worden. Er zijn nu zo twee centra, met enkel moslims. Ik was in Frankland tot oktober 2018.”
Choudary zat in de isolatieafdeling met vier andere islamisten die werden bewaakt door 25 cipiers. Een van Choudary’s medegevangenen was Michael Adebolajo, een van de moordenaars van de Britse soldaat Lee Rigby in mei 2013. Adebolajo was lid van Choudary’s verboden organisatie Al-Muhajiroun en kreeg toen de ‘strijdnaam’ Abu Mujahid.
“Het grote voordeel van het Seperation Centre van Frankland was dat al mijn medegevangenen moslim waren”, zegt Choudary. “Er was in de keuken geen contaminatie door varkens. We kookten voor elkaar en spraken elkaar moed in. Mijn geloof in God werd er alleen maar sterker. Hoe harder ik de Koran van buitenleerde, hoe meer mijn geloof bevestigd werd. Mijn medegevangenen waren even gelovig. De gevangenis was voor ons een manier om ons geloof verder uit te zuiveren. Ik voelde me jonger en frisser toen ik de gevangenisdeur achter me dichtsloeg.”
Hoe was de verstandhouding met de cipiers? Choudary: “De meesten waren ouder dan mij, zestigers en zeventigers. Ze hadden ooit in de steenkoolmijnen gewerkt. Toen Margaret Thatcher die in de jaren tachtig sloot, werden ze werkloos. Later herschoolden ze tot cipier. Ze zaten een hele dag kruiswoordraadsels op te lossen. Ze maakten het ons niet moeilijk en zagen mij niet als de gevaarlijkste man van het Verenigd Koninkrijk. Ik droogde hen regelmatig af bij het biljarten. Ze stonden versteld van mijn poolkunsten. (lacht) Ik leerde poolen in Belmarsh. Dat is het enige wat je daar kan doen. In Frankland speelde ik alle biljartballen in één vloeiende beweging van de tafel.”
Het London Bridge-probleem
Van oktober 2018 tot juli 2021 zat Anjem Choudary de tweede helft van zijn straf vooral in zijn woonkamer met een enkelband uit. “Ik leefde onder de meest restrictieve en draconische maatregelen die in Engeland ooit aan iemand gegeven zijn”, klaagt hij. “Zo mocht ik niet met de media praten en nooit meer dan twee mensen tezelfdertijd ontmoeten. Na het London Bridge-probleem in november 2019 werden er nog meer beperkingen opgelegd. Ik mocht niet meer naar het centrum van Londen en mijn avondklokregime werd verstrengd.”
Wat Anjem Choudary het ‘London Bridge-probleem’ noemt, is de aanslag op 29 november 2019 in de buurt van London Bridge waarbij de 28-jarige Usman Khan vijf mensen neerstak. Twee overleefden de aanval niet. Khan werd door de politie doodgeschoten. In zijn tienerjaren werd Khan lid van Choudary’s verboden organisatie Al-Muhajiroun. Hij werd ‘herdoopt’ tot ‘Abu Saif’ en was een tijdlang één van Choudary’s trouwste secondanten.
In november 2021 werd Anjem Choudary gespot met zijn oude bekende Abbu Izzadeen, alias de meermaals voor ondersteuning van terreurorganisaties veroordeelde ex-electricien Trevor Brooks. “Ik sprak inmiddels ook mijn oude vriend Anthony Small”, zegt Choudary. De voormalige Britse bokskampioen Small bekeerde zich in 2007 onder impuls van Choudary tot de salafistische islam. “We halen herinneringen op aan vroeger.”
Probeert Anjem Choudary zijn oude netwerk nieuw leven in te blazen? “Ik heb geen plannen om wat dan ook herop te bouwen. Vandaag ben ik een familieman, een vader die zijn kinderen graag wil zien trouwen. Van zodra ik die VN-restricties weggewerkt krijg, ben ik van plan om een paar plekken in de wereld te bezoeken die ik nog niet eerder zag.”
Bio
- Geboren in Londen op 18 januari 1967
- Studeerde rechten aan de University of Southampton
- Richtte samen met de Syrische islamist Omar Bakri Muhammad in 1996 de in 2004 verboden salafistische organisatie Al-Muhajiroun op
- Later volgden eveneens verboden organisaties zoals Al Ghurabaa, The Saved Sect, Islam4UK
- Volgens Hope not hate waren minstens 70 veroordeelde of gedode terroristen lid van Al-Muhajiroun en heeft Choudary nauwe contacten met de Somalische terreurorganisatie Al-Shabaab
- Werd in 2016 veroordeeld tot 5,5 jaar gevangenis voor steun aan IS
© Jan Stevens