“Dit is mijn persoonlijke pelgrimstocht”
Tot september 2015 was Marc Van den Reeck ambassadeur in Griekenland. Vandaag is hij gepensioneerd en zet hij zich voltijds en vrijwillig in voor The Smile of the Child, de grootste Griekse hulporganisatie voor kinderen in nood. “Griekenland zit aan de grond en onze fondsen drogen op. Daarom hopen we op steun en solidariteit van de Belgen.”
Marc Van den Reeck (61) werkte als diplomaat in Afrika en Amerika en was Belgisch ambassadeur in Abu Dhabi en in Griekenland. Als jonggepensioneerde is hij onbezoldigd ‘verantwoordelijke internationale samenwerking’ voor de Griekse NGO The Smile of the Child. “Χαμόγελο του παιδιού in het Grieks”, zegt hij. “De NGO is vandaag de grootste van het land en is gespecialiseerd in kinderbescherming en -welzijn. De organisatie heeft 480 mensen in dienst en telt 2800 vrijwilligers. In 2016 hebben we meer dan 100.000 kinderen geholpen. Niet alleen Griekse, ook vluchtelingenkinderen. Op dit moment zitten 60.000 vluchtelingen geblokkeerd in Griekenland en de helft daarvan zijn kinderen.”
Waaruit bestaat jullie hulp?
Marc Van den Reeck: “The Smile of the Child coördineert en beheert de telefoonlijnen voor oproepen voor vermiste kinderen. Je zou ons de Child Focus van Griekenland kunnen noemen, maar dat is niet het enige wat we doen. We bemannen ook de noodlijnen voor kinderen die in de problemen zitten en die hulp zoeken, of voor mensen die noodsituaties met kinderen willen signaleren. We hebben callcenters in de steden Athene, Thessaloniki en Patras en die zijn alle dagen van de week, 24 uur op 24, bereikbaar. De kinderen krijgen er geen vrijwilligers aan de lijn, maar professionals, zoals psychologen en sociale werkers. We willen geen risico’s nemen, want die gesprekken gaan vaak over leven en dood. We twijfelen niet aan de goede wil van onze vrijwilligers, maar dat wil nog niet zeggen dat ze ook weten wat ze moeten doen als ze telefoon krijgen van een kind in levensgevaar. We hebben ook voertuigen en materiaal voor zoektochten naar vermiste kinderen. Jaarlijks rukken we gemiddeld honderd keer uit; in 95 procent van de gevallen vinden we de kinderen terug. Daar zetten we wel vrijwilligers voor in. We hebben ziekenwagens standby die kindvriendelijk ingericht zijn voor als we meldingen krijgen van zwaar mishandelde, misbruikte of ernstig verwaarloosde kinderen. En we runnen grote opvanghuizen voor verwaarloosde kinderen.”
Daar krijgen jullie geld voor van de Griekse staat?
Van den Reeck: “Nee, de Griekse staat is op sterven na dood. De toestand is meer dan dramatisch: er is geen rooie cent meer voor het welzijn van de Grieken of voor de volksgezondheid. We krijgen nog geld van een aantal bedrijven omdat ze weten dat we een ernstige, transparante organisatie zijn, maar hun budgetten zijn serieus gekortwiekt. Het is niet omdat Griekenland uit het nieuws verdwenen is, dat alles terug rozengeur en maneschijn is. De financiële en economische crisis woedt nog steeds volop en de meeste Grieken zitten op hun tandvlees. De toestand is hopeloos. De economische crisis brengt mensen niet alleen aan de bedelstaf, maar vernietigt ook het sociale weefsel en zorgt voor een diepe maatschappelijke crisis. Gezinnen die welvarend waren en ons vroeger financieel steunden, smeken ons nu zelf schoorvoetend om hulp. En dan zijn er nog de vele vluchtelingenkinderen. Daarom zoeken we noodgedwongen fondsen in het buitenland. We voeren campagne in Canada, de VS, Duitsland, Australië én België en rekenen op steun van de vele Grieken die er leven. Maar we hopen dat ook de niet-Grieken hun hart laten spreken.”
Waarom trekt u zich het lot van de Griekse kinderen zo aan?
Van den Reeck: “Mijn vrouw was een Griekse. Op mijn achttiende zag ik eruit als een hippie, met haar tot op mijn schouders. Ik trok met de rugzak door Griekenland en ontmoette er Anneta. Zij was twee jaar ouder en het was liefde op het eerste gezicht. We zijn aan elkaar blijven plakken, zoals ze dat bij ons zeggen. Na onze studies zijn we getrouwd. We hebben twee kinderen en hadden een heel goed huwelijk. In november 2007 is mijn vrouw totaal onverwacht gestorven als gevolg van een allergische reactie op een antibioticum. Het was de eerste dag van onze vakantie in Laos. Door mijn vrouw ben ik voorgoed met Griekenland verbonden. Ik heb het nog altijd zeer moeilijk met haar plotse dood. Dit werk bij The Smile of the Child is mijn persoonlijke pelgrimstocht en geeft mijn leven weer invulling.”
© Jan Stevens