|

“In mijn dooie eentje verzamelde ik 40 ton zwerfafval”

Verpleger Philip Ver Elst (35) uit Morkhoven is een verwoed wandelaar. Sinds jaar en dag stapt hij elke ochtend te voet naar het werk. Op zijn dagelijkse wandeltocht begon hij zich steeds meer te ergeren aan het rondslingerende zwerfafval. Drie jaar geleden besloot hij er iets aan te doen. “Ik ging de deur uit met een grote plastic zak in de ene hand en een grijptang in de andere.” Vandaag kennen zijn streekgenoten hem als Mr. Proper.

 

Philip Ver Elst begrijpt niet wat zijn medeburgers bezielt om hun vuil op straat en in de natuur te storten. “Het is echt niet te geloven hoeveel blikjes en snoepverpakkingen mensen door het raam van hun auto gooien”, zegt hij. “Zo goed als dagelijks vind ik onderweg oud ijzer en afgedankte elektrotoestellen. Mijn eerste aanhangwagen vol samengeraapt oud ijzer leverde me twintig euro op. Met dat geld kocht ik op tweedehands.be een bolderkar. Op mijn wandelingen neem ik nu die kar en paar grote plastic zakken mee om het zwerfvuil te verzamelen.”

 

U verzamelt niet alleen sigarettenpeuken en bierblikjes?

Philip Ver Elst: “Nee, ik laad regelmatig stofzuigers, wasmachines en droogkasten op de bolderkar. In mijn dooie eentje verzamelde ik tot nu 40 ton zwerfafval. Een paar maanden geleden wandelde ik in de buurt van Leopoldsburg. Ik vond er een plastic zak met obussen uit de Tweede Wereldoorlog. Ze waren er nog niet lang geleden gedumpt. Die dingen stonden op scherp; ik moest de ontmijningsdienst DOVO erbij halen. Zij hebben ze ter plekke vernietigd. Veel mensen gooien ook zakken met hun doordeweeks huisvuil in de beek of naast de weg. Of zakken boordevol gevulde pampers. En die zijn niet altijd van baby’s.”

 

Zakken vol wegwerpluiers voor volwassenen?

Ver Elst: “Precies. Onlangs vond ik in Lommel drie afvalzakken vol bejaardenpampers. Ik vermoed dat ze er gedumpt waren door iemand uit de thuisverpleging. Ik doe altijd elke zak open en ik kan je verzekeren: dit was geen smakelijke vondst. Soms vind ik een adres en dan geef ik dat door aan het zwerfvuilteam van de gemeente. Zij weten wat er verder mee moet gebeuren. Officieel ben ik ‘zwerfvuilpeter’ van Herentals, maar ondertussen ben ik de zwerfvuilpeter van heel Vlaanderen geworden. (lacht) Ik ben een gedreven wandelaar en kom zo tot in alle uithoeken van het land. Alleen Brussel en Wallonië heb ik nog niet verkend. Ik hoor van collega-wandelaars dat er daar flink wat te rapen valt. ‘Den ben je met je karretje voor het donker nog niet thuis’, zeggen ze. (lacht) Dit jaar neem ik voor de zestiende keer deel aan de Dodentocht in Bornem. Ik verzamel dan geen zwerfvuil, maar wandel honderd kilometer voor een goed doel. Ik kan het echt niet laten om mensen te helpen die het moeilijk hebben. Dat zit in mijn bloed.”

 

Welke stad of gemeente in Vlaanderen heeft het grootste zwerfvuilprobleem?

Ver Elst: “Antwerpen. In de buurt van Merksem is het huilen met de pet op. Maar ook in de fruitstreek in Limburg slingert veel troep rond. De boeren klagen daar zelf steen en been over. ‘In het seizoen gooien de plukkers al hun afval in de wijde natuur.’ Ikzelf heb er ooit een frietketel gevonden met de etensresten nog in en in de bossen trof ik koppen en ingewanden van schapen aan: slachtafval van illegale rituele slachtingen. Mijn grappigste vondst tot hiertoe is de verpakking van een seksspeeltje. Het speeltje was er uit, maar er zaten wel nog flesjes met stimulerende middelen in. Onder andere een flesje Blue Boy. Google leerde me dat het een populaire popper is.”

 

Waar dumpt u het door u verzamelde afval? In het containerpark?

Ver Elst: “Nee, ik stapel de zakken aan de kerk of aan een vuilbak van de gemeente op en verwittig de plaatselijke afvaldienst. Op die plaatsen waar ik regelmatig afval ruim, merk ik dat er na verloop van tijd ook minder gestort wordt. Ik vermoed dat sluikstorters daardoor bang worden: ‘Straks worden we nog gepakt.’ Gemeentebesturen kunnen dus best veel investeren in het preventief opruimen van zwerfvuil. Een paar weken geleden wandelde ik door Mechelen en zag ik winkeltasjes vol huisvuil verspreid door de stad liggen. Op een parcours van drie kilometer vulde ik toen 44 grote zakken met afval.”

 

Wat voor reacties krijgt u dan van voorbijgangers?

Ver Elst: “De meesten steken hun duim op, maar sommigen vinden me gek. Gelukkig ben ik prettig gestoord van aard: die opmerkingen raken mijn kouwe kleren niet. (lacht) Ikzelf hou aan het opruimen een goed gevoel over, want zo zorg ik ervoor dat de natuur opnieuw een beetje properder wordt.”

 

© Jan Stevens

Vergelijkbare berichten