“Natuurlijk heeft Trump een supergroot ego. Daarom is hij ook president geworden”

Van 21 juli tot 31 juli 2017 was Anthony Scaramucci de communicatiedirecteur van president Donald Trump. Nadat hij in een interview Trumps toenmalige topmedewerkers Steve Bannon en Reince Priebus respectievelijk een ‘zelfpijper’ en een ‘paranoïde schizofreen’ noemde, werd hij ontslagen. Vandaag neemt ‘The Mooch’ daar geen woord van terug. Integendeel: “Bannon is een klootzak en Priebus een rat.”

 

Na amper elf dagen als communicatiedirecteur van president Donald Trump werd Anthony Scaramucci op de ochtend van maandag 1 augustus 2017 ontslagen. Aanleiding was een interview dat hij de woensdag daarvoor gaf aan een journalist van The New Yorker. Daarin noemde hij Trumps toenmalige stafchef Reince Priebus een “fucking paranoïde schizofreen.” Over Trumps belangrijkste adviseur zei hij: “Ik ben Steve Bannon niet, ik probeer mezelf niet te pijpen.” En over zijn medewerkers op de communicatiedienst: “Al degenen die informatie lekken, wil ik vermoorden.”

In zijn boek Trump, The Blue-Collar President, blikt Anthony ‘The Mooch’ Scaramucci terug op zijn blitzcarrière in het Witte Huis en zoekt hij verklaringen voor de verkiezing tot president van Donald Trump, de man die hij ook na zijn ontslag zijn beste vriend blijft noemen.

Anthony Scaramucci: “Ik sprak hem gisterenavond nog. Donald Trump is helemaal geen bully. De media stellen hem graag zo voor, maar dat klopt niet. Hij vindt het echt niet leuk om mensen aan de deur te zetten. Hij zoekt zelfs manieren om ontslagen medewerkers dicht bij hem te houden. Ikzelf ben daar een voorbeeld van, net als zijn voormalige campagnemanagers Corey Lewandowski en David Bossie, toevallig ook twee vrienden van mij. Ik heb dus een uitstekende verstandhouding met de president, alleen kon ik na dat zogenaamde ‘interview’ met The New Yorker onmogelijk communicatiedirecteur blijven. Zeker niet nadat hij Priebus ontslagen had en John Kelly tot stafchef benoemde. Als hij zijn voormalige economische adviseur Gary Cohn of zijn voormalige veiligheidsadviseur Dina Powell op die stoel had gezet, sprak je misschien nu nog steeds met Anthony Scaramucci, communicatiedirecteur van het Witte Huis. Want Cohn en Powell waren me goedgezind, maar Kelly had een bloedhekel aan me. Hij is een gepensioneerde generaal en gedraagt zich ook zo. Kelly houdt niet van Trump en daarom hield hij niet van mij.”

 

Ondertussen is ook John Kelly stafchef af.

Scaramucci: “Terecht. Als stafchef was hij uiterst ineffeciënt. In Europa bestaat misschien de indruk dat hij erin slaagde om de chaos in het Witte Huis te structuren, terwijl net het tegendeel waar was. Tijdens de midterm-verkiezingen heeft John Kelly geen poot uitgestoken. Als de president meer hulp gekregen had van zijn stafchef, had de Republikeinse Partij misschien nog de meerderheid in het Huis van Afgevaardigden. De Democraten doen nu alsof ze daar een monsteroverwinning behaald hebben, maar dat is je reinste onzin. Er is helemaal geen sprake van die zogenaamde ‘blue wave’. De Amerikaanse bevolking houdt van Trump. Onder sociale druk hoor je velen zeggen dat ze hem verafschuwen, terwijl ze in werkelijkheid juist dolblij zijn met hem.”

 

Niet lang na de presidentsverkiezingen van 2016 was ik in Washington DC. “Sorry voor Trump”, was het eerste wat de taxichauffeur in de luchthaven zei. Hij meende het.

Scaramucci: “Maar natuurlijk, die taxichauffeur leeft in Washington en daar haten ze allemaal Donald Trump. Dat is ook vanzelfsprekend; Trump komt er dat vreselijke moeras droogleggen. Hij verstoort het feestje van al die figuren die er jarenlang ongestoord hun eigen belangen dienden. Zowel de politici als de hoge ambtenaren zijn niet geïnteresseerd in de gewone mensen. Precies daarom stemde een meerderheid voor Donald Trump.”

 

Terwijl diezelfde Donald Trump al sinds zijn geboorte deel uitmaakt van het door het volk verfoeide establishment.

Scaramucci: “Maar net daarom ook heeft hij de verkiezingen gewonnen. Tot de komst van Trump faalde het populisme in de VS telkens weer. Te weinig rijken uit het establishment waren vroeger bereid om populistische kandidaten te steunen. De schatrijke geestesgenoot Donald Trump zagen ze wel zitten: in zijn campagne investeerden ze graag miljoenen dollars. In mijn boek beschrijf ik hoe hij in 2016 de hele basis van de Democratische Partij kaapte en naar de Republikeinen verscheepte. In Trump, The Blue-Collar President spaar ik niemand, inbegrepen mezelf.”

 

Ik vind dat u Donald Trump spaart.

Scaramucci: “Spaar ik hem? Mja, op sommige momenten misschien wel, maar toch niet altijd. Zo schrijf ik dat de manier waarop hij eerder als een manager dan als een politicus regeert, flink wat verwarring creëert. Het grootste probleem in dit land is dat onze politici altijd enkel aan zichzelf gedacht hebben, waardoor we nu op een puinhoop leven. Onze infrastructuur is versleten. De wegen in de VS zijn abominabel en de telefoon- en gsm-verbindingen lijken op die uit een derde wereldland. Onze politici zijn echt door en door slecht. President Trump legt zonder medelijden bloot wat voor een afschuwelijke individuën ze zijn.”

 

Waarom gaf u dat interview dat tot uw val leidde?

Scaramucci: “Ik dacht dat ik informeel, off the record, met een journalist aan het praten was. Ik had dat op voorhand niet uitdrukkelijk gezegd en dat kwam als een boemerang in mijn gezicht terug. Die woensdagavond had ik een paar personaliteiten van Fox News uitgenodigd voor een diner in het Witte Huis. De toenmalige stafchef Reince Priebus was daar niet van op de hoogte, maar zag me wel toen ik met die mensen op weg was naar de president. Een paar minuten later tweette Ryan Lizza van The New Yorker: ‘Scoop: Trump is dining tonight w/Sean Hannity, Bill Shine (former Fox News executive), & Anthony Scaramucci.’ Ik wist meteen wie er gelekt had. Na het diner belde ik Lizza. Ik heb me toen nogal kleurrijk over een paar individuen uitgedrukt. (lacht)”

 

De ene een ‘zelfpijper’ noemen en de andere een ‘paranoïde schizofreen’; erg diplomatisch was dat niet voor een communicatiedirecteur van het Witte Huis.

Scaramucci: “Ik ben dan ook geen diplomaat. Als je eens goed wil lachen, moet je naar Mooch kijken, een documentaire die Andrew J. Muscato onlangs over mij maakte. Op een bepaald moment zegt een of andere Britse kerel dat het onmogelijk is dat zo’n rijke, succesvolle ondernemer en investeerder zoals die Scaramucci geboren en getogen is in een arbeidersmilieu. ‘Een arbeidersjongen die in Harvard afstudeert? No way.’ In Mooch zie je het bescheiden huis in de arbeiderswijk in Long Island, New York, waar ik opgroeide. Natuurlijk snapt die Brit dat niet, want in zijn land raakt geen enkele jongen uit de arbeidersklasse op Eton of Oxford. Europeanen leven al duizenden jaren in aristocratieën waarin het quasi onmogelijk is om van de ene sociale klasse naar de andere over te stappen. In de VS is er geen aristocratie, daarom kon ik mijn arbeidersverleden van me af schudden. Ik vocht mezelf een weg naar de top. Eerst bij Goldman Sachs, later bouwde ik mijn eigen onderneming en zorgde ik ervoor dat ik financieel onafhankelijk werd. Ik maakte mijn familie welvarend en elke welmenende Amerikaan vindt dat fantastisch. Al hoor ik nu ook afgunstige mensen zeggen dat na mijn passage op het Witte Huis mijn 15 minutes of fame opgebruikt zijn. Ik verzeker je: mijn 15 minutes of fame zijn nog niet eens begonnen. (lacht)”

 

Hoe groot was de schok toen u ontslagen werd?

Scaramucci: “Dat was niet leuk. Ik had een fout gemaakt door een journalist te vertrouwen die ik niet had mogen vertrouwen. Dat is mijn eigen verantwoordelijkheid. I’m a big boy. Ik heb in mijn eigen succesvolle bedrijven zelf mensen ontslagen. Bij Goldman Sachs werd ik jaren geleden ook de laan uigestuurd. Mijn vel is ondertussen dik genoeg. Maar ik geef toe dat het een teleurstelling was. Als je in Washington in de politiek bedrijvig bent, weet je dat alles kan gebeuren. Mijn bestaan daverde dus niet op zijn grondvesten. De president had me eigenlijk aangenomen om grote schoonmaak te houden en medewerkers van de communicatiedienst te ontslaan. Ik was me er zeer goed van bewust dat er waarschijnlijk snel wraak genomen zou worden.”

 

In dat interview zei u dat u iedereen uit uw dienst op straat ging zetten. Dat was dus niet gelogen?

Scaramucci: “Het zouden er toch flink wat geweest zijn. In die korte tijd in het Witte Huis maakte ik veel fouten. De grootste was dat ik mijn job als communicatiedirecteur aanpakte als zakenman en niet als politicus. Ik zag veel medewerkers lekken naar de media. Ik riep hen bij me en zei: ‘Vanaf nu tolereer ik geen enkel lek meer.’ Er werd op mijn dienst een bittere strijd uitgevochten tussen degenen die loyaal waren aan de Republikeinse Partij en degenen die loyaal waren aan Trump. Ik zei: ‘Jongens, het is hoog tijd dat we aan hetzelfde zeel trekken. Zolang dat niet gebeurt en er gelekt wordt, ontsla ik mensen. Van zodra het lekken stopt, stop ook ik met ontslagbrieven te schrijven.’ Bij een fusie tussen ondernemingen helpt een ontslagronde altijd om de neuzen in dezelfde richting te krijgen. In het communicatieteam van het Witte Huis stonden ze ook met getrokken messen tegenover elkaar. Als ik meer tijd had gekregen, had ik ze ook op één lijn gekregen. Als ik nu nog directeur was geweest, had dat incident met CNN-correspondent Jim Acosta bijvoorbeeld, nooit zo’n proporties gekregen.”

 

Beschouwt u journalisten ook als ‘vijanden van het volk’?

Scaramucci: “Nee, ik vind dat president Trump zich daarin vergist. Ik was vast van plan om als communicatiedirecteur de plooien tussen het Witte Huis en de pers zo snel mogelijk glad te strijken. Ik wou dat conflict weg.”

 

U had de president daarover aangesproken?

Scaramucci: “Ja. Tot vandaag blijf ik hem zeggen dat zijn strategie tegen de pers een vergissing is. Je mag en kan de pers niet uitroepen tot ‘vijand van het volk’. Het gevolg van die strategie is dat het vitriool rijkelijk blijft vloeien tussen het Witte Huis en de journalisten.”

 

Was u als tiener een straatvechtertje?

Scaramucci: “Ik was een echte ‘Guido’, een working class Italian American uit de stad. Ik ben geboren in 1964 en leerde als scholier het klappen van de zweep op Main Street. Ik liep er in de zomer rond in mijn blote bast, een ketting rond de nek, mijn haar achterover geföhnd, met een ghettoblaster op mijn schouder. Heel de buurt kon meegenieten van Led Zeppelin, Foreigner en Billy Joel. (lacht) In wezen ben ik nog steeds zoals die jongen van toen: een man zonder angst. Net dat verontrust die kerels uit Washington. Achteraf beschouwd, verbaast het me helemaal niet dat ik door het gestook van een paar figuren na elf dagen als communicatiedirecteur ontslagen werd.”

 

Met die ‘figuren’ bedoelt u Steve Bannon en Reince Priebus?

Scaramucci: “Ja. Als dank voor bewezen diensten tijdens de verkiezingscampagne wou president Trump me in januari 2017 al benoemen tot hoofd van het Office of Public Liaison (OPL), de dienst die voor het Witte Huis de contacten met de buitenwereld verzorgt. Dat is best een prestigieuze job en ik was daar toen zeer blij mee. Alleen is het nooit zo ver gekomen: Priebus en Bannon staken daar een stokje voor. Om mijn handen vrij te hebben, wou ik mijn bedrijf SkyBridge aan een Chinese holding verkopen. Out of the blue verschenen er plots in grote kranten negatieve artikels over de deal die ik gesloten had. Ik had niets verkeerd gedaan, maar plots leek het alsof ik aan het meeheulen was met een buitenlandse vijand. Later kwam ik erachter dat Priebus en Bannon journalisten voorzien hadden van leugens om mijn Witte Huis-carrière in de kiem te smoren.”

 

Wat voor iemand is Steve Bannon?

Scaramucci: “Een rare man vol paradoxen. Hij doet zich voortdurend voor als iemand die hij niet is. Als er nu één relict van het establishment is, is hij het wel. Ook hij zat op Harvard en ook hij werkte bij Goldman Sachs. Daarna ging hij zich bezighouden met de productie van Hollywood-films. Vandaag doet hij alsof hij een witte nationalist is. Hij is vreselijk oneerlijk en niet te vertrouwen. Een lowlife. Hij gebruikt je. Tijdens de campagne had hij mijn hulp nodig. Toen was hij ontzettend charmant en vriendelijk. Dat veranderde radicaal op het moment dat duidelijk werd dat de president me wou voor het OPL. Toen werd Bannon zeer agressief. Het verbaast me trouwens niet dat fascisten en neonazi’s zo verzot op hem zijn. Hij is walgelijk. Gelukkig heeft God hem zo lelijk gemaakt dat niet al te veel mensen hem ernstig nemen.”

 

Donald Trump nam hem wel ernstig.

Scaramucci: “Dat hebben we te danken aan Robert Mercer en zijn dochter Rebekah. In augustus 2016 had Trump dringend miljoenen dollars nodig voor zijn campagne. De Mercers kwamen met geld over de brug én koppelden daar Steve Bannon aan. Robert Mercer was een gulle sponsor van Breitbart News waar Bannon de plak zwaaide. De president had niet veel keus. Bannon was zowat de belangrijkste bron voor Fire and Fury van Michael Wolff. Ik noem dat boek ‘Liar and Furious’, want Wolff is een leugenaar en Bannon is altijd woest. Na de publicatie van dat boek in januari 2018 zei president Trump exact hetzelfde als wat ik in juli 2017 al over Steve Bannon in The New Yorker had gezegd. Alleen iets minder ruw. Volgens de president had Bannon zijn verstand verloren en was zijn verdienste in de verkiezingsoverwinning van 2016 minimaal.

Onderschat ook niet de perfide rol van Reince Priebus. Hij is een echte rat; hij ziet er ook zo uit. Hij is het klassieke voorbeeld van een politieke slijmbal die je naar de mond praat, maar in werkelijkheid een sociopaat is. Hij is erger dan Steve Bannon. In tegenstelling tot Priebus doet Bannon geen moeite om te verbergen dat hij een klootzak is. Dat is tenminste eerlijk.”

 

Begin jaren negentig was u een van de golden boys bij Goldman Sachs. U verdiende er geld als slijk?

Scaramucci: “Ik boerde goed. De jongens die zoals ik in de financiële sector actief waren, gedroegen zich toen vrij agressief. Veel van de woede in de VS stamt uit die tijd. De verantwoordelijkheid voor de Amerikanen die zich in de steek gelaten voelen, ligt gedeeltelijk bij stinkend rijke bankiers die wankele hypotheken opkochten en verpakten tot giftige, zogenaamde collateralized debt obligations (CDO) waar niemand kop noch staart aan kreeg. Toen de huizenmarkt instortte, werden die CDO’s waardeloos. De bankiers klopten bij de overheid aan en hun banken werden overeind gehouden met belastinggeld.

25 jaar geleden was ik bij Goldman Sachs zowat de enige jongen uit een arbeidersgezin. Ik was indertijd ook zowat de enige uit mijn buurt die naar Harvard ging om er rechten te studeren. Mijn ouders wisten niet eens wat Harvard was; mijn moeder zei tegen haar vrienden: ‘Onze Anthony gaat naar Hartford.’ (lacht) Ik wou per se naar Harvard omdat dat goed stond op mijn cv. Al van heel vroeg wou ik een succesrijk ondernemer worden en Harvard kon daarbij helpen.”

 

Wanneer ontmoette u voor het eerst die andere grote ondernemer, Donald Trump?

Scaramucci: “In 1995, ik was toen 31. Die ontmoeting staat in mijn geheugen gegrift, maar ik denk niet dat Trump zich daar nog iets van herinnert. Ik zag hem in zijn kantoor op de 26e verdieping van de Trump Tower in New York. Ik had nog nooit een celebrity ontmoet en hij was op dat moment al wereldberoemd in Amerika. Ik was net op mezelf begonnen. Mijn oude baas bij Goldman Sachs had me mee gevraagd op visite bij Trump. Ik had zijn seller The Art of the Deal gelezen en ik was daar aardig van onder de indruk. Ik verheugde me erop dat ik later bij anderen kon gaan opscheppen dat ik samen met The Donald in een kamer gezeten had. (lacht)”

 

In de biografie Nooit genoeg beschrijft auteur Michael D’Antonio Donald Trump als autoritair, narcistisch en grofgebekt. D’Antonio sprak urenlang met The Donald, maar moest opkrassen toen Trump hoorde dat hij ook met critici sprak.

Scaramucci: “De president is een complexe persoonlijkheid. Biografen zoals D’Antonio spreken over hem zonder kennis van de context, of zonder nuance. Dat is erg unfair. En natuurlijk heeft hij een supergroot ego; daarom is hij ook president geworden.”

 

U vindt Trump niet autoritair?

Scaramucci: “Nee, zo komt hij helemaal niet over. Akkoord, soms gebruikt hij ruwe taal en soms windt hij zich nodeloos op. Als mensen hem te hard aanvallen, kan hij de neiging niet onderdrukken om in de tegenaanval te gaan. Maar autoritair? Biografen zoals D’Antonio pompen een paar eigenschappen van Trump extreem hard op om meer boeken te kunnen verkopen.”

 

President Trump lijkt toch een grote voorliefde te hebben voor autoritaire leiders? Hij is ondertussen een vriend van de Noord-Koreaanse dictator Kim Jong-un en is ook een bewonderaar van Ruslands sterke man Vladimir Poetin.

Scaramucci: “Als je Trump haat, begin je bijna automatisch te verkondigen dat hij een liefhebber is van autoritair leiderschap en dat hij verliefd is op dictators. Sommigen verkondigen zelfs dat hij zelf óók een dictator is. Als je hem persoonlijk kent, weet je wel beter. Hij probeert écht een deal te sluiten met de Noord-Koreanen. Hij ziet dat als een probleem dat quasi onbeheersbaar geworden is doordat zijn voorgangers dat 65 jaar lang hebben laten etteren. Trumps visie op de wereld verschilt dag en nacht van die van Poetin. Hij beschouwt de Russische kernmacht als een rechtstreekse bedreiging voor de VS. Maar wat jij als ‘bewondering’ interpreteert, is niet meer of minder dan een poging om de spanningen tussen twee wereldleiders te verminderen. Hij wil ook aftasten of hij samen met Poetin iets kan ondernemen tegen het terrorisme in het Midden-Oosten. Donald Trump is een groot voorstander van de Amerikaanse democratie en begrijpt heel goed hoe dat democratische proces werkt.”

 

De manier waarop hij bijvoorbeeld op Twitter de media, andere politici en zelfs rechters aanpakt, is toch niet echt ‘presidentieel’ te noemen? Dat lijkt eerder de taal van een bullebak die geen tegenspraak duldt.

Scaramucci: “Daar bewijst hij zichzelf inderdaad geen dienst mee. Met zijn vilaine tweets en forse uitspraken ondermijnt hij zijn eigen populariteit. Een meerderheid van de Amerikanen is het eens met zijn beleid, maar velen houden niet van zijn stijl. Die verschilt radicaal van de 44 voorgaande presidenten. Dat is een bewuste keuze. Hij is ervan overtuigd dat hij nooit president geworden was als hij zich tijdens de campagne presidentieel had gedragen.”

 

Vergroot hij met zijn gescheld niet vooral de al gigantische tegenstellingen in Amerika?

Scaramucci: “Ik vind het nog te vroeg om daar uitspraken over te doen. Vóór Harvard studeerde ik economie en toen heb ik geleerd dat een nieuw beleid pas na twee jaar vruchten begint af te werpen. Als zou blijken dat we door Trumps beleid en stijl op een fiasco afstevenen, zal ik niet aarzelen om bij hem op een bijsturing aan te dringen. Natuurlijk cirkelen er ja-knikkers rond de president, maar ik geloof niet in de heilzame werking van vleierij. Al dat gevlei dient maar één doel: de belangen van de pluimstrijker. Ik ben loyaal aan Donald Trump en dat impliceert dat ik ook eerlijk tegen hem ben. We worden met z’n allen alleen maar beter van de waarheid. Ik ben het levende bewijs van mijn eigen stelling: iets meer dan een jaar geleden werd ik door hem ontslagen, en we zijn vandaag nog steeds on speaking terms. Hij vertrouwt je meer wanneer je hem zegt waar het op staat dan wanneer je hem een bullshitverhaal voorschotelt.”

 

Heeft Donald Trump dan niet zelf een bijzonder lastige verhouding met de waarheid? Deelt u bijvoorbeeld zijn ‘overtuiging’ dat de klimaatverandering een natuurlijk fenomeen is dat vanzelf gekomen is en vanzelf zal verdwijnen?

Scaramucci: “Ik ben geen wetenschapper, maar vermoedelijk is 70 procent van de huidige klimaatverandering een gevolg van menselijke activiteit. We moeten dus inderdaad onze CO2-uitstoot drastisch naar beneden krijgen. Ik geloof dus wél in de klimaatverandering. Maar ik vind ook dat andere mensen het recht hebben om eraan te twijfelen, op voorwaarde dat ook zij bereid zijn om iets aan de vervuiling te doen. Want in een stad als Bejing stikken de kinderen in de uitlaatgassen.”

 

Op 1 juni 2017 trok president Trump de VS terug uit het klimaatakkoord van Parijs. Iets meer dan een maand later begon u voor hem te werken. U vond die terugtrekking geen vergissing, ook al maakt u zich zorgen over de klimaatverandering?

Scaramucci: “Die terugtrekking kwam er op aangeven van Steve Bannon. Maar hoe ‘hard’ is dat klimaatakkoord eigenlijk? Ik heb het gevoel dat het eerder ceremonieel is en dat er niet veel consequenties aan vasthangen. ‘We tekenen vlug dat akkoord, en dan vindt iedereen ons een groot voorvechter van een beter milieu.’ Zelfs diehard-ecologisten hebben grote twijfels over Parijs. Als er een eerlijke deal met ballen aan het lijf op tafel gelegen had, had Donald Trump die met open geest bekeken. Hij vond het verdrag oneerlijk voor de VS en trok zich daarom terug.”

 

In uw boek schrijft u over uw broer David die problemen had met alcohol en coke. Donald Trumps broer Fred was ook alcoholverslaafd en dronk zich dood. Sprak u met de president over jullie broers?

Scaramucci: “Natuurlijk. De president vertelde me dat hij van zijn oudere broer hield en naar hem op keek. Hij heeft een heilige schrik voor drugs en alcohol omdat hij veel kennissen die veel slimmer waren dan hem, tenonder heeft zien gaan aan die roesmiddelen. Mijn broer is niet de enige uit mijn familie met een alcoholverslaving. Verslaving zit in onze genen, maar David zag gelukkig op tijd in dat hij er iets aan moest doen. Ik ben het niet eens met mensen die beweren dat verslaving een eigen keuze is. Het is een ziekte en het gevecht ertegen is moeilijk en hard.”

 

Vlak na uw blitzpassage in het Witte Huis en zeker na dat interview in de New Yorker, zoemde het van de geruchten dat u zelf elf dagen high on coke was.

Scaramucci: “(stilte) Dat is belachelijk. Ik heb nog nooit drugs gebruikt. Van zodra je in Washington werkt, verklaren je vijanden je vogelvrij. Die beschuldiging dat ik aan de coke zou zitten, is fake news. Ik ben niet op mijn mond gevallen en bruis van de energie. Misschien denken ze daarom dat ik af en toe een lijn snuif.”

 

In Harvard speelde u basket met Barack Obama.

Scaramucci: “Ik ken hem goed. In 2009 was ik fondsenwerver voor zijn verkiezingscampagne.”

 

En nu zit u in het kamp van Trump, de compleet tegengestelde president.

Scaramucci: “Dat is zo. Ik werkte voor allebei en dat zegt misschien iets over wat voor een kerel ik ben.”

 

Dat u een opportunist bent?

Scaramucci: “That’s fine. Weet je wanneer een mens het gelukkigste is? Als hij die leeftijd bereikt heeft waarop hij zich niets meer aantrekt van wat anderen over hem vinden. Noem me gerust een opportunist, I couldn’t care less. Een paar oude vrienden van Harvard vroegen me om een handje bij Obama’s verkiezingscampagne toe te steken. Hij kwam toen bij me over als een politicus uit het centrum. Ik ben economisch rechts en sociaal zeer links. Ik heb daar ook nooit een geheim van gemaakt en voelde dus inderdaad sympathie voor presidentskandidaat Barack Obama. Wist je dat ik een voorvechter van homorechten ben?”

 

Bent u een feminist?

Scaramucci: “Ja. Vrouwen hebben evenveel rechten als mannen.”

 

Wat vindt u dan van de ‘Grab ‘m by the pussy-uitspraak’ van uw president?

Scaramucci: “Dat was toch alleen maar om te lachen? Mensen hebben veel te lange tenen. Kijk, ik ben niet politiek correct. Ik ben een politiek incorrecte feminist en ik weiger elke linkse censor te gehoorzamen. Die uitspraak was niet slim, misschien zelfs dom. Een verontschuldiging was waarschijnlijk op zijn plaats. Maar dan houdt het toch op? Mijn uitspraak over Bannon in The New Yorker was toch ook niet zo schokkend? Mijn tegenstanders hebben dat gebruikt om mijn ontslag te eisen. Dat is gelukt. De president gaf me de bons en ik legde me daarbij neer. Ik zet mijn vriendschap met hem niet op het spel omwille van dat ontslag. Ik ben geen baby.”

 

Anthony Scaramucci, Trump The Blue-Collar President, Hachette Book Group

 

(c) Jan Stevens

Vergelijkbare berichten