“In veel landgenoten huist een klein Hitlertje”

De haven van Zeebrugge is populair bij vluchtelingen die dromen van de grote oversteek naar Groot-Brittannië. Pastoor Fernand Maréchal geeft hen onderdak en kreeg daar deze zomer doodsbedreigingen voor. “Als de Catalaanse minister-president zijn land ontvlucht, wordt hij met open armen ontvangen. Een sukkelaar die uit de oorlog komt, wordt het leven moeilijk gemaakt. Voor mij is iedereen gelijk.”

 

Sinds 2015 zet pastoor Fernand Maréchal de deuren van zijn Sint-Donatuskerk open voor mensen op de vlucht. Ze krijgen er eten en drinken, een douche en een toilet en mogen er in de wintermaanden overnachten. Fernand Maréchals hulp aan vluchtelingen wordt niet door iedereen geapprecieerd. Onder anderen Carl Decaluwé, gouverneur van West-Vlaanderen met een CD&V-etiket, is geen fan van de Zeebrugse priester die in zijn kerk hongerige vluchtelingen spijst. “Al wie vluchtelingen voedsel geeft, trekt er nog meer aan”, stelde hij in 2016 op de radio. “Een heel merkwaardige uitspraak voor een christen-democraat”, vindt pastoor Maréchal. “De woorden van de gouverneur waren nog niet koud, of de media sprongen erop. Plots stonden reporters van alle mogelijke radio- en tv-stations uit heel Europa aan mijn voordeur. Drie ploegen uit Italië liepen elkaar voor de voeten. ‘Wel, waar zijn die vluchtelingen?’, vroegen ze. Ze geloofden echt dat het een overrompeling was. Terwijl het over hooguit dertig mensen ging. Ik zei: ‘Bij jullie in Italië komen er duizend per dag via de Middellandse Zee binnen en jullie reizen naar Zeebrugge om een pastoor te filmen die eten geeft aan dertig mensen?’ Weet u wat het grootste probleem is? De perceptie: de buitenwereld heeft een compleet vertekend beeld van wat er zich hier afspeelt. Op een bepaald moment kreeg ik verschillende anonieme telefoontjes en werd ik op straat toegeroepen: ‘We vinden je wel!’, ‘We maken je een kopje kleiner!’, ‘Je dagen zijn geteld!’ Ik vond dat niet fijn, maar er gaapt nog een grote kloof tussen dreigen en tot actie overgaan. Ik vertelde een paar van mijn vrijwilligers over die bedreigingen. Zij schrokken en lichtten hun advocaat in. Die stapte vervolgens naar de pers; dat was niet mijn bedoeling. Door de persaandacht zijn de doodsbedreigingen gelukkig wel gestopt.”

 

U bent 70. U zou eigenlijk van uw pensioen moeten genieten.

Fernand Maréchal: “Dat is zo. Ik was 26 jaar hoofdaalmoezenier in het AZ Sint-Jan in Brugge en was ingeschreven als bediende bij het OCMW. Op mijn 65e kon ik niet anders dan daar afscheid nemen, maar ik was nog tamelijk fit en zag het wel zitten om als parochiepriester een paar jaar te gaan uitbollen in Zeebrugge. Alleen kwam ik hier in een storm terecht. Maar ik kan deze plek nu niet zomaar in de steek laten. Zolang ik gezond ben, werk ik verder.”

 

Op het eerste gezicht lijkt de rust in uw parochie weergekeerd.

“Nu is de toestand ietwat gestabiliseerd, maar tijdens de gemeenteraadsverkiezingen probeerden bepaalde politieke partijen munt uit de vluchtelingenopvang te slaan. Ik hoef u niet te zeggen dewelke.”

 

N-VA en Vlaams Belang?

“Precies. N-VA’ers van buiten Brugge kwamen hier stoken. Ik overleefde intussen vier betogingen georganiseerd door Voorpost, N-VA en Vlaams Belang. Daar liepen niet veel mensen uit Zeebrugge tussen. De demonstranten kwamen vooral uit Antwerpen, Gent en Sint-Niklaas. Ze leggen daar elke keer speciaal een bus voor in. Ik kan me niet voorstellen dat N-VA’ers die vroeger tot de Volksunie behoorden, zo blij zijn met dat racistische gedachtengoed in hun huidige partij.

“Er wordt soms met stenen gegooid door gefrustreerde mensen van Zeebrugge. Of ze zetten plakkaten in mijn tuin. Mijn principe is: mensen die je kwaad doen, moet je met liefde behandelen. Ik zeg ze goeiendag en dan schrikken ze. Ik blijf vriendelijk tegen al wie mij niet genegen is. Dat is niet altijd even makkelijk maar er kruipt minder energie in dan in een uitputtend gevecht met tegenstanders. Ik heb hier al een paar critici over de vloer gehad die het gesprek met me wilden aangaan. Dat is prima. Ook zij hebben het recht om hun gedacht te zeggen. Er is persvrijheid maar ik heb soms het gevoel dat er geen godsdienstvrijheid meer is. Wie zijn godsdienst wil beleven, wordt geboycot.”

 

Hoe bedoelt u?

“Wanneer ik als priester en als christen mensen in nood probeer te helpen, word ik geboycot. Met dit werk beleef ik enkel mijn geloof, maar dat wordt niet aanvaard door een groepje met een bepaalde mentaliteit. Ik leef toch in een vrij land en mag mijn geloof toch beleven zoals het hoort?”

 

Met dat ‘groepje’ neemt u ook politici in het vizier zoals Carl Decaluwé en Renaat Landuyt, de bijna ex-burgemeester van Brugge?

“Ja. In 2016 kreeg ik de Prijs voor Mensenrechten in het stadhuis van Gent, waar toen ook een socialistische burgemeester aan de macht was. Daar werd ik gehuldigd en hier werd ik door de burgemeester belachelijk gemaakt en geboycot. Landuyt heeft bij veel Bruggelingen krediet verloren door zijn houding tegenover mij. Dat is zijn eigen keuze, ik ga hem niet proberen bekeren.”

 

U verschaft onderdak aan zogenaamde ‘transmigranten’. Wat vindt u van dat woord?

“Ik vind het een betere term dan ‘illegalen’. Zowel huidige als gewezen staatssecretarissen voor Migratie én partijvoorzitters nemen dat woord maar al te graag in de mond.

“De mensen die ik help, kwamen eerst uit Syrië, Irak en Iran. Daarna uit Eritrea, Somalië, Mali, Niger, Soedan. Echte oorlogsvluchtelingen die in zeer penibele omstandigheden leven. Er zijn zelden ‘gelukszoekers’ bij. Ik probeer me altijd in te leven in die mensen. Wanneer laat iemand alles achter en vlucht hij weg naar een ver land? Je moet toch al heel diep zitten vooraleer je aan zo’n risicovolle tocht begint?”

 

De meeste vluchtelingen die bij u over de vloer komen, willen dolgraag naar Engeland. Waar komt die rare illusie vandaan dat aan de overkant van het Kanaal het land van melk en honing ligt?

“Wij zeggen hen ook: ‘Engeland is niet zoals jij het je voorstelt. Je wordt er uitgebuit in het zwarte circuit.’ Maar een euro per uur is al massaal veel geld voor hen. In hun eigen land moeten ze daar een week of een maand voor werken. Met zo’n argumenten hou je ze niet tegen. Dat beeld van ‘beloofde land’ zit diep in hun hersenen ingebakken. Hoe dat komt, weet ik niet. Misschien omdat ze er relaties hebben. Ze horen verhalen van anderen die hen voorgingen en die het er goed stellen. Ik ken er een paar die er nu studeren aan de universiteit. Dat klinkt bij die jongens hier als muziek in de oren. Daar komt bij dat je er tamelijk anoniem kan leven.

“Ik probeer vluchtelingen er altijd van te overtuigen om hier asiel aan te vragen. Soms lukt dat, maar niet vaak. Ze vertrouwen ons systeem niet. ‘Als we hier na vier jaar ingeburgerd zijn, vliegen we toch terug’, zeggen ze. Ze kennen verhalen van gezinnen die na een jaar of zeven teruggestuurd worden, ook al hebben ze kinderen die hier geboren zijn.”

 

De bedoeling van dat harde terugkeerbeleid is misschien net ook: vluchtelingen en migranten ontraden om België als veilige haven te kiezen.

“Met al die harde maatregelen hou je die mensen tóch niet tegen. Geloof me vrij: ze zullen blijven komen. Het enige wat de nieuwe staatssecretaris voor Migratie Maggie De Block moet doen, is die mensen verzorgen. Geef hen bed, brood en bad. Pas dan weet je wie er hier rondloopt en kun je hen heroriënteren naar een andere plaats. Dat is veel menselijker en zorgt voor heel wat minder overlast. Al die razzia’s zijn verloren geld. Twee uur later worden ze toch weer vrijgelaten.”

 

Vinden er bij u razzia’s plaats?

“Ja. Met de zeevaartpolitie heb ik een goede band: soms sturen zij iemand in nood naar ons. Zo was er die door zijn werkgever zwaar uitgebuite vrachtwagenchauffeur uit Montenegro. Ze brachten die arme man naar hier en vroegen of we hem een dag of twee konden verzorgen. De agenten van de zeevaartpolitie respecteren wat ik doe. De federale politie is wat anders. Als er betogingen zijn, beschermen ze me. Daar mag ik niet over klagen. Maar ze houden met veel machtsvertoon hun razzia’s op momenten dat wij voedsel uitdelen. Dan zitten al die uitgehongerde mensen samen in de kerk en dan valt de politie binnen. Dat vind ik moreel onverantwoord.”

 

Er bestaat toch zoiets als kerkasiel?

“De federale politie beweert van niet.”

 

Hebt u nog contact met vluchtelingen die tot in Engeland geraakt zijn?

“Zeker. Ze zijn niet te tellen, al degenen die hier gepasseerd zijn en de overtocht gemaakt hebben. Het zijn er honderden.”

 

En zijn ze nu gelukkig?

“Ja.”

 

Of zeggen ze dat omdat ze niet willen toegeven dat ze van de regen in de drop beland zijn?

“Ik werk samen met een aantal vrijwilligers. Zij zitten op facebook en hebben regelmatig contact met vluchtelingen in Engeland. Ik zit niet op sociale media; Ik begrijp trouwens niet waar politici de tijd vandaan halen om te twitteren. Een paar vrijwilligers hebben ook mensen in Engeland opgezocht. Twee maanden geleden kwam zo’n jongen nog bij mij op bezoek. Hij had een doos pralines bij om me te bedanken.”

 

Bent u voorstander van open grenzen?

“Ja. De wereld is een dorp. Met het sluiten van de grenzen bereiken we niets. Vrijheid dragen we hoog in ons vaandel en dus moet elke mens ook vrij zijn om te gaan en staan waar hij wil. De multiculturele samenleving is een feit; we kunnen de klok niet meer terugdraaien. Sommige politici willen dat wel, maar dat is een zinloze strijd. Neem de vreemdelingen weg en onze economie stort als een kaartenhuisje ineen. Wij kunnen niet zonder die mensen, uit welk land ze ook komen.”

 

U ben niet bang dat het avondland door massa-immigratie ten onder zal gaan?

“Kijk, in de koloniale tijd hebben wij Afrika leeggezogen. Alle rijkdom is naar hier gebracht. Ik vind het niet meer dan normaal dat die mensen nu naar hier komen en zeggen: ‘Jullie hebben ons geplunderd, geef eens wat terug.’ Afrika wordt vandaag nog steeds geplunderd door multinationals. Natuurlijk zullen mensen minder geneigd zijn om te migreren als er ter plaatse een degelijk beleid gevoerd wordt. Maar de corrupte systemen in veel landen maken het vandaag onmogelijk om er degelijke maatschappijen op te bouwen.

“Als de Catalaanse minister-president zijn land ontvlucht, wordt hij met open armen ontvangen. Een sukkelaar die uit de oorlog komt, wordt het leven moeilijk gemaakt. Voor mij zijn alle mensen gelijk. Ik heb de indruk dat er in veel landgenoten een klein Hitlertje huist. Ze lijken vergeten te zijn wat er bij ons in de jaren dertig gebeurd is, toen duizenden Vlamingen naar Amerika en Canada trokken op zoek naar een beter leven. Ze herinneren zich ook de Eerste Wereldoorlog niet meer, toen honderduizenden mensen op de vlucht sloegen.”

 

Hoe komt het dat de vluchtelingen die u over de vloer krijgt bijna altijd jonge mannen zijn?

“Omdat de sterkste van de familie eerst wordt gezonden. Hij komt de weg banen voor de latere hereniging van het gezin. Al die nieuwkomers kunnen een positieve bijdrage leveren aan onze samenleving. Ik begrijp dat sommige Vlamingen daar bang voor zijn, maar hun angst werkt verlammend. Ze zien alleen nog het negatieve. Maar liefde opent en overwint.”

 

Staat de katholieke kerk achter u?

“Ja. Het bisdom Brugge zeker, al zijn er natuurlijk altijd individuen die het niet met me eens zijn. Het bisdom heeft ook geïnvesteerd in de container met twee douches en een toilet in mijn tuin. Toen die geplaatst werd, was er ook een hele hetze. Ze dachten dat door die container Zeebrugge het nieuwe Calais zou worden. Maar die mensen komen niet naar Zeebrugge omdat ze hier kunnen douchen of een kom soep krijgen. De bange blanke man weeft soms rare hersenspinsels. Ik help een paar mensen en ze denken meteen dat alle vluchtelingen uit Calais of Duinkerke naar hier zullen toestromen.”

 

Waarom bent u ooit priester geworden?

“Ik kom uit een sociaal geëngageerd gezin. Mijn moeder was verpleegkundige. In de jaren dertig mochten vrouwen na hun huwelijk geen verpleegster in een ziekenhuis meer zijn. Wij woonden in Assebroek en de zieke mensen uit de buurt kwamen naar ons huis. Mijn vader stond aan de wieg van het Wit-Gele Kruis en runde het secretariaat. Ik heb nog een grote ijzeren archiefkast vol fiches van toen. Als kind al zag ik veel kwetsbare mensen. Ik wou iets voor hen betekenen. Ik ben gelovig en wou dat als priester proberen. Tijdens mijn studies heb ik veel getwijfeld, maar ik heb die stap toch gezet. In 1974 ben ik tot priester gewijd.

“Ik haal veel inspiratie bij monseigneur Romero, de aartsbisschop van El Salvador die jammer genoeg vermoord is. Het is gemakkelijk om in een kerk te staan preken over God die liefde is. Ik vind dat je dat ook in daden moet omzetten. Geen woorden maar daden.”

 

De recente kerkgeschiedenis oogt niet zo fraai met al die verhalen over misbruik, denk ook maar aan Roger Vangheluwe, de vroegere bisschop van Brugge.

“Er zijn vreselijke dingen gebeurd waar ik echt niet goed van ben. De oorzaak is machtswellust. Of dat misbruik ook met het celibaat te maken heeft? Dat weet ik niet. Misbruik vind je ook elders.”

 

Wordt seks dan geen obsessie als het niet mag?

“Maar hoeveel misbruik is er niet in de sport? Die mensen hebben geen celibaatsplicht. Als ik gehuwd zou zijn, zou mijn huwelijk door mijn werk waarschijnlijk niet lang hebben standgehouden. Van mij mogen priesters gerust huwen en ik heb er ook niets op tegen dat vrouwen tot priester gewijd worden. In het Vaticaan lopen te veel hoge geestelijken rond die vasthouden aan de macht. Als ze ook voor dienstbaarheid en liefde hadden gekozen, stonden we nu veel verder.”

 

(c) Jan Stevens

Vergelijkbare berichten