|

“Ik ben geen pilarenbijter”

Advocaat Paul Quirynen (63) verwierf naam en faam in talloze geruchtmakende processen. Zo verdedigde hij de belangen van de kinderen van de vermoorde veearts Karel Van Noppen en was hij de raadsman van de familie Marchal tijdens de affaire Dutroux. Nooit voelde meester Quirynen zich te beroerd om tussen de pleidooien door de verzamelde pers te woord te staan, wat hem al snel het label ‘mediageil’ opleverde. Maar toen in de zomer van vorig jaar bekend raakte dat hij had meegeholpen aan de redding van 244 christenen uit de belegerde Syrische stad Aleppo, wou hij het liefst tussen de coulissen verdwijnen.

 

De mens van goede wil in Paul Quirynen is bescheiden?

Paul Quirynen: “Wij kwamen toen liever niet in de media omdat we bang waren voor de veiligheid van verschillende helpers. De reddingsactie was een initiatief van een aantal mensen die elkaar kenden via de christelijke denktank Logia. Ze vroegen mij of ik de juridische kant wou opvolgen. Samen met een topdiplomaat bracht ik een bezoek aan staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA). Dat was nog lang voor de actie in het nieuws kwam. We hadden toen duidelijk gezegd dat het om een gevaarlijke operatie ging die best strikt vertrouwelijk bleef. Maar op een bepaald moment wilden de politici toch een persconferentie organiseren. Gelukkig waren de Syriërs toen al veilig en wel in België. ‘Onze’ vluchtelingen kwamen niet in de officiële opvangcentra terecht, maar vonden onderdak bij gewone gezinnen. Dat vond ik heel mooi.”

 

Wat is die denktank Logia precies?

“Logia is een jaar of acht geleden opgericht, op het moment dat er een zware crisis in de kerk woedde. Verschillende mensen met een christelijke achtergrond vonden het doodjammer dat al die pedofilieschandalen zo’n zware domper zetten op de waarden van het christendom. De meesten waren net als ik ooit lid van een jeugdbeweging met katholieke roots. Ik zat bij de Scouts, anderen bij de Chiro of de KSA. We kwamen samen om elkaar te bemoedigen. Maar denk nu alsjeblieft niet dat we een club pilarenbijters zijn; we zitten niet samen te bidden. (lacht)”

 

Het klinkt eerder als een katholieke vrijmetselaarsloge.

“Dat is het echt niet. We zijn gewoon vrienden die nadenken over de samenleving. Sommigen zijn psychiater, anderen professor of dokter. Bijna iedereen voelde zich in zijn carrière wel eens heel alleen, of maakte dingen mee die zwaar wegen. Het doet deugd als je daar onder gelijkgezinden over kan praten.”

 

Jullie praten niet alleen, maar redden ook christenen uit oorlogsgebied?

“Ja, we steken ook de handen uit de mouwen. We publiceren af en toe een boek en ik schrijf regelmatig opiniestukken over wat ik belangrijke maatschappelijke thema’s vind. De redding van de Syrische christenen is tot hiertoe ons grootste project.”

 

Waarom alleen christenen?

“We stelden ons op voorhand geen vragen of we ons aan discriminatie bezondigden door enkel christenen te redden. Als je altijd alles op een apothekersschaaltje moet afwegen, geraak je nergens. Het gevaar voor die welbepaalde groep van christenen was op dat moment zeer acuut. Wij konden niet anders dan hen helpen. Die mensen zijn gered, maar in Aleppo is de toestand van kwaad naar erger geëvolueerd. Mensen zoals jij en ik hebben daar geen vat op, daarom moeten we in onze eigen leefwereld het verschil proberen maken.”

 

Speelde uw christelijke overtuiging een grote rol bij die reddingsactie? Of is dat iets waarvan u vindt dat u dat als mens moést doen?

“Beide, al is mijn geloof toch een zeer belangrijke drijfveer. Dat bepaalt al mijn hele leven hoe ik andere mensen help, óók in mijn beroep als advocaat. Zo kies ik bewust de kant van de slachtoffers. Ik verdedig liever geen mensen die welbewust anderen schade berokkenen. Keiharde drugsdealers of gewetenloze bendeleiders moeten op mijn diensten geen beroep doen.”

 

Veel van uw generatiegenoten zijn in de loop der jaren hun geloof kwijtgeraakt. U bent een buitenbeentje?

“Mijn vrouw is tien jaar jonger en het zijn vooral haar leeftijdsgenoten die het christendom vaarwel gezegd hebben. Mijn zoon werkt in het Congolese Goma. Op een dag reageerde hij via mail op een opiniestuk dat ik geschreven had. ‘Knappe tekst, vader. Alleen dat katholiek sausje lust ik niet.’ (lacht) Ik vind het dan weer fascinerend dat de meest goddeloze van mijn kinderen volledig belangeloos als ontwikkelingswerker zijn nikkel afdraait.

“Mijn generatie werd nog ondergedompeld in het rijke roomse leven van het college. Ik heb dat nooit als verstikkend ervaren, al ben ik me ondertussen heel goed bewust van de schaduwzijde. Maar we mogen het kind niet met het badwater weggooien. De fundamentele evangelische waarden en normen zoals naastenliefde, rechtvaardigheid, mededogen, verbondenheid of vergevingsgezindheid blijven in onze verhardende samenleving meer dan ooit van kracht. Het verhaal van de Barmhartige Samaritaan is toch fantastisch?”

 

Hielp u de Syrische vluchtelingen redden om uw hemel te verdienen?

“Nee, al heb ik wel het gevoel dat er op het einde van ons leven afgerekend wordt.”

 

U gelooft dat we dan voor een rechtbank zullen verschijnen?

“Een ‘rechtbank’ is misschien iets te sterk. (lacht) Ik wil zelf op het einde van de rit een goed rapport kunnen voorleggen. Niet alleen aan een ‘opperrechter’, ook aan mijn geliefden. Ik hoef geen tien op tien, maar het zou fijn zijn om mijn naasten te horen zeggen: ‘Je hebt je best gedaan.’”

 

© Jan Stevens

Vergelijkbare berichten