‘Als kind je ouders niet kunnen vertrouwen, is verschrikkelijk’
De Britse Julia Samuel (62) geldt voor veel landgenoten als de psychotherapeut die hen bijstaat bij vaderlandse rouw en verdriet. In ‘Elke familie heeft een verhaal’ beschrijft ze hoe ze tijdens de pandemie traumatische gebeurtenissen in verschillende families trachtte te helen. “De sleutelwoorden zijn altijd: liefde en veiligheid.”
“Ik kom zelf uit een koud gezin”, bekent Julia Samuel halverwege het interview. “Mijn ouders spraken nooit over gevoelens. Moeder was amper 25 toen haar ouders, broer en zus dood waren. Gestorven in de Tweede Wereldoorlog. Vader en moeder repten met geen woord over hun doden. Hun motto was: ‘Forget and move on’, begraaf het verleden. Alleen werkt dat zo niet. Ze blokkeerden continu hun emoties en ik voelde de wanhoop. Daarom werd ik therapeut.”
Samuels troostrijke boek ‘Elke familie heeft een verhaal’ eindigt met tien lastige vragen. De Adverse Childhood Experiences Questionnaire of ACE-vragenlijst is een internationaal gebruikte vragenlijst die peilt naar negatieve jeugdervaringen. Alle vragen gaan over de eerste achttien levensjaren en moeten beantwoord worden met ‘nee’ of ‘ja’. Elke ja levert één punt op. Nee telt niet mee.
De ACE-vragen laten aan duidelijkheid niets te wensen over:
1. Werd je door een ouder of een andere volwassene in je directe omgeving regelmatig uitgescholden, beledigd, vernederd of teleurgesteld?
2. Heeft een ouder of een andere volwassene je regelmatig geduwd, geknepen, geslagen of dingen naar je gegooid?
3. Heeft een persoon die minimaal 5 jaar ouder was dan jij, je ooit op ongepaste wijze aangeraakt of gevraagd hem of haar aan te raken?
4. Had je vaak het gevoel dat je er in je gezin niet toe deed? Dat er niemand was die van je hield?
5. Had je vaak het gevoel dat je niet genoeg te eten kreeg, dat je vuile kleren moest dragen of dat er niemand was om je te beschermen?
6. Zijn je ouders gescheiden of uit elkaar?
7. Werd je moeder of stiefmoeder regelmatig geduwd, vastgegrepen of geslagen of werden er dingen naar haar hoofd gegooid?
8. Was er iemand in je naaste omgeving met een alcoholprobleem of drugsverslaving?
9. Had er iemand in het gezin last van depressies of andere psychische problemen of ondernam iemand in je naaste omgeving een zelfmoordpoging?
10. Heeft een van de gezinsleden in de gevangenis gezeten?
Ik scoor vijf op tien. Wat wil dat zeggen?
Julia Samuel: “Dat is hoog. Dat wil zeggen dat uw jeugdjaren niet goed waren, en dat u misschien nood hebt aan hulp. Precies dat wil de ACE-vragenlijst bewerkstelligen: dat volwassenen met angst- en stressproblemen die zich vragen over hun jeugdervaringen stellen, kunnen inschatten hoe ernstig die waren. Bij u is het behoorlijk ernstig.”
Ik werd als kind door mijn moeder mishandeld. Ik ben inmiddels 58 en die jeugdervaringen achtervolgen me. Uw boek was voor mij soms zeer herkenbaar.
“Dat kan ik me voorstellen. Niet iedereen die zoals u vijf scoort, voelt de behoefte om hulp te zoeken bij een psychiater of psychotherapeut. Sommige lotgenoten komen misschien tot de conclusie: ‘Ik heb een stabiele relatie, ben relatief gelukkig en heb geen zin om in dat verleden te roeren. Ik voel me veerkrachtig genoeg en laat het voorlopig zo.’ Dat is prima. Al kan dat later altijd omslaan in onbehagen wanneer angst, paniek, vervreemding of depressie het toch overnemen.
“U praat meteen heel open over uw eigen ervaring. Dat vind ik zeer bijzonder, want veel slachtoffers van kindermishandeling schamen zich als volwassene diep over wat hen overkomen is.”
Ik liet de schaamte achter me. Twee jaar geleden schreef ik er een persoonlijk artikel voor de krant over. Ik kreeg toen veel reacties van bekenden en onbekenden die een gelijkaardige jeugd meemaakten. De mensen in uw boek overwonnen ook hun schaamte?
“Ik had niet verwacht dat al die cliënten akkoord zouden gaan om in mijn boek te figureren. Toch zeiden ze allemaal volmondig ja.
“Voor de 54-jarige terminale kankerpatiënt Archie Craig werd het een intellectueel en spiritueel testament voor zijn nabestaanden. Wat in het begin helemaal niet zijn bedoeling was. Hij dacht eerst dat zijn verhaal misschien een hulp kon zijn voor lotgenoten. Ik liet hem mijn neerslag van onze therapeutische sessies lezen en toen vond hij het een prachtige nalatenschap voor zijn kinderen. Archie leeft trouwens nog.
“De andere cliënten leken het vooral fijn te vinden dat ik hen hoogachtte en dat hun verhalen mij écht raakten. Ook zij hopen met hun ervaringen anderen te helpen.”
De therapeutische sessies uit uw boek vonden plaats tijdens de coronapandemie en verliepen via Zoom. Zorgde die afstandelijkheid voor een andere vorm van therapie?
“Therapie via Zoom is anders dan face-to-face, wat niet wil zeggen dat het slechter is. Een therapiesessie met een familie is soms moeilijk te organiseren. Het is vaak gedoe om iedereen in dezelfde kamer te krijgen, niet alleen om praktische redenen, ook om emotionele. Zoom maakt het eenvoudiger om agenda’s op elkaar af te stemmen. Sommigen voelden zich in hun eigen huis meer op hun gemak. Ze hoefden onderweg naar mijn praktijk niet meer verloren te rijden. Ik kon ook de ouderen bereiken, de oma’s en opa’s van wie ik vermoed dat ze nooit naar een live sessie zouden gekomen zijn.”
Omdat zij nog steeds van oordeel zijn dat alleen gekken bij de psychotherapeut op de sofa liggen?
“Precies. (lacht) Zoomen met hun kinderen vonden ze minder bedreigend. Als therapeut was het fascinerend om al die gezichten van nabij te zien. Al miste ik ook dingen: zo zag ik niet wat ze met hun handen deden, of hoe ze aan hun kleren zaten te friemelen. Lichaamstaal is belangrijk: dan lees ik wat er vanbinnen woedt.”
U leest mij nu ook?
“Niet echt, hoor. Dit is een andere setting. U leest nu mij. (lacht)”
Soms zijn families gevaarlijke, gewelddadige plekken?
“Voor zeer veel mensen kunnen ze, net zoals voor u, bron zijn van allergrootste angst. Met familie bedoel ik: ouders, grootouders, kinderen en kleinkinderen. Behalve één grootmoeder die zich niets van ons aantrok, waren al mijn grootouders dood bij mijn geboorte. Tijdens mijn werk als therapeut ontdekte ik tot mijn grote verrassing hoe belangrijk én betekenisvol goede grootouders voor hun kleinkinderen zijn.
“Geweld in een gezin is vaak gelinkt aan alcohol- of drugsmisbruik door één ouder of beide. Als jong meisje zag ik in mijn eigen omgeving wat alcohol aanricht. Mijn moeder dronk zich elke dag lazarus. Soms ontplofte ze dan. Op mijn 27e dronk ikzelf mijn allerlaatste glas. Ik wou niet in haar voetsporen treden.
“Het gaat trouwens niet altijd om bruut lichamelijk geweld. Soms is het ‘subtieler’ en is het geweld emotioneel. Stilte kan in handen van een ouder een vreselijk wapen zijn met een vader of moeder die twee dagen lang geen woord tegen je zegt. Of het tegengestelde: een vader of moeder die tegen je schreeuwt en je de huid vol scheldt. Of een van je ouders noemt je een idioot. Al die uitingen van misprijzen zijn zeer beschadigend.”
Bij ons maakte Hilde Van Mieghem met haar baanbrekende televisiereeksen ‘Als je eens wist’ taboes als kindermishandeling, partnergeweld en oudermishandeling bespreekbaar. In uw boek vraagt u ook aandacht voor een ander taboe: geweld tussen broers en zussen.
“Dat blijft onderbelicht en onderschat, terwijl het zeer vernietigend kan zijn voor wie er het slachtoffer van is. Geloof me, ik weet waarover ik spreek. Soms ontaardt wat eerst ‘onschuldige’ rivaliteit lijkt, in nietsontziend pestgedrag en wordt een kind door broers of zussen mentaal afgemaakt. Vaak omdat de ouders hun kinderen geen veilige omgeving garanderen.”
Wanneer besluit u om de hele familie in een therapie te betrekken?
“Ik ben al meer dan dertig jaar therapeut en elke cliënt die ooit bij mij langskwam, had het spontaan over zijn of haar familie of schoonfamilie. Het maakte niet uit of de oorspronkelijke reden van het bezoek depressie, rouw of liefdesverdriet was.”
Familie en schoonfamilie vormen potentieel twee voedingsbodems voor mentale problemen?
“Ja, maar ze hebben ook de potentie om twee krachten te zijn. Als je met iemand een nieuwe relatie begint, breng je je familie met je mee: je ouders, grootouders en misschien ook je kinderen. Dat impliceert ook al die familiale gewoontes rond verjaardagen of grote feesten zoals nieuwjaar. Maar ook de manier waarop je conflicten oplost of beslissingen neemt. Een kersvers koppel moet samen op zoek naar een compromis voor de nieuwe familie die zij zullen vormen. Veel mensen lijken dat niet eens te beseffen. Hun vertrekpunt is: ‘Ik, en mijn familie, hebben het bij het rechte eind. De andere, en zijn of haar familie, slaan de bal mis.’ Terwijl het helemaal niet gaat om wat jíj́ denkt of wil, maar om hoe je met elkaar communiceert. Natuurlijk mogen er meningsverschillen zijn, op voorwaarde dat er ook begrip is. Want op het einde van de rit moet er altijd een compromis gesloten worden. Koppels moeten leren praten, onderhandelen, ruziemaken én verzoenen. Het is nooit gezond om op het eerste gezicht banale ruzietjes op te kroppen tot die exploderen.”
De eerste familie uit uw boek is Britse upper class, met een landgoed in de stijl van Downton Abbey. Disfunctionele gezinnen komen in alle rangen en standen voor?
“Zeker. Een warm familienest heeft niets te maken met geld, sociale klasse of afkomst, maar alles met liefde, vertrouwen en voorspelbaarheid.
“De sleutelwoorden zijn altijd: liefde en veiligheid. Een kind moet zich veilig voelen. Liefde is de onderliggende emotie die ervoor zorgt dat iemand zich veilig voelt. Dat is niet soft. ‘Liefhebben’ klinkt misschien een beetje cheesy, maar is het verdorie helemaal niet.
“Het is verschrikkelijk om als kind je ouders niet te kunnen vertrouwen, zoals u meemaakte. Dan verlies je alle zelfvertrouwen én het vertrouwen in de rest van de wereld.”
Een overlever van kindermishandeling draagt dat de rest van zijn leven met zich mee?
“Als therapeut geloof ik dat verbetering mogelijk is. Maar het angstige gevoel als gevolg van een onveilige hechting is niet te herstellen. Wat wel kan, is je reactie op die angst en onrust veranderen.
“Therapie neemt niet de schade weg die uw onvoorspelbare woedende moeder bij u aanrichtte toen ze u als kind verrot sloeg. Therapie kan u wel helpen te ontdekken dat niet elk levend wezen zoals uw moeder is. Therapie kan u ook leren omgaan met stress. Het kan u helpen in het nu te leven.”
U was de beste vriendin van wijlen Lady Diana?
“We waren hartsvriendinnen. We leerden elkaar kennen toen we allebei pas getrouwd waren. Het klikte meteen tussen ons. Ik hield van haar en ik mis haar nog elke dag.”
Is de Britse koninklijke familie een voorbeeld van een disfunctionele familie?
“Daar antwoord ik liever niet op. (lacht uitbundig)”
Het gezin gold lang als de hoesteen van de samenleving. Is dat nog steeds zo?
“Ik vind van wel. Of laat ik het anders stellen: ik vind dat dat zo zou moeten zijn. Want wat is het alternatief? Veel koppels blijven vandaag minder lang samen dan hun ouders. Na een jaar of tien gaan ze uiteen en beginnen ze een nieuwe relatie. Dat is niet altijd negatief.”
U vindt niet dat ouders een scheiding zo lang mogelijk moeten proberen uitstellen omwille van de kinderen?
“De generatie van mijn ouders bulkte van de ongelukkige huwelijken. Ze maakten continu ruzie of praatten amper tegen elkaar, toch bleven ze samen. Te veel conflicten en stormen komen het welzijn van de kinderen nooit ten goede. Soms is het écht beter om uit elkaar te gaan. Alleen moet je er na de scheiding voor zorgen dat het geruzie ophoudt, omwille van de kinderen. Want als het conflict tussen twee exen blijft etteren, zijn de kinderen daar de dupe van.
“Gescheiden ouders moeten niet de beste vrienden worden, maar vinden best wel een manier om samen op een liefdevolle, vreedzame wijze voor hun kinderen te zorgen. Dan komt het goed.”
Het concept ‘gezin’ is de voorbije decennia ingrijpend veranderd.
“Zeker. Het traditionele gezin met vader, moeder en kinderen, is al lang niet meer de standaard. Vandaag zijn er duizenden eenoudergezinnen, lhbtqgezinnen, nieuwsamengestelde gezinnen, adoptiegezinnen of gezinnen die bewust kinderloos blijven.”
De gezinnen in de samenleving zijn veranderd, maar geldt dat ook voor de mentaliteit? In uw boek beschrijft u hoe lastig het is voor het gehuwde homokoppel Devanj en Aengus, twee goedboerende veertigers in een stabiele relatie, om een kind te adopteren.
“De samenleving aanvaardt homokoppels, maar heeft het moeilijk met homokoppels met een kinderwens. De vooroordelen tegenover twee mannen die een kind adopteren, blijven overeind. Devanj en Aengus schrokken daar heel erg van; ze hadden dat niet verwacht. Ze vertelden me dat ze waren beginnen geloven dat ze in een liberaal tijdperk leven. Dat geloof moesten ze als toekomstige adoptieouders drastisch bijspijkeren. Zowat overal hoorden ze negatieve commentaren.”
U schrijft dat een traumatische gebeurtenis die wordt weggestopt in plaats van verwerkt, aan de volgende generaties wordt doorgegeven. Sterker nog: een trauma verandert de chemische lading in onze genen.
“Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog beleefde Nederland een hongerwinter. Uit diepgaand wetenschappelijk onderzoek blijkt dat de kinderen van vrouwen die honger hadden geleden én zwanger waren, epigenetische veranderingen hadden ondergaan. De codes van hun genen bleven gelijk, maar soms waren de functies veranderd. Die kinderen stierven eerder dan het nationale gemiddelde, hadden meer obesitas of kregen hartkwalen en waren extreem stressgevoelig.”
Dat wil zeggen dat een kind dat door zijn ouders is mishandeld, dat trauma via zijn genetisch materiaal doorgeeft aan zijn kinderen én kleinkinderen?
“Dat hoeft niet per se zo te zijn, maar het is een mogelijkheid. Als je als kind mishandeld bent of traumatische ervaringen meemaakte, ben je niet automatisch gedoemd om dat over de generaties heen door te geven. Eén van mijn cliënten uit het boek, Kati Berger, belandde als meisje van veertien in Auschwitz. Ze overleefde de gruwel, maar gaf dat trauma níet aan haar kinderen door. Veel anderen wel.
“Mensen geven trauma’s aan hun kinderen en kleinkinderen door via hun gedrag. Als je de hongerwinter van 1944 meemaakte, is je verhouding met voedsel anders. Je kunt het dan bijvoorbeeld niet verdragen dat borden niet worden leeggegeten. Of je ergert je mateloos aan mensen die achteloos met voedsel omspringen en het verspillen. Misschien eet je zelfs op een aparte manier. Je kinderen pikken vervolgens dat gedrag op. Daar komt dan die epigenetica bij: de hoge hoeveelheid cortisone in je lijf zet bepaalde genen aan en uit, wat je doorgeeft aan je nageslacht. Die veranderingen in de chemie van de genen blijft twee generaties lang doorwerken.
“Therapie kan helpen helen, maar is altijd hard werken en vaak pijnlijk. Het is geen gezellige koffieklets. Soms is het verstandig om wanneer je hoog op de ACE-vragenlijst scoort, tóch in therapie te gaan, ook al voel je je niet ellendig. Op dat moment ben je nog sterk genoeg om de confrontatie met jezelf aan te gaan. Want geloof me: het verleden haalt veel mensen met nare jeugdervaringen op een bepaald moment in. Als ze dan crashen, is therapie nóg harder werken. Hoe was dat bij u?”
Ik geloofde ook lang dat ik het veilig kon wegstoppen. Tot ik in 2004 in een zware depressie belandde. Een psychiater en mijn huisgenoten hebben me toen gered.
“Weet u of uw gewelddadige moeder getraumatiseerd was?”
Haar vader maakte halverwege de jaren veertig een einde aan zijn leven. Hij liet een weduwe met vier jonge kinderen achter. Ik herinner me mijn grootmoeder als een harde tante.
“Het is goed dat u dat trauma hebt aangepakt. Want als u dat niet had gedaan, kwam het misschien boven water bij één van uw kinderen. Ze kennen uw verhaal? Dan weten ze dat u al die ellende recht in de ogen hebt gekeken. U kreeg inzicht in het verhaal van uw moeder. Dat neemt de pijn niet weg van wat ze u aandeed, maar u weet tenminste waar het vandaan komt.”
Mijn moeder leeft nog. Ik verbrak bewust alle contact met haar.
“Zoals Archie in mijn boek. Soms is er geen andere keuze, hoe hard dat ook klinkt. Uw verhaal is dat van veel mensen. Familiaal geweld is meer alomtegenwoordig dan we willen geloven. Met ouders of broers en zussen breken, doet niemand lichtzinnig. Dat blijft altijd knagen.
“Door de giftige relatie met uw moeder te verbreken, verbrak u ook de relatie met de liefhebbende moeder waar u van droomde. U vraagt zich wellicht af wat er met u zal gebeuren als ze sterft. Het rouwproces over de moeder die u had, ligt achter u. U rouwt nu om de moeder die u had gewenst. Na haar dood wordt die rouw intenser. U weet heel goed dat de kans nihil is dat ze ooit een liefhebbende moeder wordt. Ze liet alle kansen liggen. Toch zal u na haar dood rouwen over die droom die nooit werkelijkheid werd.”
Het lijkt wel alsof ik nu bij u in therapie ben.
“O nee, helemaal niet. Als ervaringsdeskundige voelt u exact wat ik bedoel. Schrijf dit maar allemaal op.”
Julia Samuel, Elke familie heeft een verhaal, Balans, 352 blzn, 23,99 euro
Bio
Julia Samuel
- geboren in 1959
- begon 30 jaar geleden te werken als rouwconsulent in Londen
- oprichter van de ngo Child Bereavement UK, rouwbijstand voor ouders die een kind verliezen
- runt een succesvolle therapeutische praktijk in Londen
- schreef de bestsellers Rouwwerk en Keerpunt
© Jan Stevens