Jean-Luc Dehaene (1940-2014) –  ‘Zonder een hiernamaals is mijn leven zinloos’

(Vilvoorde – winter, 2002) Ooit was Minister van Staat Jean-Luc Dehaene (CD&V) de ‘machtigste man’ van het land, later werd hij de ‘machtigste man’ van Vilvoorde. Hij vindt het laatste minstens even belangrijk als het eerste, want volgens hem hebben nationale politici in het verleden de plaatselijke politiek te veel veronachtzaamd. “Het samenleven tussen mensen begint in de gemeente- en in de stadspolitiek”, stelt hij. “Als we die verwaarlozen, blijft de Vlaamse, Belgische, Europese of werelddimensie inhoudsloos.”

 

DRUGS

Is het verkeerd om drugs te gebruiken?

“Drugsgebruik is van alle tijden en culturen, maar de weg naar verslaving is vaak heel kort. Een maatschappelijke ordening dringt zich bijgevolg op. Ik ben voorstander van een nultolerantie. Het is niet omdat het gebruik van cannabis wijdverspreid is, dat je het moet toelaten. Want dan kom je op een hellend vlak. Geen enkele wettelijk uitgezette lijn kan problematisch drugsgebruik onder controle houden. Wie de smaak te pakken heeft, verlangt naar meer.

Ik heb nog nooit met geestesverruimende middelen geëxperimenteerd. Af en toe drink ik iets alcoholisch, en ik heb sigaretten gerookt tot mijn achttiende. Maar ik ben ermee gestopt omdat ik het toen al te duur vond.”

 

ECOLOGIE

Is het juist om bossen te kappen als dit de welvaart van zowel de armen als de rijken vergroot?

“Wij, westerlingen, moeten durven erkennen dat we het belang van een goed ecologisch beleid pas erg laat ingezien hebben. We hebben in het verleden teveel waardevolle bossen gekapt en kaalslag gepleegd. We zijn er ons bewust van geworden dat dat een vergissing was. Nu bekritiseren we ontwikkelingslanden die dezelfde fout maken om het materiële niveau van hun arme bevolking op te krikken. Maar we vergeten hen de middelen aan te reiken om het anders te doen. Zolang we niet bereid zijn tot echte solidariteit en tot de creatie van een duurzame wereldeconomie, kan ik begrip opbrengen voor de korte-termijn-redenering van de landen van de derde wereld. Want uiteindelijk handelen ze zoals wij dat in de achttiende, negentiende en twintigste eeuw deden.

Naarmate de ontwikkelingslanden evolueren, zullen ze wellicht de duurzaamheidsfactor meer en meer gaan inbouwen. Industriële ontwikkeling vormt de beste garantie om kinderarbeid en sociale uitbuiting de wereld uit te helpen. Want na verloop van tijd zullen de mensen terecht herverdeling van de opbrengst eisen.

Wij hier in het rijke westen zijn vooralsnog niet bereid om ook onze bijdrage te leveren aan de globale duurzame ontwikkeling. We weten heel goed dat onze manier van ongebreideld autorijden nefast is voor het leefmilieu. Soms lijken we op een dokter die met een sigaret tussen de lippen zijn patiënt wijst op de gevaren van het roken.”

 

GENETICA

Is het juist om de genen van een ongeboren kind te manipuleren?

“Als een wetenschapper vóór de geboorte van een kind dankzij een genetische behandeling bepaalde ziektes kan helpen voorkomen, ben je spontaan geneigd om te zeggen: ‘Why not?’ Maar als diezelfde wetenschapper door middel van genetische manipulatie het geslacht van het kind kan bepalen, vraag je je af: ‘Waar zijn we in godsnaam mee bezig?’ De grens vastleggen van wat kan en niet kan, wordt in de toekomst een enorm moeilijk ethisch probleem. De mogelijkheden van de informaticatechnologie zal die kwestie nog ingewikkelder maken. In zijn boek Het tijdperk van de levende computers beschrijft informaticawetenschapper Ray Kurzweil hoe computerprothesen blinden kunnen helpen om te zien en doven om te horen. Zelfs bepaalde onderdelen van de hersenen kunnen vervangen worden door chips. Hij voorspelt dat het ooit mogelijk zal zijn om het menselijke brein te downloaden. In heel die evolutie kun je je terecht afvragen waar de mens eindigt en waar de machine begint.

Of we ons in het debat rond genetische manipulatie moeten laten leiden door ‘het gezond verstand’? ‘Gezond verstand’ is een rekbaar begrip. Wat wij nu ‘gezond verstand’ noemen, was vroeger ketters. Denk maar aan de discussie die een paar eeuwen geleden gevoerd werd rond de vraag of de aarde rond de zon draaide of omgekeerd. En als ik zie hoe in mijn jeugd over contraceptie gesproken werd en hoe er nu mee omgesprongen wordt, kan ik niet anders dan concluderen dat ‘gezond verstand’ iets is dat met de jaren mee evolueert.”

 

HIERNAMAALS

Zou het wenselijk zijn om eeuwig te leven?

“Het leven hier is voor mij onleefbaar zonder uitzicht op een bestaan na de dood. Dat ‘eeuwig leven’ zal niet hetzelfde zijn als het leven dat ik nu leid. De gemeenschapsdimensie zal daar nog belangrijker zijn dan hier op aarde. Eén van de grote kwalen van deze tijd is dat we het samenleven ondermijnen door een radicaal individualisme. Dat is gedoemd om te eindigen in een atomisering van de maatschappij. Die evolutie is compleet tegengesteld aan mijn visie. We moeten streven naar wat de kerk ‘de gemeenschap van heiligen’ noemt: een samenleving waar het gemeenschappelijke de dominerende factor is.

Zonder een hiernamaals is mijn bestaan zinloos. De kerk wou per se een voorstelling geven van dat leven na de dood. Misschien had ze goede pedagogische redenen om dat te doen, maar als we in het paradijs inderdaad rijstpap met gouden lepels voorgeschoteld krijgen, mogen ze het houden. Ik lust geen rijstpap. Voor mij lijkt het hiernamaals meer op een abstract schilderij dat harmonie en rust uitstraalt.

Vroeger beweerde de kerk vanuit ideologische overwegingen dat wie op aarde arm was, beloond zou worden in het hiernamaals. Wie materiële welstand nastreefde, bereidde zich voor op hel en verdoemenis. Ondertussen leefden de clerus en de prelaten duidelijk vanuit een ander perspectief. Calvijn propageerde het tegengestelde: een mens kon zijn hemel verdienen door in zijn aardse leven zoveel mogelijk rijkdom te vergaren. Op een bepaald ogenblik in de geschiedenis hebben we al onze calvinisten naar Nederland gestuurd. Dat verklaart voor een groot stuk het verschil in economische motivering tussen Nederland en Vlaanderen. Wij zijn blijven steken in een bourgondisch katholicisme.”

 

OMGEVING

Zijn wij het product van onze omgeving?

“Je kunt jezelf emanciperen en voor een deel afstand nemen van je omgeving, maar je kan nooit ontkennen dat je omgeving je mee heeft helpen boetseren. Ook je genetisch materiaal kun je niet wegcijferen, wat niet wil zeggen dat al je handelingen door je genen gedicteerd worden. Kinderen uit een arm arbeidersgezin krijgen sowieso minder kansen dan kinderen uit een welgesteld gezin. Dat heeft niets met genen te maken, maar alles met de sociale en maatschappelijke context waarin ze opgroeien. Het beleid moet die ongelijkheid helpen wegwerken.

De migranten ervaren die sociale ongelijkheid in het kwadraat. Omdat ze de taal niet kennen, lopen ze van in het begin een achterstand op. Daarbij komt dat ze uit een andere culturele omgeving komen en op een bijna schizofrene wijze in twee culturen moeten leven. Door de opeenvolging van generaties zal die handicap ooit weggewerkt worden. Kijk maar naar de afstammelingen van de Italiaanse of Spaanse immigranten van na de oorlog: zij zijn quasi volledig geïntegreerd. Als alle Vlamingen hun roots zouden nagaan, zouden ze waarschijnlijk tot de conclusie moeten komen dat ze allemaal migranten zijn. Het tegendeel zou me verbazen, want dit land heeft de ene na de andere bezetting meegemaakt.

Ik denk dat er een aantal democratische argumenten voorhanden zijn om migranten die hier een aantal jaren verblijven, gemeentelijk stemrecht toe te kennen. Hen daarvan uitsluiten is niet meer van deze tijd. Maar ik geloof niet dat het een mirakeloplossing is die hun integratie kan helpen realiseren. Net zomin als dat je door de burgemeester rechtstreeks te verkiezen de burger dichter bij de politiek zal brengen. Laat me niet lachen. Dat zijn mechanistische benaderingen van de besluitvorming, terwijl de echte problematiek veel dieper zit.”

 

RELIGIE

Hoe weten wij of er een God bestaat?

“Geloof is altijd een sprong in het onbekende, het is een risico, een avontuur. Leven met absolute zekerheden bestaat niet. Het hoofdstuk van de godsdienstles waarin de leraar trachtte te bewijzen dat God bestaat, was aan mij niet besteed.

Je kunt God op het spoor komen in de harmonie die je in de natuur of de kunst ervaart. Maar ook daar is schoonheid een relatief begrip. Een fotograaf kan de prachtigste foto maken van het lelijkste ding.

Ik geloof niet in een God die ingrijpt in het leven van mensen. Vroeger zagen theologen de relatie tussen de mens en God als een verticale, rechtstreekse lijn waarbij God aan al de draadjes trok. Mijn godsbeleving gaat daar lijnrecht tegenin. Ik geloof in de godsgemeenschap.

Iedereen beleeft zijn eigen levensbeschouwing. We leren het samenleven met anderen af. Individualisme, egoïsme en racisme voeren de boventoon. Mensen leven naast elkaar in plaats van met elkaar. Samenleven is essentieel aan het mens-zijn; het overstijgt de fysieke mens. We hebben nood aan gemeenschapsvormende initiatieven, aan een religieuze dimensie die vanuit het geloof in God het belang van de andere benadrukt en daardoor een stuwende factor is in het samenleven met anderen. De christelijke waarden kunnen een belangrijke bijdrage leveren om het evenwicht in de maatschappij te herstellen. Een politieke partij is slechts zinvol als ze dat evenwicht in de samenleving helpt opbouwen. Heel wat mensen beschouwen de politiek als ‘een derde’ die de problemen voor hen zal oplossen. Politiek speelt een belangrijke rol in de samenlevingsopbouw, maar politici moeten het afleren om te doen alsof ze in een vacuüm werken dat volledig buiten het terrein van de burgers ligt.

Sommige politici beschouwen het referendum als summum van democratie. Zij gaan ervan uit dat er individuele lijnen lopen tussen de burger en de politicus als medeverantwoordelijke in de organisatie van de maatschappij. Ik ben geneigd om te zeggen dat dan de volgende stap die is van de dictatuur, want niets is zo manipuleerbaar als de massa. De illusie creëren dat de massa individuele banden heeft met het beleid, is de negatie van het begrip ‘gemeenschap’.”

 

WERK

Ben je per definitie deugdzaam als je druk bezig bent?

“Toen ik jong was, werd me voorgehouden dat ledigheid het oorkussen des duivels was. Als ik vandaag de theorieën over onthaasting hoor en als ik zie hoe jongeren met tijd en werk omgaan, kan ik niet anders dan concluderen dat ze meer evenwicht in hun leven proberen in te bouwen dan wij ooit gedaan hebben. De mensen van mijn generatie hebben werken en presteren eendimensionaal verheerlijkt en de kwaliteit van het leven uit het oog verloren.

Ik heb er geen enkel probleem mee om af en toe in ‘lethargie’ te verzinken. Leegheid in jezelf is vaak de bron van heel wat creativiteit.”

 

 

©Jan Stevens (Uit: Het filosofisch woordenboek)

Vergelijkbare berichten