Een jaar geleden

Jo’burg, zaterdagnamiddag 17 februari 2007

Achterkant van een hotel in Jo’burg.
Foto genomen door Patrick met mijn camera.

 

 

Johannesburg, zaterdagnamiddag, 17 februari 2007.

Het is zalig in de tuin van het hotel. “Zie ons hier zitten”, zegt Patrick. We lachen en drinken Castle. (“Amstel?” vroeg de kelner. “No Dutch beer”, antwoordde Patrick. “Something South African, please.”)

We lezen. “Dit is een bizar boek”, zegt Patrick. “Ken je Het verzuim van de dood van Saramago? Het gaat over een land waar niemand nog kan doodgaan. Stel je voor: je bent 90, ligt op sterven, je crepeert, verlangt naar het einde en dat komt maar niet.”

“Afschuwelijk.”

“Ja, maar in het land ernaast sterven de mensen wel nog. Dus smokkelen familieleden hun stervenden de grens over.”

“Klinkt als ongelooflijk fijn leesvoer.”

“Zware kost”, geeft Patrick toe. “Daar hou ik wel van.”

 

Soweto, zondagnamiddag, 18 februari 2007.

We zitten voor het huis van Lizzie en drinken, roken en praten. Buschauffeur Lucas bestelt zijn zesde halfliterfles. Hij valt bijna van zijn kruk.

“Jan stelt weer intelligente vragen”, zegt Patrick als ik aan Lolo vraag of ze kinderen heeft. Iedereen lacht; Patrick het hardst van allemaal.

“I’d like to take a picture of the two of you together”, zegt hij tegen de verlegen meisjes Lindiwe en Nelisiwe. Hij toont hen zijn liefste glimlach; ze smelten. Klik, klik, klik.

“Nog een paar foto’s van de straat. Zijn we dan weg?”

“Oké, Patrick.” Ik weet dat hij geen zittend gat heeft.

’s Avonds toont hij de foto’s. Ze zijn prachtig.

“Nog een pintje?”

“Yep.”

“Tof in den hof”, zegt hij.

Daar klinken we op, en we lachen – om ter luidst.

 

Johannesburg, dinsdagmiddag, 20 februari 2007.

Straks vertrekken we. Patrick naar Dakar; ik naar Kaapstad. We drinken een laatste glas.

“De mensen in het boek van Saramago zijn vertwijfeld op zoek naar de dood”, zegt hij. “Ze willen hem een smeekbrief sturen. Ik denk dat de dood een vrouw is. Ik zal het weten wanneer ik in Dakar land.”

 

Vrijdagnamiddag, 2 maart 2007.

Filip belt. “Heb je het gehoord van Patrick? Hij ligt in coma.”

’s Avonds Marian aan de telefoon. “Patrick is dood.”

Ongeloof. Het leven lijkt een misselijkmakende grap. Nooit, nee nooit wordt het nog tof in den hof.

Vergelijkbare berichten