De chemie van tranen
Peter Carey, De Bezige Bij (originele titel: The chemistry of tears), 272 blz., 19,90 euro.
“Dood, en niemand die het me had verteld.”
Met het meesterlijk geschreven De chemie van tranen componeerde meervoudig Booker Prize-winnaar Peter Carey een ‘moderne klassieker’, even perfect afgesteld als een Zwitsers uurwerk. De veertigjarige Catherine Gehrig werkt als klokkenrestaurateur in het Swinburne Museum in Londen. Op een ochtend hoort ze dat hoofdconservator Matthew Tindall gestorven is. Ze is compleet van slag, maar kan haar verdriet met niemand delen, want Tindall was dertien jaar lang haar geheime minnaar. Hij was ouder dan haar, getrouwd en had twee zonen. Op het kantoor van haar baas Eric Croft barst Catherine in tranen uit. Tot haar stomme verbazing blijkt Croft op de hoogte te zijn van haar affaire. Hij biedt haar een onderzoeksproject aan dat ze in alle rust kan uitvoeren, zodat ze op haar positieven kan komen. Haar opdracht bestaat uit het restaureren van een victoriaanse opwindbare machine. Tussen de onderdelen van de bizarre machine vindt Catherine de dagboeken van ene Henry Brandling, telg uit een familie van industriëlen. Hij liet het geheimzinnige ding in 1854 voor zijn doodzieke zoon Percy maken en reisde daarvoor naar een horlogemaker in het Duitse Zwarte Woud. Via Henry’s dagboeken ontstaat er over de grenzen van tijd en ruimte heen een bijzondere band tussen de 19-eeuwse wanhopige vader en de 21e-eeuwse rouwende minnares.
© Jan Stevens