“Mijn vader noemde zichzelf fier ‘neger’”

Het negerboek leverde Lawrence Hill de status van internationaal bestsellerschrijver op. In de nasleep van dat succes verschijnt zijn debuut Iets uitzonderlijk groots uit 1992 nu pas voor het eerst in het Nederlands. “Ooit ben ik als cynisch journalist gestart. Dankzij de taalstrijd tussen de Engelsen en Fransen heb ik mijn morele kompas gevonden.”

Jarenlang werkte de Canadese schrijver Lawrence Hill (1957) in de luwte aan zijn oeuvre. Als zoon van een zwarte vader en een blanke moeder die allebei vooraanstaande mensenrechtenactivisten waren, schreef hij vooral over verscheidene vormen van onrechtvaardigheid. Na twee romans en vier non-fictieboeken, scoorde hij in 2007 een gigantische internationale bestseller met zijn roman The Book of Negroes, vorig jaar vertaald als Het negerboek. Daarin vertelt hij aan de hand van de belevenissen van het Afrikaanse meisje Aminata Diallo, het verschrikkelijke verhaal van de 18e-eeuwse slavenhandel. “Het succes van Het negerboek was een bevreemdende ervaring”, zegt Hill bij een kop fairtrade koffie in zijn favoriete koffiehuis My dog Joe in Westdale, een rustige wijk in zijn thuisstad Hamilton. “Zeker omdat ik jarenlang boeken geschreven heb zonder beroemd te zijn. Ik zie mezelf nog altijd niet als de ‘internationale bestsellerschrijver’, ook al is dat nu wel zo. Thuis beschouwt niemand me als een celebrity. Dé vraag van alledag is en blijft: “Wie kookt vanavond? Jij of ik?” Dat is prima, want zo blijf ik met beide voeten op de grond.”

Dankzij het megasucces van Het negerboek ligt tien jaar na datum Hills uitstekende debuut Iets uitzonderlijk groots nu in Nederlandse vertaling in de boekhandel. Hoofdpersonage Mahatma Grafton studeert in 1983 aan de universiteit van Toronto af als master in de economie, heeft geen enkel doel of plan en neemt dan maar een job aan als reporter bij de krant The Winnipeg Herald. “Mahatma had over de journalistiek ontdekt dat dat het enige pseudoberoep ter wereld was waar nog nietsnutten werden aangenomen.” Mahatma schrijft nietszeggende stukjes over moord en doodslag, tot hij betrokken raakt bij de Engels-Franse taalstrijd in de provincie Manitoba.

Net als Mahatma Grafton startte Lawrence Hill begin jaren tachtig zijn carrière als correspondent bij een krant in Winnipeg, de hoofdstad van Manitoba. “Ik versloeg toen een politieke crisis die sterk geleek op die in Iets uitzonderlijk groots en die zijn oorsprong vond in spanningen tussen de Engels- en Franstalige gemeenschappen. Toch is mijn debuutroman geen autobiografie, al gebruikte ik als grondstof wel de onderwerpen die mij als jonge verslaggever boeiden.”

Rond 1990 nam u ontslag als journalist om uw eerste roman te schrijven. Was u het journalistenbestaan moe?

Lawrence Hill: “Helemaal niet, ik vond het juist fijn om journalist te zijn. Maar ik droomde er van mijn zesde al van om voltijds romanschrijver te worden, dus spaarde ik al die jaren dat ik bij de krant werkte als een hamster, tot ik mijn ontslag kon geven. Ik reisde vervolgens naar Spanje en heb daar een jaar lang elke dag aan mijn debuut gewerkt. De meeste ontwikkelingsromans handelen over jongens die op seksueel vlak man worden. Ik wou het verhaal vertellen van een apathische jongen die via zijn eerste job uitgroeit tot een sociaal geëngageerde man. Mahatma start als cynisch journalist, wordt na een tijd geraakt door het onrecht dat hij bovenspit en vindt zijn moreel kompas door een paar pijnlijke sociale thema’s te verslaan. Ik maakte als jonge reporter net hetzelfde mee.”

Waren jonge Canadezen in de jaren tachtig dan niet geïnteresseerd in sociale thema’s of politiek?

“De doorsnee Canadees van om het even welk geboortejaar is minder geëngageerd dan zijn Europese leeftijdsgenoot. Ik heb in Europa, Afrika en de Verenigde Staten gewoond en ik ben tot de vaststelling moeten komen dat de Canadese samenleving in veel opzichten een van de minst geëngageerde ter wereld is. Als jonge journalist was ik er getuige van hoe sommige mensen plots wel politiek zeer actief werden. Rustige, gewone mensen konden het niet langer verkroppen dat ze hun eigen taal niet mochten spreken en ontpopten zich tot vastberaden, passionele activisten. Als prille twintiger zag ik voor het eerst politiek engagement in mijn geboorteland. Mijn eerste roman moést daar dus wel over gaan.”

Waarom zijn Canadezen zo weinig geëngageerd?

“Veel Canadezen hebben wel nog idealen, maar de overgrote meerderheid is volstrekt a-politiek en gaat bijvoorbeeld nooit stemmen. Bij alle verkiezingen ligt de opkomst extreem laag. Er moet heel wat gebeuren vooraleer mijn landgenoten opgewonden raken over een bepaald thema. Wat wel heel gevoelig ligt, zijn alle onderwerpen die te maken hebben met identiteit. Een politicus die het aandurft om de vlag ter discussie te stellen, of de ene groep hoger dan de andere op de sociale hiërarchische ladder wil plaatsen, mag zich aan emotionele reacties en zelfs verzet verwachten. De talenkwestie waarbij de Franstalige minderheid zich in Manitoba in de tachtiger jaren in de verdrukking geplaatst voelde, is daar een illustratie van. De talencrisis was in de eerste plaats een sociale kwestie, waarbij de welvarende Engelstalige meerderheid de Franstalige minderheid ervan verdacht op hun economische macht te azen en hen daarom het recht wou ontzeggen hun eigen taal te spreken.”

Met taalproblemen hebben wij in België ook enige ervaring.

“De tegenstelling tussen taalgroepen is bij ons nooit zo extreem geweest als bij jullie en heeft het bestuur ook nooit verlamd. Sinds de jaren zeventig is er een bloeiende separatistenbeweging actief in de Franstalige provincie Québec. Soms staat ze sterk; op dit moment is ze relatief zwak. Net als bij jullie zullen spanningen rond taal altijd een onderdeel van ons politieke landschap vormen.”

“Het traditionele verhaal luidt dat Canada gebouwd is door de Britten en de Fransen. Alle andere groepen uit onze samenleving, waaronder Afrikaans-Canadezen en Aboriginals, worden in dat officiële discours vaak ‘vergeten’. Al klopt het natuurlijk wel dat het huidige Canada het resultaat is van een oorlog tussen Britten en Fransen die door de Britten werd gewonnen. Het Franssprekende deel van het land werd ‘overgenomen’ door de Engelsen, waarna de Fransen als minderheid moesten vechten voor hun rechten. Toen ik in Manitoba woonde en werkte, voelde ik veel sympathie voor die Franse taalstrijd. Vooral in de jaren tachtig raakten de gemoederen er danig door verhit, al ging het er niet zo gewelddadig aan toe zoals ik het in Iets uitzonderlijk groots beschreven heb. Het boek is in de eerste plaats een roman en geen non-fictie.”

In tegenstelling tot wat u schrijft, werd Winnipeg niet geleid door een communistische burgemeester?

“Nee, al had het wel heel goed gekund. De hoofdstad van Manitoba heeft een bijzonder interessante geschiedenis. In tegenstelling tot de meeste Canadese steden heeft Winnipeg een onvervalste ‘working class’-achtergrond. Jarenlang zetelde in de gemeenteraad de openlijk communistische Joe Zuken. Tot diep in de jaren tachtig was hij superpopulair bij de arbeiders. In steden als Toronto, Montreal, Ottawa of Vancouver was een communistisch gemeenteraadslid ondenkbaar. Zuken heeft het nooit tot burgemeester geschopt, maar het scheelde niet veel.”

Was de rest van Canada in die tijd echt zo in de ban van het anticommunisme zoals u het beschrijft?

“Aan het einde van de twintigste eeuw leefde in Canada de geest nog van Joseph McCarthy, de Amerikaanse communistenjager uit de jaren vijftig. Onze politici waren doodsbang voor het communisme. Halverwege de jaren tachtig werkte ik voor de Winnipeg Free Press als politiek verslaggever in de hoofdstad Ottawa. In 1984 verklaarde de toenmalige premier dat het communisme de grootste bedreiging voor Canada vormde. Mijn mond viel open van verbazing toen ik hem dat hoorde zeggen. ‘Wat dan met armoede?’, repliceerde ik. ‘Of met de milieuvervuiling?’ De anticommunistische retoriek van onze belangrijkste politieke leiders klonk als complete onzin in mijn oren.”

“Ook mijn stukken in de krant werden net als die van Mahatma herschreven en aangepast aan het anticommunistische discours van die tijd. Dat gebeurde op een weinig subtiele, barbaarse wijze. In de Engelstalige Canadese krantenwereld is het trouwens nog steeds de normaalste zaak van de wereld dat redacteurs artikels van startende journalisten herschrijven zodat ze in een bepaald kraam passen.”

Mahatma’s vader is zwart en heeft het voortdurend over ‘negers’. In de Verenigde Staten kreeg Het negerboek een andere titel, Someone Knows My Name, omdat de uitgever zwarten niet voor het hoofd wou stoten.

“Nu is het politiek niet correct om over ‘negers’ te spreken, maar in de vijftiger en zestiger jaren was het woord ‘neger’ heel gewoon. Het was het meest beleefde, respectvolle woord dat mensen gebruikten als ze het over zwarten hadden. Mijn vader Daniel Hill was een Afrikaan-Amerikaan die een Afrikaan-Canadees werd nadat hij in 1950 naar Toronto verhuisde. Hij noemde zichzelf fier ‘neger’. In de jaren zeventig leidde hij de Ontario Human Rights Commission (OHRC), een grote instelling die de mensenrechten in Ontario moest verdedigen. Toen vader in 1962 tot directeur van de OHRC benoemd werd, schreef de toonaangevende krant The Globe and Mail op haar voorpagina: ‘Human Rights Commission benoemt negervoorzitter’. Zo’n kop is nu totaal ondenkbaar, maar in die tijd was het normaal en helemaal niet onbeschoft of racistisch.”

Aan de blanke personages in Iets uitzonderlijk groots wordt nooit gevraagd: ‘Waar kom jij vandaan?’, de gekleurde Mahatma krijgt die vraag voortdurend voor de voeten geworpen.

“Veel blanke Canadezen gaan ervan uit dat niet-blanken wel van ‘elders’ moeten komen. Nog vóór Mahatma in levende lijve voor de journalistenjob komt solliciteren, organiseren zijn toekomstige collega’s al weddenschappen over waar hij vandaan komt, want ‘met een naam als Mahatma zal hij wel een Pakistani zijn’. Daarmee wou ik de draak steken met de vooroordelen die Canadezen hebben over hun landgenoten. Het wordt helemaal absurd als je bedenkt dat de voorouders van de meeste Canadezen, zeker de blanke, zelf migranten waren.”

Is het samenleven in Canada tussen al die verschillende culturen gelukt?

“Er is flink wat rassendiscriminatie en de verhouding tussen de politie en de zwarte gemeenschap ligt soms moeilijk. Toch vind ik dat het samenleven vrij goed lukt en dat Canada als ‘sociaal multicultureel experiment’ al bij al geslaagd is.”

“Canadezen wijzen graag met een beschuldigende vinger naar het morele falen van andere landen. We praten vol afschuw over het apartheidsverleden van Zuid-Afrika of over de slavernij in de VS, maar we vermijden het om gelijkaardige onderwerpen uit onze eigen geschiedenis aan te snijden. Er is een groot gebrek aan kennis over wie we zijn en waar we vandaan komen. Zo weten de meeste Canadezen niet dat ook in hun land slavernij bestaan heeft. In Het negerboek wou ik ook dat niet al te fraaie verhaal behandelen. Het schrijven van die roman was vijf jaar lang een pijnlijke ervaring. De research naar de slavenschepen en de collaboratie van Afrikanen aan de slavenhandel was emotioneel moeilijk en tijdens het schrijven werd ik voortdurend geplaagd door nachtmerries.”

Het was een opluchting toen die roman af was?

“Ja, want eigenlijk had ik de hoop bijna opgegeven het boek ooit af te kunnen werken. De bekroning met de Commonwealth Prize in 2008 was fantastisch, maar een bestseller werd Het negerboek pas door mond aan mond reclame. De Noord-Amerikaanse leesclubs hebben daar een niet te onderschatten rol in gespeeld. Bijna elke gestudeerde vrouw uit Canada of de VS boven dertig is tegenwoordig lid van zo’n club. De leesclubs worden bijna exclusief bevolkt door vrouwen en zijn uitgegroeid tot een belangrijk sociaal fenomeen. Honderdduizenden vrouwen investeren er hun kostbare vrije tijd in; sommigen zijn zelfs lid van twee of drie clubs. Als de leesclubvrouwen je boek goed vinden, is de kans dus zeer groot dat je een bestsellerschrijver wordt.”

Lawrence Hill, Iets uitzonderlijk groots (Some Great Thing) Vertaald door Ine Willems, Nieuw Amsterdam, 270 p., 18,95 euro

 

Tekst: © Jan Stevens

Foto: © Veerle Van Hoey

Vergelijkbare berichten