|

Freud’s List

In 1938 vluchtte Sigmund Freud met vrouw, kinderen, kleinkinderen, dokter en hondje naar het veilige Londen. Zijn bejaarde zussen liet hij bewust in het door de nazi’s bezette Wenen achter. In De zus van Freud brengt Goce Smilevski de aanleiding en gevolgen van die dramatische beslissing opnieuw tot leven, gezien door de ogen van Sigmunds zus Adolphine.

In 1942 wordt de 79-jarige Adolphine Freud samen met haar zussen Pauline en Marie op een goederentrein van Wenen naar het Tsjechische Theresienstadt gezet. Hun aankomst in het door de nazi’s als ‘modelstad’ ingerichte doorvoerkamp Theresienstadt is een gevolg van de weigering vier jaar eerder van broer Sigmund om zijn zussen mee te nemen naar Londen.

Als Hitler in maart 1938 de Anschluss van Oostenrijk bij Duitsland aankondigt, sluipt bij Joods-Oostenrijkse families de angst binnen. Zo ook bij de Freuds in Wenen. In het geboortehuis van Sigmund Freud woont zijn ongetrouwde zus Adolphine samen met hun uit Berlijn gevluchte zussen Marie en Pauline. Uit angst voor deportatie naar een vernietigingskamp doet de bijna blinde Pauline ’s nachts geen oog meer dicht. De Oostenrijkse grenzen zijn hermetisch afgesloten: al wie het land wil verlaten, moet bij de nieuwe machthebbers een uitreisvisum aanvragen. Onder politieke druk krijgt de wereldberoemde grondlegger van de psychoanalyse Sigmund Freud toestemming om van Wenen naar Londen te verhuizen. Hij mag een lijst maken van al degenen die samen met hem een uitreisvisum moeten krijgen. Op de lijst prijken zestien namen: die van Sigmund en zijn vrouw, hun kinderen en kleinkinderen, twee bedienden, de huisdokter en het hondje Jofi. De namen van zussen Rosa, Marie, Pauline en Adolphine ontbreken. Als Adolphine en Pauline hun broer bijna komen smeken hen alsnog op de lijst te zetten, reageert Sigmund bijzonder koel: “Als jullie hadden moeten gaan, had ik zeker aan jullie gedacht.” Waarna hij samen met vrouw en kinderen hebben en houden inlaadt en spoorslags naar Londen vertrekt.

Adolphine wordt in de eerste dagen na haar aankomst in Theresienstadt wegwijs gemaakt door Ottla Kafka. Ottla lijdt aan geheugenverlies. Van haar lang geleden overleden broer Franz herinnert ze zich bijna niets meer, behalve één verhaal: ‘Het ongeluk van de vrijgezel’, over het eenzame levenseinde van een man zonder vrouw en kinderen. Ottla weet dat ze het met haar leven zal bekopen, toch biedt ze zich als vrijwilligster aan om honderd weeskinderen vanuit Theresienstadt naar het Poolse Auschwitz te begeleiden. Na Ottla’s deportatie blijft Adolphine eenzaam achter. Op het moment dat Adolphine’s beurt gekomen lijkt om vergast te worden, herbeleeft ze tot in detail haar hele leven: van het moment dat haar moeder haar als klein meisje liet verstaan dat ze maar beter niet geboren had kunnen worden, tot het moment waarop broer Sigmund haar een enkeltje richting hel bezorgde.

Met De zus van Freud schreef de jonge getalenteerde Macedonische auteur Goce Smilevski een knappe aangrijpende roman tegen ‘het grote vergeten’. Tezelfdertijd graaft hij ongenadig diep in de psyche van Adolphine Freud en schetst hij een beeld van een getormenteerde vrouw die van het leven en van haar familie niets cadeau kreeg.

© Jan Stevens

Sleutelzin: “In het donker van de kamer lag een oude vrouw; ze zocht met gesloten ogen in haar vroegste herinneringen.”

 

 Goce Smilevski is in 1975 geboren in Skopje, de hoofdstad van Macedonië.

Hij studeerde literatuur aan de universiteiten van Praag, Boedapest en Skopje, waar hij nu docent is.

Hij debuteerde in 2002 met de roman Razgovor so Spinoza (2002), in 2006 in het Engels vertaald als Conversation with Spinoza.

De zus van Freud is zijn tweede roman, verscheen in Macedonië in 2010 en won in datzelfde jaar de European Union Prize for Literature van de Europese Commissie.

 

 De zus van Freud, Goce Smilevski, De Geus (originele titel: Sestrata na Zigmund Frojd), 256 blz. € 19,95

Vergelijkbare berichten