Aasgieren
Tien jaar geleden kocht aasgierfonds FG Hemisphere voor het luttele bedrag van 3,3 miljoen dollar een nooit terugbetaalde lening van net geen dertig miljoen van Bosnië aan wijlen president Mobutu. Die openstaande schuld is intussen uitgegroeid tot meer dan 100 miljoen dollar. Met een beetje geluk en wat hulp van het gerecht van het belastingparadijs Jersey, passeert FG Hemisphere binnenkort langs de Congolese kassa.
Toen Peter Grossman, managing director van FG Hemisphere, op 3 november jongstleden het vonnis van rechter John McNeill van het Hof van Beroep van het Kanaaleiland Jersey onder ogen kreeg, maakte hij een vreugdedansje in zijn riante kantoor in Suite 2238 op 60 East 42nd Street, New York. Na jaren van geduldig wachten en procederen, leek het alsof hij in de laatste rechte lijn zat in het binnenhalen van zijn slag: rechter McNeill veroordeelde de Congolese mijnbouwonderneming Groupement de Terrils de Lubumbashi (GTL), met maatschappelijke zetel in Jersey, tot het rechtstreeks doorstorten van ‘alle toekomstige betalingen aan haar dochterbedrijf Gécamines’ naar de rekening van FG Hemisphere Associates LLC. En dat tot de openstaande schuld van meer dan 100 miljoen dollar van de Congolese staat aan FG Hemisphere ingelost is. Elke dag dat Congo met het terugbetalen van de schuld wacht, tikt de openstaande rekening bij FG Hemisphere met 27.500 dollar aan. In gedachten bracht Grossman die derde november een heildronk uit op zijn in 2009 aan kanker overleden brother in arms en zakenpartner Keith Fogerty.
Peter Grossman en Keith Fogerty leerden elkaar kennen tijdens hun rechtenstudies aan de Cornell University in Ithaca, New York. Ze werden boezemvrienden en startten in 1987 allebei als consultant bij Lehman Brothers. In 1990 stapten ze samen over naar de zakenbank Morgan Stanley, waar ze de afdeling ‘Fixed Income’ runden en het wereldwijde risicobeheer van investeringen in groeilanden onder hun hoede hadden. Vrij snel kwam het duo erachter dat er geld te verdienen viel met het kopen en verkopen van schulden van landen als Argentinië, Jamaica en de Filippijnen. Drie jaar later zeiden Fogerty en Grossman Morgan Stanley vaarwel en richtten ze hun eigen consultancyfirma Centaur International Corporation op, die ze in 2000 omdoopten tot FG Management Company, alias FG Hemisphere Associates LLC. Managing directors Fogerty en Grossman bouwden hun ‘financiële dienstverlenende bedrijf’ uit tot een aasgierfonds. Aasgierfonsen kopen op de ‘secundaire markt’ aan een zacht prijsje schuldvorderingen van met schuld beladen landen uit de derde wereld op. Hun voorkeur gaat uit naar landen die in oorlogen verwikkeld zijn of door hongersnood geteisterd worden. Waarna ze jarenlang geduldig als een volleerde aasgier wachten tot hun prooi een klein beetje gestabiliseerd is en de schuld door inflatie en intresten aangegroeid is tot een gigantische berg. Vervolgens dienen ze op verschillende plaatsen in de wereld monsterclaims in tegen buitenlandse vestigingen van ondernemingen die eigendom zijn van het land in kwestie, en procederen ze tot het bitterzoete einde.
Goldfinger
In het voorjaar van 2000 besloot Nedzad Brankovic, de toenmalige directeur-generaal van het Bosnische staatsenergiebedrijf Energoinvest en van 2006 tot 2009 premier van Bosnië, dat het dringend tijd was om een openstaande lening van de Congolese staat ter waarde van 29,3 miljoen dollar door te verkopen aan een derde partij. In 1980 was president Mobutu Sese Seko de lening aangegaan voor de bouw van een elektriciteitsnetwerk en een waterkrachtcentrale in de buurt van zijn thuisstad Gbadolite. Na Mobutu’s dood in 1997 raakte Congo verwikkeld in interne oorlogen en bleef de schuld aan Energoinvest onbetaald. Brankovic startte besprekingen met de Amerikaanse aasgierkapitalist Michael Sheehan, directeur van Debt Advisory International (DAI). Sheehan draagt zijn bijnaam ‘Goldfinger’ – naar de gelijknamige schurk uit de James Bond-film – als een ereteken. Hij voerde de onderhandelingen in opdracht van FG Hemisphere. In 2001 werd de deal afgerond: Hemisphere betaalde officieel 3,3 miljoen dollar voor de schuld van 29,3 miljoen. 2,7 miljoen was voor Energoinvest, de rest verdween als commissieloon in de diepe zakken van Sheehan. Hoeveel er aan de vingers van Brankovic bleef plakken, is onbekend. In 2008 diende de Bosnische financiële politie bij de openbare aanklager in Sarajevo een rapport in waarin ze Brankovic, op dat moment eerste-minister, ervan beschuldigde de Energoinvestlening verkocht te hebben zonder toestemming van zijn raad van bestuur. Een jaar later werd Brankovic tot ontslag gedwongen nadat bekend raakte dat hij met overheidsgeld een appartement voor zichzelf had gekocht.
Peter Grossman en Keith Fogerty lieten hun nieuwe aanwinst eerst een paar jaar aandikken, om in 2004 in actie te schieten. De oorspronkelijke schuld van de Congolese regering was ondertussen aangegroeid tot bijna 100 miljoen dollar. Via rechtbanken over de hele wereld probeerden advocaten in opdracht van FG Hemisphere het integrale schuldbedrag te incasseren. Ze focusten zich daarbij op het in beslag laten nemen van gebouwen en het laten bevriezen van geld van bedrijven die in handen waren van de Congolese staat. Zo procedeerden ze in Australië en Zuid-Afrika en trachtten ze via een Amerikaans gerechtshof beslag te laten leggen op de Congolese ambassade in Washington. Toen dat mislukte, startten ze processen in Hong Kong en Jersey. In Hong Kong probeerden ze beslag te laten leggen op 350 miljoen dollar van de China Railway Group die een joint venture afgesloten had met het Congolese staatsbedrijf Gécamines. In eerste en tweede aanleg kreeg FG Hemisphere gelijk. Die uitspraken zorgden voor onrust tot in de allerhoogste Chinese politieke regionen, want de uitstekende economische relatie met de Congolese president Kabila dreigde erdoor verzuurd te raken. De Chinese minister van Buitenlandse zaken schreef een paar vlammende brieven naar de rechters in Hong Kong. “Congo is een soeverein land waarvan de immuniteit niet op het spel gezet kan worden.” Op 8 juni van dit jaar zette het Hong Court of Final Appeal de puntjes op de i: omwille van haar absolute immuniteit kon de staat Congo door FG Hemisphere niet vervolgd worden.
Anti-aasgierwet
De Chinese tegenslag bracht Peter Grossman niet van zijn stuk, want hij had nog een ander juridisch ijzer in het vuur liggen: het Kanaaleiland Jersey, waar hij begin november zijn gelijk haalde. Maar als het van Tim Jones, beleidsverantwoordelijke bij de Britse NGO Jubilee Debt Campaign, afhangt, zal Grossman ook daar in het stof bijten. Jubilee Debt Campaign startte een paar jaar geleden een succesvolle campagne om de Britse regering ervan te overtuigen een anti-aasgierwet te laten stemmen. “Als een van haar laatste beleidsdaden heeft de Labourregering vorig jaar als eerste land ter wereld de Debt Relief Act ingevoerd”, zegt Jones. “De anti-aasgierwet bepaalt dat aasgierfondsen in het Verenigd Koninkrijk alleen maar kunnen procederen als ze zich inschrijven in het Heavily Indebted Poor Countries (HIPC) programma van het IMF en de Wereldbank. HIPC verschaft de allerarmste landen schuldverlichting en garandeert lage intrestvoeten in ruil voor strikte controle en begeleiding. Aasgierfondsen focussen zich bij voorkeur op de landen die op de HIPC-lijst staan. Minstens 54 van dat soort van ‘financiële dienstverleners’ hebben de voorbije jaren rechtszaken aangespannen tegen 12 van de allerarmste landen. Al hun claims samen zijn goed voor 1,8 miljard dollar. Het IMF en de Wereldbank vermoeden dat aasgierfondsen op dit moment geduldig wachten om binnenkort voor nog eens hetzelfde bedrag te gaan procederen. Er wordt gefluisterd dat ze nu ook volop bezig zijn met het goedkoop opkopen van Griekse schuld. Als de schuldencrisis in Europa nog erger wordt en schuld op de secundaire markt nog goedkoper, is het niet denkbeeldig dat ook Italië, Spanje, Portugal en misschien later ook België in het vizier komen. Schuldeisers die bij het Britse gerecht aankloppen, moeten dankzij de Debt Relief Act minstens 82% van hun schuldvordering laten vallen. FG Hemisphere zou dus recht hebben op 18 miljoen dollar. Wat gezien hun ‘investering’ van 3,3 miljoen een niet onaardig bedrag is. Maar Grossman wil het onderste uit de kan en omzeilt de Britse wetgeving door in Jersey te procederen.”
Is Jersey dan geen deel van het Verenigd Koninkrijk? Tim Jones: “Net als de eilanden Guernsey en Man is Jersey Brits Kroonbezit. Ze hebben een andere politieke en juridische structuur dan het Verenigd Koninkrijk. Jersey moet in tijden van nood beschermd worden door de Britse regering, maar verder is het onafhankelijk en gelden onze wetten er niet. De enige Britse instantie die het arrest van het Hof van Beroep van Jersey kan verbreken is de Privy Council, de Raad van State. Die zou tussen april en juni 2012 uitspraak doen.”
FG Hemisphere stelt dat het bedrijf met zijn claim tegen een Congolees bedrijf in Jersey volgens de wet handelt. Jones: “Het is niet omdat iets legaal is, dat het ook moreel en economisch juist is. Aasgierfondsen creëren alleen maar meer instabiliteit en vergroten de armoede van de allerarmsten. Jubilee Debt Campaign roept de regering van Jersey op om de Britse Debt Relief Act te ‘adopteren’. Naar aanleiding van de commotie die rond FG Hemisphere ontstaan is, heeft de regering alvast laten weten dat ze in januari 2012 bekend zal maken of ze onze anti-aasgierwet zal overnemen. We hopen dat het parlement van Jersey daarna snel tot stemming zal overgaan, zodat FG Hemisphere alsnog buitenspel gezet wordt.”
‘Aasgier’ Peter Grossman wast zijn handen in onschuld
“Als we 18 miljoen accepteren, scheuren we er onze broek aan”
Tot hiertoe weigerde ‘aasgier’ Peter Grossman elk interview. Voor Knack geeft hij voor het eerst zijn versie van het verhaal. “We zagen deze lening als een mogelijkheid om in Congo iets op te bouwen.”
Peter Grossman is er naar eigen zeggen het hart van in dat zijn bedrijf in de media voorgesteld wordt als een volbloed aasgierfonds. “Het klopt dat we op het Kanaaleiland Jersey in een rechtszaak verwikkeld zijn en dat we het totale bedrag op de Congolese staat willen verhalen”, zegt hij. “Maar dat doen we alleen omdat we de voorbije tien jaar ontzettend veel pogingen ondernomen hebben om onze claim op een vriendelijke manier op te lossen. We hebben zes keer officieel onderhandeld met de Congolese regering en zijn vier keer tot een schriftelijk akkoord gekomen, waarvan het laatste dateert van vorig jaar. Maar telkens weer hielden de Congolezen zich niet aan hun woord.”
U kan toch niet ontkennen dat u de lening voor een prikje gekocht hebt.
Peter Grossman: Het Bosnische Energoinvest heeft in Congo voor tientallen miljoenen dollars zware elektriciteitswerken uitgevoerd en ze hebben de Congolezen toen ook het geld voor die werken geleend. Toen de Congolezen niets terugbetaalden, is de lening in 1986 heronderhandeld, waarna er nog steeds niets afgelost werd. Dus volgde er een nieuwe heronderhandeling in 1991. De media presenteren het nu alsof Congo vanaf ‘91 al volop in de shit zat en daardoor zijn lening niet kon terug betalen, maar de realiteit is dat de oorlogen in Congo pas startten in 1996. Het was Bosnië dat begin jaren negentig in een oorlog verwikkeld was. Energoinvest zat toen zwaar in de problemen: het hoofdkwartier in Sarajevo werd gebombardeerd, net als hun fabrieken. Wij zijn in 2001 met de leiding van Energoinvest in contact gekomen omdat een Amerikaans bedrijf hen van het faillissement wou redden. Dat bedrijf vroeg ons of wij geïnteresseerd waren in het overkopen van de lening aan Congo. Ik had op dat moment nog nooit van Energoinvest gehoord.
Dat Amerikaanse bedrijf was DAI van Michael Sheehan, de man die fier is op zijn bijnaam ‘Goldfinger’?
Grossman: Sheehans bijnaam dateert van vier jaar na de deal die wij met hem gesloten hebben. Natuurlijk kenden we Mike; net als hij waren wij al van in de jaren tachtig actief in ‘groeimarkten’. Ik had nog nooit zaken met hem gedaan, maar hij wist dat ik samen met Keith Fogerty in de consultancybusiness zat. Hij stelde ons de overname voor, zei dat Congo een probleemland was, maar dat het ook over ongelooflijk veel natuurlijke grondstoffen beschikte. Ik weet niet meer precies wat hij ons tien jaar geleden allemaal vertelde, maar ik vermoed dat het erop neerkwam dat hij ons suggereerde om met de Congolezen te onderhandelen om de schuld in te ruilen voor een mijnconcessie. Er is wereldwijd een grote secundaire markt voor schulden die al jaren door verschillende landen niet zijn ingelost. De prijs die wij toen betaalden was op dat moment gangbaar voor niet terugbetaalde Congolese leningen. We sloten dus een faire deal.
U betaalde 3,3 miljoen dollar voor een lening die 29,3 miljoen waard was?
Grossman: Daar kan ik niets over zeggen, want ik ben gebonden aan een geheimhoudingsclausule die ik met Energoinvest heb afgesloten. Dat cijfer is in de media verschenen en het werkelijke bedrag zal daar niet ver af liggen.
Nedzan Brankovic, de man die de lening verkocht en die later premier werd, wordt nu door de Bosnische financiële politie omwille van die deal van machtsmisbruik beschuldigd.
Grossman: Ik heb Brankovic nooit ontmoet. Hij heeft die lening niet aan mij verkocht. We hebben ze ook niet gekocht via DAI. We wilden geen go-between, dus hebben we ze rechtstreeks van Energoinvest gekocht. Ik ken Brankovic niet en hij heeft nooit iets getekend. Ik ben zijn naam een keer tegengekomen: toen het contract getekend werd, stond die naast de handtekening van de afgevaardigde van Energoinvest. Ik weet niet wat de Bosnische regels voor dit soort van deals zijn, maar ik weet wel dat wij alles toen hebben laten uitpluizen door het gerenommeerde advocatenkantoor Shearman & Sterling en dat zij ons er groen licht voor gaven. Wij gingen er van uit dat ceo Brankovic wist waar hij mee bezig was.
Dit was niet de eerste lening die u voor weinig geld kocht.
Grossman: Dat klopt, maar is FG Hemisphere daarom een aasgierfonds? Het lijkt nu alsof we ons specialiseren in het opkopen van niet betaalde leningen van probleemlanden, maar we doen veel meer dan dat: we hebben investeringen in Brazilië en adviseren investeerders in groeilanden. Ik begrijp dat sommigen ons aasgieren noemen, maar in het geval van Congo was het niet ons primaire doel om de hele claim binnen te halen. We kunnen ons rechtmatige geld niet in Congo opeisen, want de Congolese rechters sturen ons zonder twijfel met lege handen terug. Bijna overal ter wereld is de immuniteit van soevereine landen een heilig principe. De enige Congolese geldbedragen die we dus kunnen ‘recupereren’, zijn commerciële sommen: bedragen die het land gebruikt in commerciële transacties. We azen dus niet op geld voor onderwijs, gezondheid of ontwikkeling. Toen we de lening kochten, leefden we in de overtuiging dat Congo met de komst van Kabila snel stabiliteit zou vinden en dat we met hem afspraken zouden kunnen maken over eventueel een mijnconcessie en wat financiering door de Congolezen zelf. We zagen het als een mogelijkheid om er iets op te bouwen. Maar we hebben ondervonden dat er met de Congolezen niet te onderhandelen valt. In ons laatste voorstel vorig jaar wilden we hen 66% korting op de totale claim geven. Ze gingen akkoord en alles werd uitvoerig door juristen uitgevlooid en op papier gezet. Dat onderzoek kostte ons bijna 400.000 dollar aan advocatenhonoraria. Maar op het einde lieten de Congolese onderhandelaars ons stikken.
Waarom willen ze geen deals afronden?
Grossman: Ik heb daar mijn theorieën over die ik liever niet uitspreek. In 2008 kregen we te horen dat de Congolese minister van Financiën eindelijk bereid was om een deal te sluiten en ons daarvoor in Kinshasa wou ontmoeten. Op de officiële uitnodiging stond onderaan: ‘Advocaat voor FG Hemisphere is die en die.’ Ik had nog nooit van de man gehoord. Hij bleek een lokale advocaat te zijn die door de minister voor ons was aangesteld. De advocaat had een redelijke staat van dienst, dus wou ik wel in dat verhaal meestappen. Ik mailde hem dat ik bereid was het gangbare uurloon van 400 dollar te betalen. De man stuurde een mail terug: ‘Dat kan niet. Volgens onze lokale ethische regels moet ik 15% commissie krijgen voor de hele deal.’ Ik heb hem beleefd laten weten dat ik op zoek ging naar een andere advocaat. Ons bezoek aan Kinshasa werd meteen door de minister van Financiën afgeblazen.
Als de regering in Jersey begin volgend jaar de Britse Debt Relief Act invoert, zal u tevreden moeten zijn met hoogstens 18 miljoen dollar.
Grossman: Die kans bestaat. Maar het is helemaal niet zeker dat ze de Britse wet zullen kopiëren. Ik kan en mag niets zeggen over wat wij daarna zullen ondernemen. FG Hemisphere wordt nu afgeschilderd als een onethisch bedrijf. Volgens Jubilee Debt Campaign weigeren wij het arme Congo 82% schuldvermindering te geven en gaan we voor 0% schuldverlichting. Maar we procederen nu voor het totale bedrag omdat Congo geen faire regeling met ons wou treffen.
U kocht de schuld voor 3,3 miljoen en bent niet tevreden met 18 miljoen?
Grossman: Vergeet niet dat de aankoopprijs slechts het begin was van deze beproeving. Van in het begin hebben we geprobeerd een deal te sluiten. We hebben vervolgens juridische arbitrage gevraagd omdat we geen andere keuze hadden: als we daar te lang mee wachtten, konden we de hele claim verliezen. Maar ook die deals hebben de Congolezen laten schieten. Dus moesten we wel naar de rechtbank stappen en voor het hele bedrag gaan. Dit heeft ons al meer dan 20 miljoen dollar gekost en het originele bedrag dat we aan Energoinvest betaald hebben, is nog niet eens gerecupereerd. Als we 18 miljoen accepteren, scheuren we er onze broek aan. FG Hemisphere heeft altijd geweigerd om ‘commissies’ of smeergeld te betalen en dat is misschien wel dé reden waarom we geen akkoord hebben kunnen sluiten met de Congolezen.
Krijgt België een anti-aasgierwet?
In april 2007 maakte ook België kennis met het verschijnsel ‘aasgierfonds’, toen de toenmalige minister van Ontwikkelingssamenwerking Armand De Decker (MR) bevestigde dat het aasgierfonds Kensington International beslag had laten leggen op 10,9 miljoen euro Belgisch ontwikkelingsgeld voor Congo-Brazzaville. Kensington International had jaren eerder voor 1,8 miljoen dollar schuld van Congo-Brazzaville opgekocht en vorderde 120 miljoen dollar van het ontwikkelingsland. “Die case was voor voormalig Open Vld senator Paul Wille aanleiding om een wetsvoorstel in te dienen dat het voor aasgierfondsen onmogelijk moest maken om via Belgische rechtbanken beslag te laten leggen op ontwikkelingsgeld”, zegt Pol Vandevoort, beleidsmedewerker Internationale Financiële Instellingen en Schulden bij 11.11.11. “De wet is in 2008 door het parlement goedgekeurd maar is zeer beperkt. Wij hebben niet zoiets als de Debt Relief Act. Het zou goed zijn als de Belgische aasgierwet aangepast zou worden aan het Britse voorbeeld. Nog beter is dat er op Europees vlak een richtlijn in de geest van de Debt Relief Act uitgeschreven wordt.”
Volgens kamerlid Dirk Van der Maelen (sp.a) is de kans niet gering dat de nieuwe regering Di Rupo werk zal maken van een anti-aasgierwet naar Brits model. “In het regeerakkoord is de mogelijkheid geschapen dat er aan de bestaande Belgische wet gesleuteld wordt”, zegt hij. “Er staat letterlijk: ‘Ze (de regering) zal actief de strijd aangaan met de aasgierfondsen op het internationale vlak.’ De discussie moet nog gevoerd worden, maar nu al is het duidelijk dat internationale maatregelen nog meer effect zullen hebben. Alleen zo kan belet worden dat aasgierfondsen een schuldherschikking of –kwijtschelding van een straatarm land teniet doen.”
© Jan Stevens