Bloedlanden
In Bloedlanden verhaalt historicus Timothy Snyder de bloederige geschiedenis van Midden-Europa tussen 1932 en 1945. “In naam van hun ideologie joegen Stalin en Hitler in dezelfde landen genadeloos miljoenen mensen over de kling. Stalin omdat hij ervan overtuigd was dat ze de klassenstrijd toch niet zouden overleven, Hitler omdat hij vond dat ze plaats moesten ruimen voor het Herrenvolk.”
Veertien miljoen. Dat is volgens Timothy Snyder, professor Oost-Europese geschiedenis aan de universiteit van Yale, een voorzichtige schatting van het totale aantal mensen dat tussen 1932 en 1945 door de sovjets en de nazi’s in Midden-Europa vermoord werd. In zijn indrukwekkende boek Bloedlanden reconstrueert Snyder die politieke massamoord. De bloedlanden omvatten Polen, de Baltische Staten, Oekraïne, Wit-Rusland en het westelijke grensgebied van Rusland. Timothy Snyder: “In die landen woonden de meeste Europese Joden. Hitler en Stalin koesterden er allebei ‘uitbreidingsplannen’ en losten elkaar in het moorden af. Het Rode Leger en de Wehrmacht vochten er, de NKVD, de geheime dienst van de Sovjets, en de Duitse Einsatzgruppen hielden er ‘grote schoonmaak’. Af en toe bundelden ze zelfs hun krachten.”
Jozef Stalin zette in 1932 het moorden in gang toen de collectivisering van de landbouw niet uitdraaide zoals hij gepland had. Er brak hongersnood uit in Oekraïne, de graanschuur van de Sovjet-Unie. Stalin gaf de schuld aan de koelakken, de boeren. Honderdduizenden werden naar kampen in Siberië gedeporteerd of geëxecuteerd; vijf miljoen mensen stierven tijdens “de grootste kunstmatige hongersnood uit de wereldgeschiedenis”. In 1937 schakelde Stalin over op het massaal ‘zuiveren’ van zijn onderdanen. Tijdens de jaren van de Grote Terreur werden zevenhonderdduizend mensen – vooral boeren en Sovjet-Polen – door agenten van de NKVD geëxecuteerd. In 1939 vielen de Sovjets en de Duitsers elk hun deel van Polen binnen, waar ze in naam van twee verschillende ideologieën samen tweehonderdduizend voornamelijk hoogopgeleide Polen vermoordden en een miljoen Poolse burgers deporteerden. Nadat Hitler zijn ‘duivelspact’ met Stalin in juni 1941 opblies en de Sovjet-Unie binnenviel, startten zowel de nazi’s als de Sovjets met het massaal vermoorden van burgers in de bloedlanden in een systeem van ‘agressieve medeplichtigheid.’ Snyder: “In het door de Duitsers bezette Wit-Rusland moedigden de Sovjets de partizanenstrijd aan. Als reactie daarop executeerden de Duitsers meer dan driehonderdduizend burgers.”
Het grotere gruwelplaatje
Bloedlanden is het eerste boek dat de gezamenlijke ‘inventaris’ opmaakt van de slachtoffers die Adolf Hitler en Jozef Stalin samen in Midden-Europa maakten in naam van twee op het eerste gezicht tegengestelde utopieën. “De gebeurtenissen in de bloedlanden zijn waarschijnlijk de meest dramatische in de geschiedenis van het moderne Westen”, zegt Timothy Snyder. “Op een bepaald moment werd ik me ervan bewust dat nooit iemand ze als een geheel beschreven had. Ik vreesde dat niemand dat nog zou doen als ik er mijn schouders niet onderzette. Er zijn al veel boeken gepubliceerd over het lijden van Joden, Oekraïners of Wit-Russen, maar telkens krijg je maar een fragment van het grotere geheel te zien. Historici hebben de neiging om al die verhalen in vakjes te klasseren: ‘Dit behoort tot de Sovjettijd, dat tot het nazisme, dit is Joods, dat Pools.’ Door de geschiedenis in categorieën te stoppen, komt de waarheid nooit helemaal boven drijven.”
Hoe komt het dat die link tussen de verschillende gebeurtenissen in het verleden nooit gemaakt is?
TIMOTHY SNYDER: Blijkbaar staan er voor veel historici teveel praktische bezwaren in de weg. Ik begrijp dat wel, want een van de grote moeilijkheden is dat je als schrijver heel wat talen moet kennen om de geschiedenis van de bloedlanden goed te kunnen doorgronden. Ik heb die landen bezocht en ook de talen geleerd.
Een ander bezwaar is dat geschiedenis vaak geschreven wordt vanuit een nationaal perspectief. Het is veel ‘comfortabeler’ om te schrijven over Poolse, Joods of Oekraïense geschiedenis, dan te vertrekken vanuit de realiteit dat Polen, Joden en Oekraïners op dezelfde plaats leefden.
Tot op de dag van vandaag is er ook een ideologisch bezwaar: veel mensen geloven nog steeds dat de nazi’s en de Sovjets elkaars tegengestelden waren en dat je de slachtoffers van de Holocaust en van de zuiveringen onder Stalin niet op dezelfde bladzijde in één boek mag zetten. De Joden en de Oekraïners hebben misschien op een verschillende manier de gruwel ervaren, maar ze leden er wel allebei op dezelfde plaatsen en in dezelfde tijd onder.
Niet zolang geleden zaten we middenin de Koude Oorlog. Veel Europeanen en bijna alle Amerikanen waren er zich van bewust dat het stalinisme niet deugde, maar niemand kende de details. Mensen met communistische sympathieën betwijfelden dat de Sovjet-Unie duizenden slachtoffers gemaakt had. Het rare is dat na de Koude Oorlog veel mensen plots niet meer geïnteresseerd leken te zijn in de doden onder Stalin. Doordat we nu toegang hebben tot Sovjetarchieven weten we ongeveer exact hoeveel mensen er tijdens de Grote Terreur onder Stalin aan hun einde kwamen: 682.691. Tijdens de Koude Oorlog wisten we dat niet. Nu we het wel weten, is er veel minder interesse. Hitler en de Holocaust zijn uitgegroeid tot een universeel icoon van absolute horror. In Bloedlanden probeer ik dat icoon de juiste plaats in de geschiedenis te geven en ga ik op zoek naar verbindingen met de Stalingruwel. De Holocaust wint nog aan betekenis door alle andere moorddadige gebeurtenissen te beschrijven die er omheen plaatsvonden.
Hongerplan
Hoe belangrijk was de Eerste Wereldoorlog voor de ideologische ontwikkeling van de twee hoofdrolspelers Hitler en Stalin?
SNYDER: Die oorlog maakte radicaal komaf met oude Europese grootmachten die honderden jaren lang overleefd hadden: koningen en keizers werden vervangen door het ‘soevereine volk’. De Eerste Wereldoorlog liet zien dat een drastische ommekeer mogelijk was, inclusief massale deportaties en massamoorden. De oorlog gaf ook een extra duw aan allerlei nieuwe, radicale en vurige visies op de toekomst. In die tijd waren er ongelooflijk veel bizarre, ambitieuze ideologieën. De meeste zijn verdwenen in de nevelen van de tijd; alleen het nationaalsocialisme en het communisme kwamen tot ‘volle wasdom’.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog woedde er al een eerste strijd tussen de Duitsers en de bolsjewieken over de landen die ’tussenin’ lagen. Die strijd werd in het voordeel van de Duitsers beslecht. Een paar maanden lang leefden ze in de illusie dat de oosterse ‘kolonies’ hen van het nodige voedsel zouden kunnen voorzien. Maar de Duitsers verloren de oorlog en hun fantasie over dat ‘Grote Duitse Rijk’ viel in duigen. De bolsjewieken hadden toen ervaren hoe het aanvoelde om Oekraïne aan de Duitsers te moeten afstaan. Oekraïne was belangrijk voor hen omdat het hun graanschuur was: het land leverde hen het broodnodige voedsel.
Graan was toen een van de belangrijkste grondstoffen?
SNYDER: We kunnen ons nu nauwelijks voorstellen hoe belangrijk voedsel toen was. Als wij iets willen eten, stappen we naar een winkel of restaurant om de hoek. In ruil voor relatief weinig geld krijgen we overdadig veel voedsel op ons bord. Eten is voor ons even vanzelfsprekend als ademen. Aan het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw kon Duitsland zijn inwoners niet voldoende voeden. Voor de Sovjets was graan een waardevol exportproduct en een van de weinige dingen die ze produceerden waar anderen in geïnteresseerd waren. Graan was als grondstof toen even belangrijk als olie nu. Zowel Hitler als Stalin wilden de controle over Oekraïne, waar voldoende graan voorhanden was.
Na de revolutie wilden de Sovjets Karl Marx’ klassenstrijd doen losbranden, want die was er niet spontaan gekomen. De hongersnood in 1933 in Oekraïne was een gevolg van Stalins eerste Vijfjarenplan dat uitgevoerd werd tussen 1928 en 1932. De prille communistische staat had volgens hem maar behoefte aan één ding: zware industrie en gecollectiviseerde landbouw. Om dat doel te verwezenlijken, was een flinke dosis repressie noodzakelijk. De Oekraïense boeren moesten ertoe gedwongen worden hun land af te geven. Ze werden afgeschilderd als ‘koelakken’, als een klasse van rijke uitzuigers en vijanden van de revolutie. Er werd een hele propagandamachine in gang gezet: de boeren werden ontmenselijkt en als beesten voorgesteld. In de eerste vier maanden van 1930 werden meer dan honderdduizend koelakken gedwongen te verhuizen vanuit Oekraïne naar Rusland, de Oeral, Siberië of Kazakstan. Dertigduizend anderen werden geëxecuteerd. Toen Stalin de hele collectivisatie in gang zette, wist hij niet hoe dramatisch de gevolgen zouden zijn. Door de deportatie werden de traditionele Oekraïense dorpen onthoofd van hun traditionele leiders. Heel wat boeren sloegen zelf op de vlucht. De landbouwgrond werd ondergebracht bij kolchozen. De planeconomie draaide vierkant en de collectivisering draaide uit op een fiasco. Toen de hongersnood in 1933 uitbrak, schoof Stalin de schuld in de schoenen van de Oekraïense boeren en strafte hen. Hij liet de Oekraïners verhongeren, verkocht het graan aan het buitenland en industrialiseerde met dat geld de steden.
Ook Hitler gebruikte uithongering als een wapen voor massamoord?
SNYDER: Hitler wou de Sovjet-Unie en Polen ‘demoderniseren’: de oostelijke grensstreek van het Duitse Rijk moest ontvolkt worden en alle industrie moest vernietigd worden en plaatsmaken voor landbouwgrond. Een deel van de Sovjet-Unie en Polen zou het agrarische wingewest worden voor het superieure Duitse ras. De nazibonzen hadden daarvoor een stappenplan ontwikkeld: na een blitzkrieg in de zomer van 1941 zouden de Duitsers heer en meester worden in Wit-Rusland, Polen, Oekraïne, het westen van Rusland en de Kaukasus. Daarna zou al het voedsel weggesluisd worden naar Duitsland en in de daaropvolgende winter moesten alle dertig miljoen inwoners van die gebieden volgens het ‘Hongerplan’ doodgehongerd worden. Als volgende stap zouden in de Endlösung alle Joden onder Duitse heerschappij eens en voorgoed uitgeroeid worden. Het sluitstuk vormde het Generalplan Ost, waarin de oostelijke gebieden gekoloniseerd zouden worden door de Duitsers om Lebensraum te geven aan het Arische superras. De blitzkrieg mislukte waardoor Hitler en zijn kompanen hun plannen moesten aanpassen aan de realiteit: het doodhongeren werd alleen toegepast in de gebieden die onder Duits gezag vielen. Een miljoen mensen werd zo in Leningrad bewust uitgehongerd. Drie miljoen Sovjetburgers stierven aan ontbering in kampen. Het Generalplan Ost werd in een verwaterde versie in het bezette Polen doorgevoerd: Poolse burgers werden gedeporteerd om plaats te maken voor raszuivere Duitsers. Alleen de Endlösung werd vrij grondig voltrokken.
Volgens u stierven de meeste Joden niet in kampen?
SNYDER: Het is belangrijk om een juiste definitie te hanteren van wat een ‘kamp’ is. Een kamp is een plaats waar je als gevangene overnacht. Wie in een concentratiekamp terecht kwam, had een kans om te overleven. Het was ongetwijfeld een verschrikkelijke ervaring, maar zelfs in een afschuwelijke plaats als Dachau waren je overlevingskansen vrij groot. Ook als je als Sovjetburger door de communisten naar de Goelag gestuurd werd, had je vrij veel kans om een van die kampen na een jaar of acht levend weer te verlaten. Die concentratiekampen waren niet bedoeld om mensen fysiek op te ruimen, al lag er ook niemand van wakker als je er het loodje legde. In Bloedlanden maak ik het strikte onderscheid tussen kampen en ‘doodfaciliteiten’. Treblenka was geen kamp: je werd er van de trein gehaald, de gaskamer ingeleid en vergast. Je bleef er geen nacht en moest er niet werken, je werd gewoon vermoord. De meeste Joden stierven niet in de kampen, maar werden gedood in de ‘uitroeifaciliteiten’. In de helft van de gevallen waren dat gaskamers, in de andere helft kuilen waarin ze neergeschoten werden. In ons collectieve geheugen zit het beeld van Joden die in kampen dwangarbeid moesten verrichten. Dat gebeurde ook, maar was toch vrij uitzonderlijk.
Van verkeerspolitie tot moordmachine
Hitler en Stalin waren geen psychopatische killers, maar moordden om puur ideologische redenen?
SNYDER: Een psychopaat is iemand die niet in staat is om sympathie te voelen voor anderen en heeft geen enkele moraal. Hitler en Stalin hadden allebei een moraal en koesterden ideeën over wat goed en kwaad was, alleen vertrokken ze allebei vanuit de stelling dat sommige groepen beter waren dan andere. Volgens Hitler waren de Duitsers superieur aan de Slaven en de Joden, volgens Stalin zou het proletariaat ooit triomferen. Voor beiden waren alle middelen geoorloofd om ofwel het Duitse ras, ofwel het Sovjetproletariaat te laten zegevieren. Alle andere mensen waren volgens hen verdoemd: ofwel door de geschiedenis, ofwel omdat ze inferieur waren. Dood moesten ze toch: ofwel zouden ze sowieso ‘uitgestoten’ worden door de klassenstrijd, ofwel vernietigd door de rassenstrijd. Stalin en Hitler zagen er geen graten in om hun visie op de geschiedenis een handje te helpen. Wij vinden elke mens moreel even waardevol, zij niet. En ze hadden enthousiaste aanhangers: de ‘bloei’ van het nationaalsocialisme en het stalinisme is niet alleen te verklaren door het geweld dat hun leiders predikten, maar ook door het ‘geloof’ bij de leden van de nationaalsocialistische of de communistische partij.
Ook de Grote Terreur onder Stalin verliep volgens een vastomlijnd plan?
SNYDER: De stalinisten hadden vooropgestelde quota van hoeveel mensen er uit de weg geruimd dienden te worden. Uiteindelijk werden er nog meer vermoord dan ze oorspronkelijk van plan waren. Wie in 1938 in de Sovjet-Unie ter dood veroordeeld werd, wist zelf niet dat er een vonnis over hem was uitgesproken: hij werd gewoon geëxecuteerd. Wie tot de Goelag veroordeeld werd, had meer ‘geluk: hij werd op een trein gezet naar een kamp in Kazakstan of Siberië. De terreur in Moskou werd uitgevoerd door een stuk of twaalf NKVD-agenten die elk duizenden slachtoffers maakten. Elke dag van de week vermoordde zo een agent honderden mensen. Vlak na de revolutie had de Sovjet-Unie al een geheime staatspolitie. In tegenstelling tot Hitler erfde Stalin een complete moordmachine. Hitler moest die zelf uitbouwen. Dat was niet eenvoudig in het vooroorlogse Duitsland. Hij creëerde de SS en bereidde de bestaande politiediensten voor op een totale vernietigingsoorlog. Alleen zo kon hij hen laten uitgroeien tot de beruchte Einsatzgruppen, die in eerste instantie bedoeld waren om politieke tegenstanders uit de weg te ruimen, maar later ook ingezet werden bij de Endlösung. De Einsatzgruppen vormden een onderdeel van de Duitse politie. In normale omstandigheden regelden die kerels op straat het verkeer; ‘dankzij’ de oorlog kon Hitler hen inschakelen in zijn moordplannen.
Tony Judt
In januari volgend jaar verschijnt postuum ‘Denken over de twintigste eeuw’, het allerlaatste boek van de in augustus vorig jaar overleden beroemde historicus Tony Judt. U bent medeauteur?
SNYDER: In 2008 kreeg Tony te horen dat hij aan de spierziekte ALS leed. Ik kende hem al jaren, hij was een fantastische historicus en ik bewonderde hem. Hij had lak aan de intellectuele waan van de dag en was een steun en toeverlaat voor jongere historici zoals ikzelf. Tony was briljant. Op het einde van zijn leven was hij heel moedig: tot aan het bittere einde bleef hij werken, denken en schrijven. Hij gebruikte zijn ziekte als een ‘kans’ om nog beter te worden. Halverwege 2009 kon hij niet meer schrijven. Ik stelde hem toen voor om een aantal gesprekken op te nemen, die ik dan later zou uitschrijven. Ik vond het afschuwelijk dat hij zijn handen niet meer kon gebruiken, want schrijven was voor hem als eten en drinken. Vrij snel raakten we het erover eens hoe het boek er moest uitzien. De basis zou datgene zijn wat hij zelf nog wou schrijven: de geschiedenis van het denken in de 20e eeuw. Een jaar lang bezocht ik hem een keer per week. In zijn laatste levensmaanden heb ik het hele werk geredigeerd. Het is een heel ernstig, ambitieus boek geworden en veel mensen zullen het wellicht lezen als het intellectuele testament van een buitengewoon denker. Judt heeft mij alvast geleerd dat je alleen maar een goed denker kunt worden als je de strijd durft aangaan met de ideeën die dominant zijn in de tijd waarin je leeft.
Timothy Snyder, Bloedlanden. Europa tussen Hitler en Stalin, Ambo, Amsterdam, 639 blz., 39,95 euro, ISBN 978-90-263-2120-7
Tony Judt & Timothy Snyder, Denken over de twintigste eeuw, Contact, Amsterdam, 480 blz., 39,95 euro, ISBN 978-90-254-3656-8, verschijnt in januari 2012
© Jan Stevens