De beulen van Breendonk
Tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikte de SS het fort van Breendonk als doorvoerkamp voor ‘dissidenten’. In De beulen van Breendonk reconstrueert professor Mark Van den Wijngaert samen met andere historici de gruwelen die er begaan werden door Duitse en Vlaamse kampbewakers. “In rechtse Vlaamse kringen is altijd vergoelijkend gesproken over de collaboratie. Terwijl folteren en moorden bij het nazisme hoorden. Wie als volwassene collaboreerde, had dat kunnen weten.”
Op 10 mei 1940 viel Nazi-Duitsland België binnen. Achttien dagen later capituleerde het Belgische leger. Het bevel over België kwam in handen van generaal Alexander von Falkenhausen. Het was zijn taak om met ijzeren hand Ordnung und Ruhe in het bezette gebied af te dwingen. In juli 1940 kreeg hij daarvoor ‘hulp’ van de SS. Mark Van den Wijngaert: “De Sicherheitspolizei-Sicherheitsdienst (Sipo-SD), de politiedienst van de SS, wou haar eigen Belgische gevangenis hebben. De keuze viel op het leegstaande fort van Breendonk. De SS wou een Auffanglager om van daaruit gevangenen door te sturen naar concentratiekampen in Duitsland, Oostenrijk of Polen. In totaal hebben er iets meer dan 3.000 mensen gevangen gezeten in Breendonk.”
Wie waren dat?
Mark Van den Wijngaert: In Breendonk kwamen voornamelijk mensen te recht die zich op een of andere manier tegen de nazi’s verzetten of die om raciale redenen werden vervolgd. Aanvankelijk werden er ook Joden opgesloten, maar hun aantal verminderderde van zodra de Dossinkazerne in Mechelen als doorvoerkamp werd gebruikt. De gevangenen kregen een nummer en werden nooit meer met hun naam aangesproken. Ze werden kaalgeschoren, droegen een oud Belgisch legeruniform, kregen amper te eten en moesten verschrikkelijk hard werden. Het fort was bedekt met een grote hoeveelheid aarde om het tegen bombardementen te beschermen. De uitgehongerde gevangenen moesten die aarde er weer afhalen. Totaal zinloos werk dat jaren duurde. Heel veel mensen zijn in Breendonk van ontbering omgekomen.
Niet alleen Duitse bewakers zwaaiden er de plak?
Van den Wijngaert: Nee. De Sipo-SD heeft lokale mensen gerekruteerd, waaronder een aantal Vlamingen in SS-uniform. Ze hebben mee gefolterd, mishandeld en gemoord. Hun uniform gaf hen de macht om met de weerloze gevangenen te doen waar ze zin in hadden. Van in het begin is in Breendonk door de nazi’s de toon gezet dat alles er toegelaten was. Er waren wel reglementen, maar niemand controleerde die. Dus werd er gemarteld en gemoord. De waanzin regeerde. Sommige bewakers hielden weddenschappen om een fles cognac wie in de komende dagen de eerstvolgende gevangene zou doden. Tientallen gevangenen zijn zonder enige aanleiding door bewakers afgemaakt.
Het proces van Mechelen
Na de bevrijding ging op 5 maart 1946 in Mechelen het proces tegen de beulen van Breendonk van start. Mark van den Wijngaert: “Er stonden voornamelijk Vlaamse SS’ers en een paar kameroversten – gevangenen die medegevangenen gefolterd hadden – terecht. De meeste Duitsers waren ontsnapt. Een aantal van hen is ook aan een veroordeling ontsnapt: het Duitse gerecht heeft nooit veel moeite gedaan om die SS’ers te berechten. In Mechelen kwamen 23 beklaagden voor de krijgsraad. Het proces duurde twee maanden. Zestien werden ter dood veroordeeld, vier kregen levenslang, één kreeg een gevangenis van twintig jaar, één van 15 jaar en een verdachte werd vrijgesproken. Een jaar later werden veertien ter dood veroordeelden ook daadwerkelijk gefusilleerd. Het proces was in ’46 groot nieuws. Niet lang ervoor waren de kampen door de Amerikanen en de Russen bevrijd en men begon toen pas echt te beseffen hoe gruwelijk de nazi’s tewerk waren gegaan. De bevolking riep luid om wraak. De rechters hebben de regels van het krijgsrecht strikt gevolgd: wie in het uniform van de vijand had rondgelopen en misdaden had gepleegd, werd veroordeeld tot de dood met de kogel.”
Was er op het proces enig schuldbesef bij de beulen van Breendonk?
Van den Wijngaert: Nee. Ze hebben geprobeerd om de schuld in de schoenen van de afwezige Duitsers te schuiven. Sommigen zeiden: ‘Befehl ist Befehl’, anderen ontkenden wat ze gedaan hadden, terwijl de bewijslast verpletterend was. De Vlaamse Beweging zit met Breendonk in haar maag. In rechtse Vlaamse kringen is altijd vergoelijkend gesproken over collaboratie. Maar het folteren en moorden in Breendonk hoorde bij het nazisme. Wie collaboreerde, had kunnen weten wat het nazisme inhield en tot wat het in staat was. Want in de jaren dertig had het Hitlerregime in Duitsland al concentratiekampen opgericht en tijdens de Kristallnacht in ‘38 waren er honderd Joden gelyncht. Wie wetens en willens met het naziregime meewerkte, kon achteraf moeilijk zeggen: ‘Ich habe es nicht gewusst.’
© Jan Stevens
M. Van den Wijngaert, P. Nefors, O. Van der Wilt, T. Jorissen, D. Roden, Beulen van Breendonk, Standaard Uitgeverij, 320 blz., 19,95 euro, ISBN: 978-90-02-23956-4
Van 26 oktober tot en met 5 december loopt in het Fort van Breendonk een tentoonstelling over het proces tegen de beulen van Breendonk.