|

Koude rillingen

De zomer van het oorlogsjaar 1944. Het is tropisch warm in het stadje Newark, vlakbij New York. Nadat in juni in de Italiaanse wijk een eerste geval van kinderverlamming is vastgesteld, lijkt de besmetting snel uitbreiding te nemen. Er bestaat nog geen vaccin tegen polio en geen enkel medicijn brengt soelaas. Bij de volwassenen is de herinnering aan de grote epidemie uit 1916 springlevend. Meer dan 360 kinderen uit Newark overleefden toen de ziekte niet, veel anderen bleven voor de rest van hun leven misvormd. Tegen die dreigende achtergrond start Nemesis, de nieuwe roman van de productieve Amerikaanse schrijver Philip Roth. De 23-jarige gymnastiekleraar Bucky Cantor houdt tijdens de zomervakantie een oogje in het zeil op de speelplaats waar de kinderen uit de buurt dagelijks komen spelen. Bucky is extreem bijziend, draagt een bril met confituurglazen en is daardoor een van de weinige jonge mannen uit Newark die niet onder de wapens is. De bijna altijd goed geluimde Bucky is als speelplaatsleider erg populair. Zijn verloofde Marcia smeekt hem de stad te ontvluchten als de poliobesmetting ook slachtoffers maakt onder de kinderen op het speelplein. Ze wil dat hij een job als watersportinstructeur in een zomerkamp in de bergen aanneemt. Bucky wil ‘zijn kinderen’ niet in de steek laten. Maar uiteindelijk verruilt hij het broeierige, muffe Newark toch voor het frisse, ongerepte Indian Hill in het Poconosgebergte. Na een tijd krijgt Bucky last van gewetenswroeging.

Met Nemesis schreef Philip Roth een sober, aangrijpend verhaal over de nietsontziende tirannie van het noodlot. Het échte leven, zo leert de inmiddels 77-jarige Roth ons, is oneerlijk, wreed en onvoorspelbaar. Ook voor door en door goede zielen als Bucky Cantor. De lectuur van Nemesis zorgt voor koude rillingen.

 

© Jan Stevens

 

Philip Roth, Nemesis, De Bezige Bij, 263 blz., 19,90 euro, ISBN 978-90-234-5929-3

Vergelijkbare berichten