‘Wij zeggen overal de waarheid’

“Een heel bewogen jaar”, noemt bisschop Johan Bonny met gevoel voor understatement het op zijn laatste benen lopende 2024. In zijn Antwerps bisschoppelijk paleis steekt hij speciaal voor Humo de lichtjes van de kerstboom aan. ‘Wij zijn geen misdadigers’, verzekert hij.

De kaart met kerstwensen van Johan Bonny (69), bisschop van Antwerpen, vat het voorbije jaar samen in een pakkend beeld: twee meisjes met een pop staren weg van de camera naar de ruïnes van hun platgebombardeerde stad.

JOHAN BONNY: “Het zouden ook twee ouders en hun kind kunnen zijn. Ik ben te oud geworden voor naïef optimisme, maar ik wil ook niet wegzakken in negativisme. We moeten vooruit. Daarom hoop ik dat het nieuwe jaar beter wordt dan het voorbije. Alleen ziet de oorlog tussen Oekraïne en Rusland er niet goed uit en gaat het in het Midden-Oosten van kwaad naar erger.”

Is het einde van dictator Bashar al-Assad in Syrië dan geen klein lichtpunt? Wat nu boven water komt met massagraven en foltergevangenissen is toch afschuwelijk?

BONNY: “Dat is zeker afschuwelijk, maar iedereen wist dat al. Nu zijn er de beelden en die komen hard binnen. Maar alle grootmachten en alle spelers hebben altijd geweten wat er in Syrië plaatsvond en hielden dat systeem mee in stand.”

Wat het alleen maar cynischer maakt.

BONNY: “Dat is zo. De hamvraag is of er vandaag ook maar één land is dat wil dat Syrië overeind krabbelt. Want op dit moment profiteren alle grote spelers van de situatie. Israël was er als de kippen bij om stukken Syrië te bezetten, Turkije wil een deel van het land controleren en ook Amerika wil een vinger in de pap. De buurlanden van Syrië zijn al zo goed als kapot, denk maar aan het compleet ontwrichte Irak. Ook Libanon glijdt steeds meer de dieperik in. Behalve extremisme valt er in die landen niets meer te kweken.

“De dictator Assad is weg. Dat is goed, maar we mogen niet vergeten dat hij een pion was die door anderen in het zadel gehouden werd. Zij moeten nu niet doen alsof ze ver van hem afstonden.”

De islamistische rebellengroepering die Assad ten val bracht, Hayat Tahrir al-Sham (HTS), heeft wortels in Al Qaeda. Het is afwachten of ze zo gematigd zijn als ze nu laten uitschijnen?

BONNY: “Ik heb Syrië vroeger vaak bezocht. (Eind jaren negentig verzorgde Bonny de relaties tussen de katholieke kerk en de oosterse kerken in o.a. Jordanië, Syrië en Egypte. In 2018 bezocht hij Syrië voor het laatst. In 2023 was hij in Irak – JS) Nu wordt er vooral geplunderd. Komt er een nieuw bestuur? Willen sterke spelers zoals Turkije en Israël dat Syrië nog een ‘buur-land’ wordt? Willen de rijke Arabieren uit de Golfstaten nog een ‘buur-land’? Een vazallenstaat als buur: dat wel, maar een buurland?

“Ik heb op dit moment contact met christenen en bisschoppen in Syrië. Die weten echt niet meer waar ze staan, nu de dictator weg is. Ze hebben hem nog gesteund. Ze overleven er al eeuwen, en dat lukte alleen maar door zich koest te houden.”

In het VRT-Journaal sprak Jens Franssen in Syrië met de in het Mar Yakub-klooster verblijvende Antwerpse norbertijn Daniel Maes. De pater ontkende Assad ooit gesteund te hebben. “Vroeger was u nochtans een vurige aanhanger”, merkte Franssen op. “Ik ben voor noch tegen”, repliceerde Maes.

BONNY: “Ik probeer het vriendelijk te zeggen, maar pater Daniël Maes’ inschatting over de situatie in Syrië was nog nooit de mijne. Ik voerde met hem de heftigste discussies, waarbij hij slogans verdedigde die ik hier niet ga herhalen. Hij is extreemrechts en een harde verdediger van de Russische president Vladimir Poetin. Jaren geleden al spraken we hem daarover aan; dat had alleen als resultaat dat hij nog fanatieker werd.”

Vinden mensen nu terug de weg naar de kerk in deze angstige, onzekere tijden?

BONNY: “Nee en ik hoop daar ook niet op. Het kan best dat ze uit angst of paniek terug beginnen bidden. Daar is niets mis mee, maar de kerk dient niet als vluchtheuvel voor alles wat er verkeerd loopt in deze wereld.

“In deze moeilijke tijd moet de kerk in de samenleving voorzichtig zichzelf blijven. ‘Voorzichtig’ wil zeggen dat we niet belerend aanwezig zijn en niet drammerig mogen worden. Ons vertrekpunt is de persoon van Jezus: wie hij is, hoe hij met ons omgaat en hoe wij met hem proberen christelijk te zijn. Zoals in het evangelie.”

Met als boodschap: heb je naaste lief zoals jezelf?

BONNY: “Precies. Je bent christen als je Jezus Christus voor jou laat invullen wie God is. Hij is dan liefde, nabijheid, barmhartigheid, vergeving en solidariteit. Wij, christenen, moeten ons zowel onderscheiden van anderen als bruggen bouwen. Zeker in steden als Antwerpen waar steeds meer godsdiensten en kerken aanwezig zijn van alle kleuren en culturen.”

GODVERGETEN

2023 eindigde met de docureeks Godvergeten. De Belgische katholieke Kerk beleefde toen een woelig jaareinde?

BONNY: “Godvergeten trok een heel mechanisme op gang dat vanaf begin 2024 echt op volle toeren begon te draaien. We volgden dat dag na dag mee op en waren aanwezig in de twee commissies die gelijktijdig in de Vlaamse en federale parlementen plaatsvonden.”

De federale commissie naar seksueel misbruik in de Kerk had onderzoeksbevoegdheid. De Vlaamse commissie was ‘vrijblijvender’.

BONNY: “Voor ons maakte dat weinig verschil. Wij zeggen overal de waarheid. We vertelden op beide plekken hetzelfde. Vlak voor de verkiezingen verschenen er dan twee rapporten met veel goede voorstellen waar de nieuwe regeringen werk van moeten maken. De Vlaamse regering is er inmiddels. Van zodra ook de federale regering opgetuigd is, hopen we dat zij onmiddellijk de conclusies van de onderzoekscommissie in de praktijk zal brengen. Sinds najaar 2023 pleiten wij ervoor dat er voor alle slachtoffers van misbruik, zowel binnen als buiten de Kerk, meer moet gebeuren in de hele samenleving.”

Vijftien jaar lang was u het officieel aanspreekpunt voor slachtoffers van seksueel misbruik in de Kerk. Waarom gooide u in de zomer van dit jaar de handdoek in de ring?

BONNY: “Antwerpen is het meest complexe, grootste bisdom van Vlaanderen. In het nieuwe jaar word ik 70 en mijn energie vermeerdert er niet op. Terwijl er net rond de problematiek van misbruik nog zeer veel te doen is. Eigenlijk wou ik me daar graag verder voor blijven inzetten. Maar dan moest er versterking komen in mijn bisdom, met een extra hulpbisschop. Dat bleek niet mogelijk te zijn.”

Waarom gaf ‘Rome’ u geen hulpbisschop?

BONNY: “De redenering is: waarom start je niet met volledig nieuwe mensen als er toch meer inzet nodig is? Ik begrijp dat. Er loopt nu een zoektocht naar een nationale coördinator rond de problematiek van seksueel misbruik in de Kerk. Hij of zij zal dat in een nieuw, versterkt team op een professionele, neutrale manier aanpakken. Sinds 1 september van dit jaar ben ik geen aanspreekpunt meer. Op de dag dat er een nieuwe federale regering is, zou ook die coördinator onmiddellijk van wal moeten kunnen steken. Hij of zij zal dan samenwerken met de commissaris die door de overheid zal benoemd worden.”

De aanstelling van een ‘regeringscommissaris voor seksueel geweld op minderjarigen’ is een van de aanbevelingen van de onderzoekscommissie. Hij moet het nog op te richten Expertisecentrum seksueel geweld leiden.

BONNY: “Zoals Ine Van Wymersch de nationale drugscommissaris is, hopen wij op een competente, neutrale, professionele commissaris voor seksueel grensoverschrijdend gedrag op kinderen. Zodat de gesprekken over dat thema verzakelijkt kunnen worden. Al zal het altijd een emotioneel onderwerp blijven.”

Zullen dan ook de archieven van de Kerk door buitenstaanders onderzocht kunnen worden, op zoek naar informatie over misbruik?

BONNY: “Daar zijn al ontzettend grote mythes over verkocht, alsof wij materiaal zouden achterhouden. De beelden uit 2010 van Operatie Kelk, met door het parket met dossiers volgeladen camions die het aartsbisschoppelijk paleis in Mechelen uitreden, heeft die mythologie alleen maar gevoed. Ik kan u verzekeren: uit geen enkele vrachtwagen kwam iets tevoorschijn wat op misbruik leek. Alles wat wij hadden, hebben we aan Justitie overhandigd. Bovendien kwam Justitie in alle bisdommen langs om alle dossiers mee te nemen waarvan zij dachten dat die achtergehouden werden.”

Die huiszoekingen in de bisdommen gebeurden niet op dezelfde dag. De in 2022 overleden politiecommissaris Peter De Waele had in 2010 de operationele leiding over Operatie Kelk. Een half jaar voor zijn dood zij hij in een interview met een researcher van Godvergeten: “Stel dat je zes Fiat-garages hebt in België, en daar wordt gesjoemeld met facturen. (…) Huiszoekingen nodig. (…) Dan ga je toch simultaan in die zes Fiat-garages? Dat is bij de bisdommen niet gebeurd. (…) Dus je komt binnen bij een verdachte, waarbij je de dag ervoor bij de vier andere verdachten een huiszoeking hebt gedaan. Dan moet je, denk ik, een redelijke idioot zijn als daar nog iets ligt.”

BONNY: “Als je ervan uitgaat dat wij misdadigers zijn, kom je misschien tot die conclusie. Alleen: wij zijn geen misdadigers. Die mensen kwamen hier ook bij mij langs en kregen alles mee wat ze vroegen. Als er dan nadien dossiers naar boven kwamen waarvan de bisschoppen niet op de hoogte waren, was dat niet door het achterhouden van archieven.”

Maar wat houdt de bisschoppen tegen om wetenschappers toegang te geven tot álle kerkelijke archieven? Zodat ze die kunnen doorlichten om zo eens en voorgoed tabula rasa te maken met het historische misbruik in de Kerk?

BONNY: “Over de dossiers die betrekking hebben op misbruik heb ik zelf in het parlement gezegd dat we die zullen verzamelen en openstellen voor wetenschappelijk onderzoek. Ik heb er wel aan toegevoegd dat een wetenschappelijk onderzoek niet hetzelfde is als een journalistiek artikel. Het gewone archief over instellingen van het bisdom is raadpleegbaar, volgens de geldende regels van het archiefbeheer. Dat archief is ondertussen volledig doorgenomen op alles wat met mogelijk misbruik te maken zou kunnen hebben. Wij zaten niet stil en zijn daar intussen al 15 jaar mee bezig.”

In 2010, tijdens en na de val van de Brugse bisschop Roger Vangheluwe, was kinderpsychiater Peter Adriaenssens voorzitter van de Commissie seksueel misbruik in de Kerk. Adriaenssens vindt het nu óók een goed idee om alle kerkelijke archieven open te gooien. Hij voegt eraan toe: “Lanceer als Kerk een oproep: ‘Vandaag trekken we een streep in het zand. Daders krijgen nog 24 uur om zich aan te geven. Komt er na die 24 uur nóg een naam bovendrijven, wordt hij of zij onmiddellijk gesanctioneerd.”

BONNY: “Maar dat is ook gebeurd. Kijk, je kunt niemand verplichten: we leven nog altijd in een rechtsstaat. De veroordeling van Sven Pichal kwam er na het goede werk van advocaten voor een rechtbank. Als ik het vermoeden heb dat iemand misbruik heeft gepleegd, onderneem ik meteen stappen. Er moet dan natuurlijk eerst iemand anders zijn die zegt: ‘Die man heeft me ooit onheus benaderd of behandeld.’ Maar de principes van de rechtsstaat zijn heilig voor ons: wij zullen nooit een middeleeuwse heksenjacht invoeren op basis van loze beschuldigingen. Tegelijkertijd vind ik dat de samenleving als rechtsstaat het heft opnieuw in handen moet nemen. Als dat niet gebeurt, werk ik niet meer mee met verplichtingen die alleen aan de Kerk opgelegd worden.

“Vijftien jaar geleden werd in het parlement gezegd: ‘De Kerk moet iets doen voor de slachtoffers.’ Voor alle duidelijkheid: misbruik is een misdaad en hoort dus thuis bij Justitie. Van zodra een klacht niet verjaard zou kunnen zijn, is het in ieders belang, óók in dat van de Kerk, dat die zo vlug mogelijk bij Justitie zit. Want alleen zij kan met gekwalificeerde en gemandateerde onderzoeksrechters een onderzoek voeren en de zaak voor een rechter brengen. De eerste beschuldiging in het parlement luidde: ‘Jullie brengen niets naar Justitie.’ Waarop wij repliceerden: ‘Oké, misschien is er iets aan onze aandacht ontsnapt, maar wat we in handen hebben, is of wordt overgedragen aan Justitie.’ Het heeft een tijdje geduurd voor men doorhad dat wij de waarheid vertelden.

“De immense berg dossiers die na Vangheluwe bij de commissie-Adriaenssens terecht kwamen, waren zo goed als allemaal verjaarde feiten. Men heeft de Kerk toen verplicht om daar een ‘bijna-Justitie’ voor te organiseren. Ik geef toe: we stapten daar voluit in mee.”

De Kerk sloot dadingen met slachtoffers en betaalde schadevergoedingen?

BONNY: “Ja, en we deden dat met overtuiging en inzet. Tot dan 15 jaar later Godvergeten uitgezonden wordt en wij het verwijt krijgen dat we het niet goed hebben aangepakt. Terwijl we net alles uitvoerden zoals het ons door de eerste parlementaire commissie werd geadviseerd. Plots deugen al die inspanningen niet meer omdat ze door de Kerk zijn geleverd. Daarom is mijn conclusie nu: als de staat vindt dat er voor verjaarde feiten iets moet ondernomen worden, moet de samenleving in de toekomst maar zelf de organisatie uitbouwen die dat zal aanpakken. De Kerk zal daar dan met overtuiging en genereus haar medewerking aan verlenen. Maar het initiatief moet ons uit handen genomen worden en door de samenleving georganiseerd worden. Anders zitten we binnen 5 jaar opnieuw voor een parlementaire commissie die opnieuw zal vragen: ‘Wat hebben jullie ondernomen?’”

Ik ben het met u eens dat niet de Kerk, maar de overheid regelingen moet treffen met slachtoffers van verjaarde feiten. Maar waarom heeft u dat vijftien jaar geleden niet gezegd?

BONNY: “We waren toen groggy en hingen in de touwen. Belangrijk is dat er nu die maatschappelijke instelling komt voor de aanpak van verjaarde feiten. Een organisatie waar alle slachtoffers van misbruik, waar dat ook gebeurd is, bij terecht kunnen voor erkenning. Op basis van die erkenning kan dan een tegemoetkoming volgen voor terugbetaling van psychiaters of psychologen. Wij zullen dan als Kerk de verantwoordelijkheid nemen voor die slachtoffers die in een kerkelijke context zijn misbruikt. Wist u trouwens dat minstens 85 procent van alle misbruik in gezinnen of families plaatsvindt? Als het klopt dat 7 à 8 procent van de bevolking met misbruik te maken krijgt, moeten er in België honderdduizenden mensen rondlopen die in hun kinderjaren seksueel misbruikt zijn.”

ZUSTERS ZONDER LIEFDE

In Godvergeten kwamen voornamelijk overlevers van misbruik door mannelijke geestelijken aan het woord. Ik sprak het voorbije jaar verschillende mensen die getuigen over vrouwelijk misbruik in de Kerk. Ik schreef er het boek Zusters zonder liefde over.

BONNY: “Ik weet dat uw boek er is, maar ik heb het nog niet gelezen.”

Ik hoorde afschuwelijke verhalen, niet alleen over seksueel misbruik door kloosterzusters, maar ook over lichamelijke en emotionele mishandeling, gedwongen adopties, mensenhandel en slavernij. Het gros van de getuigenissen speelt zich af in de jaren 60, 70 en 80. Eén verhaal dateert van vorig jaar.

BONNY: (stilte) “Ik kan noch bevestigen, noch ontkennen. De verhalen zijn wat ze zijn. Ik ontving ook al mensen die in kloosters of scholen van alles meemaakten. Je zit zowel met de lichte als de duistere kant.”

In sommige door nonnen gerunde internaten en weeshuizen was amper licht te bespeuren. Ik denk dan aan het door de congregatie Sint-Vincentius a Paulo gerunde weeshuis van Zelem, het door de Zusters Dominicanessen geleide internaat van Erwetegem, het Kortrijkse weeshuis Stella Maris van de Zusters van het Geloof en het ‘opvangcentrum’ voor ongewenst zwangere vrouwen Tamar van de Zusters Kindsheid Jesu in Lommel.

BONNY: “Ik twijfel er niet aan dat er in die internaten en weeshuizen vrouwen en mannen waren met afwijkend seksueel gedrag. Maar er wordt gedaan alsof wij daar alles over weten en alsof wij het organiseerden en wegstopten. Dat is niet zo. Als misbruik in instellingen plaatsvond waar mannen het voor het zeggen hadden, zal dat bij vrouwen ook gebeurd zijn. Reden te meer voor de samenleving om zo snel mogelijk die instelling op te richten waar iedereen die slachtoffer is van verjaarde feiten terecht kan.”

De Ierse Catherine Corless onderzocht tien jaar geleden in haar geboortestad Tuam het door de zusters van Bon Secours geleide weeshuis. Daar kwamen ongewenst zwangere vrouwen bevallen. In ruil moesten ze gratis dwangarbeid verrichten. Hun baby’s werden afgenomen en verkocht aan adoptieouders. Tussen 1925 en 1961 dumpten de nonnen de lijkjes van 796 aan ontbering gestorven baby’s en jonge kinderen in het riool. Forensisch onderzoek gaf Corless over de hele lijn gelijk. Naar aanleiding van haar onderzoek kwam er ook een door het Ierse parlement aangestelde onderzoekscommissie. Die concludeerde in haar eindrapport: ‘Vóór de jaren 1960 vernietigden alle Ierse katholieke opvangtehuizen de levens van onwettige kinderen in plaats van ze te redden.’ Ik tekende in mijn boek getuigenissen op die griezelige gelijkenissen vertonen met het weeshuis uit Tuam. Moet er bij ons geen onderzoekscommissie komen die net als in Ierland heel diep zal spitten?

BONNY: “Natuurlijk mag alles onderzocht worden. Zowel in Ierland als in Vlaanderen was zo goed als alles katholiek. In andere landen waar er twee of drie kerken zijn, zitten instellingen verspreid. Maar in Ierland, Vlaanderen, Oostenrijk en Italië niet. Kindermisbruik vond je in die landen dan ook bijna per definitie in katholieke gezinnen of instellingen.

“Laat er geen twijfel over bestaan: misbruik is kwaad, een criminele daad. Maar hoe hou je in een en dezelfde instelling goed en kwaad uit elkaar? Ik zat zelf drie jaar op een internaat. Achteraf bleek dat één van de paters in dat internaat ook misbruik pleegde. Ik heb het zelf niet ervaren en hou heel goede herinneringen aan die school over, net als mijn klasgenoten. Maar er vond dus ook misbruik plaats. Hoe moet ik daar nu over oordelen?

“De naaste familie van mijn grootouders telde vier religieuzen, met een broeder van liefde die zijn hele leven in de psychiatrie werkte. Ik hoor die broeder nog vertellen hoe hij zeven dagen op zeven met twee medebroeders voor de hele zaal zorgde. Zonder dat ze betaald werden, want al het geld was nodig om het ziekenhuis draaiende te houden. Dat riep bij mij enorme toewijding op. Hoe ligt goed en kwaad verweven in een instelling of school, in een congregatie, een kerk of de hele samenleving?

“Peter Adriaenssens studeerde in de jaren 70 psychiatrie in Leuven. Hij vertelde me hoe in die tijd pedofilie amper leek te bestaan. Er werd geen les over gegeven; het was een voetnoot. Er bestonden nog geen studies over het mechanisme dat erachter schuilgaat, of over de trauma’s die het veroorzaakt. Laat staan over welke therapie er nodig is om die trauma’s aan te pakken.

“U raakte daarnet ook verplichte adopties uit de tweede helft van de twintigste eeuw aan. Het Vlaamse parlement heeft zich daar indertijd over gebogen en schreef er een rapport over. Daaruit blijkt dat er naast de zusters verschillende autoriteiten betrokken waren: vrederechters, Kind en Gezin, huisartsen, gynaecologen. Daar zat een heel systeem achter.”

In Zusters zonder liefde getuigt een mevrouw die in de jaren zeventig op haar veertiende zwanger werd van haar broer. Een slachtoffer van incest. Op voorspraak van de plaatselijke pastoor brachten haar ouders haar naar Tamar in Lommel. Tot aan de bevalling moest ze een half jaar gratis in een textielfabriek werken. Ze moest haar schuld aflossen, want de nonnen beschouwden haar als een gevallen vrouw. Toen ze weeën kreeg, voerde de plaatselijke gynaecoloog haar in zijn BMW naar het noorden van Frankrijk waar ze anoniem moest bevallen. Haar baby werd van haar afgenomen en verkocht aan adoptieouders. Ongewenst zwangere tienermoeders werden ‘hoeren’ of ‘sletten’ genoemd.

BONNY: “Het is altijd goed om de twee klokken te horen. De ene klok is weg. De zusters zijn overleden. Ik ding niets af van al het leed wat u beschrijft. Maar van al die vrouwelijke religieuzen, zijn er niet veel meer in leven. Daar komt bij dat niet alleen de Kerk, maar ook de samenleving betrokken partij was. Om te beginnen: de Kerk had dat kind niet gemaakt. Het ging bijna altijd over een situatie in een familie in een tijd waarin abortus niet mocht. Wij zijn daar nog altijd geen voorstander van, maar vandaag zijn er andere uitwegen. Vandaar mijn opmerking: het zou nuttig zijn om alle klokken te horen.”

ROMEINSE STANDBEELDEN

Het misbruik in de Kerk werd wereldwijd héél groot. Heeft u daar een verklaring voor?

BONNY: “Hoe groot het misbruikpercentage in de Kerk is, weet ik niet. De redenen waarom het gebeurde, kun je niet onder één noemer onderbrengen.”

Zou het verplichte celibaat een verklaring kunnen zijn?

BONNY: “Dat kan een van de redenen zijn. Maar als 85 procent van alle misbruik in gezinnen zit, onder gehuwden met broers, zussen en vaders, wil dat zeggen dat misbruik niet alleen bij vrijgezellen voorkomt.

“De Kerk had vroeger een vrij gesloten cultuur, zeker in sommige scholen en internaten. Geslotenheid leidt tot misbruik. Of dat dat nu in een school, de Kerk, een gezin, of een familie is.”

De Kerk had toch altijd een lastige verhouding met seksualiteit, terwijl dat iets zeer menselijks is?

BONNY: “Er zaten deviaties in de Kerk die er niet thuishoorden. Gelukkig is er de laatste 30 jaar veel veranderd rond het thema seksualiteit. Ik behoor tot de eerste generatie die op de middelbare school lessen over seksuele voorlichting kreeg. In mijn tijd werden die gegeven door de leraar godsdienst, een priester. Hij gaf voorlichting aan de hand van Romeinse standbeelden. Ik maakte zo kennis met het vrouwelijk schoon en kreeg aan de hand van een in steen gehouwen Romein uitleg over de mannelijke edele delen. (lacht) Om maar te zeggen: er is sindsdien een lange weg afgelegd.”

Niet alle priesters houden zich aan het verplichte celibaat. Sommigen hebben een al dan niet verborgen relatie. Misschien maar goed ook, want als seks niet mag, is het niet ondenkbaar dat het na verloop van tijd een obsessie wordt?

BONNY: “Ik begrijp dat mensen op een bepaald moment in hun leven weldoordacht voor het celibaat kiezen. Ik heb dat ook gedaan, met overtuiging, en doe dat nog steeds. Maar wat men onderschat heeft, is dat mensen evolueren. Men had veel vlotter de wegen moeten openen om van keuze te veranderen.”

U wijdde onlangs een gehuwde Oekraïense man tot priester.

BONNY: “Ik ben er altijd al voorstander van geweest dat ook gehuwde priesters gewijd mogen worden. Twaalf jaar geleden schreef ik daar iets over in een tijdschrift voor Vlaamse priesters. Er kwam bijna onmiddellijk een brievencorrespondentie met Rome op gang: als bisschop van Antwerpen moest ik daarover zwijgen. Ik ben er vrij zeker van dat vandaag alle Belgische bisschoppen vragende partij zijn om gehuwde mannen te mogen wijden.”

PAUS OP BEZOEK

Volgens Rik Devillé zorgde Godvergeten ervoor dat u en uw collega’s alles uit de kast haalden om het pausbezoek met een jaar te vervroegen. Paus Franciscus kwam eind september 2024 naar België voor de viering van 600 jaar KU Leuven, terwijl de universiteit pas op 9 december 1425 is opgericht. Het vervroegde pausbezoek moest de publieke nasleep van Godvergeten helpen dempen.

BONNY: “Dat is gewoon niet waar. Ik maakte vanaf dag 1 heel dat traject mee, wat al een jaar of vier eerder werd opgestart. Een paus uitnodigen doe je niet van de ene dag op de andere. Daar heb je ook de regering voor nodig, want Franciscus is niet alleen paus, maar ook buitenlands staatshoofd.”

Godvergeten zette geen turbo op de uitnodiging?

BONNY: “Echt niet. Er was vlug overeenstemming over eind september, dat paste het beste in ieders agenda. Niemand van ons vroeg om het bezoek te versnellen. Integendeel, stel dat we ons over de impact van Godvergeten zorgen maakten, dan hadden we Franciscus toch geadviseerd: ‘Alsjeblieft, kom nu niet! Wacht tot de storm is gaan liggen.’”

De ochtend na de ontmoeting van de paus met de vijftien geselecteerde slachtoffers van misbruik, zei een van hen op de radio dat Franciscus hem aangenaam had verrast. De paus had zijn verontschuldigingen aangeboden, maar had ook gezegd dat hij niet wist dat het historische misbruik in de Belgische kerk zo’n proporties had aangenomen. De bisschoppen hadden hem niet goed ingelicht. Sorry, maar ik geloof dat niet.

BONNY: “Wij wisten ook niet goed wat we daar moesten van denken. Al kan ik begrijpen dat het op dat moment Franciscus’ gevoel was. Dat hij dacht: ‘Oei, wat is dat daar allemaal?’

“Als er één Kerk is die jaar na jaar alle statistieken, alle cijfers en stapels rapporten gepubliceerd heeft, dan is het de Belgische. Al die documenten werden altijd aan de nuntiatuur overhandigd voor Rome. Twee jaar geleden zijn alle bisschoppen samen nog eens diezelfde berg documenten persoonlijk in Rome gaan afgeven. Maar wat belandt daarvan uiteindelijk op het bureau van de paus?”

Was de paus dan niet gebriefd over de slachtoffers die hij ging ontmoeten?

BONNY: “Alles was tot in de details afgesproken. Wie hij zou zien en hoe lang het zou duren. Hij wou dat iedereen zijn verhaal kon vertellen, waardoor het oorspronkelijke uur meer dan verdubbelde. Gelukkig maar.

“Er was geen bisschop bij. Alleen twee vertalers en twee psychologen. Om de emoties van boosheid of verdriet op te vangen en het gesprek in goede banen te leiden. Ik kan me voorstellen dat Franciscus erg onder de indruk was van wat hij te horen kreeg. Misschien is het niet zo verwonderlijk dat hij na vijftien getuigenissen die er diep inhakken, zegt: ‘Dat heb ik allemaal niet geweten.’”

ROGER VANGHELUWE

Eind 2023 reisde u met bisschop Koen Vanhoutte naar Roger Vangheluwe in zijn abdij in Frankrijk om hem te vragen of hij zijn titels van bisschop en priester eindelijk wou inleveren. Jullie wilden het probleem Vangheluwe van de baan vóór het bezoek van de paus?

BONNY: “Dat speelde mee, maar was niet de hoofdreden. De voorbije tien jaar hebben we herhaaldelijk aan Rome gevraagd om een duidelijke sanctie tegen Roger Vangheluwe te nemen en die ook op papier te zetten. Hij mocht geen enkele daad van een priester meer uitoefenen, maar hij bleef wel als priester en bisschop erkend. Daar konden wij niet mee leven, maar we kregen nooit een helder antwoord. Er werd ons alleen gezegd: ‘Hij moet in die abdij blijven.’ Toen was er plots Godvergeten, waar we op voorhand geen enkele inzage in kregen en zelfs geen enkele kennis van hadden. Ja, we wisten: ‘Er komt een reeks.’ Oké.”

Hebben jullie die proberen tegenhouden?

BONNY: “Op geen enkele manier. Ik viel uit de lucht. In deel één kwam Vangheluwe al meteen ter sprake. Toen hebben we inderdaad in de bisschoppenconferentie beslist om het heft in eigen handen te nemen. We hadden hem via Rome uit zijn ambt kunnen laten zetten. Maar zo’n procedure duurt maanden. Dus gingen we hem vragen of hij de eer aan zichzelf wou houden.”

Is Roger Vangheluwe een gebroken man?

BONNY: “Dat lijkt niet zo. Al is hij als inmiddels 88-jarige fysiek wel veel verzwakt. Hij heeft geen last van ouderdomsdementie en is helder van geest.”

Had hij schuldinzicht?

BONNY: “Ik denk het wel. We hebben twee uur met hem gesproken. We hadden het niet over zijn gevoelens, maar we voelden wel een mix van schuld, schaamte en spijt. We vroegen: ‘Waarom vraag je het nu niet zelf om uit je ambt gezet te worden?’ Het was een maandag en hij antwoordde: ‘Tegen het midden van de week krijgen jullie mijn antwoord.’ Zijn antwoord kwam inderdaad een paar dagen later, maar was allesbehalve klaar en helder. Op donderdag stuurde ik hem een mail waarin ik opnieuw uiteenzette waarom hij beter zelf initiatief zou nemen om afscheid te nemen van zijn priesterambt. Op vrijdag antwoordde hij: ‘Ik zal een brief schrijven naar de paus’, zonder te verduidelijken wat erin zou staan.”

Van veel schuldinzicht getuigt dat toch niet?

BONNY: “Ik kan alleen zeggen dat wij altijd maximale druk op hem hebben uitgeoefend. Natuurlijk had hij van in het begin zijn verantwoordelijkheid kunnen nemen. Wij hebben dat herhaaldelijk gevraagd, via de nuntius en ook rechtstreeks aan Rome.”

U heeft Roger Vangheluwe goed gekend?

BONYY: “Zeker. Toen ik in 1973 in het seminarie van Brugge binnenging, was hij er professor en begeleider. Later werd ik zelf professor op het seminarie en was hij mijn collega. Toen hij in 1985 bisschop van Brugge werd, was hij mijn bisschop.”

Had u ooit een vermoeden?

BONNY: “Nooit. Ik ken niemand die ooit iets heeft geweten of vermoed.”

© Jan Stevens

Vergelijkbare berichten

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *