‘We hebben nooit alles onder controle, maar dat is helemaal oké’

In Worlds of Uncertainty schetst Peter Haldén, professor oorlogsstudies aan de Swedish Defense University in Stockholm, hoe de mensheid sinds de pestepidemie van de 14e eeuw omgaat met onzekerheid en onvoorspelbaarheid. ‘Hoe meer je ervan overtuigd raakt dat je alles controleert en gebeurtenissen kunt voorspellen, hoe kwetsbaarder je wordt voor verrassingen en schokken.

Toen Rusland twee jaar geleden Oekraïne binnenviel, was Peter Haldén net de laatste hand aan het leggen aan zijn boek Worlds of Uncertainty. “Ik wist meteen: er moet nog een stevig hoofdstuk bij”, zegt hij. “Want wat ik onderschat had, was hoe megaschokken zoals die Russische invasie ons wereldbeeld bijna van de ene dag op de andere veranderen. Jarenlang beschouwden we Vladimir Poetin ondanks zijn griezelige autoritaire trekken als een volwaardige handelspartner. We geloofden nooit dat hij in februari 2022 Oekraïne zou binnenvallen. Het gebeurde toch en de geopolitieke toestand kantelde. Massaschokken beïnvloeden de menselijke psyche. Dat was niet alleen zo na de invasie in Oekraïne, maar ook tijdens de pest, bij de start van de Eerste Wereldoorlog, in de beginmaanden van de coronapandemie of tijdens de aardbevingen in Turkije en Syrië vorig jaar. Al die ‘gebeurtenissen’ kwamen als totale verrassing en brachten ook een vorm van bezinning.”

Maar hoe verrassend was de Russische inval in Oekraïne echt? Of de aanval van Hamas in Israël op 7 oktober van vorig jaar? De Russische troepen waren wekenlang bezig met ‘oefeningen’ rond de Oekraïense grens. En de Israëli’s hadden de voorbereidingen van Hamas in Gaza gefilmd.

Peter Haldén: “De top van de Israëlische inlichtingendiensten merkte inderdaad niets van de voorbereidingen, terwijl die bijna open en bloot plaatsvonden, maanden op voorhand al. De Israëlische inlichtingenofficieren op het terrein hadden beeldmateriaal, alleen geraakte dat niet hoger in de hiërarchie. Naar hun waarschuwingen werd niet geluisterd.

“Het grote probleem was dat de Israëli’s waren beginnen geloven dat ze absolute meesters zijn in beveiliging en controle. Hoe meer je ervan overtuigd raakt dat je alles controleert en gebeurtenissen kunt voorspellen, hoe kwetsbaarder je wordt voor verrassingen en schokken. Wat heel paradoxaal lijkt voor onze moderne samenlevingen, want die zijn allemaal veel meer dan vroeger op routine, veiligheid en controle gebaseerd. Toch moeten ook hoogtechnologische landen af en toe ervaren hoe extreem hard een onverwachte gebeurtenis kan toeslaan.

“Na de invasie in Oekraïne kopten kranten bijna in paniek: ‘De wereld was nog nooit zo onvoorspelbaar en onzeker als nu.’ Terwijl dat helemaal niet zo is. De onvoorspelbaarheid en onzekerheid zijn even groot als vroeger, alleen reageren wij daar anders op dan onze voorgangers.”

Net omdat we zo’n controlefreaks geworden zijn?

“Dat heeft er zeker mee te maken. Stel je voor dat je in een tijdperk leeft zonder dienstregelingen. Als je dan met de bus van Gent naar Düsseldorf rijdt, heb je er totaal geen idee van wanneer je ooit zal aankomen. Binnen één week? Binnen twee? ‘We zien wel.’ Vertragingen bestaan dan niet en zorgen voor geen extra stress. Maar wie vandaag de trein neemt, en op het aankondigingsbord ziet flikkeren: ‘+60 minuten’, krijgt bijna een hartverzakking: ‘O my God, een uur vertraging!’ Waarna de treinmaatschappij de volle laag krijgt. (lacht)

“Het is juist dat we vandaag de toekomst veel beter kunnen voorspellen dan ooit tevoren. Onze inlichtingendiensten kennen het klappen van de zweep. Ze hanteren ook goede modellen, alleen is er een limiet aan wat er te voorspellen valt. Het is pas wanneer ons bewustzijn over wat er écht mogelijk is, wegvalt of vervaagt, dat superschokken extra hard aankomen.

“In 2006 viel Israël Libanon binnen en ging achter Hezbollah aan. ‘We kennen die terroristen door en door en weten hoe ze denken.’ Alleen was Hezbollah intussen van terreurgroep veranderd in een min of meer regulier werkend leger. Voor het Israëlische leger was dat een grote schok: de militairen waren daar mentaal totaal niet op voorbereid, waardoor ze snel grip verloren.

“Het ideale uitgangspunt zou altijd moeten zijn: we hebben nooit alles onder controle, maar dat is helemaal oké.”

We moeten meer ‘zen’ worden?

“Voilà. De westerse filosofie is van oudsher geobsedeerd door dat onderscheid tussen zekerheid en onzekerheid. De beroemde uitspraak ‘ik denk, dus ik ben’ van de Franse 17e-eeuwse filosoof René Descartes zet dat idee van het zekere en onzekere op scherp. Want de essentie van wat hij zegt, is: ‘Het enige waar ik absoluut zeker van ben, is mijn kleine vierkante meter waarop ik sta. Al de rest is bedreigend.’

“In de 20e eeuw won het pragmatisme als stroming aan kracht in de filosofie. De tegenstelling absolute zekerheid tegenover absolute chaos ging op de wip. Het bewustzijn drong door dat het niet langer over zekerheid of onzekerheid moest gaan, maar over ‘waarschijnlijkheid’ en ‘onwaarschijnlijkheid’. De teneur was: hoe sneller we afscheid nemen van onze obsessie met zekerheid/onzekerheid, hoe beter.”

Uw boek Worlds of Uncertainty is een filosofische reis doorheen de tijd, een zoektocht naar hoe onze voorouders met oorlogen, dodelijke ziektes en natuurrampen omgingen?

“De manieren waarop mensen over gevaren, rampen of oorlogen nadenken of hoe ze ermee omgaan, wordt gedeeltelijk bepaald door de filosofische denkbeelden van hun tijd. Als ik als academicus oorlogen en krijgsvoering doorheen de geschiedenis wil bestuderen, zal ik dat nooit tot een goed einde brengen als ik geen aandacht heb voor abstractere onderwerpen zoals filosofie en religie. Filosofische stromingen beïnvloedden de manier waarop mensen in hun tijd naar rampen en oorlogen keken, maar die filosofieën werden op hun beurt ook beïnvloed door de grote onvoorziene schokken van hun tijd.

“Ik start mijn onderzoek bij de Zwarte Dood, de pestepidemie die van 1347 tot 1352 door Europa woedde, met miljoenen doden als gevolg. Ik had me daar net volledig in ondergedompeld toen het coronavirus in Europa zijn eerste dodelijke slachtoffers maakte. Dat was nogal bizar.

“Vandaag geloven we dat door de pest de middeleeuwse samenleving verzandde in chaos, dood en vernieling. Dat was zeker zo tijdens de allereerste zomer en herfst van de Zwarte Dood, maar een jaar later hadden de verstandigste mensen geleerd er mee om te gaan. Ik vond een tekst terug van een middeleeuwse monnik die beschreef hoe een besmette man voor de poorten van de kerk God aanriep om hulp. ‘Wat een idioot’, schreef die monnik. ‘Hij moet geen hulp zoeken bij God, maar bij een dokter.’ (lacht) Natuurlijk werkten de middeleeuwse medicijnen niet zoals de onze, maar mensen pasten zich toen net als tijdens covid snel aan die nieuwe, levensbedreigende omstandigheden aan. Met dokters die de plaats van God inpikten.”

Toch bleef God in die tijd alomtegenwoordig.

“Ja, maar de verstandige middeleeuwers, waaronder dus de monniken, wisten: ‘Je kunt je geen uitweg bidden uit de Zwarte Dood.’ De pest veranderde de waarden en normen in de samenleving. Zo mochten vanaf dan vrouwen zich laten onderzoeken door mannelijke dokters. Het is ook geen toeval dat de Florentijnse schrijver Giovanni Boccaccio in die periode zijn meesterwerk Decamerone schreef. Zijn licht erotische verhalenbundel werd en wordt door sommigen geïnterpreteerd als een teken van ‘vreselijke normvervaging’, met niet alleen mannen, maar ook vrouwen die hun lusten botvieren. Het klopt dat de pest ervoor zorgde dat gegoede mannen en vrouwen zoveel mogelijk uit hun bedreigde leven wilden persen, maar het klopt ook dat vrouwen eindelijk op consultatie mochten bij geneesheren.

“In onze huidige westerse samenleving is God voor veel mensen totaal verdwenen. De ‘grote shift’ vond plaats begin 19e eeuw. Alle eeuwen daarvoor had God altijd wel een plan voor de mens. Na de 16e-eeuwse reformatie was er tussen protestanten en katholieken onenigheid of God actief ingreep of niet, maar over één ding bleven ze het eens: het opperwezen heeft een plan en de geschiedenis gaat één welbepaalde richting uit. De ultieme zekerheid was God. Als de vikingen ongevraagd en onaangekondigd je dorp kwamen platbranden, was daar altijd die sluitende verklaring: ‘God stuurde die kerels op ons af omdat we hebben gezondigd.’

“Vanaf de 19e eeuw keerden steeds meer mensen het geloof de rug toe, maar zonder goddelijke zekerheid groeide de menselijke behoefte om onzekerheid en onvoorspelbaarheid op andere manieren onder controle te krijgen.”

Er werd gezocht naar alternatieven voor God?

“De plaats van het plannende en sturende opperwezen werd ingenomen door ideologieën zoals marxisme, liberalisme en sociaal-darwinisme. Ze probeerden allemaal een basismechanisme te ontwikkelen om gebeurtenissen onder controle te krijgen en houden. Zo beredeneerden liberale economen ‘wetten’ waarmee ze de mens de illusie gaven vat te hebben op de werking van de zogenaamde ‘vrije markt’. Marxistische economen voorspelden dan weer de historische triomf van het proletariaat.

“In 1789 brak de Franse Revolutie uit en de volgende 25 jaar zorgde die voor schokgolven die heel Europa dooreen schudden. Oude koninkrijken belandden op de storthoop van de geschiedenis. De hele 19e eeuw leefde ons continent met de naweeën van de Franse generaal en keizer Napoleon Bonaparte.

“In plaats van met de door die Franse Revolutie veroorzaakte onzekerheid en chaos te leren leven, werden er verwoede pogingen ondernomen om grip op de toestand te krijgen. Na de val van Napoleon in 1814 organiseerde de Oostenrijkse kanselier Klemens von Metternich het Congres van Wenen. Hij bracht een paar honderd regeringsleiders en hun diplomaten bijeen om te overleggen over de nieuwe woelige tijden. Want de Napoleontische oorlogen hadden heel Europa ernstig gedestabiliseerd. De angst was groot dat het alleen maar erger zou worden. Voorzitter Von Metternich hoopte dat zijn congres voor een herstel van prerevolutionaire tijden kon zorgen, toen het ancien régime met zijn vorstendommen tenminste de adel stabiliteit en zekerheid gaf. Om terug de controle te kunnen verwerven, moest er volgens Von Metternich gewerkt worden aan vertrouwen tussen Europese staten. De kanselier was geen democraat en had een hekel aan nieuwerwetse uitvindingen zoals het liberalisme, maar zijn concept van ‘vertrouwen’ stond als een huis. Eerst moesten we elkaar beter leren kennen, waarna we elkaar konden beginnen vertrouwen als ‘voorspelbare partners’. Wederzijds vertrouwen verlaagt het risico op oorlog en op andere gevaarlijke avonturen. Het resultaat is een voorspelbaarder, veiliger wereld. Nu klinkt dat concept nogal gewoon, maar in die tijd was het geniaal.”

Twintig jaar lang vertrouwden veel westerse landen de Russische president Vladimir Poetin. Rusland werd zelfs Duitslands belangrijkste gasleverancier.

“Waarom wilden zoveel westerse politici en regeringsleiders Poetin zo graag vertrouwen? Want terwijl ze hem in de watten legden en grote gasdeals sloten, gedroeg hij zich allesbehalve als een democraat. Hij voerde oorlogen, destabiliseerde andere regeringen en vertimmerde Rusland tot een maffiastaat. Een eerste verklaring is natuurlijk dat er veel geld te verdienen viel met zakendoen met het Russische regime. Een tweede verklaring is het liberale adagium dat er automatisch vrede komt als landen handel drijven met elkaar. Want mensen zijn zogezegd van nature goed en te vertrouwen.”

U vindt niet dat de meeste mensen deugen?

“’De meeste mensen deugen’ is óók een manier om het bestaan voorspelbaarder te maken. Als ik vriendelijk tegen u ben, zal u dat ook zijn tegen mij. Dat is de aanname. Tot die dag komt waarop u, ondanks mijn niet aflatende vriendelijkheid, niet zo’n vriendelijke meneer blijkt te zijn.

“In de jaren 1990 en 2000 primeerde die liberale gedachte: door handel te drijven leren we elkaar kennen en worden we vriendjes! We hadden nochtans heel goed kunnen weten wat Vladimir Poetin van plan was. In zijn toespraken wond hij er geen doekjes om, zeker na 2005. Hij stelde klaar en duidelijk: ‘Wij vinden het erg bedreigend dat jullie de NAVO en de EU zomaar naar het oosten uitbreiden.’ Wij, Europeanen en Amerikanen, maakten onszelf wijs: ‘Ach, hij kletst uit zijn nek.’ Terwijl hij toen zeer eerlijk was.

“Dat fenomeen van hoe we er in het geval van Poetin collectief voor kozen om onszelf een rad voor de ogen te draaien, is voer voor psychologen. (lacht) Systemen gebouwd op vertrouwen zijn sowieso zeer kwetsbaar voor mensen die ze willen misbruiken. Ik geloof in vriendschap en in een groep vrienden die afspraken maakt. Maar van zodra er één psychopaat in het gezelschap zit die door niemand tijdig wordt opgemerkt, kan de schade groot worden.”

Voorspelbaar is dan weer dat er zich onder de waterlijn altijd psychopaten zullen bevinden?

“Precies. Politici die zich onvoorspelbaar gedragen, kunnen zich daar op korte termijn veel voordeel mee doen. De politieke filosoof Niccolò Machiavelli stelde dat al in de overgang van de 15e naar de 16e eeuw. Hij raadde politici aan om in een chaotische situatie het initiatief te nemen: ‘Wees onvoorspelbaar en ga in het offensief.’ Het resultaat zal zijn dat ze dan redelijk snel over hun tegenstanders zullen triomferen. Maar als ze vervolgens te lang onvoorspelbaar blijven, zal bij het volk het besef doordringen dat ze gevaarlijk zijn. Dan zullen er coalities tegen hen gesmeed worden. Napoleon volgde exact dat machiavellistische scenario.”

Donald Trump volgt hetzelfde scenario. Ook hij is zeer onvoorspelbaar en offensief. Acht jaar na zijn eerste verkiezingsoverwinning lijkt het niet alsof het bij veel van zijn aanhangers intussen doorgedrongen is dat hij misschien wel eens gevaarlijk zou kunnen zijn. Integendeel, de kans dat hij de volgende Amerikaanse president wordt, lijkt groot.

“Dat is het mysterie van de Amerikaanse politiek. (lacht) Trump spiegelt zijn kiezers een perfect voorspelbare, simpele en netjes afgebakende wereld voor. Hij strooit ook graag met complottheorieën. Die impliceren altijd dat je de wereld kunt controleren: ‘Een kleine elite hokt samen in een kamer en trekt aan alle touwtjes.’ Alsof we gevangen zitten in een James Bond-film. Een complottheorie gaat er bij velen in als zoete koek omdat die een geruststellend verhaal brengt: ‘Ja, de wereld kán gecontroleerd worden!’

“Donald Trump biedt met zijn retoriek zekerheid aan: ‘Stem voor mij, vertrouw op God, gedraag je superagressief en het komt weer goed met Amerika.’ We weten allemaal dat een samenleving pas leefbaar wordt wanneer iedereen zich aan een aantal normen, waarden en regels houdt. Het merkwaardige is dat Donald Trump continu wetten overtreedt en dat zijn populariteit daar niet onder lijdt, integendeel. Al van in het begin van zijn carrière reageerde hij op de kritiek op zijn wetteloze gedrag met: ‘Yes, I can.’ Nu blijkt pas hoe het bijna onmogelijk geworden is om een man zoals Trump tot de orde te troepen. Hij voelt geen enkele schaamte. Zijn passage in de politiek doet de Amerikaanse samenleving geen deugd. Hij stuurt de vreselijke boodschap de wereld in dat enkel losers voorspelbaar en betrouwbaar zijn. Zowel hij, als veel van zijn volgelingen lijken zich te laten drijven op lust, hebzucht en instinct. De boodschap die ze uitdragen, is dat hun gedrag het enige juiste na te streven ideaal is. Zo hollen ze uit wat samenleven zou moeten zijn. Die evolutie is extreem gevaarlijk.”

Oorlogen, klimaatverandering, de onstuitbaar lijkende opmars van autoritaire populisten… Er hangt nogal wat revolutionair aandoende onrust in de lucht. Is dat omdat we vandaag in zo’n onzekere tijden leven?

“We moeten daar toch mee oppassen. Hoe meer we verkondigen dat onze wereld zo onzeker en onvoorspelbaar geworden is, hoe meer we geneigd zijn dat ook te geloven. Zo belanden we in een self fullfilling prophecy. Terwijl er bij veel bewindvoerders en wetenschappers wel degelijk oog is voor de grotere problemen van de toekomst. Natuurlijk zien we niet alles op ons afkomen, maar veel gelukkig wel.

“Als je alleen maar van de onvoorspelbaarheid van de wereld uitgaat, doe je alsof de mens niet langer verantwoordelijkheid draagt voor wat er misgaat. Dat is precies wat er gebeurde tijdens de Vietnamoorlog van 1955 tot 1975. Amerikaanse politici wisten heel goed dat ze die oorlog nooit konden winnen. Dat gaven ze ook eerlijk toe achter gesloten deuren. Maar achteraf beweerden ze on the record: ‘We hadden nooit kunnen voorzien dat die oorlog zo’n ramp zou worden. Hij verliep totaal onvoorspelbaar.’ Wat totaal onwaar was.”

De Vietnamoorlog kostte 4 miljoen mensen het leven. Dat zadelt die politici toch met een gigantische verantwoordelijkheid op?

“Zeker. Maar die wisten ze dus op een handige manier te ontlopen door te verkondigen: ‘We leven in zo’n onvoorspelbare wereld.’ Really?

“Op dit moment zijn er flink wat militaire acties bezig, zoals tegen de Houthi’s in Jemen, de oorlog in Gaza, Oekraïne… Maar wordt de wereld daar onvoorspelbaarder door? Toch niet de hele wereld? Onze treinen rijden nog steeds min of meer volgens schema en je kunt probleemloos de Eurostar naar Londen nemen. Zelfs als die oorlogen de onvoorspelbaarheid zouden vergroten, dan is dat nog niet het einde van de wereld. Crisissen zijn nu eenmaal van alle tijden.”

Zowel in België als in andere Europese landen waarschuwen hoge (ex-)militairen ons voor het ergste. We moeten een voorraad drinkwater inslaan, de conservenblikken aanvullen en een zaklamp met batterijen aankopen.

“De reacties in Zweden op die waarschuwingen waren tot hiertoe nogal kinderachtig. ‘Wanneer begint de oorlog? Volgende week? Of start hij al dit weekend?’ Terwijl onze opperbevelhebber Micaél Bydén niet meer of minder zei dan: ‘Het is niet onmogelijk dat we in een oorlog belanden.’ Net zoals een dokter zou kunnen zeggen: ‘Het is belangrijk dat je groenten eet, niet teveel alcohol drinkt en beweegt, want anders loop je meer risico op kanker.’ Een zinnig mens wordt dan toch niet boos? Waarom worden zoveel mensen dan wél boos als de defensiebaas iets durft te opperen over onze veiligheidsrisico’s? Zeker in Noord-Europa met zijn weerbarstige winters is het geen overbodige luxe om een paar extra gasflessen in huis te hebben om de stroomgenerator aan de praat te houden als de elektriciteit uitvalt. Een extra voorraadje is al jaren geen big deal voor Zweedse, Noorse of Finse gezinnen, maar in de huidige geopolitieke omstandigheden wordt het dat plots wel.”

Tezelfdertijd pleiten die hoge militairen voor meer geld en meer wapentuig voor defensie. Alsof ze van de huidige onrust en onzekerheid handig gebruik maken om hun budgetten aan te spekken?

“Een leger dient in de eerste plaats om te vermijden dat een land ooit oorlog moet voeren. De Russische revolutionair Lev Trotski merkte op: ‘Een land heeft altijd een leger. Ofwel van zichzelf, ofwel van de bezetter.’ Europa doet nu vooral beroep op het Amerikaanse leger om zichzelf te beschermen. Als Trump terug aan de macht komt, zouden we die bescherming wel eens kunnen verliezen.

“Ik ben professor aan de Zweedse defensie-universiteit; ik kan me voorstellen dat u mij daarom lichtjes bevooroordeeld vindt als het over militaire kwesties gaat. Maar toch: als u een nieuwe auto koopt, sluit u een bijhorende verzekering af om uzelf, uw partner en uw kinderen te beschermen. Het leger is niet meer of minder dan onze collectieve verzekering tegen geopolitieke ongelukken. Het is geen verzekering tegen onzekerheid en onvoorspelbaarheid, maar zorgt net voor meer voorspelbaarheid.

“Of neem de klimaatcrisis: we weten dat die zich aan het voltrekken is. We weten dat er steeds extremer weer op komst is, met overvloedige neerslag en pittige stormen. U woont in de Lage Landen: u weet nu al dat er u steeds meer overstromingen te wachten staan. Zorgt die kennis voor onzekerheid en onvoorspelbaarheid? Nee, toch? Ze is intussen een zekerheid. België en Nederland kunnen zich dus nu tot in de puntjes voorbereiden op die accurate voorspelling van meer overstromingsgevaar. Niet door in een kerk de Heer te gaan aanroepen, maar door met de nodige infrastructuurwerken van start te gaan. En door de uitstoot van broeikasgassen te reduceren.”

De klimaatcrisis is een zekerheid, toch kiezen velen ervoor de kop in het zand te blijven steken.

“Kent u het verschil tussen een zwarte zwaan en een grijze neushoorn? Econoom Nassim Nicholas Taleb schreef een paar jaar geleden een bestseller over het verschijnsel ‘zwarte zwaan’. Lang geloofden mensen dat er geen zwarte zwanen bestonden, tot er onverwacht één opdook. Taleb gebruikt de metafoor van de zwarte zwaan voor een volstrekt onvoorstelbare en bijgevolg onvoorspelbare gebeurtenis. Een agressieve ‘grijze neushoorn’ zien we dan weer met onze ogen open recht op ons afkomen. De klimaatverandering is zo’n grijze neushoorn. Het aanstormende gevaar is een massieve zekerheid, toch kiezen we ervoor om weg te kijken. Als dat immense beest dan vlak voor onze neus staat, reageren we stomverbaasd: ‘Oei, waar kom jij vandaan?’”

Peter Haldén, Worlds of Uncertainty, Cambridge University Press, 300 blzn., 30,42 euro

Bio

Peter Haldén

  • Geboren in 1977
  • Studeerde politieke wetenschappen en internationale relaties aan de Universiteit van Stockholm
  • Van 2007 tot 2015 wetenschappelijk onderzoeker aan de universiteiten van Stockholm, Helsinki en Uppsala
  • Sinds 2015 professor oorlogsstudies en politieke wetenschappen aan de Swedish Defence University

© Jan Stevens

Vergelijkbare berichten