“Terzake is iets te veel talkshow geworden”

Een kwart eeuw geleden stonden Dirk Sterckx en Alain Coninx aan de wieg van Terzake. “Nu krijgen politici een microfoon onder de neus geduwd. ‘Zijn er breekpunten? Ja of nee.’ Wij interviewden ook kritisch, maar altijd over de inhoud. Zonder het zelf te beseffen, laten journalisten zich inlijven in een politiek spel.”

 

Exact 25 jaar geleden om tien uur ’s avonds zei Dirk Sterckx voor het allereerst tegen de camera: “Goeienavond, dit is Terzake.” Die maandag 5 september 1994 heette de openbare omroep nog BRTN en was TV2 nog niet herdoopt tot Canvas. “TV2 was op dat moment een woestijn”, herinnert Alain Coninx zich. “Ons gloednieuwe duidingsprogramma Terzake moest hét ankerpunt worden van waaruit eindelijk een waardevolle tweede net gebouwd kon worden. Veel mensen twijfelden eraan of dat zou lukken. Een van die ongelovigen was Guy Polspoel. Hij was nochtans samen met mij, Dirk Sterckx en Dirk Tieleman ‘uitverkoren’ om Terzake te presenteren.”

Dirk Sterckx: “Tot hij het aanbod kreeg van het toenmalige FilmNet om voetbalcommentator te worden. Toen was Guy weg en waren wij nog met drie.”

 

Hoe goed boterde het in die beginjaren tussen Sterckx, Coninx en Tieleman?

Coninx: “We kenden elkaar van op de nieuwsdienst en er was wederzijds respect. We hebben nooit woorden gehad.”

Sterckx: “We vormden een uitstekend team.”

 

Jullie waren geen drie grote ego’s samen?

Sterckx: “Toch wel.”

Coninx: “Maar we hadden een slimme samenwerkingsformule bedacht. De ene week verzorgde je de eindredactie, de andere week presenteerde je. Dat was nieuw en werkte zeer goed. We gingen vriendschappelijk met elkaar om. Dat viel op, want plots wou iedereen bij ons komen werken. We groetten elkaar ’s morgens. De nieuwsredactie leek dan weer een koelkast. Je stapte er binnen en niemand keek op.”

 

Op dat moment was de openbare omroep in crisis?

Sterckx: “In 1994 zat de VRT alias BRTN in één van de diepste dalen ooit. Dat zou pas in 1996 keren na de komst van Bert De Graeve als nieuwe gedelegeerd bestuurder. In 1989 ging de commerciële omroep VTM van start. De openbare omroep beleefde zowat zijn moeilijkste moment toen VTM halverwege de jaren negentig een contract aan VRT-coryfée Bart Peeters aanbood.”

Coninx: “Maar ook het voetbalcontract ging in ’94 naar VTM. Dat was een heel groot crisismoment. VTM vroeg mij toen of ik hoofd wou worden van hun sportdienst.”

 

U had al ervaring als sportjournalist.

Coninx: “In de jaren tachtig zat ik tien jaar lang op de sportredactie. In 1991 stapte ik over naar het actualiteitenmagazine Panorama. Nadat VTM dat voetbalcontract had binnengehaald, wilde hun hoofdredacteur met mij praten. Dat gesprek vond in het geheim plaats in een hotel in de buurt van Zaventem. Ik trok er met frisse tegenzin naartoe. We zaten middenin de voorbereidingen voor Terzake en de goesting om dat programma te gaan maken, was groot. Mijn gesprekspartner vroeg wat ik bij de VRT verdiende. Ze schrok van het bedrag. Ik had meteen door dat ik met een overstap geen financiële potten zou breken. Dat gesprek was snel voorbij.”

Sterckx: “In ’94 waren er ook Europese verkiezingen. Guy Verhofstadt was toen voorzitter van de VLD en vroeg mij of ik op de lijst wou staan. Ik zei nee.”

Coninx: “Weet je wie mij toen vroeg om bij de federale verkiezingen de lijst van de senaat te trekken? Wijlen Steve Stevaert, voorzitter van de sp.a. Ik heb beleefd geweigerd.”

Sterckx: “Ik heb toen lang getwijfeld. Uiteindelijk koos ik vol overtuiging voor Terzake. Want hoe lang hebben wij niet moeten zeuren om zo’n programma te mogen maken?”

 

Jullie waren vragende partij?

Sterckx: “Iedereen op de nieuwsredactie. Op de radio liep al jaren Actueel; dat was ons voorbeeld. Vóór de start van Terzake hadden we op de televisie dagelijks het journaal, wekelijks Panorama en op zondag De zevende dag. In die tijd was dat nog een frivool programma met streekbieren.”

Coninx: “De veel te vroeg gestorven Kris Borms was toen onze hoofdredacteur. Hij was de grote kracht achter Terzake.”

Sterckx: “Samen met Jan Ceuleers, de toenmalige directeur televisie.”

 

Klopt het dat ze bij Panorama geld weghaalden voor Terzake en zo de doodsteek gaven aan wat ooit hét vlaggenschip van de openbare omroep was?

Sterckx: “Er was extra budget voor Terzake, maar er werd inderdaad een deel van de middelen weggehaald bij Panorama. Getalenteerde mensen zoals Paul Muys konden zich daar niet bij neerleggen en verlieten de BRTN. Het blijft jammer dat de openbare omroep toen geen middelen kon of wou vrijmaken om zowel een dagelijks duidingsprogramma als een wekelijks achtergrondprogramma te maken.”

Coninx: “De kans was reëel dat Terzake de mist zou ingaan. Aan de vooravond van 5 september 1994 werd dat ook door velen voorspeld. Gelukkig waren de reacties zeer positief.”

Sterckx: “Een week later was het feest en in december kregen we de Ha! van Humo.”

 

Waarom was er zo lang zoveel weerstand tegen een dagelijks duidingsprogramma?

Sterckx: “Vanuit politieke hoek was de angst groot dat zo de evenwichten verstoord zouden raken. De hoofdredacteur van Panorama was een vertrouweling van de CVP en de hoofdredacteur van Het journaal was een socialist. Niemand durfde te bewegen, bang dat het kaartenhuis ineen zou storten. Als de ene een frank kreeg, moest de andere er ook een hebben. De komst van VTM maakte die politieke verkaveling totaal irrelevant.”

 

De start van VTM was een zegen voor de VRT?

Sterckx: “In 1995 werd Eric Van Rompuy (CD&V) als minister van Media bevoegd voor de openbare omroep. Via-via hoorden wij dat hij Terzake zag als het bewijs van nieuwe dynamiek in de VRT.”

Coninx: “In 1996 haalde hij Bert De Graeve binnen en gaf hem de vrije hand om de openbare omroep te hervormen. Van Rompuy heeft zich politiek nooit bemoeid. Ik vind dat top.”

 

Alle jaren daarvoor was de VRT-nieuwsdienst de speeltuin van politieke partijen en waren sommige journalisten marionetten van politici?

Sterckx: “Toch niet.”

Coninx: “Ik heb nooit een partijkaart gehad.”

Sterckx: “Ik als journalist ook niet. De politieke beïnvloeding en verkaveling vond plaats op een hoger niveau. Op de redactievloer hadden maar een paar mensen een partijkaart.”

 

Tussen 1992 en 1999 schreef VRT-journalist Siegfried Bracke vermomd als Valère De Scherp columns en interviews voor het sp.a-partijblad Doèn. Bracke werd Terzake-anker in 2004.

Coninx: “Wij wisten dat toen niet.”

Sterckx: “Van een paar collega’s wisten we dat ze in ‘de verkaveling’ zaten. Van Siegfried vermoedde ik het, ook al heeft hij me zelf daar nooit iets over gezegd. Ik weet zelfs niet of hij toen een partijkaart had.”

Coninx: “Van zodra je hoger wou klimmen dan het niveau van journalist, moest je kleur bekennen.”

Sterckx: “Wat niet wil zeggen dat je dan ook een partijkaart moest aanschaffen.”

 

Dat is nu veranderd?

Sterckx: “Dat is helemaal weg. Bert De Graeve zette samen met directeur televisie Piet Van Roe de deuren open. Ik zit nu zelf in de raad van bestuur van de VRT en die moeit zich niet met de dagelijkse werking. Ooit was het anders. In 1980 werd ik Europees correspondent en kwam zo op het terrein van collega Guido Naets, die sinds de jaren zestig verslag uitbracht over Europa. Hij was van CVP-signatuur, meer bepaald de Boerenbond. Op een dag riep toenmalig hoofdredacteur Lucien Boussé me op zijn kantoor. Hij vroeg: ‘Dirk, wat is er mis met je stuk van gisteren?’ Ik viel uit de lucht. ‘Geen idee.’ Hij zei: ‘De raad van bestuur heeft je tekst opgevraagd.’ Dat maakte Lucien onrustig, want dat wou zeggen dat er onheil boven zijn hoofd hing. Wijlen Tuur Van Wallendael kende de voorzitter van de raad. Ik vroeg aan Tuur: ‘Wil jij eens vragen wat er aan de hand is?’ Toen hoorde ik: ‘De Boerenbond maakt er zich zorgen over dat jij in Guido Naets’ tuin zit. Vanaf nu laten ze je met rust.’ Dat was ook zo.”

 

Wat vinden jullie van het huidige Terzake?

Coninx: “Het is iets te veel talkshow geworden, met een overvloed aan studiogasten. Wij wilden vooral beeldreportages brengen. Kris Borms had het budget berekend en kwam tot de vaststelling: ‘Jullie moéten elke week drie gasten in de studio halen.’ Want dat kostte niets. Het verschil met nu is dat wij er zeker van wilden zijn dat die gasten de moeite waren. Dus maakten we weloverwogen keuzes; nu lijkt het meer op komen en gaan.”

 

Mochten jullie kritisch zijn?

Sterckx: “Meer dan de gewoonte was. Wij stonden afstandelijker en kritischer tegenover politici.”

Coninx: “Ik herinner me de duizendste aflevering, een feestuitzending. We droegen allemaal een strik en er zat publiek in de zaal. Laat op de avond wilden we naar huis, toen Bert De Graeve op ons afstapte. ‘Mannen’, zei hij, ‘jullie moeten die politici nog veel harder aanpakken.’ (lacht) Wij waren niet op gemakkelijke primeurs uit. Dat is veranderd. Nu krijgen politici een microfoon onder de neus geduwd. ‘Zijn er breekpunten? U moet ja of nee antwoorden.’ Wij interviewden ook kritisch, maar over de inhoud. Zonder het zelf te beseffen, laten journalisten zich nu inlijven in een politiek spel.”

 

Jullie gingen nooit met politici eten?

Sterckx: “Ik wel.”

Coninx: “Ik ook wel eens. Daar is toch niets mis mee? Wat ik wil zeggen is: sommige politieke journalisten moeten meer focussen op inhoud en minder azen op primeurs. Want voor ze het weten, zitten ze in het spel. Mag ik een voorbeeld geven van een gebrek aan inhoud? De spijbelende klimaatscholieren zetten het klimaat een tijd geleden op de agenda. Prima. Wat mij nu stoort, is dat die jonge mensen intussen een heldenstatus hebben. Ze mogen zeggen wat ze willen, iedereen gaat voor hen op de knieën. Net dan moeten journalisten kritisch worden. Wàt beweren die meisjes precies? Greta Thunbergs zeiltocht naar Amerika bleek belastender voor het milieu dan een retour met een vliegtuig, want er moesten verschillende vluchten voor bemanningslui georganiseerd worden om die boot terug te halen. Ik heb daar geen enkele kritische vraag over gehoord. Bart De Wever zei: ‘Het is niet omdat de puberteit betoogt dat de antwoorden puberaal moeten zijn.’ Hij heeft een punt: om het klimaat te redden, is er inderdaad meer nodig dan onnozel protest. Journalisten surfen liever mee op de hype.”

 

Dan hebt u het over de journalisten die nu Terzake maken?

Coninx: “Niet alleen over hen, maar over de media in het algemeen.”

 

Jullie waren kritischer dan wij nu zijn?

Sterckx: “Wij waren op een andere manier kritisch. Elke periode heeft zijn politici en journalisten. Bij Terzake worden nu de personen alsmaar belangrijker. Door steeds meer mensen in de studio uit te nodigen, gaat het vanzelf minder over inhoud maar meer over strategieën, carrièreplanning en interne verhoudingen.”

Coninx: “In plaats van met Groen-politicus Kristof Calvo continu het conflict over salariswagens te zoeken, zouden ze hem beter diepgravend interviewen. Op den duur weten we niet meer wat die mensen ons écht te bieden hebben. Zag je in de aanloop van de verkiezingen op VTM de reportages van Paul Jambers over Almaci, Calvo, De Wever en Francken? Die waren schitterend: Jambers praatte onbevooroordeeld met hen en ontdekte zo hun diepere gedachten.”

Sterckx: “Jambers sprak hen niet in een studio, maar draaide beeldreportages. Televisie heeft nood aan beelden, alleen zie ik steeds meer talking heads.”

Coninx: “Omdat dat goedkoop is.”

 

Terzake wordt gevolgd door De Afspraak, een talkshow met gasten die ook regelmatig terugkeren.

Sterckx: “Vlaanderen is geen bodemloze vijver vol sprekend talent. Dat ondervonden wij indertijd ook. Al is er beterschap: zo worden professoren door hun universiteiten aangemoedigd om de media te woord te staan. Soms is dan het probleem dat politicologen journalist worden. Steeds vaker worden de specialisten van de redactie ingeruild voor een externe politicoloog. Wat is er mis met een redactie die haar eigen talent en kennis maximaal inzet?”

 

Journalisten moeten meer andere journalisten interviewen?

Sterckx: “In de aanloop naar de verkiezingen keek ik het liefst naar Zinzen en Van Cauwelaert bij Ivan. Weet je wat het grote probleem is? Dat er beknibbeld wordt op redacties waardoor steeds minder mensen steeds meer taken op hun bord krijgen.”

Coninx: “Journalisten van de geschreven pers staan toch ook onder druk om meer en sneller stukken te leveren? Ze moeten niet alleen artikels voor de krant schrijven, maar ook video’s draaien voor de website.”

Sterckx: “De digitalisering zet een extra turbo op die versnelling, waardoor de kwaliteit in het gedrang komt. Het is nu zelfs zo ver gekomen dat ik me bij berichten op reguliere media soms afvraag: is dit wel waar?”

 

En dat in tijden van nepnieuws.

Coninx: “Daarom hebben we meer dan ooit nood aan ervaren eindredacteurs. Nepnieuws is trouwens niets nieuws. Wij werden halverwege de jaren negentig journalistiek volwassen in de nasleep van de affaire Dutroux. In het begin volgden we het verhaal dat niet Marc Dutroux, maar de Brusselaar Michel Nihoul de spin in het web was. Later bleek daar niets van aan. Ik herinner me een kerstdag waarop we standby moesten zijn want de politie stond op het punt een rist hooggeplaatsten te arresteren: ceo’s en politici die actief zouden zijn in het netwerk van Dutroux en Nihoul. Er gebeurde helemaal niets. Ik moest in de Terzake-studio een vrouw interviewen, een zogezegde profiler. Vooral na de uitzending vertelde ze klinkklare onzin. Ik stond snel sceptisch tegenover al die verhalen, omdat ik niet lang daarvoor gelezen had over de vermeende ontuchtzaak van 1987 in het Groningse Oude Pekela. Tientallen kinderen zouden toen door als clowns vermomde daders zijn misbruikt. Later bleek het een hype, veroorzaakt door slecht politie-onderzoek en buitensporige media-aandacht.”

 

Ten tijde van Dutroux was de journalistiek verdeeld in twee kampen: believers en non-believers.

Coninx: “Wij behoorden tot de non-believers.”

Sterckx: “In december ’96 ruilde ik Terzake in voor Het journaal. Ik herinner me dat we bericht kregen dat er in volle Dutroux-onderzoek een huiszoeking op stapel stond bij een satanische sekte in een Waals stadje. De speurders vonden in de koelkast zakken bloed. Later bleek het varkensbloed van bij de plaatselijke slager te zijn. Maar intussen had ik dat nieuws tijdens het journaal wel netjes voorgelezen. ‘Dames en heren, in het kader van het onderzoek naar Marc Dutroux was er vandaag een huiszoeking bij satanisten.’”

 

Op 9 januari van dit jaar was Dries Van Langenhove in Terzake te gast bij Kathleen Cools. Zouden jullie hem uitgenodigd hebben?

Sterckx: “Ik vermoed dat er op de redactie aan dat gesprek een lange discussie vooraf ging.”

Coninx: “Wij nodigden geen extreemrechtse policiti van het toenmalige Vlaams Blok uit. Achteraf kregen we gelijk: in 2004 werd die partij veroordeeld wegens racisme. Ik zou Van Langenhove niet uitgenodigd hebben, maar hem in een reportage zijn ideeën hebben laten uitleggen. Dat is minder sensationeel.”

Sterckx: “Er is geen goede kant aan dit verhaal. Als je die man niet uitnodigt, wentelt hij zich in een slachtofferrol. Sommigen vinden dat Kathleen Cools hem slecht aanpakte, anderen vinden dat ze hem ontmaskerde. Ik vond haar zeer moedig. Als je als journalist tegenover een hooligan zit, zijn je mogelijkheden sowieso beperkt. Ofwel breek je op een bepaald moment het gesprek af, ofwel bied je net als Kathleen weerwerk tot het einde.”

 

Bio

 

Dirk Sterckx (72)

  • Studeerde Germaanse filologie aan de Universiteit Gent en gaf een paar jaar les
  • Werd in 1975 journalist bij de toenmalige BRT
  • Werd in 1981 EU-correspondent en vijf jaar later eindredacteur bij Het journaal
  • Presenteerde op 5 september 1994 de allereerste Terzake
  • Werd in december 1996 ankerman van Het journaal
  • Stapte in 1999 over naar de politiek en was tot 2011 Europarlementslid voor Open-VLD

 

 

Alain Coninx (71)

  • Studeerde regentaat moderne talen en gaf een paar jaar les
  • Werd in 1980 sportjournalist bij de toenmalige BRT
  • Stapte in 1990 over naar Panorama
  • Presenteerde vanaf september 1994 tien jaar lang Terzake
  • Presenteerde van 2005 tot 2008 De zevende dag
  • Is sinds 2012 persverantwoordelijke voor de Sint-Truidense voetbalclub STVV

(c) Jan Stevens

Vergelijkbare berichten