“Elk moment van de dag wacht ik op Ahmad”
Voor het derde eindejaar op rij valt er niets te vieren voor Vida Mehrannia, vrouw van de terdoodveroordeelde VUB-professor Ahmadreza Djalali. “Soms vraagt onze zoon: ‘Is papa dood?’”
Eind juni was Vida Mehrannia (44) even in Brussel. Ze ontmoette er Europese en Vlaamse gezagsdragers en smeekte hen om het Iraanse regime onder druk te zetten om haar man Ahmadreza Djalali vrij te laten. De aan de VUB verbonden Zweeds-Iraanse professor Djalali werd op 25 april 2016 in Iran gearresteerd. Anderhalf jaar later werd hij in een showproces ter dood veroordeeld voor spionage. Alle politici die Vida Mehrannia in Brussel sprak, beloofden haar dat ze Iran het vuur aan de schenen zouden blijven leggen. De Vlaamse minister-president Geert Bourgeois (N-VA) vertelde haar dat hij er de Iraanse ambassadeur én de Iraanse vicepresident Sorena Sattari over had aangesproken. “Dat klonk allemaal zeer hoopvol”, zegt Vida Mehrannia. “Een tijdlang geloofde ik ook echt dat ze het Iraanse regime hard zouden aanpakken, maar tot hiertoe heb ik daar helemaal niets van gemerkt. Ik heb nog geen enkele Europese politicus tegen de ayatollahs horen zeggen: ‘Zolang jullie de mensenrechten niet respecteren, vertikken we het om handel met jullie te drijven.’ In werkelijkheid kiezen ze ervoor om met de dictators zaken te blijven doen.”
Vandaag woont Vida Merhannia samen met haar dochter Ariyo (16) en zoontje Amitis (6) in een flat in een voorstad van Stockholm. “Ik ben naar hier verhuisd toen Ahmadreza al in de gevangenis zat. Vlak voor zijn vertrek hadden we de oude flat opgezegd en het contract voor de nieuwe getekend. In mijn eentje moest ik toen de hele verhuis regelen.”
Hoe was 2018 voor u?
Vida Merhannia: “Vreselijk, maar iets minder vreselijk dan 2017. Eigenlijk veranderde er in 2018 niets, alleen kreeg ik in 2017 zowat elke dag slecht nieuws te verwerken. De voorbije maanden was ik vooral aan het wachten. Elk moment van de dag wacht ik op Ahmad. Ik hoop dat hij in 2019 wordt vrijgelaten.”
Hoe gaat het nu met hem?
“Niet goed. Hij zou zeer dringend een grondig medisch onderzoek moeten ondergaan. Maandenlang al heeft hij een tekort aan witte bloedcellen. Vorige week nam de gevangenisdokter een bloedstaal af. Hij zei: ‘We beslissen later wel wat we met je zullen aanvangen.’ Op 19 november moest Ahmad met spoed geopereerd worden vanwege een ingeklemde liesbreuk. Toen namen ze een eerste bloedstaal af. Ahmad is zelf dokter en kan dus goed inschatten wanneer symptomen ernstig zijn. We hopen dat zijn bloed deze keer serieus onderzocht wordt.”
Voor die spoedoperatie werd hij vanuit de Evin-gevangenis in Teheran overgebracht naar een ziekenhuis?
“Ja. In het ziekenhuis ketenden ze hem aan zijn bed vast. De dag na de operatie brachten ze hem al terug naar zijn cel. In de gevangenis is geen ziekenboeg en er is ook geen fatsoenlijke nazorg mogelijk. Er is alleen die gevangenisdokter die een voorraadje pillen heeft om hoofd- en tandpijn te bestrijden. Meer is er niet. Psychisch is Ahmad er zeer slecht aan toe. Hij ziet geen enkel lichtpuntje meer aan het eind van de tunnel.”
U spreekt hem nog steeds elke dag via de telefoon?
“Elke dag spreken we elkaar, ja. Sinds zes maanden heeft hij contact met me via Messenger. Maar hij is zo moedeloos en ik ben bang dat hij in een diepe depressie beland is. Dagenlang al lijdt hij aan slaapstoornissen. Om 11 uur ’s avonds valt hij in slaap en om twee uur ’s nachts is hij weer klaarwakker. Zijn bloeddruk is veel te hoog.
“Vaak zegt hij: ‘Ik weet niet of ik ooit nog bij jullie terug zal kunnen komen.’ Ik troost hem dan en spreek hem moed in. ‘Nee, Ahmad, je zal snel thuis zijn. Ik beloof het je.’ Ik vertel hem over onze toekomst samen, over hoe we terug als een gewoon gezin zullen leven in onze flat in Stockholm.”
Maar hij kan op elk moment geëxecuteerd worden?
“Ja. Iran heeft een bedenkelijke reputatie als het op het uitvoeren van de doodstraf aankomt. De veroordeelde zelf of zijn familieleden worden niet op voorhand geïnformeerd. Als om middernacht je celdeur geopend wordt, weet je dat je laatste uur geslagen is. Dan word je meegenomen naar de plaats waar je zal opgehangen worden. Continu leven wij met die vreselijke onzekerheid. We hebben al talloze keren aan de Iraanse autoriteiten om duidelijkheid gesmeekt. Ahmads advocaat heeft ondertussen verschillende beroepen tegen het vonnis ingespannen die allemaal werden afgewezen. Maar hij gelooft dat er nog een kans is en diende daarom nu opnieuw beroep in. Ik weet het niet meer. Ahmad vertelde hoe een van zijn medegevangenen na drie jaar opsluiting om twaalf uur ’s nachts uit zijn cel gehaald werd en overgebracht naar een andere gevangenis. Daar werd vervolgens het doodvonnis uitgevoerd.”
Was Ahmad met die man bevriend?
“Nee, al is hij intussen wel bevriend met een paar medegevangenen. Hij zit niet tussen moordenaars en dieven, maar in de vleugel van de politieke gevangenen. Zijn megegevangenen zijn vooral advocaten en leerkrachten. De leraars zitten vast omwille van hun politieke overtuiging; de advocaten omdat ze burgers met ‘afwijkende meningen’ verdedigden. Ahmad kookt alle dagen voor hemzelf en zijn celvrienden. (lachje) Hij leest boeken uit de gevangenisbibliotheek. Veel keuze is er niet. Hij piekert ook voortdurend over nieuwe invalshoeken om zijn proces te laten herzien.
“De eerste drie maanden zat hij in een isoleercel van twee op drie meter. Zeven maanden lang kreeg hij geen advocaat. Twee keer ging hij in hongerstaking om zijn recht op verdediging af te dwingen: in totaal 88 dagen. Hij verloor bijna 27 kilo. Maar de autoriteiten gaven niet toe. Ahmad kreeg een lijst van ‘goedgekeurde’ advocaten voorgelegd en koos murw en moegestreden voor meester Daryabeighi. De beruchte ‘rechter des doods’ Abolqasem Salavati veroordeelde Ahmad ter dood, en een week lang lichtte Daryabeighi daar niemand over in. Ik kwam het uiteindelijk toch te weten en belde die man. ‘Ja, mijnheer Djalali kreeg vorige week de doodstraf.’ Ik vroeg waarom hij me niets had laten weten. ‘Omdat ik ook van niets wist.’ Onzin. Intussen heeft Ahmadreza een advocaat die wel deugt.”
U hebt uw man sinds hij gevangen zit nog niet kunnen bezoeken?
“Nee, 32 maanden lang heb ik hem niet meer in levende lijve gezien. Het is onmogelijk voor mij en mijn kinderen om naar Teheran te reizen. Zijn familie in Iran bezoekt hem wel. Ik ben bang dat ook ik gearresteerd zal worden als ik voet op Iraanse bodem zet. In mijn geboorteland is alles mogelijk.”
Niet alleen Geert Bourgeois, maar ook Federica Mogherini, de hoge vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken van de EU, beloofde om u te helpen. Hoe staat het daarmee?
“Ze verzekeren me allemaal telkens weer dat ze Ahmads zaak op de voet volgen. Maar wat er precies gebeurt, weten wij niet. We zijn Zweeds staatsburger, wat dus ook wil zeggen dat de Zweedse overheid ons moet bijstaan als we in het buitenland in de problemen komen. Ik loop de deur van het Zweedse ministerie van Buitenlandse Zaken plat, voorlopig vergeefs. Twee maanden geleden vroeg ik: ‘Wat hebben jullie de voorbije 30 maanden ondernomen?’ Weet u wat het antwoord was? ‘We volgen de zaak van uw man op de voet.’ Ik vroeg of ze me alstublief wat meer details konden geven. ‘We mogen daar verder niets over kwijt.’ Ik vroeg ook aan Federica Mogherini wat zij ondernomen had. Haar antwoord: ‘We volgen Ahmads zaak.’ Die nietszeggende antwoorden zijn zo frustrerend. Ondertussen verandert er geen sikkepit in zijn toestand.”
U weet niet of er iets achter de schermen gebeurt?
“Nee. Ik hoopte een tijdje op een gevangenenruil, want in het verleden is die er al geweest. Begin 2016 sloten Amerika en Iran een deal om vier door Iran gevangengenomen Amerikaanse staatsburgers te ruilen voor zeven gearresteerde Iraniërs. In Zweden zitten geen Iraniërs in de gevangenis die in aanmerking komen voor een ruil met mijn man. Maar misschien zijn er elders in Europa, daarom ook stelde ik zoveel hoop op het Europese Parlement en op Mogherini. Ik hoor niets meer over die piste. De Belgische en Zweedse afdelingen van Amnesty International proberen ook het vuur brandend te houden; voorlopig is er enkel onheilspellende stilte. Ook van de Belgische autoriteiten komt er geen nieuws.”
Na de Amerikaanse sancties tegen Iran zijn de ayatollahs misschien toch bereid tot onderhandelen met Europa?
“Misschien is dit inderdaad hét moment voor Europa om mijn man vrij te krijgen. Alleen lijken de EU en het Europees Parlement in de eerste plaats geïnteresseerd in zakendoen met Iran. Ik vrees dat ze enkel met de mond belijden dat mensenrechten belangrijk zijn.”
Hoe is het met uw kinderen?
“Onze zoon Amitis mist Ahmad heel erg. Hij weet niet dat zijn vader in de gevangenis zit en ter dood veroordeeld is. Hij denkt dat papa op zakenreis is in Iran. Ik kan hem dat nieuws nu nog niet vertellen, want hij is al zo droef over zijn vader die maar niet naar huis komt. Elke dag vraagt hij: ‘Wanneer komt papa terug?’ Elke dag.
“Onze dochter Ariyo weet alles; zij wacht op zijn thuiskomst. De kinderen praten regelmatig met Ahmad via Messenger. Dat zijn soms zeer emotionele gesprekken. Mijn zoon is jarig op 28 december, hij wordt dan zeven. Hij zei: ‘Zal papa dan terug zijn? Ik wil dat hij naar mijn verjaardagsfeestje komt.’”
Ooit zal u het hem toch moeten vertellen wat er werkelijk aan de hand is?
“(stilte) Soms vraagt Amitis: ‘Is papa dood?’ Ik antwoord dan: ‘Natuurlijk niet, je praat toch af en toe met hem via de telefoon? Dat is toch papa?’ Ik zie hoe hij er emotioneel onder lijdt. Hij is nog zo klein; ik kan hem dat nu zomaar niet vertellen. Hij moet eerst groter en sterker worden. Zeven jaar is toch te vroeg? Als Ahmad niet vrij komt, zal ik onze zoon de waarheid vertellen nadat hij tien geworden is.
“Onze dochter studeert volgend jaar af aan de middelbare school. Zij wil dolgraag dat haar papa erbij is als ze haar diploma krijgt. Amitis’ verjaardag zonder zijn vader maakt het jaareinde extra zwaar. Weet u, de druk op mij weegt als lood en neemt alleen maar toe. Ik kan het me niet permitteren om compleet in te storten, want de kinderen hebben mij nodig. Maar ook mijn man heeft me nodig; voor hem moet ik ook sterk zijn.”
U hebt geen familie in Zweden?
“Nee. Ik heb een paar goede vrienden in Stockholm waar ik altijd op kan rekenen, maar zonder familie blijft het moeilijk. Ik werk deeltijds en ben nu ook de enige kostwinner van het gezin. Mijn grootste bezorgdheid is en blijft mijn man. We moeten ervoor zorgen dat hij levend en wel terug naar huis komt. Dat is het enige dat telt, al de rest is bijzaak. Ik voel me daarin erg gesteund door zijn collega’s van de universiteit, door onze familie en door de hele wetenschappelijke wereld. Op 9 december stuurden 121 Nobelprijswinnaars een brief naar ayatollah Khamenei waarin ze de vrijlating van Ahmad vragen. Ze schrijven dat mijn man net als zij een wetenschapper is. Ze willen dat hij fatsoenlijk behandeld wordt en zo snel mogelijk op vrije voeten wordt gesteld. Ik ben hen daar zeer dankbaar voor.”
Zou u ermee kunnen akkoord kunnen gaan dat uw man eerst een nieuw, eerlijk proces krijgt?
“Zeker, daar hoop ik ook op. Ahmads advocaat zegt dat mijn man zonder bewijs veroordeeld is. Hij is compleet onschuldig en heeft bij een eerlijk proces dan ook niets te vrezen. Iran telt verschillende hooggerechtshoven. Door bij hen in beroep te gaan, proberen we een nieuw proces af te dwingen. Tot hiertoe werd de doodstraf telkens door zo’n hooggerechtshof bevestigd, maar misschien zijn er nog rechters die wél de moed hebben om Ahmad een faire kans te geven.”
Waarom werd hij op 25 april 2016 gearresteerd?
“De universiteit van Teheran had hem uitgenodigd voor een workshop. Hij was in de jaren daarvoor wel meer naar Iran gereisd, vaak op uitnodiging van diezelfde universiteit. Hij gaf dan workshops als professor en dokter gespecialiseerd in de rampengeneeskunde. Die 25e april reed hij van Teheran naar de vijftig kilometer verder gelegen stad Karaj. Onderweg werd hij gearresteerd door leden van de veiligheidsdiensten. Tien dagen lang hoorde ik niets van hem. Tot ik telefoon kreeg van onze familie in Iran. ‘Ahmad is opgepakt.’ Dat kon enkel een vergissing zijn. ‘Binnenkort wordt hij vrijgelaten’, dacht ik. Maar ze stopten hem in de isolatiecel.”
Was hij politiek actief?
“Nee, helemaal niet. Hij is een wetenschapper en politiek interesseerde hem niet. We leidden een gelukkig leven en we hebben in Iran nooit problemen gehad. Elk jaar in de zomervakantie reisden we samen naar ons geboorteland.
“Ahmads arrestatie was een donderslag bij heldere hemel, voor iedereen die hem kent. Ze beschuldigden hem ervan een spion te zijn voor de Israëlische geheime dienst Mossad. Ahmadreza werd er onder andere van beschuldigd de Mossad informatie te hebben gegeven waarmee ze dodelijke aanslagen op twee Iraanse nucleaire wetenschappers konden plegen. Mijn man heeft daar niets mee te maken. Hij is nu een gijzelaar van het Iraanse regime. 32 maanden lang al is het me totaal onduidelijk waarom ze hem dat doodvonnis gegeven hebben. Het is onmogelijk dat hij verantwoordelijk zou zijn voor de dood van twee wetenschappers. Er is geen flard bewijs dat hij een spion voor Israël is. Hij is nog nooit in dat land geweest en had geen contact met Israëli’s.”
Hij heeft toch toegegeven dat hij niet lang voor zijn arrestatie benaderd werd door een paar zakenmensen die informatie over Iran van hem wilden?
“Dat waren geen Israëliërs maar Europeanen. Zij werkten niet voor een Israëlisch bedrijf of voor de Mossad, maar stelden zichzelf voor als vertegenwoordigers van een farmaceutische onderneming gespecialiseerd in rampengeneeskunde. Ze vroegen Ahmad of hij toegang had tot data in Iran die interessant voor hen zouden kunnen zijn. ‘Nee’, antwoordde hij. ‘Ik ben een dokter, hoe zou ik toegang moeten hebben tot overheidsinformatie?’”
Hij legde op 17 december 2017 bekentenissen af op de Iraanse tv.
“Nee. Hij had het toen over ‘sommige mensen’ die hem gecontacteerd hadden en die net als hij specialisten waren in rampengeneeskunde. De Iraniërs hebben die beelden vervolgens gemanipuleerd en er een andere stem tussen gemonteerd. Die levert commentaar en beweert dat Ahmad toegeeft dat hij een Mossad-spion is. Ze lieten niet horen hoe Ahmad expliciet zei dat hij geweigerd had informatie over Iran aan die Europeanen te geven.”
Hebt u achteraf contact gezocht met die twee zakenmensen?
“Nee, ik ken hun namen niet en ik weet ook niet voor welk bedrijf ze werkten.”
Zou het kunnen dat ze door de Iraanse overheid op uw man waren afgestuurd om hem te ‘testen’?
“Dat is mogelijk. De hardheid en onverzettelijkheid van de Iraanse overheid baart mij grote zorgen. Ik heb stapels brieven gestuurd naar president Rohani die zogezegd een hervormer zou zijn. Hij heeft me nooit geantwoord. Sommigen geloven nog steeds dat Rohani vooruitstrevend is en de Iraanse burgers meer vrijheid wil geven, maar ik ben bang dat ze zich vergissen. Ik heb ook brieven geschreven naar Sadeq Larijani, de opperrechter van Iran en het hoofd van Justitie. Hij kan met een vingerknip de gevangenschap van mijn man ongedaan maken. Ook hij hult zich in stilzwijgen.
“Er zijn momenten waarop ik alle hoop verlies. Maar dan komt er een actie zoals die brief van de Nobelprijswinnaars en dan flakkert de hoop even op. Ik moét blijven hopen dat Ahmad op een dag terug thuis zal zijn. Ik krijg psychologische hulp, anders ga ik er compleet onderdoor. Weet u dat ze sommige terdoodveroordeelden nooit executeren, maar levenslang laten wegrotten in de cel? Ik heb het rare gevoel dat ze ook Ahmad nooit zullen executeren. Ik wil niet dat ze hem zijn leven lang vasthouden. Ze moéten hem laten gaan. Want levenslang in een Iraanse gevangenis is erger dan de dood.”
(c) Jan Stevens