‘We mogen het belang van voeding niet overdrijven’

Met de net aan het grote publiek voorgestelde nieuwe voedingsdriehoek trokken we naar de Nederlandse professor Sander Kersten, topexpert in voeding en gezondheid. ‘Jammer dat er geen rekening mee gehouden wordt dat mensen ook nog mogen genieten.’

 

Twintig jaar lang gold de actieve voedingsdriehoek van het ‘Het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie’ (VIGeZ) als de solide basis voor elk voedingsadvies. De voedingsdriehoek gaf weer wat elke Vlaming ouder dan zes dagelijks zou moeten eten om gezond door het leven te gaan. Tezelfdertijd toonde de actieve driehoek ook hoeveel beweging we per dag minimaal nodig hebben. Sinds 6 september staat VIGeZ voor het vlotter bekkende ‘Vlaams Instituut Gezond Leven’ en op 19 september presenteerde het een remake en update van zijn klassieker. De actieve voedingsdriehoek bestaat voortaan uit twee: de voedings- en de bewegingsdriehoek. Terwijl de oude actieve voedingsdriehoek vooral als educatief hulpmiddel bedoeld was voor gezondheidsprofessionals, richten de nieuwe driehoeken zich op alle Vlamingen. De nieuwe voedingsdriehoek staat op zijn kop, met de punt wijzend naar beneden, en rangschikt alles wat we eten volgens het effect op onze gezondheid. Hoe hoger een voedingsmiddel in de driehoek prijkt, hoe belangrijker het is. Bij de actieve voedingsdriehoek was dat net omgekeerd. In de aparte bewegingsdriehoek is veel aandacht voor het sedentaire, zittende bestaan van de moderne mens. Hij geeft weer hoeveel, hoe vaak en hoe intens we best dagelijks en wekelijks bewegen en port lange stilzitters ertoe aan om elk half uur de benen te strekken.

Het VIGeZ ging voor de samenstelling van zijn nieuwe voedings- en bewegingsdriehoek naar eigen zeggen niet over één nacht ijs en consulteerde een uitgebreide groep Vlaamse experts gezonde voeding, beweging en sedentair gedrag. Daarnaast werden de driehoeken uitgebreid getest bij een panel van 300 Vlamingen.

Knack trok met de kersverse voedings- en bewegingsdriehoek naar de universiteit van het Nederlandse Wageningen en legde ze ter beoordeling voor aan Sander Kersten, professor moleculaire voeding en specialist in eten en gezondheid. ‘In Nederland werken we met een schijf in plaats van met een driehoek’, zegt hij. ‘We hebben die “de schijf van vijf” gedoopt. De vorm is anders, maar de inhoud en de boodschap zijn ongeveer hetzelfde. Zowat elk land heeft zijn versie, vaak is dat een cirkel, maar ook heel vaak een piramide of driehoek, of een omgekeerde driehoek zoals bij jullie. De nieuwe Vlaamse voedingsdriehoek is eenvoudig en helder, wat je niet van bijvoorbeeld de Engelse Food Pyramid kan zeggen: die zie er best ingewikkeld uit. Op jullie voedingsdriehoek zie ik in één oogopslag wat ik best “meer” en “minder” eet. De symbooltjes weerspiegelen heel goed de klasse van voedingsmiddelen waar ze voor staan. En dan is er die rode cirkel buiten de driehoek met alle voedingsmiddelen die we best zo weinig mogelijk nuttigen.’

 

Zitten er fouten of vergissingen in?

Kersten: Nee, de voedingsdriehoek is correct. Er staan geen voedingsmiddelen op verkeerde plekken en er zijn er ook geen vergeten. Voor Vlamingen is het natuurlijk bijzonder jammer dat de frietjes, de wijn en het bier in de rode cirkel staan, maar dat is nu eenmaal de weerspiegeling van de realiteit. (lacht)

 

Vroeger konden een of twee glazen alcohol per dag nochtans geen kwaad.

Kersten: Het idee dat we alcohol met mate mogen consumeren, is achterhaald. Want wat is ‘met mate’? Voor de een is dat een half pilsje, voor de ander zijn dat drie sherry’s in de namiddag. Bovendien strookt matig alcoholgebruik niet met de wetenschappelijke kennis. Eigenlijk is alcohol puur vergif. Lang gold ‘een klein beetje alcohol’ als het uitverkoren scenario: 1 à 2 glazen was ideaal. Nu weten we dat dat niet zo is. De statistieken die ‘bewijzen’ dat 1 of 2 glazen gezond zijn, zijn vertekend. Er wordt dan vergeleken met mensen die helemaal niets drinken, maar geheelonthouders drinken vaak niet omdat ze een drankprobleem hebben en bij de AA zijn. Die mensen sterven iets eerder dan gematigde drinkers, niet omdat ze geen alcohol meer drinken, maar omdat ze een voorgeschiedenis van drankmisbruik hebben.

 

Toch adviseren veel huisartsen nog vaak aan hun patiënten dat een glas rode wijn per dag gezond is.

Kersten: Gezond is het niet, maar een glas drinken, kan wel aangenaam zijn. Alle aanbevelingen van de voedingsdriehoek vertrekken vanuit de volksgezondheid op lange termijn, terwijl het eigenlijk ook zou moeten gaan over ons leven op de korte termijn. Dus niet alleen over zo gezond mogelijk oud worden, maar ook over hoe we ons hier en nu voelen. De voedingsdriehoek laat dat perspectief los. Dat is begrijpelijk, maar ook gevaarlijk, want voeding is meer dan alleen het consumeren van producten die ervoor zorgen dat je oud en gezond wordt. Voeding is ook genot.

 

Daar is in de voedingsdriehoek geen spoor van terug te vinden?

Kersten: Nee, en daar maak ik me zorgen over. De balans tussen genot op korte termijn en gezondheid op lange termijn is niet in evenwicht. Het is een euvel waar alle soortgelijke piramides, driehoeken en schijven aan lijden: ze focussen zich enkel op die lange termijn. Bovenaan staat nu prominent: ‘Drink vooral water’, maar wat is er saaier dan water? Door bier, wijn, koekjes, chips en friet apart in een rode cirkel te plaatsen met als tekst: ‘Zo weinig mogelijk’, straalt de driehoek een streng ontmoedigingsbeleid uit. Terwijl dat nu net die middelen zijn die mensen vaak samen consumeren en die hen plezier bezorgen. Dat is zéér belangrijk voor onze mentale gezondheid.

 

Naast de voedingsdriehoek is er ook de bewegingsdriehoek waarin uitgebeeld staat hoe vaak en intens we moeten bewegen.

Kersten: Met de boodschap dat zoveel mogelijk bewegen goed is, is niets mis. Maar nu staat zeer expliciet en mathematisch uitgebeeld hoe je elke dag moet bewegen en hoe vaak. Ik vind dat nogal betuttelend.

 

Waarschijnlijk is dat een reactie op de waarschuwing van sommige wetenschappers dat stilzitten het nieuwe roken is?

Kersten: Die waarschuwing is overdreven. Het effect van roken is véél groter dan het effect van stilzitten. Natuurlijk is bewegen goed voor je bottensysteem en voor je hart- en vaatstelsel. Vroeger werd er vooral de nadruk op gelegd dat we meer moesten sporten, nu ligt de nadruk op bewegen en op onderbreken van het zitten, of op ‘breaking sedentary time’. Sommige collega’s van mijn departement hebben een bureau waaraan ze rechtstaand werken. Ikzelf niet: ik vind dat niet prettig en kan me dan niet goed concentreren. Mijn collega’s geven toe dat rechtstaand werken niet altijd vanzelfsprekend is. E-mails lezen en beantwoorden, lukt nog, maar als ze echt ergens diep moeten induiken, verlangen ze naar een stoel. De collega’s met een verhoogd bureau zijn ook degenen die al twaalf uur per week intensief sporten en dat dus eigenlijk niet nodig hebben. (lacht)

Ik vraag me af hoe sterk jullie nieuwe bewegingsdriehoek wetenschappelijk onderbouwd én getoetst is. Ik vrees dat dat niet het geval is, maar dat er naar een praktische en toegankelijke vertaling gezocht is van de literatuur die rond bewegen bestaat. Het gedrag van mensen veranderen, is trouwens heel erg moeilijk. In brede zin weten we perfect wat gezond eten is. Er zijn een paar kleine nuances waar vooral in populaire media zwaar over geredetwist wordt, maar over de algemene principes zijn we het eens. Het is alleen een hele uitdaging om vooral die medeburgers te overtuigen voor wie een gedragsverandering heilzaam is. Hoe bereik je met je voedings- en bewegingsdriehoek de mensen die in de supermarkt hun karretje enkel volgooien met frisdrank, bier, worst en chips? Die kom je misschien niet meteen tegen in het rijke, hippe deel van de stad, maar ze zijn er wel. Stel dat jij tot een subcultuur behoort waar een dagelijks dieet op basis van producten uit de rode cirkel gemeengoed is. De dag dat je besluit om enkel nog gezond te eten, ben je de snob van het gezelschap. Van zodra je dan op een feestje wortels, broccoli en selderstengels serveert in plaats van chips en zoute pinda’s, krijg je gegarandeerd tonnen gezeik over je heen. Dat doe je daarna nooit meer. (lacht) Sociale druk is immens. Mijn collega’s zijn heel bewust met voeding en gezondheid bezig. Toch betwijfel ik of ze enthousiast zullen zijn als ik ze op mijn verjaardag trakteer met selderstengels, bloemkoolroosjes, wortelreepjes en radijsjes.

 

De makers van de nieuwe voedingsdriehoek stellen dat ze niet alleen rekening gehouden hebben met onze gezondheid, maar ook met milieuaspecten.

Kersten: Duurzaamheid staat tegenwoordig centraal. Een gezond leven is een duurzaam leven, maar het is heel moeilijk om in de hele berekening de impact op het milieu mee te nemen. Er wordt steeds meer onderzoek naar gevoerd, maar dat loopt niet van een leien dakje. Want wat eten we het beste als we de aarde willen sparen?

 

Rood vlees alvast niet: dat staat helemaal onderaan.

Kersten: Er is berekend hoeveel energie er nodig is om één kilo rundvlees te produceren. Een entrecote komt daar inderdaad zeer ongunstig uit, gehakt rundsvlees scoort dan weer beduidend beter. Op de plaatjes wordt altijd de entrecote getoond, want die spant de kroon. Koeien scoren extreem slecht, maar wist je dat de productie van een krop sla veel meer energie vreet dan die van een stronk broccoli? Als je de milieuaspecten echt goed in rekening wil brengen, moet je naast energie ook naar onder andere landgebruik en pesticiden kijken. Dan wordt het een zeer ingewikkelde berekening.

 

Het zou dus wel eens kunnen dat als we die duurzaamheidsberekening echt goed maken, we de nu zo geprezen appel en peer een vak moeten laten zakken omdat de boer te veel pesticiden gebruikt?

Kersten: Ik denk inderdaad niet dat dat soort van details in deze driehoek verwerkt zijn. Het uitgangspunt is ‘plant based’: ‘De productie van plantaardige voeding kost sowieso minder energie dan dierlijke.’ Maar het zou me echt verwonderen dat er ook rekening gehouden is met bijvoorbeeld pesticiden, om de eenvoudige reden dat de verzamelde kennis daarover nog pril is.

 

Hoe zit het met vis? Op de driehoek staat hij in het midden, maar hoort hij daar wel als we alle milieuaspecten in rekening brengen?

Kersten: Vis is lastig, omdat het een product van extremen is. Als we het leegvissen van de zeeën in rekening brengen, blijft er qua duurzaamheid niet veel over. De gezondheidsdriehoek kan dus niet anders dan enkel kweekvis propageren. Voor onze gezondheid is het consumeren van vis in het algemeen gunstig. Alle gezonde diëten bevatten vis in kleinere hoeveelheden, denk maar aan het geroemde ‘Mediterranean diet’. Op deze driehoek wordt vis herleid tot een soort eenheidsworst en wordt er geen link gelegd met hoe de vissoorten geproduceerd worden. Er staat maar één visje.

 

Er zijn toch ook grote problemen met kweekvis? Pangasius wordt in Azië in niet al te hygiënische omstandigheden gekweekt, tilapia staat stijf van het toegediende testosteron en gekweekte zalm van de antibiotica.

Kersten: Dat klopt, en er wordt vaak ook water bijgespoten om het gewicht op te drijven. Dat gebeurt trouwens ook bij andere dieren. Ken je de plofkip? Dat is een kuiken dat in een paar weken kunstmatig wordt vetgemest tot een vleeshomp van een paar kilo. Het zou me verbazen dat de voedingsdriehoek rekening houdt met al die uitwassen van onze industriële vlees- en groenteproductie.

De driehoek beveelt aan om dierlijk voedsel zoveel mogelijk in te ruilen voor plantaardig, zoals groenten, fruit, volle granen, peulvruchten en noten. Dat advies is zeer algemeen en niet geïndividualiseerd. Het vertrekpunt is: welke voeding levert de Vlaamse bevolking in het algemeen op lange termijn het minste kans op chronische ziektes zoals hart- en vaatziekten en kanker op? Terwijl de keuze van voeding tegenwoordig steeds meer gepersonaliseerd wordt. Als je allergisch bent aan noten, laat je die best links liggen. Als je volle granen slecht verteert en er hevige buikpijn van krijgt, is het onverstandig om ze gretig te consumeren. Ook daar houdt de voedingswijzer geen rekening mee en dat is voor veel mensen best lastig. Ze hebben het gevoel dat de overheid hen regeltjes opdringt: ‘U moet dit, u moet dat.’ We vinden dat niet prettig omdat we in een vrije samenleving leven waarin we zelf mogen beslissen wat we willen. De voedingsdriehoek gaat daar tegenin, ook al is hij dan vrijblijvend. We lezen hem als een ‘verplichting’ en voelen de weerstand opborrelen. ‘Daar komen ze weer vertellen wat ik moet doen.’

 

Boter wordt in de nieuwe voedingsdriehoek helemaal naar onderen verbannen, bij het rode vlees. Plantaardige olie staat bovenaan, bij de gezondste producten. In de vorige driehoek werden boter en plantaardige olie nog in één groep afgebeeld. Is boter terecht gedegradeerd?

Kersten: De laatste jaren is er flink wat oppositie gevoerd tegen de status van boter als ongezond product. Toch blijft het merendeel van de wetenschappers ervan overtuigd dat plantaardige olie beter is: onverzadigde vetten zijn gezonder dan boter met zijn verzadigde vetten. Die gedachte blijft overeind. Al zijn er vandaag heel wat journalisten die ervan overtuigd zijn dat boter ondertussen gerehabiliteerd is en daar ook zo over schrijven. Ik lees die artikels en denk: hoe komen ze erbij?

 

Het VIGeZ schrijft in haar toelichting: ‘De voedingsdriehoek geeft de voorkeur aan voeding die weinig of niet bewerkt is, zoals vers fruit in plaats van fruitsap of volkoren brood in plaats van wit brood. Voedingsmiddelen die overbodig zijn en in sommige gevallen zelfs bewezen ongunstig voor de gezondheid worden expliciet buiten de driehoek in de rode bol geplaatst. Het gaat vaak om zogenaamde “ultrabewerkte” producten rijk aan toegevoegde suiker, vet of zout.’

Kersten: Bewerkte voeding is een hot item, al wordt de discussie vaak zwart/wit gevoerd. De voedingswaarde van producten die de fabriek uitkomen, is zelden verbeterd. Neem melk: daar wordt kaas van gemaakt, heel lekker, maar daar is wel een hele sloot zout aan toegevoegd. Neem brood: daarvan denken we ook dat het niet bewerkt is. Maar ook daar wordt bij het gezonde bestanddeel graan een fikse hoeveelheid zout toegevoegd. En dat terwijl we sowieso al veel te veel zout naar binnen krijgen. Als je thuis tomatensaus maakt, zijn dat pure tomaten. Als je die in blik of een bokaal in de winkel koopt, krijg je er flink wat zout én suiker bovenop. Heel vaak komen er bij voedingsmiddelen die de fabriek passeren, ingrediënten bij die je kunt missen als kiespijn, en verdwijnen er noodzakelijke bestanddelen zoals vezels. Ondertussen is er een tegenbeweging op gang gekomen die terug wil naar de goede oude tijd van het onbewerkte voedsel. Ze telen zelf hun aardappelen en shoppen in de biowinkel. Voedseltechnologen kijken daar toch ietwat meewarig naar. “Dankzij Louis Pasteur bewerken we ons voedsel al 150 jaar”, zeggen zij. Het proces van pasteuriseren maakte het inderdaad mogelijk om voedsel langer te bewaren. Een wereld zònder bewerkt voedsel is een illusie, tenzij je ergens op het platteland woont en een grote moestuin hebt. Maar een inwoner van Londen of Singapore heeft daar geen boodschap aan.

De makers van de voedingsdriehoek verwijzen naar de ‘ultrabewerkte’ producten. Ze zeggen: ‘Vermijd ze. Ze zijn overbodig en slecht voor je gezondheid als je er te veel van eet.’ Maar zijn die zogenaamde ‘ultra-pocessed foods’ echt minderwaardig? Voor frisdrank is het duidelijk: dat bevat bijna uitsluitend suiker. Aan een shot pure suiker heeft niemand behoefte, behalve misschien als je net de marathon gelopen hebt. Dorst lessen kan met water, dus frisdrank hoort terecht thuis in de rode cirkel. Maar wat met een koekje, ook één van die zogenaamde ultra-processed foods? Je kan onbewerkte havermout kopen, er wat onbewerkte honing en een beetje plantaardige olie aan toevoegen en zelf je koekjes bakken. Zijn dat dan ook ultra-processed foods? Of geldt dat alleen voor bijna identieke koekjes die keurig verpakt uit de fabriek komen?

 

In de fabriek worden koekjes volgepompt met E-nummers.

Kersten: Wetenschappers maken zich in tegenstelling tot de rest van de samenleving niet zoveel zorgen over die E-nummers. Ze zijn veilig, net daarom zijn ze toegelaten. Toch vertrouwen veel burgers ze al dertig jaar niet. ‘E300’ klinkt bedreigend en gevaarlijk, terwijl het gewoon vitamine C is. Zet ‘vitamine C’ op de verpakking en plots is het gezond.

 

Melk wordt in deze voedingsdriehoek nog steeds beschouwd als een witte motor. Terecht? Sommigen noemen melk een witte sloper.

Kersten: Melk is een volwaardige drank, rijk aan calcium, vitaminen en eiwit. Een aantal mensen staan argwanend tegenover melk, omdat ze het gevoel hebben dat die drank door belangenorganisaties gepusht wordt. In Nederland krijgen kinderen op school melk en veel mensen vermoeden daar een verborgen agenda van de zuivelindustrie achter. Maar wat komt er in de plaats als je de schoolmelk afschaft? Vruchtensap en frisdrank in allerlei vormen en maten die enkel uit suiker bestaan. Dan is melk toch geen foute keuze?

Je kan ook zeggen: weg met die melk en drink water. Daar zijn goede argumenten voor. Overgewicht is een groot probleem in onze samenleving. De oorzaak is heel simpel: mensen eten te veel en krijgen te veel energie binnen. Suikerrijke dranken leveren daar onevenredig toe bij omdat ze zo makkelijk naar binnen te gieten zijn. Je kan als gezond alternatief appels naar voor schuiven, maar dan moeten mensen kauwen en daar zien ze tegenop. Water is dan een verstandig alternatief. Op sommige scholen worden leerlingen ertoe aangezet om enkel nog water te drinken. Dat zorgt soms voor verzet van ouders die zich in de krant boos afvragen: ‘Wat is er mis met een brikje vruchtensap?’ Dat doet mij denken aan de inmiddels totaal achterhaalde discussie die vroeger gevoerd werd over roken op school. En ja, wie weet, wordt het binnen afzienbare tijd heel gewoon om op school in plaats van melk of frisdrank enkel nog water te drinken. Nu denken we: ‘Bizar, die balk bovenaan de voedingsdriehoek met dat opschrift: “Drink vooral water.”’ We voelen weerstand, maar net als aan het rookverbod in cafés zullen we wellicht ook daaraan wennen.

 

Dreigen we toch niet in een samenleving terecht te komen waarin iemand die een vettige hamburger eet, net als een roker met een scheef oog bekeken wordt?

Kersten: Misschien wel. Dat geldt zeker voor alcohol: het zou best kunnen dat een glas bier of wijn binnen een paar jaar de status krijgt van een sigaret. Ikzelf vind het een eng vooruitzicht om bij het nuttigen van een pilsje als paria bekeken te worden. Het is echt niet zo dat we allemaal vlot honderd zullen worden als we onze voedings- en bewegingsgewoonten volledig afstemmen op de twee driehoeken. We kunnen nu wel doen alsof voeding zo ontzettend belangrijk is, maar veel dingen overkomen ons zonder dat we er vat op hebben. We moeten oppassen dat we het belang van voeding niet overdrijven. Het heeft geen zin om als je kanker krijgt, te beginnen jammeren: ‘Waarom heb ik in mijn tienerjaren de alcohol niet laten staan?’ Het had toch niets uitgemaakt. Een voedingsdriehoek dringt mensen op een of andere manier een schuldgevoel op: ‘Mijn gezondheid hangt af van wat ik in mijn mond stop.’ Natuurlijk staat dat nergens expliciet, maar het is wel de onderliggende boodschap.

 

Zouden we hem dan beter niet publiceren?

Kersten: Nee, want het is belangrijk dat we mensen informeren over gezonde keuzes en hen zo in een bepaalde richting duwen. Dat is niet hetzelfde als opdringen, want ze blijven vrij. Het is goed dat die informatie gebaseerd is op de laatste stand van de wetenschap en dat we mensen niet in de waan laten dat een paar glazen alcohol bijvoorbeeld geen kwaad kunnen, want dat is niet zo. Deze voedingsdriehoek is eerlijk en stuurt mensen niet met een kluitje in het riet. Maar van mij mag je best elke dag wijn drinken, zolang je jezelf maar niet wijsmaakt dat het gezond is. Drink omdat het lekker is. Dat is ook belangrijk.

 

 

Sander Kersten

 

1971 geboren in Elst, Nederland

1993 studeerde cum laude af in voeding en gezondheid aan de universiteit van Wageningen

1997 promoveerde aan Cornell University in de Verenigde Staten waar hij nog steeds adjunct-professor is

2011 professor moleculaire voeding aan Wageningen University

2014 benoemd tot hoofd van de onderzoeksgroep ‘Nutrition, Metabolism and Genomics’

2015 verzorgt de allereerste ‘online videocursus voeding en gezondheid voor de hele wereld’

 

 

 

 

Het VIGeZ reageert:

‘Het is niet onze ambitie om het gedrag van elke Vlaming te veranderen’

 

Loes Neven, voedingsexpert bij het VIGeZ: Met de voedingsdriehoek brengen we de stand van zaken rond gezond eten objectief in kaart. Dat zorgt voor een rationeel beeld en ik kan begrijpen dat professor Kersten de factor genieten mist. Voor wie gezond wil eten zijn de voedingsmiddelen in de rode bol in principe overbodig, maar we verbieden ze niet. Mensen consumeren er wel best zo weinig mogelijk van. We houden rekening met de realiteit en hebben daarom ook een aantal tips opgelijst over hoe je best gezond eet. Een van die tips is: geniet van wat je eet. Het is niet onze ambitie om met deze driehoek het gedrag van elke Vlaming te veranderen. Zo naïef zijn we niet.

 

Sander Kersten vraagt zich ook af of jullie milieuaspecten zoals pesticiden in rekening brengen.

Loes Neven: Er is een duidelijke link tussen gezond eten en duurzaam leven. Maar het is moeilijk om de duurzaamheid van elk voedingsmiddel te bepalen: een inlandse tomaat is niet altijd duurzamer dan een ingevoerde. Pesticiden zijn inderdaad nog onderbelicht. We focussen ons op een algemene vorm van duurzaamheid die vasthangt aan het voedingspatroon. Vandaar ook ons pleidooi voor meer plantaardig in plaats van dierlijk. Wie de producten uit de rode bol vermijdt, wint twee keer: zowel zijn gezondheid zal erop vooruitgaan, als het milieu. Want je eet dan niet langer dingen die nergens toe dienen.

 

Professor Kersten stelt zich ook vragen bij de wetenschappelijke onderbouw van de nieuwe bewegingsdriehoek.

Ragnar Van Acker, bewegingsexpert bij het VIGeZ: Dat is een terechte bekommernis, want we hebben tijdens ons eigen voorbereidend onderzoek vastgesteld dat veel bewegingsmodellen uit het buitenland niet getest zijn. Onze op wetenschappelijke literatuur gebaseerde bewegingsdriehoek is gemaakt in samenwerking met bewegingsexperten die internationaal aan de top staan. Daarnaast hebben we hem ook uitgebreid getest bij 300 Vlamingen, waardoor hij uniek is.

 

(c) Jan Stevens

Vergelijkbare berichten