“Met mijn studenten praat ik vrijuit over mijn depressie. Ook dat is invloed uitoefenen”
In de VS kennen ze Ingrid Daubechies als een van de grootste wiskundigen van deze tijd. Bij ons herkennen sommige Limburgers haar achternaam als die van een uitkijkpost bovenop een toren. Terwijl het dankzij haar is dat u uw selfie vanop die toren op Facebook kunt plaatsen. Nastreven van macht, is aan haar niet besteed. “Ik wil geen verzuurde, wantrouwige prof worden en werk liever wereldwijd samen met anderen.”
Sinds het najaar van 2012 kunnen de inwoners van Houthalen-Helchteren vanop de hemelsblauwe toren van hun futuristische nieuw administratief centrum hun eigen woonplaats bewonderen. Het uitkijkpunt bovenop de toren heet ‘Het Oog van Daubechies’, als eerbetoon aan één van de nog levende beroemdste inwoners van de gemeente. Alleen weet zo goed als niemand in Houthalen-Helchteren en verre omstreken wie die illustere ‘Daubechies’ dan wel mag zijn. In de Verenigde Staten daarentegen kennen ze Ingrid Daubechies (62) als een van de grootste nog levende wiskundigen. Van 1991 tot nu is ze verbonden aan gerenommeerde Amerikaanse universiteiten: eerst Rutgers, dan Princeton en last but not least Duke university. De Amerikanen beschouwen haar al lang als one of them. Dankzij Daubechies’ vernuftige rekenwerk kunnen u en ik naar hartenlust Instagrammen en Netflixen. Haar belangrijkste verwezenlijking tot hiertoe is de ‘Daubechies wavelet’, een wiskundige beschrijving van een golfbeweging die gebruikt wordt voor beeldcompressie. Voor de nerds onder u: haar theoretische werk vormt de basis voor JPEG 2000. Die compressiestandaard voor digitale beelden zorgt ervoor dat het wereldwijde web niet fataal crasht onder het gewicht van de miljarden terrabytes aan foto’s die elke dag worden geüpload.
“Ook zonder mijn werk kun je hoogstwaarschijnlijk nog naar een reeks op Netflix kijken of foto’s via internet versturen”, zegt ze bescheiden. “Al klopt het wel dat voor beldcompressie meestal JPEG 2000 gebruikt wordt. Maar digitale beelden kunnen ook nog op andere manieren gecomprimeerd worden. Alleen bleek de methode die op mijn werk gebouwd is, de meest efficiënte te zijn. Ik vermoed dat andere wetenschappers me ‘invloedrijk’ vinden door mijn denkwerk over wavelets.”
Wat heeft u dan precies bedacht?
Ingrid Daubechies: “Ik heb een wiskundig kader uitgetekend om signalen en beelden te ontbinden. Dat klinkt theoretisch, maar die methode maakt wel zeer interessante toepassingen mogelijk, zoals die beeldcompressie voor het internet. Mijn verdienste is vooral dat pure wiskundige model, al verloor ik tijdens het denken en puzzelen nooit mogelijke praktische toepassingen uit het oog. Heel wat collega’s twijfelden eraan of mijn bevindingen verenigbaar waren met wat al bestond. Ik slaagde erin alles aan elkaar te koppelen en heb dat ook helemaal uitgewerkt. Ik was zo blij toen ik merkte dat ik op het juiste spoor zat; dat gaf me een echte kick.”
Had het iets verslavends?
Daubechies: “Wiskunde is altijd verslavend. (lacht) Na weken van steeds intenser puzzelen zie je plots tòch iets. Is dat niet fantastisch? Je vindt jezelf dan zo dom omdat je het niet eerder doorhad. Dat zorgt voor een zalige voldoening waar ik altijd lang van probeer te genieten.”
Voor een rekenkundige nitwit zoals ik lijkt wiskunde iets gigantisch abstracts.
Daubechies: “Dat is het ook. Iedereen, ook u, denkt abstract. We zijn daar zo aan gewend geraakt, dat we er niet meer bij stilstaan. Zo vinden wij het heel gewoon dat een getal nauwkeuriger wordt, naarmate we meer cijfers achter de komma schrijven. Griekse wiskundigen konden dat amper bevatten: zij vonden dat principe ongelooflijk moeilijk en abstract. Terwijl onze kinderen dat bij wijze van spreken al spelend leren op de lagere school. Wiskundigen zoals ik vinden kaders uit en bouwen verder op wat hun voorgangers ontwikkeld hebben. Heel wat van dat louter abstracte werk dient later als basis voor veel praktische zaken.”
Is wiskunde voor u ook een manier om zin in uw leven te brengen of er zin aan te geven?
Daubechies: “Iedereen wil zin aan zijn leven geven, maar ik weet niet of één welbepaalde discipline zoals de wiskunde daarvoor volstaat. Mijn werk is voor mij heel zinvol, maar niet alleen omdat ik er intellectueel voldoening uit haal. Ik vind het even zinvol om les te geven en doctoraatsstudenten te begeleiden en te helpen bij de uitbouw van hun carrière. Mijn leven is veel meer dan enkel dat theoretische onderzoek. Artikels schrijven vormt voor u toch ook niet de kern van uw bestaan? Het is toch enkel een manier om geld mee te verdienen? Ik verdien mijn brood met toegepaste wiskunde. Ik beleef ontzettend veel plezier aan mijn werk en ik word er nog voor betaald ook. Als ik er niet van zou kunnen leven, deed ik waarschijnlijk iets anders.”
U kunt zich dus een bestaan zonder wiskunde indenken?
Daubechies: “Dat nu ook weer niet. (lacht) Ik ben ondertussen al zo lang met wiskunde bezig, dat ik het best wel zal missen als het ooit stopt. Ik vraag me continu af hoe de dingen in elkaar zitten. Als ik merk dat er iets niet helemaal klopt, denk ik: ‘Tiens, hoe kan dat nu?’, waarna ik op zoek ga. Mijn vrienden en kinderen vinden dat ik daar een tikkeltje in overdrijf, maar zo zit ik nu eenmaal ineen.
“Of de wiskunde me gelukkig maakt? Het grootste deel van de tijd voel ik me momenteel gelukkig dankzij de medicatie. Ik kamp met chronische depressie, mijn leven verloopt daardoor niet altijd even voorspoedig. Ik mag blij zijn dat de dokters de antidepressiva gevonden hebben die mij helpen. Die medicatie zorgt voor een wereld van verschil. Maar ik ontdekte die pillen pas op mijn veertigste, want ik was opgevoed in de overtuiging dat depressie aan mezelf lag, aan mijn persoonlijkheid.”
Omdat u zogezegd een zwakkeling was?
Daubechies: “Precies. Dus begon ik laat aan medicatie, en enkel op voorwaarde dat ik er na een tijd mee kon stoppen. Twee jaar later was ik beter en bouwde ik onder begeleiding van de dokter de pillen af. Drie maanden nadat ik gestopt was, zat ik weer op de bodem van die gitzwarte put. Ik ben terug antidepressiva beginnen innemen en zei tegen mezelf: ‘Dit nooit meer.’ Sindsdien slik ik elke dag mijn pil. Ik praat vrijuit met mijn studenten over mijn depressie en wil hen zo sensibiliseren. Ik vertel hen dat ze een periode tegemoet gaan waarin ze keihard zullen werken, en dat het dan soms emotioneel lastig kan zijn. Want als je problemen probeert op te lossen en de oplossingen niet vindt, voel je je niet goed in je vel. Ik zeg tegen mijn studenten dat ze hulp moeten zoeken van zodra ze bij zichzelf merken dat er iets serieus aan het misgaan is. Ook dat is invloed uitoefenen.”
Is invloedrijk zijn in uw vakgebied hetzelfde als er macht in hebben?
Daubechies: “Ik vind dat toch heel verschillende dingen. Ik gebruik mijn invloed om mensen ervan te overtuigen dat wiskunde iets goed en nuttig is, en dat het belangrijk is dat kinderen het op school te leren krijgen. Vooral voor kansarmen kunnen de wetenschappen een opstap zijn naar een beter bestaan. Ook wie in de wetenschap niet tot de absolute top behoort, kan er goed zijn brood mee verdienen. Dat is toch anders in de wereld van de sport of het entertainment. Veel jonge mensen in de getto’s in Amerikaanse steden dromen van een carrière in het basket of op tv. Maar enkel de toppers boeren goed; voor alle anderen is het huilen met de pet op.
“Ik gebruik mijn invloed om het wiskundeniveau in het onderwijs in ontwikkelingslanden op te krikken. Alleen zo kunnen we vermijden dat de beste studenten wiskunde er door buitenlandse universiteiten weggeplukt worden. Want misschien groeien ze uit tot uitstekende wiskundeleraars die op hun beurt ingenieurs helpen opleiden die het land welvarender maken. Maar macht heb ik nooit nagestreefd en ik ben helemaal geen machtsmens. Ik leg niemand iets op; ik streef consensus na.”
Bent u ooit gevraagd door de Facebooks en Googles van deze wereld om bij hen te komen werken in ruil voor veel geld?
Daubechies: “Ik heb voorstellen van headhunters gekregen, maar ben daar nooit op ingegaan. Een aantal van mijn studenten werkt nu wel bij Google, Twitter én Facebook. Ik probeer al mijn studenten ertoe te bewegen om het beste uit zichzelf te halen. Ze zijn allemaal zo verschillend en sommigen hebben schitterende carrières uitgebouwd. (Trots:) Studenten van mij zijn nu prof aan de universiteiten van New York, Michigan, British Columbia, Austin, California. Op heel wat plaatsen zitten oud-studenten. Ik heb meer dan dertig doctoraatsstudenten begeleid. Dat is ook een vorm van invloed.”
Werkt u rechtstreeks samen met bedrijven?
Daubechies: “Ik heb daar geen bezwaar tegen, maar zelf ben ik niet actief als consultant. Ik verdien genoeg aan de universiteit en hoef dus niet te schnabbelen. Die paar keer dat ik me wel tot consulting heb laten verleiden, was puur uit interesse over het vraagstuk. Ik moet niet rijk zijn en wil niet gedreven worden door winstbejag. Ik heb nooit een patent op mijn vondsten genomen omdat ik nooit zelf van plan was om een bedrijf op te richten. Een patent is ideaal om je nieuwe idee te beschermen terwijl je een onderneming uit de grond aan het stampen bent. Maar ik heb nooit die ambitie gevoeld om als prof ook ondernemer of manager te worden, want dan volstaan niet langer enkel mijn ideeën, maar moet ik ook mensen aannemen en ontslaan. Ik kan niemand aan de deur zetten; ik kweek daar een maagzweer van.”
U hebt het patent niet links laten liggen uit ‘ideologische overwegingen’, omdat u vindt dat patenten een rem op de wetenschappelijke ontwikkeling zetten?
Daubechies: “In sommige gevallen remmen patenten zeker de wetenschap af, maar in de wiskunde hebben patenten sowieso niet veel zin omdat ze altijd wel te omzeilen zijn. Het is moeilijk om een patent op een wiskundig idee zo te schrijven dat heel dat idee integraal beschermd wordt. Er zijn collega’s die dat ooit geprobeerd hebben, maar ze kwamen zo goed als altijd van een kale reis terug. Ik wil niet de rest van mijn leven met haviksogen zitten toekijken of iemand mijn patent zonder betalen probeert te recupereren. Ik wil geen verzuurde, wantrouwige prof worden en werk liever wereldwijd samen met anderen. Dat is soms heel aangenaam, zeker als je elkaar wat beter leert kennen en het is gewoon ook veel efficiënter. Mensen denken op verschillende manieren en al die denkwijzen samen leveren vaak schitterende resultaten op.”
Een wiskundige bolleboos zoals u zit dus niet de hele dag opgesloten in zijn of haar eigen hoofd?
Daubechies: “Dat geldt zeker niet voor mij en ik merk dat ook jongere wiskundigen graag uit hun cocon breken. In het verleden was het zeker zo dat wiskundigen hun wetenschappelijke artikels in hun eentje schreven; vandaag zie ik steeds meer wiskundeartikels verschijnen ondertekend door meerdere auteurs. Bovendien is het mijn ervaring dat wiskundigen veel meer met elkaar praten en elkaars domein beter kennen dan humanisten. Een academicus die gespecialiseerd is in 17de-eeuwse Duitse poëzie weet totaal niks over 15de-eeuwse Duitse poëzie. In de wiskunde is zoiets onvoorstelbaar. Collega’s uit de letteren en wijsbegeerte zijn einzelgangers. Samenwerken vinden ze des duivels. Ze zeggen dan: ‘Wij leggen een persoonlijke intellectuele weg af.’ Tja, dat geldt ook voor ons: wij, wiskundigen, leggen ook ‘intellectuele wegen’ af. Natuurlijk loopt een deel van mijn weg door mijn hoofd, maar dat neemt niet weg dat ik erover kan praten met anderen.”
Zijn er nog veel mensen met wie u over de finesses van uw werk kunt praten? Want u zit op zo een hoog niveau dat ik me kan voorstellen dat niet alle collega’s nog met u mee zijn?
Daubechies: “Met mijn studenten kan ik er nog altijd over praten, hoor. In een gezelschap van niet-wiskundigen voel ik nooit de behoefte om over mijn werk te beginnen. Ik luister graag naar wat zij mij te vertellen hebben, dan leer ik nog iets bij. Wat ik weet, weet ik. Daar hoef ik niet meer over uit te wijden.”
Wordt het niet moeilijker om de lat steeds hoger te leggen?
Daubechies: “Ik leg de lat niet hoger; ik zoek gewoon andere problemen en leg nieuwe latten om over te springen. Op dit moment zoek ik wiskundige oplossingen voor verschillende problemen die soms heel praktisch van aard zijn. Zo werk ik samen met paleontologen aan een geautomatiseerde manier om beenderen en tanden met elkaar te vergelijken. In hun dagelijks werk verliezen die paleontologen veel tijd aan meten en berekenen. Als we erin slagen om hun saaie werk te automatiseren, hebben zij meer tijd vrij voor creatieve research. Ik werk ook nauw samen met kunsthistorici en museumconservatoren rond de analyse van oude schilderijen met digitale beeldverwerkingstechnieken. Ik investeer ook nog flink wat tijd in een paar zuiver wiskundige projecten, maar ik ben bang dat ik die niet uitgelegd krijg aan iemand die van wiskunde geen kaas gegeten heeft. (lacht)”
Wanneer wist u dat uw toekomst in de wiskunde lag?
Daubechies: “Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in hoe alles ineen steekt en in het maken van berekeningen. Zolang ik me kan herinneren, vraag ik me af waarom de dingen zijn zoals ze zijn. Als kind redeneerde ik al door, en dat had niet altijd met wiskunde te maken.”
U redeneert door over alle aspecten van het leven?
Daubechies: “Ja, tenminste over die aspecten van het leven waarvan de feiten helder zijn. Mijn sociale intelligentie is iets minder dan gemiddeld, denk ik. Ik heb niet altijd door wat de drijfveren van mensen zijn als ze het niet zeggen.”
U merkt de verborgen agenda’s niet altijd?
Daubechies: “Nee. Voor iemand die in de academische wereld werkt, is dat soms heel vervelend. Want er is blijkbaar toch wel wat nijd en afgunst. Heel af en toe krijg ik in de gaten dat iemands bedoelingen niet helemaal koosjer zijn; dan stap ik meteen op om me met iets zinvols bezig te houden.”
Voelt u zich in Amerika als een vis in het water?
Daubechies: “Ik ben Amerikaans staatsburger en heb de dubbele nationaliteit. Ik breng hier ook mijn stem uit. Ik vind de Amerikaanse politiek erg belangrijk en tegenwoordig ook zeer verontrustend. Tijdens de laatste presidentsverkiezingen voerde ik actief campagne voor Hillary Clinton. Meer mensen stemden voor Hillary dan voor Donald Trump, en toch verloor ze. Weet u wat ik het stuitendste vond? Al die misprijzende en haatdragende taal die de hele tijd tijdens de campagne gespuid werd. Dat heeft mij diep geschokt, ik ben er nog altijd niet goed van.
“Ik ben opgegroeid in Houthalen en heb een andere ingesteldheid dan de Amerikanen die hier geboren en getogen zijn. Ik groeide op in een klein land dat geprangd ligt tussen een heleboel andere landen. Amerikanen zijn het gewoon om burger te zijn van een immens rijk. Hun ingesteldheid is anders. Soms mis ik het het gewone Belgisch dagelijkse leven en ik mis ook sommige vrienden. Mijn allereerste verblijf in de VS duurde twee jaar, om er te werken aan mijn postdoc. Toen ik naar België terugkeerde, beleefde ik een cultuurschok. Ik ontdekte dat het leven in Amerika me beter leek te bevallen dan het Belgische waarmee ik was opgegroeid. Ik voelde me niet echt meer thuis in mijn eigen land. Het leek alsof ik in de VS écht uit de baarmoeder gekropen was. Moest elke prille twintig voor een paar jaar naar een andere plek in de wereld verhuizen, zouden er nu een pak minder problemen zijn. Want mensen zouden zich veel makkelijker kunnen inleven in de situatie van iemand anders.”
Keert u ooit terug naar België?
Daubechies: “Ik denk het niet. Voorlopig stop ik niet met werken, want ik heb een grand die pas afloopt op mijn 67e. Mijn twee kinderen wonen hier, mijn zoon is pas getrouwd, mijn kleinkinderen zullen in Amerika leven, dus blijf ikzelf hoogstwaarschijnlijk ook. Mijn hart ligt bij mijn gezin en niet in een of ander land.”
(c) Jan Stevens