‘Volgens de wet was het een verkeersongeval. Maar hij raasde zonder rijbewijs door de bebouwde kom: voor ons is dat moord’
Het voorbije jaar rolden Kris De Prins en Peggy Muyldermans, de ouders van het verongelukte meisje Merel, van de ene onaangename verrassing in de andere. “Doodrijder Muhammed Aytekin wil zijn straf absoluut niet uitzitten. Alle uitvluchten zijn daarvoor goed.”
Op woensdagmiddag, 28 oktober 2015 veranderde het leven van Kris De Prins en Peggy Muyldermans voorgoed. Hun 12-jarige dochter Merel werd toen op een fietsoversteekplaats in Vilvoorde voor de ogen van haar vrienden door een racende zwarte BMW van de weg gemaaid. De auto sleurde het meisje veertig meter mee, en koos daarna plankgas het hazenpad. Merel overleed ‘s avonds in het UZ van Jette in het bijzijn van haar ouders.
De toen 21 jaar oude dader Muhammed Aytekin verdween spoorloos en dook pas zes dagen later weer op, toen hij zich op 2 november samen met zijn advocaat aangaf bij de politie van Vilvoorde. Al die tijd hield hij zich schuil in Hongarije, waar hij ook zijn flink gehavende BMW naartoe had laten transporteren. Aan de politie verklaarde hij dat hij teruggekomen was “uit respect voor de familie van het slachtoffertje.” Aytekin bleek niet in het bezit te zijn van een rijbewijs, was daar eerder meermaals voor opgepakt en zeven keer door verschillende politierechtbanken voor veroordeeld. Naar eigen zeggen had hij het te druk voor het halen van zijn rijbewijs. “Ik heb de transportfirma van mijn vader op jonge leeftijd overgenomen”, verklaarde hij aan de politie. “Ik had geen tijd voor dat rijexamen.”
Aytekin werd in voorhechtenis genomen en een dag later, op 3 november 2015, werd zijn transportbedrijf Yuka Trans al dan niet bij toeval door de Brusselse rechtbank van koophandel failliet verklaard. In februari 2016 kwam hij onder voorwaarden en na het betalen van een borgsom van 15.000 euro weer vrij.
Op 28 november 2016 verscheen Muhammed Aytekin voor de politierechtbank van Vilvoorde. “Dat was zo onwezenlijk”, herinnert Merels vader Kris De Prins zich. “Terwijl onze zaak voor de politierechtbank behandeld werd, kwamen advocaten tussendoor snel-snel hun dossier indienen. Middenin ons proces liep iedereen gewoon binnen en buiten. Er was geen enkele controle. Je kon er probleemloos met een mes of pistool binnenstappen.”
We zitten in de woonkamer van Merels ouderlijke huis in Eppegem, een rustige deelgemeente van het Vlaams-Brabantse Zemst. Buiten is het donker en koud; binnen snort de houtkachel. Aan de muur hangen grote foto’s van Merel en haar broer Jens. 2017 was voor vader Kris en moeder Peggy een opeenvolging van vaak zeer onaangename verrassingen. Aytekin werd in december 2016 door de politierechter veroordeeld tot vijf jaar cel waarvan tien maanden met uitstel, een boete van 6.600 euro en een levenslang rijverbod. Meteen na de uitspraak ging hij in beroep.
Kris De Prins: “Op vijf januari van dit jaar kwam de zaak in beroep voor in de correctionele rechtbank van Brussel. Aytekins advocaat pleitte toen voor een straf met uitstel in plaats van vijf jaar effectief. De veertiende viel de uitspraak waarin vijf jaar effectief én het levenslang rijverbod bevestigd werden. Maar in maart kwam de dader vrij door zijn zogezegde oogziekte. Hij beweerde aan een zware oogaandoening te lijden waardoor hij het risico liep blind te worden. Dat is toen enkel vastgesteld door zijn oogarts. Een gerechtsarts bekeek vervolgens die diagnose op papier, maar heeft de man nooit zelf onderzocht. Justitie heeft ook nooit een onafhankelijke oogarts aangesteld, niet voor of na zijn operatie. Wij vragen ons zelfs af of die oogoperatie ooit heeft plaatsgevonden. In augustus werd dan beslist dat hij terug de cel in moest omdat hij voldoende genezen was. Hij verzette zich daartegen en eiste een tegenexpertise. Eind september moest hij dan eindelijk toch de gevangenis opnieuw in, maar was hij spoorloos. Pas een dag later kwam hij zich aangeven. Vorige maand kwamen we dan via de pers te weten dat hij begin volgend jaar een verzoekschrift zal indienen om vrij te komen met een enkelband.”
Peggy Muyldermans: “Voor ons is het klaar en duidelijk dat Muhammed Aytekin zijn straf absoluut niet wil uitzitten.”
Het gerecht vergeet jullie af en toe in te lichten over zijn wedervaren?
Kris: “De slachtofferbejegenaar van Vilvoorde liet ons eerder dit jaar weten dat hij was vrijgekomen. Maar op dat moment liep hij al meer dan een maand vrij rond. Hij kwam in maart via de Franstalige rechtbank vrij en blijkbaar communiceren de Nederlandstalige en Franstalige rechtbanken zelden met elkaar. Onze zaak is twee keer gepleit voor Nederlandstalige rechtbanken, eerst voor de politierechtbank van Vilvoorde en in beroep voor de Brusselse correctionele rechtbank. Wij vinden het zeer merkwaardig dat vervolgens een Franstalige rechtbank mag beslissen om hem voor een geneeskundige ingreep de vrijheid te schenken. Zijn advocaat wist natuurlijk dat de Franstalige rechtbanken in Brussel soepeler zijn en heeft daar dankbaar gebruik van gemaakt.”
Zijn jullie tevreden over de werking van slachtofferhulp?
Kris: “Ik wil die mensen niet met de vinger wijzen, want ze doen hun best. Maar de bureaucratie errond is voor verbetering vatbaar. Slachtofferhulp contacteerde ons twee jaar geleden in de eerste week na het ongeval of ze ons konden helpen en ondersteunen. Wij stonden daar toen niet voor open en hielden de boot af.”
Peggy: “We waren bezig met het voorbereiden van de begrafenis van Merel en moesten veel andere zaken regelen. Ons hoofd stond er echt niet naar.”
Kris: “Later hoorden we nog bijzonder weinig van die dienst. Tot ze ons op een bepaald moment lieten weten dat we een aantal formulieren moesten invullen. Eerst in het Nederlands en later in het Frans, omdat Aytekin via die Franstalige rechtbank is vrijgekomen. Wij moeten ons dus als slachtoffer aanpassen aan de tactieken van de dader, wat ik eerlijk gezegd niet normaal vind. Waarom moet een slachtoffer eigenlijk al die papieren invullen?”
Peggy: “Als je dan als slachtoffer naar slachtofferhulp belt, krijg je te horen: ‘Zolang jullie die formulieren niet hebben ingevuld, mogen wij niets zeggen.’ Dat is toch op zijn zachtst gezegd merkwaardig?”
Kris: “Wij moeten hen eerst officieel laten weten waarvan we op de hoogte wensen gehouden te worden. Maar ik veronderstel toch dat de meeste slachtoffers over heel hun zaak up-to-date gehouden willen worden? Waarom past slachtofferhulp zijn papierwinkel dan niet aan? ‘Vul dat formuliertje enkel in als je wil dat we je verder met rust moeten laten.’ Dat is toch veel klantvriendelijker én eenvoudiger? Misschien is dat té simpel?”
Jullie worden niet au sérieux genomen?
Kris: “Toch wel, alleen vinden we het niet normaal dat we belangrijke ontwikkelingen via de pers moeten vernemen, zoals nu dat hij plannen aan het maken is om volgend jaar zijn cel in te ruilen voor een enkelband.”
Na zijn veroordeling in beroep eind januari leken jullie redelijk tevreden met zijn vijf jaar cel, terwijl de maximumstraf die hem boven het hoofd hing acht jaar en zes maanden was.
Peggy: “Die straf wordt blijkbaar nooit uitgesproken. We waren toen al blij dat het vijf jaar was. Zowat iedereen die het kan weten, verzekert ons dat hij echt wel het maximum gekregen heeft. En in vergelijking met de straffen die voor gelijkaardige vluchtmisdrijven uitgesproken zijn, is hij inderdaad zwaarder gestraft.”
Kris: “Het zou best wel eens kunnen dat hij straks inderdaad met een enkelband naar huis mag. Hij heeft een half jaar in voorhechtenis gezeten en dat telt dubbel om te bepalen of een veroordeelde recht heeft op een enkelband. Hij komt er dan waarschijnlijk met drie jaar cel vanaf.”
Peggy: “Toen hij in december 2016 voor de politierechtbank van Vilvoorde moest verschijnen, heb ik het woord gevoerd. Dat was zwaar.”
Kris: “Dat eerste proces was ook zo bizar.”
Omdat op dezelfde dag in die politierechtbank ook heel banale overtredingen behandeld werden?
Kris: “Precies. De politierechter deed ongetwijfeld zijn best, toch merkten we meteen dat het proces veel te zwaar voor zijn rechtbank was.”
Want eigenlijk had het minstens over doodslag moeten gaan?
Kris: “De essentie is dat dit volgens de wet een verkeersongeval is, ook al vinden wij dat niet. Het feit dat hij tegen minstens 85 kilometer per uur zonder rijbewijs door de bebouwde kom raasde, wordt gewoon beschouwd als verzwarende omstandigheid. Volgens de expert reed hij 85, maar volgens de ooggetuigen vlamde hij tegen 120. Dat was geen auto, maar een moordwapen.”
Hadden jullie het gevoel dat Merels ongeval op de politierechtbank als een fait divers behandeld werd?
Kris: “Nee, dat niet, want er was enorm veel aandacht: we werden er overrompeld door de pers. Zoiets hadden we nog nooit meegemaakt. We hadden toen veel liever geen commentaar geleverd, maar onze advocaat zei: ‘De mensen verwachten dat je iets zegt.’ Wat Peggy dan ook gedaan heeft.”
Peggy: “Dat zorgde bij mij voor een klik: misschien was het wel goed dat we als burgerlijke partij af en toe ook onze stem lieten horen. Het is heel raar, maar als slachtoffer ben je ‘maar’ burgerlijke partij. In de praktijk komt het erop neer dat we geen rechten hebben en niets mogen vragen.”
Kris: “Voor de strafuitvoering hebben we niets in de pap te brokkelen. Er wordt zo goed als geen rekening met ons gehouden en dat is voor ons een zeer stevige noot om te kraken. Toen we de avond van het ongeval terug thuiskwamen, zaten hier twintig mensen. ‘Neem een goede advocaat en hij zal zijn straf niet kunnen ontlopen’, zeiden ze. Maar sneller dan ons lief was, moesten we ondervinden dat we helemaal niets te zeggen hebben. Als burgerlijke partij mogen we enkel een schadevergoeding vragen. Is dat goed of fout? Ik weet het niet. Een slachtoffer zal waarschijnlijk altijd een maximumstraf eisen en wil misschien zelfs een bestraffing die totaal onmogelijk is. Ik kan dus best begrijpen dat slachtoffers bij strafuitvoering geen carte blanche krijgen. Maar wat ik niet begrijp, is dat er amper naar ons geluisterd wordt. De man die Merel doodreed, had een zeer zware voorgeschiedenis van verkeersinbreuken. Als je al die feiten in rekening brengt, is hij er licht van afgekomen. Wij vinden dit geen verkeersongeval, maar moord. Als je in totaal acht keer opgepakt bent voor rijden zonder rijbewijs en dan nog niet door hebt dat je uit een auto moet blijven, is er iets grondig mis met je. Maar die elementaire wijsheid staat niet in de wet. Volgens de wet had hij een verkeersongeval. En het niet hebben van een rijbewijs en het vluchtmisdrijf zijn louter verzwarende omstandigheden. Punt.”
De straffen voor vluchtmisdrijf zijn in juli toch verzwaard?
Kris: “Als je een ongeval veroorzaakt, mag je niet wegvluchten. Ik ben het ermee eens dat daar zware straffen op staan. Maar wat mij enorm stoort, is dat de voorgeschiedenis van een dader niet in rekening genomen wordt. Hoe is het in godsnaam mogelijk dat iemand acht keer opgepakt wordt voor rijden zonder rijbewijs en toch nog met een auto de straten onveilig blijft maken? Blijkbaar wisten al die diensten dat niet van elkaar en kwam dat pas na Merels overlijden naar boven. Dat kan toch niet? Als je iemand zoveel keer na elkaar zonder rijbewijs oppakt, neem je toch maatregelen opdat hij nooit meer achter het stuur zou kruipen? Daar moet toch iets in het parlement met een nieuwe wet tegen ondernomen worden? In Nederland kun je zonder rijbewijs geen wagen kopen. Dat is misschien al een eerste stap. Degene die een auto verkoopt aan wie geen rijbewijs heeft, is dan medeverantwoordelijk en vliegt ook de bak in.”
Muhammed Aytekin ging in beroep en kreeg van de correctionele rechtbank een strengere straf: de tien maanden uitstel die hij van de politierechter gekregen had, vervielen.
Peggy: “De correctionele rechtbank verschilde dag en nacht van de politierechtbank.”
Kris: “In de politierechtbank werd de dader niet berispt door de rechter of het openbaar ministerie. Alleen onze advocaat las hem de levieten.”
Peggy: “De correctionele rechtbank was een verademing: het openbaar ministerie wees Aytekin op zijn verantwoordelijkheden: ‘Wat jij gedaan hebt, kan echt niet.’ Ook de rechter ging tegen hem in en stelde vragen. Wij apprecieerden dat heel erg.”
Kris: “De politierechter in Vilvoorde vroeg hem amper iets.”
Peggy: “Hij zei op een bemoederend toontje: ‘Waarom heb je dat nu gedaan, manneke? Vertel het eens.’ Ik geloofde mijn eigen oren niet.”
Kris: “Dimitri De Béco, de toenmalige advocaat van de dader, zei toen dat de politierechter de controle verloren had over de journalisten in zijn zaal, en hij had gelijk. Ze stonden bij wijze van spreken tussen de advocaat en de rechter; het was pure chaos.”
Jullie kregen een schadevergoeding toegewezen. Hoeveel is een dood kind waard?
Kris: “45.000 euro. Maar wat maakt het uit? Of het nu 45 miljoen was, Merel krijgen we er niet voor terug. Een mensenleven is niet uit te drukken in geld. Wat moeten we met die 45.000 euro aanvangen? Een groot deel ging trouwens naar de ziekenhuiskosten en de begrafenis. ”
De dader liet zich failliet verklaren.
Peggy: “Ja, meteen.”
Kris: “De achtergrond van dat faillissement kennen we niet. Op het proces hoorden we wel dat het om ‘een welstellende familie’ ging. (stilte) Op de correctionele rechtbank hoorden we ook dat hij niet alleen acht keer was opgepakt voor rijden zonder rijbewijs, maar ook nog eens tien keer voor andere feiten. Toen werd het me zwart voor de ogen. Blijkbaar hadden ze al die keren dat ze hem opgepakt hadden nooit zijn verleden gecheckt. Bij het bepalen van zijn straf werden sommige dingen in rekening genomen, andere weer niet. Ze hadden ze allemaal moeten laten meetellen, vind ik. Want allemaal samen vormen ze één dossier.”
Helpt zo’n proces bij de verwerking?
Kris: “Wat wil dat zeggen, ‘verwerken’? Ik weet het niet. Ondanks alles voelden we dat de processen gemeend waren en dat er geen toneel gespeeld werd, dat geldt zeker voor de correctionele rechtbank. Maar de rechters moeten zich houden aan de wet en voor onze zaak is die wet voorbijgestreefd. Nooit mag die man nog met de auto rijden. Hij heeft een levenslang rijverbod gekregen, maar wie zegt er dat hij zich met zijn voorgeschiedenis daaraan zal houden? Als de gevangenis de enige manier is om hem van de baan te houden, moeten ze hem daar maar laten zitten. Met dat proces in beroep en met zijn pogingen om aan zijn straf te ontsnappen, was 2017 voor ons verschrikkelijk hectisch. Tot hiertoe was het gewoon onmogelijk om met de verwerking te beginnen, in de veronderstelling dat we het verlies van onze dochter ooit zullen kunnen verwerken.”
Peggy: “We ploeteren maar voort.”
Kris: “Wat ons nu overkomt, hadden we nooit willen meemaken. Niet veel mensen kunnen ons raad geven. Een paar lotgenoten misschien, al reageert iedereen anders op het verlies van een kind.”
Peggy: “Ik vind steun bij Ouders van Verongelukte Kinderen (OVK). Ik praat regelmatig met voorzitster Annemie Hemelaers en lotgenote Lieve Victor. Haar zoon Sander is negen jaar geleden net voor zijn twaalfde verjaardag doodgereden.”
Kris: “Annemie en Lieve zijn zeer positief ingestelde mensen. Ikzelf ben nog nooit naar een bijeenkomst van OVK geweest. Ik ben bang om daar te veel negatieve verhalen te horen.”
Peggy: “Annemie en Lieve zeggen: ‘De zon schijnt nog.’ De dag na het ongeval stapte Lieve hier binnen. Bij haar was het toen zeven jaar geleden. ‘Ik kan niet zeggen dat ik nu niet gelukkig ben’, zei ze. Aan haar woorden trekken wij ons op.”
Maar het leven wordt nooit meer zoals het was?
Peggy: “Dat is voltooid verleden tijd.”
Kris: “Vandaag is het meer overleven dan leven. We proberen nog te genieten, maar dat zijn telkens korte momenten. Alles wat we nu ondernemen, is anders. Vakantie, een keer op restaurant gaan, alles is anders.”
Peggy: “Zelfs op het werk is niets meer zoals het was. Ik ben een totaal ander mens geworden. Ik kan niet goed meer tegen commentaar van anderen. Als iemand me zegt: ‘Je moét dit nu doen’, werkt dat compleet averechts. Ik moet helemaal niets. Ik werk in een winkel en soms zegt een klant: ‘Hey Peggy, het gaat precies goed met je? Je bent goed bezig.’ Dan voel ik mijn maag samenkrimpen, want dat is alleen maar façade. Ze weten niet hoe het vanbinnen voelt.”
Kunnen jullie ergens troost uit putten?
Kris: “Die momenten waarop sommige mensen er zijn als we ze nodig hebben. Al put ik daar niet echt troost uit, maar misschien wel moed. De mensen waar we echt op kunnen rekenen, zijn er altijd als ze er moeten zijn. Maar troost? Dat is onmogelijk: Merel is weg en dat blijft zo voor altijd. Eerlijk gezegd willen we ook niet teveel goedbedoelde bezorgdheid rondom ons. Na twee weken ging ik terug aan de slag en ik zei toen meteen tegen mijn collega’s: ‘Het leven gaat door. Ik wil niet dat er om de vijf minuten iemand aan mijn bureau staat om me te troosten.’ Als je niet oppast, wordt het alleen maar erger en weten de mensen niet meer hoe te reageren.”
Gedragen mensen zich niet sowieso onwennig?
Peggy: “Sommigen wel. Maar wij stapten zelf direct met open vizier naar de anderen. We hebben niet gewacht tot zij de eerste stap zouden zetten. Want dan konden we wel een eeuwigheid wachten. Merel was lid van de turnkring en de skeelerclub en we bleven daar naartoe gaan. Iedereen gedraagt zich daar heel normaal, net als vroeger. We praten ook gewoon over wat er gebeurd is.”
Wat betekent het verlies van Merel voor jullie relatie?
Peggy: “We zijn nog meer naar elkaar toegegroeid. Bij sommige koppels gebeurt net het tegengestelde.”
Kris: “Maar het is niet zo dat we elkaar kunnen helpen. We worstelen allebei met dezelfde problemen.”
Peggy: “We rouwen elk op onze eigen manier. Kris verzet zijn zinnen door op zondag te gaan mountainbiken. Ik ga shoppen, al schrijf je dat misschien beter niet op. (lacht)”
Kris: “Vroeger kon ik vitten over kleine dingen. Dat doe ik niet meer.”
Hoe gaat het met jullie zoon Jens?
Kris: “Jens reageert zeer volwassen. Hij studeert aan de Koninklijke Militaire School en wil officier worden. De dood van zijn zus heeft daar niets mee te maken; hij wou altijd al in het leger. Hij lijkt zich goed te houden, maar wat er precies in zijn hoofd omgaat, weet ik niet.”
Peggy: “Misschien komt dat ooit nog naar boven, dat zou bij ons ook kunnen. We zijn snel terug gaan werken en misschien hebben we zo ‘de grote instorting’ uitgesteld. Ik merk bij mezelf dat ik het heel moeilijk heb van 1 september tot aan Merels verjaardag. Eerst begint de school, dan is er in oktober het ongeval, daarna Sinterklaas, kerst, nieuwjaar en dan is ze jarig. Nu is het een zware periode. Acht maanden na Merel stierf haar hartsvriendin Sofie De Ridder in een dodehoekongeval. Hun klasgenootjes startten tijdens De Warmste Week van 2016 een petitie voor onder andere verplichte dodehoekcamera’s voor vrachtwagens en duidelijker wegmarkering voor fietsers. Ze verzamelden 10.600 handtekeningen die ze begin dit jaar aan de Vlaamse minister van Mobiliteit Ben Weyts bezorgden.”
Kris: “Wij gingen bij Ben Weyts en bij de federale minister van Justitie Koen Geens langs. Geens was ziek. Zijn medewerkers hebben ons goed ontvangen en aandachtig naar ons geluisterd. Of er ook iets met onze opmerkingen gebeurd is, weet ik niet.”
Wat hebben jullie toen verteld?
Kris: “Dat we niet konden begrijpen dat iemand die al acht keer opgepakt is, nog kan blijven rondrijden. We vroegen waarom een dodelijk verkeersongeval niet meteen door de correctionele rechtbank behandeld kan worden. Ze verwezen opnieuw naar de wet. Die mensen van het kabinet van Geens deden echt hun best, maar veel soelaas konden ze niet bieden. Toch vind ik dat ze met onze opmerkingen iets moèten aanvangen. Niemand houdt hen tegen om initiatieven te nemen om de wet te veranderen.”
Hebben ze beloftes gedaan?
Peggy: “Ze beloofden dat ze de straffen voor vluchtmisdrijf zouden verstrengen. Ze zouden ook maatregelen nemen tegen het rijden zonder rijbewijs, maar van dat laatste heb ik nog niets gemerkt.”
Kris: “Op dit moment worden er schitterende fietsostrades aangelegd, prachtig hoor, maar tezelfdertijd wordt de heraanleg van veel levensgevaarlijke kruispunten gewoon vergeten. Ik vind dat zo jammer. Ook op de plek waar Merel verongelukt is, is tot vandaag niets veranderd. Ze beloofden dat ze op de plek waar Sofie verongelukt is, de verkeerslichten apart gingen laten werken. Daar is tot nu niets van in huis gekomen. Zo moeilijk kan dat toch niet zijn? In Nederland lukt dat wel, waarom hier niet?”
Heeft Muhammed Aytekin of iemand uit zijn entourage ooit contact met jullie gezocht?
Peggy: “Nooit.”
Kris: “Ik zou dat zelfs niet meer willen; het is veel te laat. Als je je schuldig voelt, moet je je meteen verontschuldigen en geen twee jaar na de feiten. Dan moet je ook niet naar het buitenland vluchten en je verschuilen achter belachelijke uitvluchten. Als hij echt zijn verantwoordelijkheid wil nemen, aanvaardt hij zijn straf en boet hij in stilte voor wat hij misdaan heeft. Dan stopt hij met jammeren dat er teveel stof in de gevangenis hangt waardoor hij last krijgt aan zijn ogen.”
Peggy: “Op de politierechtbank zat ik vlak naast hem; ik wou hem recht in de ogen kijken. Hij zei toen dat hij een brief naar ons had geschreven. ‘We hebben die nooit gekregen’, reageerde ik. Er kwam geen woord van spijt uit zijn mond. Hij heeft totaal geen schuldbesef en is enkel met zichzelf bezig. Alle middelen zijn goed om vervroegd vrij te komen. Nadat hij Merel had aangereden, reed hij door. Hij verstopte zijn auto en ging naar een vergadering. Daarna vluchtte hij naar Hongarije. Maar eerst moest hij nog even een vergadering bijwonen. Zou jij dat kunnen, meteen nadat je iemand hebt doodgereden?”
Willen jullie wraak?
Kris: “Nee, alleen gerechtigheid en veranderingen in de wet die het mogelijk maken om rijden zonder rijbewijs streng aan te pakken. Want dan zal Merel toch niet helemaal voor niets gestorven zijn. Maar wraak? Daar krijgen we Merel helaas niet mee terug.”
Peggy: “Ik hoop dat ik hem nooit tegenkom. Want dan wordt het heel moeilijk.”
Kris: “We steunen nu Music for Life, of beter gezegd: Zemst for Life. Een van hun goede doelen is Ouders van Verongelukte Kinderen. Peggy en de mama van Sofie hebben de groep Stars Forever opgericht. Merel en Sofie zijn nu stars forever.”
Peggy: “We bakken koekjes ten voordele van Music for Life. Maar we hebben niet de energie om van Stars Forever een vzw of een echt steunfonds te maken.”
Kris: “Ik heb ook geen zin om me politiek te engageren.”
Hebben politieke partijen jullie dan al gevraagd?
Kris: “Nee, ik denk dat we te kritisch zijn. (lacht) Onze advocaat zei: ‘Ga in de lokale politiek. Dan kun je opklimmen en misschien nationaal iets veranderen.’ Voorlopig interesseert me dat echt niet.”
Wat verwachten jullie van 2018?
Kris: “Het zal identiek zijn aan het voorbije jaar: genieten van sommige momenten en voor de rest overleven. Dat klinkt misschien pessimistisch, maar is niet zo bedoeld.”
Peggy: “Ons leven staat sinds Merels ongeval stil. Dat is een zeer rare ervaring. We leven wel verder, maar nemen geen initiatieven meer. Ik leef alleen nog voor onze zoon. Voor hem moet ik blijven verder gaan.”
Kris: “We putten er kracht uit als het goed gaat met Jens. Maar we tuimelen de dieperik in bij het minste slechte nieuws dat we van familie of vrienden horen. Die berichten vreten veel harder aan ons dan vroeger.”
Peggy: “Elke dag ga ik naar het graf van Merel. ’s Zondags zelfs verschillende keren. Dan bezoek ik haar ’s morgens en als Kris terug is van het mountainbiken gaan we nog eens samen naar haar. Op zondagavond bezoeken we haar samen met Jens.”
Geloven jullie in een leven na de dood?
Peggy: “Merel is hier nog altijd.”
Kris: “Ik ben nogal wetenschappelijk ingesteld en redeneer anders dan Peggy.”
Peggy: “Toch is ze hier ergens.”
Kris: “Ik zeg niet dat Merel weg is. Ze leeft voort in mijn gedachten. Ik praat niet met haar.”
Peggy: “Ik wel.”
Kris: “Op het kerkhof zeg ik wel dingen tegen haar, maar dat is niet echt praten met haar. We praten wel heel veel over haar. Onze vrienden halen graag herinneringen aan Merel op. Dat vinden wij fantastisch.”
Peggy: “We zien haar niet meer, maar toch is ze aanwezig en ze groeit mee met ons. Zo organiseren we nog steeds een verjaardagsfeestje voor haar klasgenootjes. Op 15 januari zal dat niet anders zijn, want dan wordt ze 15.”
(c) Jan Stevens