“Ik heb geleerd niet meer te oordelen”
Tv-maker Eddie Gregoor lanceerde veertien jaar geleden Jeroen Meus en bedacht succesvolle programma’s zoals Wauters vs. Waes. Toch was hij niet gelukkig. “Ik voelde leegte in mijn leven.” Tot hij vrijwillig coach werd bij YAR.
Voor de docureeks 4X7 op Canvas draaide Eddie Gregoor (50) Schuppen, waarin hij ex-‘probleemjongere’ Aäron aan het woord laat. “Aäron had met succes een elf maanden durend traject van Youth at Risk of YAR afgewerkt”, zegt Eddie. “Op een bepaald moment zegt hij in mijn documentaire: ‘YAR geeft je een schup van hoge kwaliteit, maar je moet wel zelf schuppen.’ De jongeren die bij YAR terechtkomen, krijgen een oerdegelijke schop; voor het harde spitwerk staan ze zelf in.”
Twee jaar geleden werd Eddie Gregoor vrijwillig coach bij YAR. “Ik voelde me gefrustreerd door mijn werk in de media. Ik maakte toffe programma’s zoals Plat Préferé, Tomtesterom en Wauters vs. Waes en toch bleef er iets knagen. Ik dacht: ‘Shit, wat is er aan de hand?’ Ik stam uit een sociaalvoelend mijnwerkersgezin waar iedereen welkom was en er altijd plaats aan tafel was. Op mijn achttiende stond ik voor de verscheurende keuze: ofwel de media, ofwel de sociale sector. De liefde voor de media won het en ik trok naar de filmschool. Maar nu voelde ik vooral leegte. Ik praatte er met een vriend over. Hij zei: ‘Waarom word je geen coach bij YAR?’ Sindsdien begeleid ik jongeren van 15 tot 18 die hun leven terug op de sporen willen krijgen.”
Niet veel mensen kennen YAR.
Eddie Gregoor: “En dat is zeer spijtig. Onder andere daarom heb ik Schuppen gemaakt. Toen mijn vriend over YAR begon, hoorde ik het ook in Keulen donderen. Ik surfte naar hun website en dacht: ‘Dit ziet er interessant uit.’ Drie dagen later ging ik naar een infoavond. De volgende week volgde ik al een opleidingssessie van drie dagen om coach te worden. Ik heb daar totaal nieuwe dingen over mezelf geleerd; het was een echte openbaring.”
Hoezo? Is het dan niet de bedoeling om anderen in plaats van uzelf te helpen?
Gregoor: “Natuurlijk, maar wat voor die jongens en meisjes belangrijk is, is het ook voor hun coach. Ik heb er geleerd om niet rond de pot te draaien. De bedoeling van het YAR-traject is dat jongeren zichzelf leren kennen en de hoofdzaak leren onderscheiden van de bijzaken. De bijzaken zijn dat iedereen zijn eigen, vaak trieste verhaal heeft en dat iedereen obstakels op zijn pad vindt. Daar gaat het nu niet langer om. De essentie is: stop al die ervaringen in je rugzak en ga aan de slag. We zijn zelf verantwoordelijk voor de keuzes die we maken. Niemand anders. Van zodra we bewuste keuzes beginnen maken, nemen we eindelijk ons leven zelf in handen. Met de ervaring die ik tot hiertoe als coach heb opgedaan, weet ik wel zeker: YAR werkt. Dat geeft me een goed gevoel.”
Uw ‘cliënten’ zijn probleemjongeren?
Gregoor: “Ik noem hen zo niet. Vaak zijn ze slachtoffer, maar de maatschappij ziet hen wel als probleemjongere. Ze hebben problemen met drugs of agressie. De verhalen over hun thuissituatie zijn soms schrijnend en hard. Die worden bij YAR opgeborgen. Nu gaat het over hoe ze de rest van hun leven willen aanpakken.
Sommigen stappen vrijwillig in het elf maanden durende traject, maar de meesten zijn door de jeugdrechter voor de keuze gesteld. ‘Ofwel volg je YAR, ofwel ga je naar een instelling.’ Ze zijn dus niet allemaal even gemotiveerd bij de start, al groeit bij de meesten gaandeweg het besef dat er iets moet veranderen. Drie van de vier slaagt daar ook in. Twee weken geleden zei de eerste jongen die ik begeleid heb me: ‘Zonder YAR zat ik nog altijd zwaar aan de cannabis.’ Nu is hij clean en heeft hij zijn leven op orde.”
Wat is uw rol als coach?
Gregoor: “Na twee voorbereidende maanden met intense motivatiegesprekken, vertrekken de jongeren zes dagen lang op kamp. ’s Morgens staan ze om acht uur op om een uur lang te sporten. Daarna is er ontbijt en wordt er intensief met hen gebabbeld tot middernacht. Zes dagen lang. In die week wordt veel van die jongens en meisjes gevraagd, maar je merkt zo ook wie echt klaar is voor YAR. Bijna niemand haakt af. Daarna volgt een negen maanden lang vervolgtraject, waarbij ik als coach een jongere begeleidt. Tijdens de week houden we contact via de telefoon, en spreken we elkaar ook live. We werken dan aan de doelstellingen die de jongen of het meisje zichzelf gesteld heeft, zoals ‘Ik wil minder wiet roken,’ of: ‘Ik wil een goed contact met mijn ouders.’”
Bent u als coach ook hun vriend?
Gregoor: “Nee, want dan zal ik nooit een goede coach zijn. Later kunnen we nog vrienden worden, als het traject afgelopen is. Als coach ben ik soms die vervelende kerel die opmerkingen maakt die ze liever niet horen.”
U bent eerder een soort van politieagent?
Gregoor: “Dat zeker niet. Wij geven nooit een oordeel en kijken alleen naar feiten. ‘Ik ging niet meer blowen, maar ik heb het deze week verknoeid.’ Dan vraag ik: ‘Wat is er gebeurd?’ Ik zal nooit veroordelen. Ik zal ook nooit iemand bestraffend toespreken: ‘Maar je had het toch beloofd?’ Door YAR heb ik geleerd niet meer te oordelen. Dat vind ik fenomenaal.”
© Jan Stevens