“Rationele islam? Onzin”

De zomerzon schijnt uitbundig op het terras in Brussel, maar veel vrolijker wordt jihadexpert Montasser AlDe’emeh daar niet van. “Ik maak me zorgen over al die jongeren die sympathie koesteren voor IS. Ik maak me ook zorgen over de Syriëstrijders die teruggekeerd zijn.”

 

In het pas verschenen Mijn verlossing van het kwaad laat Montasser AlDe’emeh de 22-jarige Antwerpse moslima Intisar Umm Mansur aan het woord. Vier dagen na de aanslagen in Parijs stuurde de geradicaliseerde Intisar hem een bericht via Facebook. “Ik wil mezelf verlossen van de ideologie die zo diep in mij is geworteld”, schreef ze. “Het ene moment keur ik de aanslagen goed, het andere weer niet.”

‘Intisar Umm Mansur’ is een schuilnaam. “Tot vandaag weet zelfs haar man niet dat ze dit boek samen met mij schreef”, zegt Montasser AlDe’emeh. Het is zomer in Brussel en we zitten op een terras vlakbij de Beurs. Ik drink koffie en AlDe’emeh drinkt niets. De middagzon brandt op zijn hoofd. “Tijdens de Ramadan stel ik mezelf af en toe op de proef”, zegt hij. “Mijn vasten is een weloverwogen keuze, maar sommige jongeren vasten uit angst. Ze zijn bang om een fout te maken waar God hen voor zal bestraffen. Bij nogal wat jonge moslims overheerst vandaag de angst. Zonder kennis houden ze zich krampachtig aan de opgelegde regels. Ze mogen dit niet, ze mogen dat niet. Vervolgens komen ze terecht in een open, seculiere samenleving en belanden tussen twee werelden.”

 

U hebt het nu toch over jonge mensen die in onze seculiere samenleving geboren zijn?

Montasser AlDe’emeh: “Ja, maar in dit land worden ook hamsters, ezels of koeien geboren. Wat voor betekenis heeft het om hier geboren te zijn? De échte vraag is: hoe leven die jonge mensen hier? Moslimmeisjes zoals Intisar verlangen naar houvast, liefde en geluk. Alleen botsen ze voortdurend op anderen die hen voorhouden dat ze aan bepaalde verwachtingen moeten voldoen als ze erbij willen horen. Ze moeten zich ‘volwaardig integreren’, maar wat is dat? Op school mogen ze geen hoofddoek dragen; thuis moet dat dan weer wel. Hun ouders verwachten van hen dat ze niet op een jongen verliefd worden, maar dat ze snel trouwen met een uitverkoren man waar ze een stabiel gezinsleven mee uitbouwen. Sommige imams verkondigen dan weer dat ze niet mogen leven tussen de zogenaamde ongelovigen en dat ze moeten proberen om zo snel mogelijk naar een islamitisch land te migreren. Iedereen verwacht iets van die meisjes. Ze zijn niet allemaal sterk genoeg om al die verwachtingen met elkaar te verzoenen. Intisar kon dat niet. Daar kwam bij dat ze dagelijks via Al Jazeera geconfronteerd werd met de oorlog in Gaza. Veel jonge moslims voelen zich trouwens meer verwant met lijdende geloofsgenoten in Syrië en Palestina dan met niet-moslims in België. Ze willen íets doen, dat lukt niet, en weten met hun frustraties geen blijf. Intisar voelde zich slachtoffer van het hoofddoekenverbod en sloot zich aan bij Sharia4Belgium. Later raakte ze in de ban van IS en maakte ze plannen om naar Syrië te vertrekken. Gelukkig heeft ze die stap nooit gezet.”

 

Vertrekken er nu nog veel jonge mensen naar Syrië?

“Veel minder. Het Belgisch beleid is strenger: vertrekkers worden echt tegengehouden. Over geradicaliseerde meisjes horen we zeer weinig. Daarom ook heb ik dit boek samen met Intisar gemaakt. Minstens 59 meisjes reisden naar Syrië. Een paar weken geleden nog zou een Brussels meisje van 17 vertrokken zijn. De meest overtuigde jongens en meisjes zijn ondertussen allemaal weg. Al twijfelen er nog veel. Ik maak me zorgen over al die jongeren die sympathie koesteren voor IS. Ze sluiten zich af van de samenleving. Ik maak me ook zorgen over degenen die teruggekeerd zijn.”

 

Moeten we ze proberen te re-radicaliseren?

“Re-radicaliseren is alleszins een beter plan dan deradicaliseren. Want als je iets van iemand wegneemt, moet je de ontstane leegte invullen met iets nieuws. Van radicale haat kun je zo evolueren naar radicale verzoening. Intisar deed haar best om afstand te nemen van haar IS-sympathieën. Door dit boek samen met mij te schrijven, vulde ze de leegte in. Zo wil ze andere jongeren tegenhouden om de stap naar IS te zetten.”

 

De aanslag op de nachtclub in Orlando en de moord op het politie-echtpaar in Frankrijk werden meteen door IS opgeëist, terwijl ze gepleegd lijken te zijn door lone wolves.

“Dergelijke aanslagen zullen in de toekomst nog plaatsvinden, want er lopen in het Westen veel IS-sympathisanten rond. We mogen er niet altijd van uitgaan dat IS alle aanslagen hier ook effectief beraamt en plant. We onderschatten de ideologische impact die de organisatie op sommige jongeren heeft. Tijdens hun radicaliseringsproces lezen ze op het internet IS-pamfletten en oproepen voor het plegen van aanslagen. Vaak is er geen structurele link.”

 

Lopen er zo ook heel wat gevaarlijke IS-sympathisanten in België rond?

“Ja, al kan ik er geen cijfer opplakken. Het is bijzonder moeilijk om tegen hen op te treden. Eigenlijk zitten we gewoon te wachten tot zo’n sympathisant een aanslag pleegt. Hoe groot en intens die aanval zal zijn, weten we niet. In Orlando vielen vijftig slachtoffers, in Frankrijk nu twee politieagenten. We mogen ons echt aan alles verwachten en moeten erg op onze hoede zijn. In Amerika en Europa zitten nu zeker jongens die door IS gestuurd zijn. Maar er zijn er ook heel wat die op eigen houtje geradicaliseerd zijn en sympathie voor de jihadisten koesteren. Zij moeten in de gaten gehouden worden, alleen heeft onze Staatsveiligheid geen middelen. Het wordt hoog tijd dat onze inlichtingendiensten meer geld krijgen, want informatie verzamelen, is van levensbelang.”

 

We horen nu regelmatig berichten dat we IS in Irak en Syrië aan het verslaan zijn. Is dat ook zo?

“Het is zeker zo dat IS op dit moment veel gebied verliest. Er zijn twee strategieën tegen de terreurorganisatie. De ene is erop gericht om haar macht in te perken en ervoor te zorgen dat de strijders hun kalifaat niet uitbreiden. De andere wil IS compleet vernietigen, wat zeer moeilijk is. Ik heb de voorbije jaren amper iets gelezen over de Iraakse generaals die na de val van Saddam de kant kozen van IS. Indertijd kregen sommigen militaire opleidingen in Amerika en Engeland. Ze weten perfect hoe ze chemische wapens moeten maken; ze hebben die trouwens in het verleden ook gebruikt.”

 

Hoe meer IS in het nauw gedreven wordt, hoe groter de kans dat ze hun toevlucht nemen tot dat soort van wapentuig?

“Precies. De aanslagen in Parijs volgden op het verlies van Kobani en Sinjar. Ze waren bedoeld om druk uit te oefenen op de coalitie die de Koerdische Peshmerga steunt. De Koerden zijn trouwens de enigen die in Irak en Syrië rake klappen uitdelen aan IS en de enigen ook die door de westerse geallieerden vertrouwd worden.

“Er is veel frustratie in de Arabische wereld. Veertig miljoen mensen zijn analfabeet en zestig procent van de bevolking is jonger dan dertig. Ze voelen zich vernederd, niet alleen door de westerse inmenging, maar ook door de dictaturen. Het stikt er van de failed states, denk maar aan Jemen, Libië, Syrië of Irak. De Arabische jongeren van halverwege de vorige eeuw voelden zich aangetrokken tot het nationalisme van figuren als de Egyptische president Nasser. Dat is nu vervangen door het islamisme. Veel mensen hopen dat het islamisme binnenkort vervelt tot ‘iets anders’. Dé vraag is: wanneer, hoe en onder welke omstandigheden? In Tunesië maken de gematigde islamisten van Ennahda op dit moment deel uit van de democratisch verkozen regering. Ik kan alleen maar vaststellen: hoe meer erkenning gematigde islamisten krijgen, hoe minder radicaal ze worden.”

 

Wat zijn dat: ‘gematigde islamisten’?

“Zij erkennen de democratie, zorgen voor veiligheid en stabiliteit, ondersteunen VN-resoluties en staan open voor diplomatieke betrekkingen met het Westen. Er zijn vandaag wel degelijk islamisten die geloven in het democratische proces. Die mensen mogen we niet in een hoek duwen. Als we dat wel doen, creëren we gewelddadige salafi-jihadisten.”

 

Is het grote probleem niet dat ook gematigde islamisten de sharia boven ‘de wet van de mens’ stellen?

“Ik zeg niet dat we gematigde islamisten moeten steunen. Ik zeg wel dat we ze niet in een hoek mogen duwen, hen pragmatisch moeten benaderen en moeten openstaan voor dialoog.”

 

Vindt u ook dat het bloeddorstige IS niets met de islam te maken heeft?

“Nee. De islamitische geschiedenis was altijd bloeddorstig. IS past in dat plaatje van oorlogsmisdaden en geweld. Van 750 tot aan zijn dood in 754 was Abu-Abbas al-Saffah de eerste kalief van de Abbasieden. In zijn strijd tegen de Omajjaden vloeide het bloed in beken.

“Als een zelfmoordterrorist zich opblaast in een stad als Tel Aviv, wordt hij hier in Brussel door veel imams gesteund. Ze noemen dat dan ‘een vorm van verzet’. Als een jongen zichzelf in opdracht van IS opblaast in Irak, mag dat van diezelfde imams niet. Dan handelt hij ‘tegen het geloof’. De tactiek van zelfmoordaanslagen is vanuit het standpunt van geleerden bekeken ofwel juist, ofwel fout. Dat is toch problematisch? Vandaag moeten moslims wereldwijd erkennen dat de geschiedenis van de islamitische wereld geschreven is in bloed.”

 

De kritiek is terecht dat de Islam de Verlichting gemist heeft?

“Alleen mensen kunnen verlicht worden; religieuze boeken zoals de Bijbel of de Koran niet. Ik lees nu in kranten pleidooien van imams om een rationele islam na te streven. Onzin. Het verhaal van Adam en Eva kan nooit ingepast worden in het rationele denken. Je gelooft het of niet. Er kunnen wel geleerde mensen zijn die hun geloof op een rationele manier benaderen en de teksten verklaren en interpreteren vanuit de historische context. Die verlichte geesten waren er al in de middeleeuwen, denk maar aan de 12e-eeuwse verdraagzame islamitische geleerde Averroes. Maar sinds de zestiende eeuw staat de verlichting onder moslims onder zware druk. De wahabitische leer speelt daar een kwalijke rol in.

“Ik ben bang dat onze moslimjongeren nu de intellectuele bagage missen om weerstand te bieden aan de lokzang van de jihadisten. In Kobani zijn talloos veel westerse Syriëstrijders gesneuveld. Als je naast de Koran ook Kant, Nietzsche en andere boeken leest, verbreedt je kennis en sta je kritisch in het leven. De Belgische moslimgemeenschap is niet kritisch en de angstcultuur regeert. U moet eens gaan rondwandelen in de buurt van het Brusselse Zuidstation. Stap de islamitische boekwinkeltjes binnen en bekijk het aanbod. U zal er onwaarschijnlijk veel werken vinden over het einde der tijden, de zonde, de hel, ‘de bestraffing in het graf’.”

 

Salafistische literatuur?

“Ja. Ze wekt angst op: angst voor de dood, voor God, voor het hiernamaals. De tekenen voor het nakende einde der tijden zijn volgens die boeken: decadentie, oorlogen, geweld. Moslims die intellectueel niet sterk in hun schoenen staan, denken dan: ‘Dat maken we nu allemaal mee.’ Vervolgens zien ze IS wenken: ‘Kom naar het kalifaat.’”

 

Wordt het dan niet de hoogste tijd dat we het salafisme aanpakken?

“We kunnen het moeilijk verbieden, dat is ondemocratisch en gaat in tegen onze waarden. We kunnen andere islamitische stromingen wel versterken zodat jongeren kunnen kiezen. Vandaag is die keuze er niet en is er vooral die wahabitische leer. Maar je mag alle salafisten niet over dezelfde kam scheren. Er is het aan Saoedi-Arabië gelinkte a-politieke salafisme zoals dat beleden wordt in De Grote Moskee in het Brusselse Jubelpark. Er is het politieke salafisme met partijen zoals het Egyptische Hizb al-Nour en last but nog least zijn er de jihadi-salafisten. In België kennen we de strekking van het politieke salafisme niet, maar er lopen wel heel wat a-politieke salafisten rond. Veel Marokkaanse jongeren volgen trouwens het salafisme zonder het zelf te beseffen. Net als de gematigde islamisten mag je ook hen niet in een hoek duwen. De jihadi-salafisten zijn zeer problematisch voor de veiligheid van onze samenleving. Ze wachten op een aanslag, azen op een vertrek naar het kalifaat of zijn net teruggekeerd.

“Het dramatische is dat sommige beloftevolle jongeren die voor verandering kunnen zorgen, gecontroleerd worden door Saoedi-Arabië. Het Saoedische koningshuis beseft heel goed dat jongeren in het Westen die zelf beginnen nadenken zich ooit zullen keren tegen het a-politieke salafisme. Om dat te vermijden, investeren de Saoedi’s overal ter wereld handenvol geld om beloftevolle moslimjongeren aan zich te binden. Ook ik hunkerde als adolescent naar islamitische kennis. Een imam stuurde me naar Saoedi-Arabië om er te gaan studeren. Ik kreeg een gratis vliegticket, gratis huisvesting en een toelage van 250 dollar per maand. Acht jaar lang, tot aan mijn doctoraat, zouden ze me onderhouden. Als ik in 2009 niet op tijd had ingezien dat ik op het verkeerde spoor zat, was ik nu goed op weg om in België een door Saoedi-Arabië gesteunde invloedrijke salafistische leider te worden.”

 

Vorige maand bent u gestopt met uw centrum ‘De weg naar’ in Molenbeek omdat u geen steun van de overheid kreeg. Zowel het kabinet van Liesbeth Homans (N-VA) als het kabinet van Jan Jambon (N-VA) zeggen dat u nooit een vraag voor financiële steun aan hen gericht heeft, terwijl er wel subsidies zijn.

“Als je politici om steun vraagt, beginnen ze meteen over subsidies. Ik wou geen geld; ik wou samenwerking. Er zijn te weinig straathoekwerkers in Molenbeek actief waardoor ze er amper in slagen om jongeren individueel te benaderen. Ik deed dat in het centrum wél en haalde ook resultaten. Ik nam risico’s, want ik werd bedreigd door IS-strijders. Uiteindelijk kreeg ik stank voor dank. Er kon zelfs geen uitnodiging af om voor een Vlaamse commissie-radicalisering te komen spreken.”

 

Misschien vertrouwen ze u niet?

“Dat weet ik niet. Ik spreek met parlementsleden en ministers. Ik denk dat sommigen me moeilijk kunnen plaatsen.”

 

Voor de ene bent u een N-VA-sympathisant, voor de andere een vermomde salafist? Een tijd geleden hoorde ik van een Al Nusra-sympathisant: “Montasser is een van ons.”

“Ik heb geen zin om me te verantwoorden. De voorbije jaren heb ik me als doctorandus wel totaal verdiept in mijn onderzoeksobject. Het is in die context dat ik in 2014 veldonderzoek verrichte bij Al Nusra in Syrië. Ik trad geradicaliseerde moslimjongeren heel open tegemoet en liet amper kritische geluiden horen omdat ik mijn kop wou sparen. Als sommigen me dan zien als vermomde jihadist, toont dat alleen maar dat ik geslaagd ben in mijn opzet om het vertrouwen van mijn onderzoeksobject te winnen.”

 

Ex-Syriëstrijder Michaël ‘Younes’ Delefortrie kwam ook langs bij ‘De weg naar’. Hij is nog steeds een IS-aanhanger.

“Hij heeft me ondertussen afvallig verklaard. Nog voor de aanslagen in Parijs waarschuwde ik al voor terugkerende Syriëstrijders. Na de luchtaanvallen zag ik de vijandschap tegenover het Westen groeien. Ik vertrouwde geen enkele teruggekeerde Syriëstrijder meer en wou ze ook niet meer ontvangen. Van toen dateert de breuk met Delefortrie. IS is zijn enige houvast en ik had het gevoel dat hij niet meer wou veranderen. Hij is nu ook getrouwd met een meisje dat van doodslag beschuldigd wordt. Ik heb van anderen gehoord dat Foaud Belkacem dat huwelijk vanuit de gevangenis zou geregeld hebben. U mag de invloed niet onderschatten die geradicaliseerde moslims vanuit hun cel op jonge mensen uitoefenen.”

 

 

Montasser AlDe’emeh en Intisar Umm Mansur, Mijn verlossing van het kwaad, Lannoo, 208 blz., 17,99 euro

 

© Jan Stevens

Vergelijkbare berichten