Crowdfunding
Het Newsmonkey-debacle liet de prille crowdfundinggemeenschap niet alleen op haar grondvesten daveren; het zorgde ook voor gefronste wenkbrauwen. Veel crowdfunders gaven voor ‘het goede doel’ en verwachtten niet dat ze ooit een fractie van hun aandeel zouden terugzien. Laat staan dat ze wisten dat hun geld terechtkwam bij een ‘investeringsvehikel’ met financiële whizzkids in maatpak. “Ze hadden zich niet goed geïnformeerd.”
“De journalistiek heruitvinden.” Niets meer of minder beloofden Wouter Verschelden, Mick Van Loon en Patrick Van Waeyenberge toen ze in november 2013 de start van hun gloednieuwe gratis nieuwssite Newsmonkey aankondigden. Newsmonkey moest uitgroeien tot hét nieuwsmerk voor ‘generatie Y’, de jongens en meisjes van na 1981 die volgens Verschelden & co nieuws en entertainment bij voorkeur consumeren via sociale media. Ze lanceerden meteen ook een grote crowdfundingcampagne en gingen op zoek naar enthousiaste believers die in ruil voor minimum 50 en maximum 250 euro mede-eigenaar wilden worden. Hun doel: 1.000 investeerders vinden. De actie groeide uit tot het grootste succes uit de prille Vlaamse online-crowdfundgeschiedenis: in totaal telden 1.500 mensen samen iets meer dan 275.000 euro neer. Vorige week donderdag, 19 mei, kondigde Neswmonkey aan dat ‘de believers van het eerste uur’ door ‘één groep investeerders en oprichters van het eerste uur’ terugbetaald zouden worden. De believers zouden daar een uitstekende zaak aan doen, want de waarde van hun aandeel was in twee jaar tijd gestegen van 10 tot 11 euro. “Iedereen die in ons geloofde, krijgt vandaag de return.” Een dag later veranderde dat hoera-bericht in een ‘communicatiefuckup’, toen bleek dat de crowdfunders geen winst, maar verlies leden. Tot dan leefden de meesten in de overtuiging dat ze rechtstreeks geld op de rekening van Newsmonkey gestort hadden. Maar dat was niet zo: hun centjes hadden ze in het investeringsvehikel MyMicroInvest Finance gepompt van de door financiële experts gerunde onderneming MyMicroInvest (MMI). Tijdens de crowdfundingcampagne hield MMI een commissie voor alle gemaakte kosten af, zijnde 12 procent van het crowdfundbedrag. Na aftrek van die kosten hielden de crowdfunders 48,4 euro over van de 50 euro die ze op tafel gelegd hadden. 44 euro werd geïnvesteerd in Newsmonkey.
Uit sympathie
Velen hadden een Newsmonkey-aandeel gekocht uit sympathie en gingen er sowieso van uit dat ze hun geld nooit zouden terugzien. “Dan hadden ze zich niet goed geïnformeerd”, zegt Luc Colebunders, voorzitter van de Belgische Crowdfunding Federatie. “Bij crowdfunding krijgt degene die geld doneert altijd iets in de plaats. De basis van crowdfunding is dat je investeert in iets dat je leuk vindt. Daarvoor word je beloond: ofwel met een goed gevoel, ofwel met geld. Wij onderscheiden twee soorten van crowdfunding: ‘donaties & beloningen’ en financiële crowdfunding. De jaarlijkse stickeractie van het Rode Kruis illustreert perfect ‘donaties & beloningen’. In ruil voor vijf euro krijg je van een Rode Kruis-vrijwilliger aan een kruispunt een sticker. De échte beloning is dan de opgestoken duim van de vrijwilliger aan het volgende kruispunt. ‘Je hebt al een sticker? Tof.’ Bij financiële crowdfunding helpen mensen mee leningen verstrekken, of kopen ze aandelen. De bedragen die opgehaald worden, zijn wettelijk begrensd tot 100.000 of 300.000 euro. Bij 100.000 euro mag elke crowdfunder om het even welk bedrag storten; bij 300.000 euro mogen de individuele stortingen niet meer dan 1000 euro bedragen. Als je via crowdfunding aandeelhouder wordt, is het bedrijf verplicht om je op een bepaald moment de waarde van dat aandeel terug te geven. Je weet nooit op voorhand of die onderneming winst zal maken of niet. Het risico bestaat dus dat je nooit zal cashen. Het feit dat de Newsmonkey-crowdfunders nu minder uitbetaald krijgen dan ze geïnvesteerd hebben, is trouwens niet de fout van het platform MyMicroInvest. Newmonkey schakelde MMI in omdat ze zo niet iedereen op hun aandeelhoudersvergadering moesten uitnodigen. Want als je meer dan 1500 aandeelhouders hebt, moet je het sportpaleis afhuren. De mensen van NewsMonkey wisten dat MMI op het einde van de rit recht had op twaalf procent. MMI is daar ook zeer transparant over: je vindt die informatie op hun website. Iedereen kon op voorhand weten wat de consequenties waren.”
1000 voor 100.000
In het voorjaar van 2014, een paar maanden na Newsmonkey, lanceerde ook de nieuwssite Apache een grote crowdfundingcampagne. “Bij onze actie was het duidelijk dat crowdfunders aandelen kochten van onze coöperatie”, zegt hoofdredacteur Karl van den Broeck. “Al wie bij ons via crowdfunding een aandeel kocht, werd meteen mede-eigenaar van CVBA De Werktitel, de uitgever van Apache. Elke aandeelhouder heeft in onze algemene vergadering maar één stem, of hij nu honderd of duizend euro geschonken heeft. Wij rapporteren voortdurend onze cijfers aan de aandeelhouders in onze algemene vergadering en houden hen op de hoogte van alle stappen die we zetten. Dat is voor ons zeer arbeidsintensief. Ik kan dan ook best begrijpen waarom Newsmonkey een beroep deed op een platform zoals MMI, want zij nemen al dat administratieve en juridische werk op zich. Daar hangt natuurlijk een prijskaartje aan vast. De mensen achter MMI zijn bankiers die risicovol beleggen. Zij willen daar geld mee verdienen. Hun klanten zijn ondernemingen of start-ups die geen lening van de bank krijgen om hun project te verwezenlijken.”
In november 1986 stond Karl van den Broecks vader, de schrijver Walter van den Broeck, aan de wieg van een actie voor de redding van de krant De Morgen, wat achteraf beschouwd misschien wel de oervader genoemd mag worden van wat nu hip crowdfunding heet. “Op de boekenbeurs van ’86 hoorden de schrijvers van de pas opgerichte uitgeverij Houtekiet, met onder anderen mijn vader, dat De Morgen failliet was”, herinnert Karl zich. “Wijlen Gerard Walschap opperde toen: ‘Als we duizend mensen vinden die honderdduizend frank willen investeren, is de krant gered.’ De toenmalige hoofdredacteur Paul Goossens vond dat een uitstekend idee, al had hij één voorwaarde: ‘Alleen als Hugo Claus meedoet.’ Mijn vader reed toen met Paul Goossens naar Claus. Daar richtten ze de coöperatieve vennootschap ‘1000 voor 100.000’ op. Van de beoogde 100 miljoen frank haalden ze ongeveer de helft op. Dat geld betekende de doorstart voor De Morgen. Een paar jaar later werd de krant overgenomen door Uitgeverij Hoste, de voorloper van De Persgroep. Een krant die door zijn lezers gered werd, was in die tijd wereldnieuws.”
De mensen en organisaties die in 1986 geld voor De Morgen inzamelden, wisten dat ze daar nooit rijk mee zouden worden. “Ook veel mensen die voor Newsmonkey en Apache stortten, hadden niet de intentie om daar rijker van te worden”, zegt Van den Broeck.
Het goede doel
Dé oervorm van crowdfunding is misschien wel de collecte tijdens de zondagsmis in de katholieke kerk, waarbij de gelovigen ‘belangeloos’ elke week kopergeld in de schaal gooien. Andere crowdfundingcampagnes die nergens als ‘crowdfundingcampagne’ geboekstaafd staan, zijn de jaarlijkse inzamelacties van 11.11.11 en Broederlijk Delen. Veel mensen zien crowdfunding als een omhaling voor ‘het goede doel’. Zo zamelde burgerbeweging Ringland in 2014 in drie maanden tijd 100.000 euro in waarmee ze vier studies financierde. Een extra crowdfundingcampagne in het najaar van 2015 leverde nog eens voldoende geld op om twee mensen halftijds in dienst te nemen. In september 2013 startte schaatser Bart Swings op het internet een crowdfunding die in een paar maanden tijd 150.000 euro opleverde én een sponsor die dat bedrag verdubbelde. Swings actie werd geboren uit ‘wanhoop’, omdat hij en zijn team moeite hadden om voldoende sponsorgeld bijeen te rijven voor de voorbereiding van de Olympische Winterspelen in Sotsji. Wie 65 euro stortte, ontving in ruil een schaatsmuts; een milde schenker van 125 euro kreeg daar nog een T-shirt bovenop. Wie 1.000 euro neertelde, werd beloond met een schaatsles door Swings himself.
In het voorjaar van 2013 vond de meest succesvolle crowdfundingcampagne uit de journalistieke geschiedenis plaats. 18.000 ‘leden’ betaalden elk zestig euro voor een abonnement van één jaar op het nieuwe onlinemedium De Correspondent. Samen schonken ze 1.080.000 euro. Ook Apache droomde in januari 2014 van 1 miljoen euro. Karl van den Broeck: “We hebben toen een businessplan gemaakt dat geënt was op de succesvolle Franse site Mediapart. Ons totale kostenplaatje bedroeg ongeveer 1 miljoen. Zo’n bedrag kun je in Vlaanderen nooit ophalen met crowdfunding. We waren in gesprek met mogelijke investeerders, maar zaten tezelfdertijd in acute geldnood. Onze crowdfunding diende om de gesprekken met die investeerders te overbruggen. Die gesprekken mondden later ook uit in een kapitaalverhoging. We organiseerden onze campagne op ons eigen platform, zonder hulp van buitenaf. We vroegen lezers om aandeelhouder te worden van onze coöperatieve vennootschap en haalden ongeveer 60.000 euro op. Wij vonden dat een geslaagde campagne, al interpreteerden velen dat anders. Want zij geloofden dat we via crowdfunding op zoek waren naar dat miljoen.”
De oprichters
Daniël van der Meer organiseerde vijf jaar geleden een van de allereerste crowdfundingcampagnes in Nederland. “We wilden toen ons literaire tijdschrift Das Mag via crowdfunding oprichten. In een maand tijd haalden we 5000 euro op.” In oktober vorig jaar lanceerden Van der Meer en zijn zakenpartner Toine Donk een zeer succesrijke crowdfundactie voor hun nieuwe project: Uitgeverij Das Mag. In een maand tijd haalden ze bij 3000 Nederlanders én Vlamingen 200.000 euro op.
Van der Meer heeft een hekel aan als crowdfunding vermomde liefdadigheid. “Ofwel wil je iets nieuws creëren en vraag je mensen om dat mogelijk te helpen maken, ofwel vraag je hen geld om iets bestaands te helpen overleven. De hulpbehoevende oproep is volgens mij gedoemd te mislukken. Door op te roepen om samen iets te creëren, betrek je crowdfunders bij je hele onderneming en zorg je voor een fikse dosis gezonde spanning. Zal het lukken? Wat wordt het eindresultaat?”
De crowdfunders van Uitgeverij Das Mag zijn geen aandeelhouder. “Wij noemen ze ‘oprichters’. Doordat ze geen aandeelhouders zijn, bepalen ze niet mee onze koers. De term ‘oprichters’ schiep bij een aantal mensen wel extra verwachtingen. We hebben onderschat dat velen ook betrokken willen worden bij de uitbouw van Das Mag, ook al weten ze niet wat een uitgeverij precies inhoudt. We zorgen er nu alleszins voor dat we makkelijk bereikbaar zijn voor onze crowdfunders. Ze mailen ook veel: ze laten het ons weten als ze iets mooi vinden, en we horen het meteen als het hen niet aanstaat. Ik vind het best fijn om makkelijk benaderbaar te zijn. Dat kost tijd en werk, maar levert tezelfdertijd heel wat op. Een van onze 3000 oprichters spreekt misschien wel vloeiend Deens en wijst ons op een Deense literaire belofte die we zeker moeten vertalen.”
De oprichters van Uitgeverij Das Mag weten dat ze hun geld nooit terug zullen kunnen eisen. “We gaven hen wel iets in ruil: met hun bijdrage financierden ze onze eerste drie boeken, die ze na publicatie toegestuurd kregen.”
Marketing
Amper tien jaar geleden heetten de hippe crowdfunders van het literaire tijdschrift Das Mag en van De Correspondent nog gewoon abonnees. De crowdfunders die geld stortten voor uitgeverij Das Mag en als beloning drie boeken in ruil kregen, waren toen geen ‘oprichters’, maar leden van een boekenclub. Is crowdfunding niet vooral slimme marketing? De crowdfundactie van Uitgeverij Das Mag leverde alvast een overvloed aan gratis publiciteit op. “We hadden die 200.000 euro écht nodig”, zegt Van der Meer. “De betrokkenheid van onze 3000 oprichters bij de uitgeverij overstijgt die ene transactie. Ze blijven onze eerste ambassadeurs. Crowdfunding werkt alleen als je iets totaal nieuws wil ondernemen dat afwijkt van het gewone. De eerste dag is de allerbelangrijkste. Als je na dag 1 op 0,1 procent van het te halen bedrag zit, red je het nooit. Maar als je na een dag meer dan tien procent van het te financieren bedrag haalt, willen steeds meer mensen meesurfen op die golf van succes. Dan ben je vertrokken.”
© Jan Stevens