|

“Hij gelooft dat hij president moét worden omdat hij genetisch superieur is”

Afrikanen noemt hij luie donders, enkel in staat tot eten, vrijen en stelen. Vrouwen zijn vette varkens. De grofgebekte uitspraken van de Republikeinse presidentskandidaat Donald Trump lijken hem geen windeieren te leggen. Integendeel. Zijn biograaf Michael D’Antonio zat urenlang met hem in dezelfde kamer. “Hij was poeslief. Tot hij hoorde dat ik een van zijn vijanden ontmoet had. Toen mocht ik opkrassen.”

 

In het pas verschenen Nooit genoeg schetst biograaf Michael D’Antonio een haarscherp beeld van de 69-jarige New Yorkse bouwpromotor, vastgoedmagnaat, ondernemer, brulboei en Republikeinse presidentskandidaat Donald Trump. D’Antonio sprak Trump meer dan tien uur, en mocht uitgebreid met zijn drie kinderen praten die allemaal in zijn bedrijf werken. “Tot hij hoorde dat ik iemand ontmoet had waar hij een bloedhekel aan had: toen moest ik opkrassen. Donald Trump mist het vermogen om zich in zijn medemensen in te leven en is een wraakzuchtige man. Ik heb mijn best gedaan om hem in mijn boek af te schilderen zoals hij is, al ben ik bang dat hij er nog té sympathiek uit naar voorkomt.”

 

Zijn stijl is: what you see is what you get?

D’Antonio: “Hij beledigt graag mensen en sommigen beschouwen dat als ‘eerlijkheid’. Als politicus is hij extreem gevaarlijk. In augustus vorig jaar sloegen twee broers uit Boston een Mexicaanse immigrant het ziekenhuis in. Na hun arrestatie verkondigden ze dat Donald Trump het bij het rechte eind heeft en dat alle illegale migranten gedeporteerd moeten worden. Later volgden er nog incidenten waarbij tegenstanders van Trump door zijn fans hardhandig werden aangepakt. Donald Trump veroordeelt dat soort van aanvallen nooit, integendeel: zijn hardhandige fans looft hij als ‘passionele patriotten’.”

 

Lang voor Donald Trump politieke ambities had, schuwde hij al de oproepen voor hardhandige actie niet?

“In april 1989 werd een jonge blanke vrouw verkracht en in een coma geslagen in Central Park. De politie arresteerde vijf zwarte tienerjongens. Urenlang werden ze ondervraagd en afgedreigd tot ze uiteindelijk ‘bekenden’. Veel later wees DNA-onderzoek de toen 18-jarige serieverkrachter Matias Reyes als dader aan. Vlak na de ‘bekentenis’ van de tienerjongens riep de New-Yorkse sensatiepers de politici op tot herinvoering van de doodstraf. Donald Trump kocht paginagrote advertentieruimte in de vier grote stadskranten van die tijd. In schreeuwerige letters stond er: ‘Geef ons terug de doodstraf. Geef ons terug onze politie! Ik wil deze straatrovers en moordenaars haten.’ Donald grijpt altijd schaamteloos gebeurtenissen aan om het publiek te manipuleren. President Obama reageerde tot hiertoe ernstig en beheerst op aanslagen zoals die in Parijs of San Bernardino. Over Obama’s voorganger George Bush kun je veel zeggen, maar niet dat hij na 9/11 als een hysterische paniekzaaier reageerde. Hij verdeelde het Amerikaanse volk niet en nam het op voor moslims in plaats van ze de toegang tot het land te ontzeggen.”

 

U gelooft niet dat de functie de man maakt en dat Trump gematigder taal zal spreken als hij president is?

“Hij is daar niet toe in staat. Ik kan me hem echt niet voorstellen als een president die mensen samenbrengt. In zijn campagne laat hij geen kans onbenut om olie op het vuur te gooien. Hij is totaal ongeschikt om weloverwogen, uitgebalanceerde beslissingen te nemen. Zijn tegenstanders noemt hij steevast dom en onbekwaam. Zijn fans zijn altijd de goeden, de rest zijn idioten. Zijn wereld bestaat alleen uit winners en losers, die hij de suckers noemt. Dat zijn degenen die afgunstig staan toe te kijken hoe winnaars zoals hij rijk worden. Hij is op een ziekelijke manier bang voor schaamte en vernedering. Zowat alles in zijn bestaan herleidt hij tot die twee begrippen. Verliezen is het meest beschamende wat een mens in zijn ogen kan overkomen.”

 

Waar komt dat vandaan? Hij is toch geboren en getogen in een welstellend milieu?

“Zijn ouders hebben het er bij hem in gedrild dat hij een winnaar moet zijn en dat verliezen een schande is. Vader Fred Trump had fortuin gemaakt als projectontwikkelaar en vastgoedmakelaar. Hij was een sociaal gestoorde kerel die zijn zonen voorhield dat ze ‘killers’ moesten worden. Donald was amper twaalf toen zijn vader hem naar de New York Military Academy stuurde, een militaristische middelbare school. In de meeste militaire academies ligt de minimumleeftijd op vijftien, maar in deze private krijgsschool waren jongens vanaf zes al welkom. De school werd gerund door sabelslepers die lijfstraffen hoog in het vaandel voerden, een hekel hadden aan individualisme en doordrongen waren van oerconservatieve waarden. De leerlingen liepen er rond in stijf legeruniform en hun leraars gedroegen zich als officieren. Donald Trump vertelde me dat hij er zeer veel slaag gekregen heeft.

Van zijn geboorte tot nu leeft Trump in een geïsoleerde wereld waar brute competitie centraal staat. Altijd is hem op een agressieve manier voorgehouden dat de Trumps gelijk hebben en dat elk individu dat niet denkt zoals zij, een nitwit is. Hij heeft nooit voor iemand anders gewerkt dan voor zijn vader en hemzelf. Anderen domineren is zijn natuurlijke manier van zijn. Hij gelooft echt dat hij president moet worden omdat hij genetisch superieur is aan de rest van de Amerikaanse bevolking. Het frustreert hem dat niemand dat lijkt te zien. Zijn zoon Donald jr. zei me dat de Trumps mensen graag vergelijken met renpaarden. De beste kweek levert volgens hen ook de beste persoon. Donald jr. is er volledig van doordrongen dat hij net als zijn vader het resultaat is van een uitzonderlijke kweek.”

 

De New Yorkse advocaat Roy Cohn was in de jaren vijftig de rechterhand van communistenjager Joseph McCarthy. Begin jaren zeventig werd hij Donald Trumps favoriete advocaat. Hij leerde Trump het klappen van de zweep?

“De rol van wijlen Roy Cohn kan niet onderschat worden. Hij was ook de advocaat van beruchte maffiosi als Carmine Galante, Tony Salerno en John Gotti. In de jaren zeventig gold hij als de ultieme ritselaar die via zijn uitstekende contacten in zowel de boven- als onderwereld alle zaakjes geregeld kon krijgen. Hij was de grootste schoft van New York en een vat vol tegenstellingen: hij was homo en homofoob tezelfdertijd. In 1986 stierf hij aan aids, maar tot zijn allerlaatste snik hield hij vol dat hij leverkanker had. Hij nam al zijn telefoongesprekken standaard op band op en gebruikte die opnames achteraf om mensen onder druk te zetten. Als hij ‘een probleem’ niet via zijn immense netwerk of met het geld van zijn cliënten opgelost kreeg, begon hij genadeloos te procederen. Hij won veel zaken; in de ogen van Donald was hij een genie en ‘een perfecte killer’. Trump kopieerde de methodes van Cohn. Smeergeld betalen was ook voor hem een standaardpraktijk.”

 

Werkte hij voor zijn vele bouwprojecten in New York samen met de maffia?

“Als je in de jaren zeventig en tachtig in New York als aannemer actief was, kon je niet anders dan zakendoen met de maffia. Nu is dat voltooid verleden tijd, maar de bouw was in die jaren het favoriete speelterrein van de mobsters. Zowat de hele betonindustrie was in handen van lokale maffiabonzen. Aannemers die hun heil elders zochten, kregen de rekening gepresenteerd in de vorm van diefstal en brandstichting. Het was veiliger en goedkoper om het spel mee te spelen en Trump volgde die trend. Roy Cohn was kind aan huis in maffiamiddens; het feit dat hij Donalds advocaat was, was een duidelijk teken: Donald Trump is a tough guy. Hij blies graag zijn eigen imago op tot hij als bedreigend overkwam voor de hele bouwindustrie. Alle andere aannemers die gelijktijdig met Donald wolkenkrabbers in Manhattan bouwden, leefden teruggetrokken. Zij zagen geen enkele meerwaarde in beroemd zijn.”

 

Terwijl Trump dolgraag een beroemdheid wou worden?

“Naast het verzamelen van geld was dat het allerbelangrijkste voor hem. Hij vindt het ook van het grootste belang dat wij geloven dat hij zo rijk is als de zee diep is. In 1996 schatte het tijdschrift Forbes zijn vermogen op 450 miljoen dollar, waardoor hij op de 373e plaats van de miljonairslijst belandde. Hij belde meteen naar de redactie om zijn beklag te doen. Een jaar later schatten ze zijn vermogen op 1,4 miljard en zat hij bijna in de top honderd. Weer belde hij: ‘Ik ben 3,7 miljard waard.’ Dat spelletje gaat door tot de dag van vandaag. Bij Forbes zijn ze dol op hem, want hij nodigt hen vaak uit op de lunch. Hij probeert hen ervan te overtuigen dat hij 4,5 miljard dollar waard is, alleen kan hij dat niet bewijzen.”

 

Op momenten waarop Trump als bouwpromotor in nauwe schoentjes kwam, gaf hij niet thuis en liet hij John Baron, de vice-president van de Trump Organisation, opdraven om telefonische interviews te geven. U hebt ontdekt dat die Baron niet bestaat, maar Trump zelf was.

“Het trucje met Baron die hem uit de wind zet of hem uitgebreid bejubeld, heeft Donald verschillende keren opgevoerd, maar er was ook nog een zekere John Miller. In 1991 koppelde de New Yorkse krant Newsday Trump aan Carla Bruni. Hij was gescheiden van zijn eerste vrouw Ivana en had een knipperlichtrelatie met het model Marla Maples. Volgens Newsday had Trump hen verteld dat Bruni een eerste etappe was in zijn zoektocht naar de perfecte vrouw. Toen een journalist daarover met Donald van gedachten wou wisselen, kreeg hij ene John Miller aan de telefoon. De stem van de man leek als twee druppels op die van Trump. (lacht) ‘Miller’ vertrouwde de journalist toe dat Donald Trump voortdurend telefoontjes van belangrijke vrouwen kreeg die zichzelf als kandidates aanboden om zijn nieuwe vrouw te worden. Onder anderen Kim Basinger en Madonna hadden volgens Miller al gebeld. Toen Marla Maples het bandje met dat interview te horen kreeg, was ze in shock: Miller was Trump. Later is ze toch met hem getrouwd.”

 

Wordt Donald Trump de volgende president van de Verenigde Staten?

“De kans is klein. Maar ik moet er meteen ook aan toevoegen dat ik nooit gedacht had dat zijn huidige campagne zo succesvol zou worden. Ik denk dat de Amerikanen op tijd wakker zullen worden. Als Hillary Clinton het bij de Democraten haalt, kan Trump het schudden, want veel meer Amerikanen voelen zich verwant met haar. Een overwinning van Trump bij de Republikeinse voorverkiezingen is voor Hillary uitstekend nieuws.”

 

 

Michael D’Antonio (60)

  • Werkte van 1982 tot 1991 als journalist voor de New Yorkse stadskrant Newsday
  • Won in 1984 de Pulitzer Prize
  • Is sinds 1992 freelancejournalist en schrijft voor o.a. Esquire en The New York Times Magazine
  • Schreef meer dan een dozijn boeken, waaronder het meermaals bekroonde Mortal Sins (2013), over kindermisbruik in de Amerikaanse katholieke kerk.

 

Michael D’Antonio, Nooit genoeg, Het Spectrum, 384 blz., 19,98 euro

 

© Jan Stevens

Vergelijkbare berichten