“Ik probeer het kind in de terrorist te zien”

De voorbije vijf jaar deradicaliseerde ex-kickboxer Usman Raja bijna vierhonderd islamisten, waaronder veroordeelde terroristen en teruggekeerde jihadisten. “Allemaal ruilden ze hun boodschap van haat in voor die van liefde.” Vandaag geldt Raja als de meest succesvolle deradicaliseerder van Groot-Brittannië.

 

Begin juli 2009 werd de Britse islamist Ali Beheshti veroordeeld tot vier en een half jaar cel voor gewelddadig extremisme. Een jaar eerder had hij in Londen een paar liter mazout door de brievenbus van een uitgever gegoten en het goedje in brand gestoken. Zo wou hij de man straffen voor het publiceren van de ‘blasfemische’ roman The Jewel of Medina, over de profeet Mohammed en zijn kindbruid Aisha. Tijdens zijn gevangenschap kreeg Beheshti regelmatig bezoek van Usman Raja (37), managing director en interventions consultant van deradicaliseringsorganisatie The Unity Initiative. Na zijn vrijlating in 2013 zwoer Ali Beheshti openlijk alle vormen van geweld af. Hij was nog steeds diepgelovig en bleef The Jewel of Medina een beledigend boek vinden. Maar geweld vond hij voortaan totaal onaanvaardbaar, want het leven van elke mens beschouwde hij als heilig, Allah zag hij als liefde en de jihad voerde hij alleen nog met zichzelf. Usman Raja had hem na urenlange gesprekken tot die inzichten gebracht. “Hij kwam in de gevangenis naar me toe met een boodschap van liefde. Beetje voor beetje leerde hij me de ware islam kennen.”

Sinds de start van The Unity Initiative in 2010 deradicaliseerden Raja en zijn vierkoppige team bijna vierhonderd Britse islamisten, waaronder heel wat veroordeelde terroristen en door de oorlog gestaalde jihadisten. Alle mannen en vrouwen die zij onder hun hoede kregen, zweerden het geweld af en namen afstand van de politieke islam. De voormalige professionele kickboxer Usman Raja geldt momenteel als de meest succesvolle deradicaliseerder van Groot-Brittannië. De voorbije jaren had hij de handen meer dan vol, maar de opmars van de Islamitische Staat (IS) in Syrië en Irak gaf de radicalisering van jonge moslims een extra boost en Raja nóg meer werk.

We ontmoeten hem in zijn thuisstad ten westen van Londen. Aan de fotograaf vraagt hij meermaals geen foto’s te maken met zijn huis of zijn straat herkenbaar in beeld. Deradicaliseerder is duidelijk geen beroep zonder risico’s. “Normaal gezien geef ik ook geen interviews”, zegt hij. “Sinds ik dit werk doe, heb ik nog maar twee keer met de pers gepraat: vorig jaar met de BBC en twee jaar geleden met CNN.”

 

Vanwaar uw mediaschuwheid?

Usman Raja: “Sommige media hebben te veel de neiging om alleen te focussen op het sensationele van ons werk. Daar komt bij dat er in Groot-Brittannië een heuse deradicaliseringsindustrie ontstaan is, met organisaties die eerst en vooral geïnteresseerd zijn in de fondsen die de overheid daarvoor vrijgemaakt heeft. Veel zogenaamde deradicaliseerders promoten zichzelf graag op tv, maar boeken bitter weinig resultaten. Het is een bijzonder vieze industrie die ik van binnenuit ken, want ik heb zelf een tijdje bij zo’n organisatie gewerkt. Op papier was het mijn taak om als straathoekwerker jonge, geradicaliseerde moslims een andere weg te tonen. Maar van werken op straat kwam niet veel in huis, ik moest vooral rapporten schrijven om de subsidiëring veilig te stellen.”

 

Van een de-radicaliseringsindustrie is in België voorlopig niet veel te merken. Het proces tegen Sharia4Belgium staat nu in de schijnwerpers, maar niemand lijkt te weten hoe de radicalisering van de jonge leden best aangepakt wordt.

“Jullie kennen toch het brein achter Sharia4Belgium? Dat is ‘onze’ haatprediker en IS-fanaat Anjem Choudary. Momenteel werk ik met een paar piepjonge kerels die tot de inner circle van Choudary behoorden. Eind vorig jaar zijn ze in de gevangenis beland en ik ben ze vrij snel gaan opzoeken. Ondertussen hebben ze ingezien dat Anjem een totaal perfide versie van de islam predikt en hebben ze hun vroegere goeroe de rug toegekeerd. Choudary propageert met zijn afwijzing van de democratie en zijn pleidooi voor invoering van zijn sharia niet meer of minder dan onversneden islamofascisme. Zijn godsbeeld en dat van Fouad Belkacem is bijzonder primitief: alles wat ze ondernemen, is uitsluitend bedoeld om Hem te vriend te houden. Sta je in de metro je zitplaats af voor een oude vrouw omdat dat zo hoort, of doe je dat om God gunstig te stemmen?”

 

Omdat het een vorm van elementaire beleefdheid is.

“Precies. In de koran wordt Allah beschreven als de oneindig liefhebbende, de oneindig barmhartige. Alleen door barmhartig en genereus te handelen, kun je God leren kennen, niet door Hem voor te stellen als een hardvochtige kerel op een troon die beveelt wat je wel of niet moet doen. Wij putten bij ons werk uit de échte traditionele islam. We worden daarin bijgestaan door belangrijke islamgeleerden zoals Ali Abdul Qadir al-Tahiri en Habib Kazim al-Saqqaf die een rechtstreekse afstammeling is van de profeet Mohammed. Die rechtstreekse band met de profeet is voor de uitoefening van ons werk van onschatbare waarde, want dat geeft ons bij ons ‘cliënteel’ legitimiteit. Figuren als Anjem Choudary en zijn vazal Fouad Belkacem profiteren van de onwetendheid van jongeren. Tegenwoordig haalt iedereen zijn wijsheid van het internet. Ben je op zoek naar een hotel? Google wijst de weg. Heb je vragen over religie? Tik het in en voor je het weet, zit je als zoekende jongere op sites die gerund worden door haatpredikers. In de Islam is naast de koran ook de orale traditie, de mondelinge overlevering over het leven van de profeet, belangrijk. Alleen een bonafide islamgeleerde kan koranteksten op een verstandige manier interpreteren en in hun tijd plaatsen. Er wordt gezegd dat er veel geweld in de koran staat, maar ook die passages moeten op een juiste manier geïnterpreteerd worden en daarvoor heb je islamgeleerden nodig die zowel de traditie als de finesses in de Arabische taal doorgronden. Arabisch kent meer dan 20 miljoen woorden, Shakespeare-Engels 5 miljoen en de doorsnee Britse afgestudeerde academicus heeft een woordenschat van een paar honderdduizend woorden. Hoeveel woorden kent de man in de straat? Een paar duizend? Jihad-propagandisten zoals Anjem Choudary hebben nooit les gekregen van gezagvolle islamleraars. Ze willen dat ook niet, want de echte islam interesseert hen niet. Choudary’s verboden netwerk Al Muhajiroun en andere islamistische organisaties misbruiken de koran en de leer van de profeet puur voor hun politieke doeleinden. Als onderdeel van Choudary’s sekte werkt Sharia4Belgium net zo. Elk lid is op het hart gedrukt bij elke discussie strikt aan de door de leiders vastgelegde interpretatie vast te houden. Wie niet tot de sekte behoort, is een kafir en heeft per definitie altijd ongelijk.”

 

U weet hoe radicalisering werkt omdat u als jongeman klaargestoomd werd voor de jihad?

“De tijden waren toen toch anders. Op mijn zeventiende wou ik in Bosnië gaan vechten. Halverwege de jaren negentig twijfelde niemand aan wie in ex-Joegoslavië het slachtoffer was en wie de agressor. Het was zo helder als pompwater: de Serviërs doodden onschuldige Bosniërs. Iedereen was verontwaardigd over Srebrenica, zowel moslims als christenen, boeddhisten, hindoes of ongelovigen. Ik ben uiteindelijk niet vertrokken omdat ik de toestemming niet kreeg van mijn vader en ik geen geld had om de reis te financieren. Ik ben opgegroeid in een ruwe omgeving met veel racisme en in mijn tienerjaren vond je me bijna continu in de boksgyms van Oost-Londen. Toen een van mijn vrienden de islam begon te bestuderen, raakte ook ik erdoor geïntrigeerd. De jihad in Bosnië zagen we als een vrijheidsstrijd. Wij waren radicaal én jihadist, maar wilden niet geassocieerd worden met Anjem Choudary’s Al Muhajiroun. Iedereen beschouwde hem als een clown en zag zijn fascistische ideologie als een misselijkmakende grap.”

 

Wat nu een verkeerde inschatting blijkt te zijn?

“Ja, maar er is een verzachtende omstandigheid voor die vergissing: 9/11 had nog niet plaatsgevonden. Na de aanslagen kregen de lawaaimakers meer aandacht dan ze verdienden. In de jaren negentig waren conflicten zoals in Bosnië en Tsjetsjenië totaal anders dan wat we nu zien gebeuren met IS in Irak en Syrië. De Bosniërs werden weggezuiverd door Servië en Grozny werd platgebombardeerd door Rusland. Over Syriëstrijders hoor je nu vertellen dat ze net dezelfde idealen koesteren als de jonge mannen die in de jaren dertig in de Spaanse Burgeroorlog gingen meevechten. Die vergelijking loopt mank.”

 

De huidige Syriëstrijders zijn geen idealisten?

“Het zijn heel gewone jonge jongens die misleid zijn. Ze zijn opgegroeid met computergames, hiphop of rock. Ze zien wat gewone mensen wordt aangedaan in Syrië en Irak en worden daar terecht kwaad over, maar ze laten zich op Facebook en YouTube in de val lokken door de islamofascisten. Ze laten hun baard staan, trekken een traditioneel gewaad aan, luisteren naar de valse boodschappen van de haatpredikers, reizen via Turkije naar Syrië en gaan zich daar te buiten aan barbaars geweld.

“Veel mannen van mijn generatie die in de jaren negentig naar Bosnië, Tsjetsjenië en Afghanistan gingen vechten, vertrokken wel met een ideaal. Maar na 9/11 ging het niet langer over bevrijding of vrijheidsstrijd. Utopistische groepen als Al-Qaeda en IS zijn alleen uit op het destabiliseren van gemeenschappen. Ik voel me een volbloed Brit en ik vind dat nergens ter wereld een beter systeem te vinden is dan onze democratie. Wij genieten van vrijheid, hebben uitstekend onderwijs en een gezondheidszorg die voor iedereen toegankelijk is. Er wordt vaak gezegd dat de integratie mislukt is, maar ik ben het daar niet mee eens. Ik ben hier geboren en getogen en doordrongen van het feit dat vrijheid een groot goed is. Ik kan hier vrij mijn geloof belijden en in tegenstelling tot in veel andere Europese landen wordt in Groot-Brittannië geen aanstoot genomen aan een politieagente met een hoofddoek. Zo hoort het.”

 

Is radicalisering dan geen gevolg van achterstelling en van mislukte integratie?

“Het Verenigd Koninkrijk verschilt erg van de rest van Europa. Af en toe worden wij uitgenodigd op een conferentie in een ander Europees land. Als het tijd is om te bidden, trekken we ons terug en bidden we. Op het continent zorgt dat altijd voor commotie, maar hier in Engeland is dat geen probleem. Andere Europese moslims benijden ons daarvoor. ‘Wauw, dat is knap.’ Voor ons is dat vanzelfsprekend: we zijn Brits en we zijn moslim. Dat vloekt niet. In Duitsland worden moslims die er geboren en getogen zijn nog steeds gastarbeiders genoemd. Dat klinkt als: wat ze ook ondernemen, ze zullen nooit een Duitser zijn. Hier is zoiets ondenkbaar.”

 

Hoe de-radicaliseert u geradicaliseerden?

“We deradicaliseren niet, maar reradicaliseren. (lachje) We helpen hen ontdekken dat het in de islam over de mensheid gaat, over barmhartigheid en liefde. Ik vind dat een zeer radicaal idee. Wij denken niet in ‘zij en wij’, maar in ‘wij’. Een sekte met een simplistische, reactionaire ideologie heeft altijd succes bij ontwrichte jongeren. Ze vinden er structuur en voelen zich aanvaard in die kleine club met als baseline: ‘Iedereen is slecht. Alleen wij zijn goed en de oplossing is een kalifaat waar iedereen onder de sharia leeft.’ Alleen door hen in een liefhebbende gemeenschap op te nemen, kunnen we hen redden uit de klauwen van nihilistische ideologen als Anjem Choudary, ‘kalief’ Abu Bakr al-Baghdadi en Al-Qaeda godfather Ayman al-Zawahiri. We tonen hen dat hun sekte van nihilistische utopisten louter een illusie is. De eerste contacten met extremisten leggen we vaak in de gevangenis – zeker als het over veroordeelde terroristen gaat. Ik ga met hen aan tafel zitten en we praten. Tijdens die gesprekken zal ik nooit veroordelen.”

 

Ook niet als uw gesprekspartner bloed aan zijn handen heeft?

“Het gebeurt regelmatig dat de man aan de andere kant in naam van zijn geloof zware misdrijven begaan heeft. In plaats van me te concentreren op de extremist, de moordenaar of de terrorist, probeer ik het kind in hem te zien. We zijn allemaal ooit begonnen als een onschuldig kind, ook die jongens met hun zwarte maskers die nu moordend door Syrië en Irak trekken.

“Al pratend zoeken we naar alle rotsblokken die ze in de loop van hun leven als ballast zijn beginnen meezeulen. Een voor een neem ik die van hen weg. In hun ideologie is islam ‘onderwerping’. Ik haat dat woord, want islam is: bevrijd worden door het goede te omarmen. In de islam is er geen haat, angst of woede. Alleen praten met die jongens en meisjes volstaat natuurlijk niet; ze moeten blijvend door de gemeenschap ondersteund worden. Het is echt een werk van lange adem.”

 

Een van hun voornaamste credo’s is: “Wij houden van de dood zoals jullie van het leven.”

“Ja, ze zijn zogezegd blij om als martelaar te sterven. Het begrip ‘liefde’ is door hun brainwashers volledig gesloopt. Mededogen, vergevingsgezindheid, barmhartigheid, al die waarden zijn weggespoeld. Ze zijn niet bang meer voor de dood omdat ze ervan overtuigd zijn dat ze meteen naar hun schepper zullen gaan. In de traditionele islam wordt voorgehouden dat we niet bang moeten zijn om te sterven omdat ons lichaam deel uitmaakt van een groot geheel. Als een huis in brand staat, moet je niet bang zijn om naar binnen te stormen en een kind te redden. Dat is iets totaal anders dan wat de islamofascisten er van gemaakt hebben: ‘Blaas jezelf op en neem zoveel mogelijk mensen mee de dood in.’”

 

Islamisten die veroordeeld zijn voor terroristische activiteiten zijn altijd bereid om met u te praten en naar u te luisteren?

“Toch wel en dat heeft veel te maken met de legitimiteit die we de voorbije jaren opgebouwd hebben. Het grote verschil met andere deradicaliseerders is dat ik als een broeder naar hen toekom. Ze zijn snel overtuigd van mijn geloofwaardigheid. Ik krijg steeds vaker spontaan brieven van gevangenen die de verandering en de bevrijding zien bij andere broeders die met ons in gesprek zijn. Soms worden we benaderd door familieleden, en we werken ook nauw samen met gevangenisdirecties en reclasseringsambtenaren. Zij weten dat we resultaten boeken.”

 

Raken de jongens met bloed aan hun handen ontredderd op het moment dat ze beseffen aan welke gruwel ze hebben deelgenomen?

“We laten niemand aan zijn lot over. Ze mogen ons om het even wanneer bellen, al was het midden in de nacht, het maakt niet uit. Maar toch ben ik hun psychiater niet. Het grote verschil met hun vroegere leven is dat ze opgenomen worden in een gemeenschap. Ze ervaren gaandeweg dat ze te maken hebben met integere moslims die weten waar de echte islam voor staat. In onze religie gaat het niet over oog om oog, tand om tand. Als iemand een bom op jouw kinderen dropt, is het niet de bedoeling dat jij als reactie ook een bom op zijn kinderen dropt. Zijn kinderen zijn ook jouw kinderen. Alle kinderen zijn onze kinderen.

“Minder dan vijf procent van de jongens laat ik kennismaken met gevechtstechnieken uit de Mixed Martial Arts. Dat zijn dan de echte zware gevallen die nog voor ze extremist werden al een crimineel verleden achter de kiezen hadden en bendeleider of drugsdealer waren. Eens ze uit de gevangenis komen, is het vechten een voor de hand liggende manier om het contact met hen te onderhouden.”

 

Herschept u hen zo niet in vechtmachines?

“Nee, ik breng hen met hun voeten terug stevig op de grond. Ik ben opgegroeid met Mixed Martial Arts, het is heel populair in sommige wijken van Londen en het geeft mij een perfecte toegang tot de zware jongens. Ze kennen mijn reputatie van toen ik nog een professionele kickboxer was en daardoor respecteren ze me nog voor ik een woord met hen gesproken heb.”

 

Bent u door andere Europese landen met een grote radicaliseringsproblematiek ooit om advies gevraagd?

“Nee, dat komt ook omdat we ons eigen werk niet aan de grote klok hangen. Maar als de Belgen morgen mijn hulp vragen, ga ik daar graag op in.”

 

© Jan Stevens

Vergelijkbare berichten