‘Ons welzijn won eindelijk van het geld’

Corona markeert volgens de Britse ecologische econoom Tim Jackson (63) het begin van een nieuw economisch tijdperk. “We moeten voortaan investeren in zorg, kwetsbare gezinnen en duurzame en leefbare steden en dorpen. Niemand kan nog komen vertellen dat dat een onbetaalbare utopie is. We hebben verdorie in rampjaar 2020 bewezen dat het kan.”

Eind 2009 verscheen het boek Welvaart zonder groei van Tim Jackson. Daarin viel de professor duurzame ontwikkeling het mantra van ongebreidelde economische groei aan. Oneindige groei op een eindige planeet is een barslecht idee, vond hij. Want zo pompen we de atmosfeer vol CO2, gebruiken we alle schaarse grondstoffen op, vernietigen we de biodiversiteit en zagen we de poten van onder onze eigen stoel. Om de aarde te redden, moesten we volgens Jackson dringend afkicken van onze consumptieverslaving en vooral investeren in duurzame projecten. Welvaart zonder groei werd vertaald in 17 talen en tekende mee de contouren voor het model van de ‘post-growth-economy’, de economie waarin groei niet langer centraal staat.

Welvaart zonder groei was gebaseerd op een rapport over duurzame ontwikkeling dat ik in 2009 voor de Britse regering schreef”, zegt hij. “In 2017 volgde er een grondige update, maar de baseline was nog steeds dezelfde: op onze eindige planeet is eindeloze economische groei een heilloze weg. We moéten dringend minder en duurzamer produceren en vooral ook veel minder consumeren.”

Toen Welvaart zonder groei voor het eerst verscheen, woedde de financiële crisis nog volop.

Tim Jackson: “Ja, en we kenden op dat moment de totale fall-out van die crisis nog niet. Het was nog voor de financiële gestrengheid zijn intrede deed en voor onze samenleving hevig gepolariseerd en gefragmenteerd raakte. Het was ook nog voor we ons bewust werden van het ‘precariaat’, die nieuwe werkende klasse met onzekere tijdelijke banen, lage inkomens en weinig sociale bescherming. Denk maar aan de mini-jobs in Duitsland of de freelancende Uber- en Deliveroo-koeriers. Precies al die kwalijke maatschappelijke ontwikkelingen waar ik in Welvaart zonder groei voor waarschuwde, werden werkelijkheid. Tezelfdertijd waren er gelukkig ook hoopvolle ontwikkelingen, zo groeide de voorbije jaren het besef dat welzijn belangrijker is dan het bezitten van de laatste nieuwe iPhone. Tien jaar geleden had ik soms het gevoel dat ik als ecologisch econoom een einzelgänger was. Vandaag praten economen overal ter wereld over post-growth of postgroei, dat duurzame economische model dat niet langer gebaseerd is op grenzeloze groei.”

Off the record hoor ik steeds vaker de verzuchting dat we te laat tot het besef gekomen zijn dat er grenzen aan de groei zijn.

“Dat besef kwam inderdaad rijkelijk laat, maar laat ons hopen dat het niet té laat is. Het heeft niet veel zin om ervan uit te gaan dat we op een onomkeerbaar hellend vlak zitten en dus sowieso verdoemd zijn. There’s a game to play, so let’s play it.”

Velen vinden de coronacrisis een uitgelezen kans om ons economisch systeem te resetten. U ook?

“Zeker. Het voorbije jaar pasten we ons gedrag trouwens al zeer ingrijpend aan. Onze beslissing om de economieën te sluiten en in lockdown te gaan, werd ingegeven door onze bezorgdheid over onze gezondheid in plaats van over onze rijkdom. Welbevinden won het eindelijk van geld.”

Ons snelle en kordate ingrijpen tegen corona verschilt toch immens met hoe we die andere dreiging, de klimaatverandering, aanpakken?

“De impact van het opwarmende klimaat lijkt niet zo acuut en is gespreid in tijd en ruimte. Wat niet wil zeggen dat wij daar nu nog niets van merken, al valt het hier in het rijke Westen voorlopig best mee. De grootste ellende is op dit moment voor arme landen in het zuiden.

“Het is niet zo dat we onwetend zijn. Integendeel, we weten perfect wat er zich aan het afspelen is. De wetenschap waarschuwt ons al een hele tijd dat de gevolgen van de klimaatverandering veel erger en ingrijpender zullen zijn dan dit coronavirus. 2019 leek met de massale protesten en de acties van klimaatjongeren een belangrijk scharnierjaar te worden in de bewustmaking van de publieke opinie. Ze leken ook eindelijk gehoor te krijgen bij politici. Voor het eerst in mijn leven had ik het gevoel dat de kentering was ingezet en dat steeds meer mensen zich bewust werden van dat klimaatprobleem. Voor het eerst in jaren leek het alsof de politiek bereid was te luisteren. Paradoxaal genoeg veegde corona in de lente van 2020 dat hard bevochten besef van urgentie helemaal weg. Begrijp me niet verkeerd, dat virus wás ook een groot onverwacht probleem dat meteen aangepakt moest worden. Regeringen hadden geen andere keuze dan de gezondheid van hun burgers zoveel mogelijk te beschermen.”

De manier waarop regeringen nu wereldwijd zeer ingrijpende maatregelen nemen, bewijst meteen ook hoe machtig overheden kunnen zijn?

“Zonder twijfel. Dit blaast alle mythes over ‘overbodige overheden’ weg. Het bewijst het failliet van stellingen als: ‘regeringen moeten de economie laten begaan’, of: ‘de staat moet zich niet bemoeien met de zorg.’ Al die lofzangen over de privésector die alles moet overnemen en alles zoveel beter kan organiseren, klinken nu ontzettend vals.

“Na jaren van neoliberalisme en financiële gestrengheid beleven we ook de terugkeer van de ideeën van de Britse econoom John Maynard Keynes (1883-1846). Door in deze tijden van nood massaal geld te lenen en uit te geven verzacht de overheid de schokken van de crisis. Corona wekt zelfs de in Rusland geboren Britse econoom Abba Lerner (1903-1982) opnieuw tot leven. Zijn theorie over functionele financiering, de monetaire mogelijkheid van regeringen om ons welzijn en de economie te financieren, werd de voorbije maanden zowat elke dag in de praktijk gebracht. Vooral in april en mei pompten de centrale banken rechtstreeks geld in de economie. Volgens Lerner is geld een schepping van de staat en mag ze daarom gul zijn met het te investeren in het welzijn van de burgers. Vandaag wordt dus ook de mythe weggeblazen over waar geld vandaan komt en wie daar zeggenschap over heeft. Dat is niet Wall Street of de City, maar de staat via haar centrale bank. Ik vrees alleen dat eens deze crisis voorbij is, Keynes en Lerner als brave hondjes terug in hun mand zullen gestuurd worden. Terwijl het nu inderdaad hét moment is om door te zetten en dat op groei gebaseerde economische systeem te resetten naar een duurzaam model.”

Speelt geld dan geen enkele rol? Het is toch moeilijk te vatten dat de overheid al die extra miljarden probleemloos en ongestraft kan blijven uitgeven?

“Geld is vandaag spotgoedkoop: nu is hét moment om te investeren. De ideologie dat geld niets meer is dan rentedragende schuld, wordt door de coronapandemie van tafel geveegd. We weten nu dat overheden wel degelijk massaal kunnen investeren, zolang ze dat maar willen.”

Nogal wat economen stellen dat in tijden van acute crisis eenmalige uitgaven geen probleem hoeven te zijn, op voorwaarde dat er achteraf economische groei is die hoger is dan de rente.

“Ik ben het daar niet mee eens. Het gaat hier niet over investeringen in het extra opkrikken van ‘hoge productiviteit’, maar over investeringen in de levenskwaliteit van burgers, de zogenaamde sectoren van ‘lage productiviteit’. Het gaat dus over geld stoppen in gewone infrastructuur die het leven van mensen zal beschermen en hen een beter bestaan schenkt, niet in hightech die het consumentisme tot ongekende hoogten moet helpen opdrijven. Klassieke keynesiaanse economen trappen jammer genoeg ook altijd in de val van het mantra van de oneindige economische groei. Dat is dodelijk: onze planeet kan die jacht naar opgedreven productie en consumptie gewoon niet meer aan.”

Wat is het alternatief? Dat we met al die schulden leren leven?

“Ja, dat geldt zeker voor overheden. Schulden zijn part of the job. Misschien moeten we het niet langer schulden noemen, maar een verplichting die de overheid heeft ten opzichte van de samenleving. Die zogenaamde ‘schulden’ zijn onderdeel van het sociaal contract tussen een regering en haar burgers. De overheid verplicht zich ertoe goed voor haar burgers te zorgen. Dus moet ze daarin investeren.”

Volgens het Verdrag van Maastricht uit 1992 mag de staatsschuld niet meer dan 60 procent van het BBP bedragen.

“Corona zet dat verdrag definitief op losse schroeven. Het zou goed zijn als het heronderhandeld werd. Staten moeten de vrije hand krijgen in het financieren van zichzelf via hun centrale banken. Precies dat mechanisme heeft ons op het hoogtepunt van de eerste lockdown gered.”

Is dat de belangrijkste les die u uit de coronacrisis trekt?

“De belangrijkste les is dat gezondheid belangrijker is dan rijkdom. Dat wil dan ook zeggen dat ons toekomstige economische systeem niet op rijkdom gebouwd mag zijn, maar op de volksgezondheid. In het Verenigd Koninkrijk, maar ook in veel andere rijke westerse landen woedt er een heuse obesitasepidemie. Wereldwijd vallen er volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) momenteel meer doden door overvoeding dan ondervoeding. Dat illustreert perfect dat het heersende model van ‘meer, meer, meer’ tot vreselijke welvaartsziektes leidt. Waarmee ik niet wil zeggen dat we naar ‘te weinig’ moeten streven, maar naar het juiste, naar het gerechtvaardigde. Een economisch model gebaseerd op evenwicht is veel verstandiger dan een model gebaseerd op ‘meer’. Als je genoeg hebt, is ‘meer’ hét recept voor een ramp.

“Een andere belangrijke les is dat we in de toekomst beter moeten zorgen voor het levensonderhoud van mensen. Want deze crisis sloeg van de ene dag op de andere het inkomen van veel gezinnen weg.”

In België krijgen bedrijven, cafés, restaurants en winkels die door de lockdown moesten sluiten, overheidssteun. Hun werknemers ontvangen een tijdelijke werkloosheidsuitkering.

“Dat is prima, want zo zorgt jullie regering voor sociale stabiliteit. Om die stabiliteit ook in de toekomst te kunnen blijven garanderen, moet er op een of andere manier toch een herverdeling van de inkomens komen.

“De lockdowns zetten het mes op de keel van onze regeringen: plots beseffen ze dat ze ervoor moeten zorgen dat de basisbehoeften van hun burgers gelenigd worden. Op dit moment weten we niet hoe snel de economie zal herstellen. Het is ook nog lang niet duidelijk welke sectoren het zwaarst getroffen zullen zijn. Wél duidelijk is de verantwoordelijkheid van de overheden om hun burgers te blijven beschermen. Maatregelen zoals die tijdelijke werkloosheid, ondersteuningspremies voor kleine bedrijven, schuldkwijtscheldingen en vormen van uitstel van betaling, mogen ook na de vaccinatiecampagne niet op de schop. Ze moeten voortaan vast tot het repertoire behoren van hoe een overheid in tijden van nood haar burgers bijstaat.

“Nog iets dat we nooit meer mogen vergeten: tijdens de lockdown ontdekten we hoe levensbelangrijk sociale contacten zijn. Velen onder ons hadden dat uit het oog verloren en geloofden ten onrechte dat levensgeluk gebouwd wordt op shoppen en consumeren.”

Veel mensen raken de lockdowns beu en verlangen ernaar om hun centen terug in shoppingcentra te kunnen laten rollen.

“Ik ben die lockdown ook beu, hoor. Ik wil hem niet romantiseren en ik roep niet op om hem voor eeuwig te laten voortbestaan. Maar dankzij die lockdown ontdekten we wel het plezier van wandelen door de natuur. De tijd vertraagde en de files krompen. We werden verplicht tot een kluizenaarsbestaan en ontdekten zo hoe hard we familie en vrienden missen. We kwamen erachter dat sociale interactie ons bestaan kruidt. Ik geloof echt dat velen zich nu voornemen om na corona veel meer tijd vrij te maken voor hun geliefden.”

Tenzij ze meteen de ratrace van voor corona hervatten.

“Het is inderdaad heel goed mogelijk dat het direct terug business as usual wordt. Dat zou heel jammer zijn. Gelukkig zijn er ook andere voortekenen. In het Verenigd Koninkrijk is de infrastructuur van elke stad op het lijf gesneden van koning auto. Tijdens de eerste lockdown stokte het autoverkeer en werden veel straten opgeëist door wandelaars en fietsers. Dat gebeurde ook in Farnham, de stad waar ik woon. De schaarse auto’s pasten hun snelheid gedwee aan. De stadsbewoners genoten daarvan met volle teugen. Na die lockdown barstte er een levendig maatschappelijk debat los met vurige pleidooien om de stad voorgoed autoluw te maken. Veel stadsbesturen hebben daar oor naar, net als onze burgemeester. Hij wil van Farnham een voetgangers- en fietsersoase maken. Ik vind dat fantastisch, alleen de manier waarop laat te wensen over. Bij gebrek aan geld worden nu overal lelijke metalen plantenbakken geplaatst om de doorgang voor auto’s te bemoeilijken. Wat meteen bewijst dat een groeiend besef dat iets anders moet, niet volstaat. Er is ook geld nodig.”

Na deze crisis zal er sowieso massaal geïnvesteerd moeten worden in het herstel.

“Daar is zowat iedereen het over eens. Ik vind dat die investeringen nu in de eerste plaats moeten vloeien naar al die aspecten in ons leven waarvan we door corona ontdekt hebben dat zij er écht toe doen. Naar de zorg dus, maar ook naar kwetsbare gezinnen en duurzame en leefbare steden en dorpen. Niemand kan nu nog beweren dat dat een onbetaalbare utopie is. We hebben verdorie in rampjaar 2020 bewezen dat het kan. In een paar dagen tijd werden hele hospitalen omgebouwd, bedreigde ondernemingen en hun op non-actief geplaatste werknemers ontvingen steun, het luchtverkeer moest aan de ketting en files werden lamgelegd. We weten nu dat het perfect mogelijk is om de steven te wenden en dat er middelen genoeg zijn om al die veranderingen te ondersteunen.”

Wordt de steven gewend met de Europese Green Deal?

“De gesprekken die daar in het Europese parlement over gevoerd worden, zijn interessant en veelbelovend. Alleen moeten we nog zien hoe de Green Deal in de praktijk uitgevoerd zal worden. Wat ik alleszins zeer hoopgevend vind, is dat door de pandemie de toon veranderd is. Vóór corona was het allesoverheersende riedeltje: ‘Groei, groei, groei!’ Dat is intussen vervangen door begrippen als ‘welbevinden’, ‘herstel’, en ‘vernieuwing’. Die woorden verraden een andere, duurzamere blik op de economie. Het is vreselijk dat het Verenigd Koninkrijk daar geen deel meer van uitmaakt. Wij hebben geen enkel constructief alternatief om ons aan op te trekken.”

In april verschijnt uw nieuwe boek Post growth met als ondertitel: ‘Life after capitalism’. In een postgroei-economie wuiven we het kapitalisme vaarwel?

“Je zal mij niet horen beweren dat ondernemen, concurreren en proberen winst maken niet iets typisch menselijk is. Alleen valt kapitalisme niet gelijk met onze menselijke natuur; het is er slechts een deel van. Maar het probleem is dat in onze westerse samenleving precies dat kapitalisme allesoverheersend werd. Dat ene onderdeeltje van wat ons tot mensen maakt, werd de basis van zowat al onze relaties of organisaties. Het werd de drijvende motor van heel onze economie. Precies die institutionalisering van dat kleine deel van wie we zijn, ondermijnt ons.”

Moeten we dan afscheid nemen van onze ‘drang’ om met anderen te concurreren?

“Niet helemaal. Want het valt gewoon niet te ontkennen dat we een egoïstische, op competitie ingestelde vechten-of-vluchtenreflex bezitten. Maar daarnaast huist er ook een sociaal, altruïstisch wezen in ons. Die twee kanten van onszelf zitten in een permanente strijd verwikkeld. De sporen en effecten van die twee tegenstellingen vind je overal in onze samenleving terug. We zitten voortdurend gewrongen tussen onszelf en de andere, net als tussen innovatie en traditie. We worden verscheurd tussen die tegenstellingen. Het kapitalisme heeft ons één richting uitgedreven: die van de nieuwigheden najagende egoïst. Het vergrootte één derde van onze psyche uit en verwaarloosde al de rest. Met alle verschrikkelijke gevolgen van dien.”

Bio

Tim Jackson

  • Geboren in 1957
  • Professor duurzame ontwikkeling aan de universiteit van Surrey
  • Directeur van het Centre for the Understanding of Sustainable Prosperity (CUSP)
  • Auteur van Welvaart zonder groei (2009 – 2017) en van het in april 2021 te verschijnen Post Growth

(c) Jan Stevens

Vergelijkbare berichten