“De bankiers van het IMF en de Federal Reserve zijn in paniek”
De Amerikaanse antropoloog en anarchist David Graeber stond in 2011 aan de wieg van Occupy Wall Street. Sinds de publicatie van zijn boek Schuld: de eerste 5000 jaar komen de bankiers van het IMF en de Amerikaanse centrale bank hem discreet om raad vragen over mogelijke oplossingen voor de crisis. “Als die kerels bij mij te rade komen, wil dat zeggen dat ze heel diep in de shit zitten.”
Met Schuld: de eerste 5000 jaar schreef David Graeber (1961) een briljante geschiedenis van de schuld. “Economisten hebben het nagelaten dit boek te schrijven”, zegt de anarchistische antropoloog. “Natuurlijk vind je stapels boeken over krediet, maar die vertrekken allemaal vanuit het perspectief hoe daar geld mee te verdienen is. Ze starten nooit vanuit de ervaringen van al die mensen die op een bepaald moment te maken krijgen met een of andere vorm van schuld, en gaan zeker nooit op zoek naar wat de impact daarvan is op hun leven.”
Graebers Schuld groeide razendsnel uit tot een internationale bestseller, met dank aan de schuldencrisis. “Ik vind het grappig dat het me eindelijk gelukt is goed te timen”, lacht hij. “De eerste vijftien jaar van mijn carrière zat niemand op mijn boeken te wachten. Ik kwam op de proppen met een bijzonder dikke cultuurgeschiedenis over het Afrikaanse eiland Madagaskar op een moment dat niemand in Afrikaanse cultuur geïnteresseerd was, ik publiceerde een lijvig boek over de theorie van de antropologie in een periode dat iedereen in slaap viel bij het horen van het woord ‘theorie’ alleen al en ik schreef als anarchist een uiterst interessante handleiding over directe actie, alleen kwam die vlak voor 9/11 uit.”
Het politiek activisme is David Graeber met de paplepel meegegeven: zijn moeder was als textielarbeidster actief in de vakbond, zijn vader was lid van de Amerikaanse communistische partij en vocht in de Spaanse burgeroorlog tegen de franquisten. Graeber groeide op in een ‘coöperatief flatgebouw’ in New York. Hij werkte jarenlang als assistent-docent antropologie aan de prestigieuze Yale University, waar hij zijn anarchistische overtuiging nooit onder stoelen of banken stak. Net voor hij in het voorjaar van 2005 voor een vaste positie in aanmerking kwam, werd zijn contract niet verlengd. Graebers studenten protesteerden massaal. Uiteindelijk bood de universiteit Graeber als zoenoffer een betaald sabbatjaar aan, wat hij aanvaardde. Vandaag doceert hij aan de Londense universiteit Goldsmiths waar ik hem ’s middags in de studentenrefter ontmoet. “Ook hier lig ik in de clinch met het bestuur”, zucht hij. “Ik ben nu voltijds prof, voltijds activist en voltijds schrijver. Ik heb gevraagd om deeltijds les te mogen geven, en ze gingen eerst akkoord. Tot de aap uit de mouw kwam: ik zou evenveel lessen moeten blijven geven in minder tijd. ‘Je hoeft geen administratie meer te doen’, was hun argument. Alsof de helft van mijn tijd opgaat aan papierstapels goed leggen. Ik heb beleefd geweigerd en blijf dus maar even doorploeteren.”
Als anarchistisch activist organiseerde Graeber mee het Occupy Wall Street verzet in New York. Hij was een van de initiatiefnemers van de bezetting van Zucotti Park in september 2011 en legt nu de laatste hand aan een boek over zijn Occupy-ervaringen. Graeber: “Toen Occupy van start ging, was het enthousiasme groot. Het was zelfs zo groot dat de regering in paniek sloeg. De Amerikaanse geschiedenis leert ons dat alle opeenvolgende regeringen heel erg begaan geweest zijn met het onderdrukken van sociale bewegingen van allerlei pluimage, zeker als die organisaties voortsproten uit de lagere klassen. Blanke jongeren uit de middenklasse lieten ze meestal ongemoeid, en als ze hen wel probeerden aan te pakken, zoals tijdens de communistenjacht onder McCarthy in de jaren vijftig, kregen ze daar achteraf bijzonder veel spijt van.”
Is Occupy een middenklassebeweging?
DAVID GRAEBER: Nee, maar er zitten verhoudingsgewijze wel veel blanke jongeren uit de middenklasse in. Toch werden ook zij tijdens de ontruiming van Zucotti Park in november 2011 door de politie bijzonder hardhandig aangepakt. Vlak na de verdrijvingen voelden we ons verraden door onze liberale bondgenoten. Ze lieten ons in de steek en het kon hen niet schelen dat wij op een schaamteloze brutale wijze het park uitgeranseld werden. In New York kunnen we nu niet in het openbaar bijeen komen zonder dat de politie meteen aanvalt. Er zijn mensen het ziekenhuis ingeslagen en daar heeft geen enkele krant over geschreven of geen enkele zender over bericht. Ze schrijven en ratelen dan weer eindeloos door over elke scheet in een fles die zou kunnen wijzen op gewelddadig gedrag van Occupy, maar dat is volstrekte flauwekul. Occupy is vermoedelijk de meest geweldloze organisatie in heel de geschiedenis van de Verenigde Staten. Tijdens onze 500 bezettingen zijn welgeteld vier ramen gesneuveld; zelfs Ghandi was niet zo recht in de leer. (lacht) En toch wordt het voorgesteld alsof onze kapotte ruiten het gevolg zijn van extreem gewelddadige acties. In Oakland is een raam gebroken door een gemaskerde man – dat had net zo goed een vermomde politieman kunnen zijn. In New York is ook welgeteld één ruit gesneuveld: het raam van een winkel die door een New Yorkse politieman ingeslagen werd met het hoofd van een van onze protestanten. De machthebbers zijn doodsbenauwd dat Occupy aan het uitgroeien is tot een prerevolutionaire beweging. Hun angst is terecht. Eigenlijk herhaalt de geschiedenis zich: toen ik aan de research voor Schuld begon, viel het me al op dat het meeste oproer en de meeste opstanden en revoluties iets met schuld te maken hadden.
En nu zitten we tot over onze oren in de schuld?
GRAEBER: Precies. Schuld is een bijzonder effectief ideologisch instrument: het is het beste middel ooit om ongelijkheid te verankeren. Maffiosi weten daar alles over: van zodra ze ervoor kunnen zorgen dat jij hen iets verschuldigd bent, hebben ze je in hun macht. Schuld kun je zien als een belofte, een verplichting of verbintenis. Ik zie het als een heel bijzondere wijze van belofte die gecorrumpeerd is door een combinatie van wiskunde en geweld. Aan de ene kant kan schuld exact berekend worden, aan de andere kant kun je er afschuwelijke condities aan verbinden. In normale omstandigheden gaan mensen die elkaar een belofte doen daar zeer pragmatisch mee om. Als ik met jou een afspraak om vijf uur heb en mijn zus komt vlak daarvoor in een auto-ongeluk om, zul jij niet van mij eisen dat ik toch op de afspraak ben. Een belofte is ook iets dat je niet kunt overdragen: als ik met jou om vijf uur afspreek, kun je niet iemand anders in jouw plaats sturen. Als het over beloftes met geld gaat, worden we plots heel wat minder begripvol en pragmatisch. Leningen van een ontwikkelingsland die ooit aangegaan zijn door een niet verkozen dictator die het geld vervolgens naar zijn Zwitserse bankrekeningen doorsluisde, moeten tot op de laatste centiem van de woekerrente terugbetaald worden, zelfs als dat betekent dat de onschuldige kinderen in dat land daardoor honger zullen lijden. We lijken het vanzelfsprekend te vinden dat iedereen ten koste van alles zijn schulden braaf moet terugbetalen, terwijl dat zelfs vanuit de economische standaardtheorie niet klopt: elke geldschieter wordt verondersteld een zekere vorm van risico te accepteren. Als niemand nog failliet kan gaan en alle leningen, aan welke waanzinnige voorwaarden ook, ingelost moeten worden, zijn de gevolgen niet te overzien. Ik zelf ben iemand die zijn beloftes zoveel mogelijk wil houden; voor mij zijn ze op een of andere manier ‘heilig’. Van politici gaan we nu bij voorbaat al uit dat ze hun beloftes zullen breken. Vaak breken ze die met het excuus: “We moeten onze schulden terug betalen.” (lacht) Waarom vinden wij dat normaal en accepteren we dat? Intrestbeloftes van een regering aan obligatiehouders beschouwen we als heiliger dan beloftes van diezelfde regering over fatsoenlijk onderwijs.
U zou het niet onfatsoenlijk vinden als een land als Griekenland zijn schulden niet, of maar gedeeltelijk terug zou betalen?
GRAEBER: De schaamtegevoelens die nu bij inwoners van landen als Griekenland, Spanje en Portugal gecreëerd worden, werken voorlopig nog heel efficiënt. De vraag is: hoe lang raken politici daarmee weg? Als het er echt ontploft, zijn de gevolgen niet te overzien. Van zodra de machthebbers voelen dat ze de controle beginnen te verliezen, zou het kunnen dat ze snel radicale maatregelen nemen om hun legitimiteit te herstellen. En wie weet, misschien komt er dan ook een vorm van massale schuldkwijtschelding. Met Occupy proberen we dat soort van legitimiteitscrisissen te bewerkstelligen. Argentinië 2002 is een goede inspiratiebron voor ons. In plaats van te eisen dat de Argentijnse regering de schuld afschafte, riepen de actievoerders: “Onze politici zijn gangsters; we trekken ons van hen niets meer aan.” Politici werden voortdurend lastiggevallen en konden nooit ongestoord meer op restaurant gaan. Toen kozen ze eieren voor hun geld en namen ze het besluit om de torenhoge schuld niet terug te betalen aan het Internationaal Monetair Fonds (IMF).
Ik denk dat er in heel Europa dergelijke Argentijnse scenario’s in de lucht hangen. Het zal niet zolang meer duren dat in een land het protest het punt bereikt waarop de politieke klasse het gevoel krijgt dat haar gezag door bijna alle burgers verworpen wordt. Binnenkort zullen onze politici een valse snor moeten opplakken als ze een hapje willen gaan eten. (lacht) In Griekenland zitten ze nu al in dat stadium. Het worden écht boeiende tijden. Ik ben onlangs gecontacteerd door machtige, invloedrijke mensen die middenin het systeem zitten, waaronder de hoofdeconoom van het IMF. Als die kerels bij mij, een anarchistische prof, te rade komen, zitten ze heel diep in de shit.
Ze panikeren?
GRAEBER: Ja. De Federal Reserve, de Amerikaanse centrale bank, gaf in januari een ‘white paper’ uit die niet al te veel aandacht kreeg, waarin ze haar bezorgdheid uitdrukte dat er een nieuwe crisis voor de deur staat die nog veel dieper zal gaan dan 2008. De heren en dames die aan het roer van het systeem staan, weten dat de manier waarop de crisis nu wordt aangepakt geen zoden aan de dijk zet en dat ze alleen kan eindigen met een Grote Ineenstorting. Ze hebben zich de voorbije dertig jaar onledig gehouden met het opzetten van een ingewikkelde, onveilige constructie waarbinnen niemand verder dan drie jaar kan zien. Dat komt nu als een boemerang in hun gezicht en maakt een aantal onder hen zeer bang. Naar mijn aanvoelen rijpt zelfs bij de neoliberalen het besef dat een vorm van massale schuldkwijtschelding misschien soelaas kan bieden. Alleen zijn ze nog niet bereid om hun ideologische dada’s op te geven. Ze hebben nooit echt geprobeerd om een kapitalistisch systeem uit te bouwen dat op lange termijn levensvatbaar is. Die behoefte was er ook niet, omdat ze geloofden dat ze iedereen ervan hadden kunnen overtuigen dat het kapitalisme het enige systeem is dat werkt. De ideologische strijd hebben ze gewonnen, maar de economische zijn ze aan het verliezen. Dus hier zitten we nu: het hele systeem stuikt in elkaar, en de enige zege die de neoliberalen binnengehaald hebben, is dat niemand anders lijkt te weten hoe het verder moet.
De twee machtigste wapens van de neoliberalen zijn de ideologie van schuld en de ideologie van werk. Gewone mensen lijken echt te geloven dat het een morele verplichting is om schulden te betalen, tezelfdertijd merken ze dat er een bizar onderscheid gemaakt wordt tussen hen en financiële ondernemingen zoals Mercury Insurance Group of Citygroup die hun schulden helemaal niet hoeven terug te betalen. Daarnaast zijn veel mensen ervan overtuigd geraakt dat medemensen die niet werken, in het kapitalistische systeem nergens recht op hebben. Op globaal niveau is dat complete waanzin. Als we de planeet van de totale ondergang willen redden, hebben we juist nood aan minder productieve mensen.
Moeten we niet juist groeien en productiever worden als we de economie overeind willen houden?
GRAEBER: Zo is ons economisch model ooit geconstrueerd, maar dat eeuwige groeien is niet meer houdbaar. Eigenlijk hebben we al lang de fysieke en materiële grenzen bereikt van ons op productie gefocuste systeem. Als ik in naam van Occupy een paar eisen zou mogen stellen, zouden die zijn: wereldwijde schuldafschaffing gevolgd door een vierurenwerkdag. Dat laatste heeft toch alleen maar voordelen? Dan kan iedereen tot ’s middags in bed blijven liggen, stoppen we de overproductie, reduceren we onze CO2-uitstoot, roepen we de klimaatverandering een halt toe en geven we mensen de kans hun levens te vullen met interessantere dingen dan lopende bandwerk.
Schuldenkwijtschelding is niets nieuw. In het verleden zijn er verschillende manieren geweest om geldsystemen gebaseerd op krediet te corrigeren, om te vermijden dat het hele systeem ontspoorde of dat mensen zo diep in de schulden verzonken raakten, dat ze tot het slavendom veroordeeld werden. Een vorm van schuldkwijtschelding komt er sowieso, eigenlijk is iedereen het daar over eens. Alleen zullen de roergangers nooit toegeven dat ze schuld kwijtschelden, en zullen ze dat pas doen als ze er zeker van zijn dat naderhand het systeem kan blijven voortbestaan zoals het is. De bankiers van de Federal Reserve hebben me een tijdje geleden uitgenodigd omdat ze geïnteresseerd zijn in de kritiek die ik heb op de manier waarop we morele verplichtingen tot financiële schulden herleiden. Als je iemand rechtstreeks een wederdienst schuldig bent omdat hij of zij je leven gered heeft, is alles klaar als een klontje. Het wordt heel wat diffuser en onpersoonlijker als je iemand een paar honderdduizend pond schuldig bent aan een rente van 12 procent. De schuldeiser is dan een anonieme financiële instelling: alle menselijke aspecten en verhoudingen verdwijnen als sneeuw voor de zon en worden vervangen door rentevoeten en boetes voor laattijdige betalingen. De schuldeiser zal er niet wakker van liggen als je huis verkocht wordt omdat je de waanzinnige hypotheekaflossing niet kunt betalen, of als je vrouw als prostituee moet gaan bijverdienen om de hypotheekrente te kunnen betalen. In mijn boek beschrijf ik in de eerste plaats de geschiedenis van die schuld, en trek ik niet teveel conclusies, behalve dan dat ik de gedachte van een soort van bijbels Jubileum zeer genegen ben: kwijtschelding van internationale maar ook van individuele schulden, waardoor we menselijk lijden wegnemen en er ons meteen ook bewust van worden dat schuld niet het wezen van de moraal uitmaakt. Het is geen misdaad als je schuld niet kunt terugbetalen. De bankiers van de Federal Reserve wilden graag meegaan in mijn idee van schuldkwijtschelding, maar ze kregen de volle laag van Republikeinse politici die zich blind staren op de moraliteit van schuld en een immense ideologische muur gebouwd hebben waar voorlopig niemand aan durft te raken.
Klopt het dat ‘schuld’ en ‘oorlog’ communicerende vaten zijn?
GRAEBER: Er is alleszins een innige band tussen hen, en die band werd in Amerika nog inniger na 1971. Modern geld berust op overheidsschuld en regeringen lenen geld om oorlogen te bekostigen. Dat was zo al in de middeleeuwen. Door centrale banken op te richten, kreeg het mystiek huwelijk tussen krijgers en financiers een stevige onderbouw. Die goede oude Bank of England zette daarvoor de standaard. In 1694 wou Koning William III wanhopig graag oorlog voeren met Frankrijk. Hij leende 1,2 miljoen pond van veertig Londense en Schotse handelaars, van wie hij trouwens daarvóór ook al een flinke smak geld geleend had. In ruil voor hun centen, mochten die handelaars een instelling oprichten – de Bank of England – die een monopolie kreeg op het uitgeven van bankbiljetten. Die bankbiljetten waren eigenlijk ‘promesses’, beloftes tot betaling, voor het geld dat ze van de koning te goed hadden. De Bank of Londen werd de eerste nationale centrale bank en haar biljetten werden het eerste papiergeld in Europa. Die handelaars hebben daar toen een uitstekende zaak aan gedaan.
Kijk eens naar dit briefje van tien pond. Wat zegt de koningin? “I promise to pay the bearer on demand the sum of ten pounds.” Dit is geen 10 pond, maar de belofte dat er tien pond betaald zal worden. Wat precies de definitie is van modern geld.
Wat is er na 1971 veranderd?
GRAEBER: Op 15 augustus 1971 kondigde Richard Nixon, de toenmalige president van de VS, aan dat dollars in buitenlands bezit niet meer voor goud omgewisseld konden worden. Hij zei toen meteen ook de akkoorden van Bretton Woods uit 1944 op, waarbij 44 landen een stelsel van vaste wisselkoersen invoerden en hun munten koppelden aan de dollar, die op zijn beurt tegen een vaste verhouding aan goud gekoppeld werd. Met zijn maatregel uit ‘71 maakte Nixon een definitief einde aan de internationale goudstandaard en voerde hij het systeem van vrij zwevende valuta’s in dat tot vandaag bestaat. Hij werd daartoe gedwongen door de flink uit de pan swingende kosten van de oorlog in Vietnam. Die oorlog werd volledig gefinancierd door leningen. Door de dollar zwevend te maken, kon Nixon een oorlog bekostigen die jaarlijks miljoenen aan bommen en granaten koste. Door de dollar los te koppelen van het goud herleidde Nixon geld tot waardeloze blaadjes papier die ‘waardevol’ werden omdat de Amerikaanse regering dat zo besloten had. Hij gaf daarmee meteen ongewild de aanzet tot de huidige schuldencrisis. Met de loskoppeling van goud heeft Nixon een monster gecreëerd, waar we tot op de dag van vandaag kop noch staart aan krijgen.
David Graeber, Schuld: de eerste 5000 jaar, Business Contact, 623 blz., 34,95 euro
David Graeber, Occupy, Business Contact, 224 blz., 19,95 euro, verschijnt op 17 november
© Jan Stevens