|

Het barbiehuis

Ascanio Celestini, Atheneum-Polak & Van Gennep, 256 blz., 19,95 euro.

 

“Toen de dokter mijn moeder openmaakte, was haar slokdarm verdwenen.”

 

 

De prille twintigers Nicola, Marinella en Patrizia draaien dag- en nachtshiften in het callcenter aan de overkant van het flatgebouw waar ze elk hun eigen appartementje huren. Ze zijn ingeschreven als zelfstandigen, werken met driemaandelijkse contracten en worden per minuut betaald. Als ze een telefoongesprek tot twee minuten en veertig seconden kunnen rekken, strijken ze vijfentachtig cent bruto op. Maar van zodra ze een seconde over tijd gaan, moeten ze vijf cent inleveren. In Het barbiehuis beschrijft de Italiaanse auteur, acteur en muzikant Ascanio Celestini met veel gevoel voor zwarte humor de krachttoeren die jonge Italianen uit een voorstad in Rome moeten uithalen om te overleven in het Italië van Silvio Berlusconi. De inspiratie voor zijn roman haalde hij uit de rauwe werkelijkheid: maandenlang dompelde hij zich onder in het wel en wee van een echt callcenter. Celestini’s woede over hoe de Italiaanse arbeidsmarkt onder leiding van Berlusconi herschapen is in een groot uitzendkantoor zonder regels, spat van elke bladzijde. Onbegrijpelijk dan ook dat de Nederlandse uitgever de alleszeggende oorspronkelijke titel Lotta di classe, Klassenstrijd, vervangen heeft door het belachelijke Het barbiehuis. Misschien omdat dat beter bij de pin-up op het spuuglelijke omslag paste?

 

© Jan Stevens

Vergelijkbare berichten