“Het ergste zijn de kinderen”

De Mexicaanse onderzoeksjournaliste Lydia Cacho bracht de wereldwijde handel in mensen in kaart. “Volgens cijfers van Unicef en de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) worden 1,39 miljoen vrouwen en kinderen onderworpen aan seksuele slavernij.” Haar onderzoek naar de internationale verwevenheid tussen maffia en sommige overheden, levert haar continu doodsbedreigingen op. “De onderscheidingen die ik gekregen heb, verhogen alleen de prijs die op mijn hoofd staat.”

In december 2005 belandde Lydia Cacho in de gevangenis van Puebla. Ze werd door de politie mishandeld en met de dood bedreigd. Haar misdaad: de publicatie een paar maanden eerder van Los Demonios del Edén, De duivels van Eden, waarin ze een kinderporno en –prostitutienetwerk blootlegde waar ook enkele hooggeplaatste Mexicanen deel van uitmaakten. In haar boek beschuldigde ze onder anderen textielmagnaat Kamel Nacif ervan meisjes van vier te hebben misbruikt. “Nacif was een persoonlijke vriend van Mario Marín, de toenmalige gouverneur van Puebla”, zegt Cacho. “Er werd gefluisterd dat mijn arrestatie een deal was tussen Nacif en Marín om mij monddood te maken.”

Onder druk van bevriende politici werd Cacho op borgtocht vrijgelaten. Twee maanden later begonnen Mexicaanse radiozenders in primetime telefoongesprekken tussen Nacif en Marin uit te zenden, waarin de zakenman de gouverneur een fles cognac beloofde als dank voor het laten opsluiten van Cacho bij “de gekken en de lesbiennes.” De telefoongesprekken waren opgenomen door Nacins vrouw. “Ze vreesde dat hij plannen maakte om haar uit de weg te laten ruimen en lekte de gesprekken naar de pers. De opnames toonden aan dat er in Mexico een nauwe band is tussen maffia en politiek. Toen rijpte bij mij het plan om de hele wereld af te reizen om de verwevenheid tussen mensenhandelaars, politici, ambtenaren en politiemensen in kaart te brengen.”

In de jaren die daarop volgden, reisde Lydia Cacho naar 42 landen, waar ze zich onderdompelde in de internationale vrouwen en –kinderhandel. Ze sprak met slachtoffers, maffiosi, politici, agenten, mensenrechtenactivisten en ambtenaren en bezocht undercover hoerenbuurten. “Volgens cijfers van Unicef en de IAO onderwerpt de internationale maffia jaarlijks in 175 landen 1,39 miljoen mensen aan seksuele slavernij.” Haar schokkende bevindingen schreef ze neer in het pas vertaalde Slavinnen van de macht. Haar niet aflatende onderzoek naar seksuele uitbuiting leverde haar onderscheidingen van Amnesty International en de UNESCO op, maar ook niet aflatende doodsbedreigingen.

We ontmoeten Cacho in een hotel in Amsterdam, waar ze ingecheckt is onder een valse naam. “Niet lang voor ze vermoord werd, sprak ik met Anna Politkovskaja, de Russische journaliste die kritische artikelen over de oorlog in Tsjetsjenië publiceerde”, zegt ze. “Ook Anna werd voortdurend bedreigd. Ze vertelde me dat de erkenning die ze in de wereld kreeg, haar levensverzekering vormde. Mijn onderscheidingen beschermen me niet, maar verhogen alleen de prijs die op mijn hoofd staat. Als ik op reis ga, reserveer ik drie vluchten en annuleer ik er twee. Soms vraag ik vrienden om me in de koffer van hun auto ergens naartoe te brengen. Een paar mensen nodigden me uit om hier in Amsterdam deel te nemen aan een congres over mensenhandel. Eerst vond ik dat een goed idee, tot ik een mail kreeg: ‘We vinden je wel in Amsterdam.’”

Raúl Martins was een Argentijnse veiligheidsagent die actief was in de doodseskaders tijdens de militaire dictatuur. Toen hij ontslag nam uit de veiligheidsdienst, specialiseerde hij zich in de exploitatie van luxebordelen. Met de hulp van zijn politieke netwerk groeide hij in een mum van tijd uit tot de seksbaas van Buenos Aires. Toen zijn imperium instortte en er door de Argentijnse justitie een arrestatiebevel tegen hem werd uitgeschreven, vluchtte hij naar Mexico, waar hij een nieuw seksimperium uitbouwde en zich toelegde op het produceren en verspreiden van kinderporno. Cacho wijdt een heel hoofdstuk aan hem. “Zes maanden geleden werd mijn boek in Argentinië gepubliceerd. Een plaatselijke volksvertegenwoordiger las het en sprak erover in het parlement. De autoriteiten besloten hun onderzoek naar Martins te heropenen. Onlangs ging een bevriende journalist naar zijn stripclub in Cancun. Martins sprak hem aan. ‘Ken je die hoer Cacho?’ vroeg hij. ‘Als er een vinger naar mij uitgestoken wordt, gaat zij eraan.’”

U wordt er door sommigen van beschuldigd een aanhanger te zijn van een complottheorie.

Lydia Cacho: “Op veel plaatsen in de wereld is er een nauwe band tussen overheden en de maffia, maar ik geloof niet in een grote samenzweringstheorie, want er zijn wel degelijk politici die geen boter op hun hoofd hebben. Ons beeld van hoe de maffia werkelijk functioneert, is vertroebeld door films als The Godfather. Er zit niet ergens een ‘Über-Don Corleone’ die alle touwtjes in handen heeft, maar er zijn wel verschillende individuen die op allerlei mogelijk manieren met elkaar verbonden zijn. Die banden zijn soms heel sterk, waardoor ze een echt professioneel netwerk vormen dat hen geld en politieke macht oplevert. In Nederland is onlangs een Nigeriaans netwerk van mensensmokkelaars opgerold. De twee leiders hadden een paar specialisten in dienst die onderzochten welke wetten in Europese landen ze konden misbruiken. Ze smokkelden 112 vrouwen naar Nederland. Van zodra de vrouwen hier toekwamen, vroegen ze een visum voor hen aan en werden ze in de prostitutie in Italië en België tewerk gesteld. Het is heel naïef om ervan uit te gaan dat die Nigerianen geen hulp gekregen hebben van corrupte Nederlandse migratieambtenaren en politieagenten. Noord-Europeanen geloven graag dat hun landen gespaard worden van corruptie. Als Mexicaanse weet ik heel goed hoe georganiseerde misdaad in zijn werk gaat: in Latijns-Amerika is corruptie troef. Het Europese land dat nog het meest op Mexico lijkt, is Italië met zijn seksisme en machismo. Natuurlijk verloopt de politiek in de Europese landen veel beschaafder dan bij ons. Er is hier ook veel meer transparantie: geïnteresseerden kunnen min of meer te weten komen wat hun regeringen uitspoken. Maar aan de andere kant zijn er veel aanwijzingen van corruptie. Kijk maar naar de immense hoeveelheid kinderpornografie die hier geproduceerd wordt, zonder corruptie is dat niet mogelijk. In sommige landen is de maffia oppermachtig; in landen zoals België is ze zeer actief maar deelt ze de lakens niet uit. Ook bij jullie vind je sporen van de Russische, Tsjetsjeense, Nigeriaanse of Japanse maffia. Ze werken snel en zijn justitie een stap voor.

“Alle politiemensen, Interpol- en Europolagenten die ik gesproken heb, zijn het over een zaak eens: het wordt moeilijker en moeilijker om de maffia te bestrijden, want ze past zich sneller dan wij voor mogelijk houden aan nieuwe omstandigheden aan. Vroeger herkende je een lid van de yakuza, de Japanse maffia, meteen aan zijn tatoeages en zijn afgesneden pinken, net zoals je de eigenaar van een Mexicaans drugskartel aan zijn patserige limousine kon herkennen. De nieuwe lichting heeft gestudeerd aan Harvard of Oxford en is in het bezit van master- of doctoraaltitels die ze niet allemaal gekocht hebben. De nieuwe generatie maffiosi ziet eruit als gladde ondernemers. Vooral bij de Italiaanse maffia sturen de oude peetvaders hun kinderen en kleinkinderen naar de beste scholen. Vorige week sprak ik een Turkse bankier. Hij vertelde me hoe de maffiosi in Turkije hun zaakjes linken aan legale ondernemingen waardoor het geen sinecure is om hen te traceren. De Japanse antimaffiabestrijders vertelden me dat de leden van de yakuza nu restauranthouders en uitbaters van luxezaken zijn waar ze hun misdaadgeld witwassen. De politie staat machteloos: ‘We hebben geen legale middelen om met hen af te rekenen.’”

Is hun corebusiness mee geëvolueerd?

“Van Columbia tot Mexico is de kernactiviteit nog steeds drugs. Twintig jaar geleden waren er vijf drugskartels; nu zijn er zowat dertig kartels actief. In het begin onderhielden de drugsbaronnen zelf de contacten met politiemensen, ambtenaren en immigratiediensten om hun drugssmokkel te ‘faciliteren’. Na verloop van tijd gingen ze die outsourcen aan mensensmokkelaars, tot ze ontdekten dat er met het smokkelen van mensen veel geld te verdienen was. Drugsdealers hebben hun speelterrein nu uitgebreid en zijn gelinkt aan sekssmokkel en prostitutie, want bars en bordelen zijn dé geknipte zaken om geld wit te wassen.”

Hoe moeilijk was het om in die wereld onder te duiken?

“De maffia wereldwijd volgen, is niet zo moeilijk. Het was veel lastiger om in contact te komen met slachtoffers van vrouwenhandel. Ik had het grote voordeel dat ik zelf een vrouw ben. Soms ontmoette ik hen door mezelf als prostituee te verkleden, op andere momenten leerde ik hen kennen via plaatselijke organisaties. De slachtoffers vertelden alle gruwelijke details van wat ze meegemaakt hadden. Ze willen dat je hen gelooft. Een Columbiaanse vrouw die bij de yakuza terecht kwam en zwaar door hen misbruikt werd, toonde me alle foto’s van de mishandelingen. Emotioneel was dat zwaar voor mij om dragen; op sommige dagen wou ik er uitstappen. Tijdens het schrijven van het boek ben ik zelfs in therapie moeten gaan.

“Het ergste waren de kinderen. Een van de meest dramatische verhalen hoorde ik van een jongetje ergens in Zuidoost-Azië. Op zijn twaalfde verkochten zijn ouders hem samen met zijn zus aan mensensmokkelaars. Ik sprak hem toen hij veertien was. Ze dwongen hem om zijn zusje te verkrachten en maakten daar een film van die later via het internet verkocht werd aan pedofielen. Hij zat vol woede en wou de man vermoorden die hem dat aangedaan had. ‘Hij heeft van mij een monster gemaakt.’ Hij vertelde zijn belevenissen in geuren en kleuren, maar kon niet goed begrijpen wat er precies gebeurd was. Er is veel aandacht voor vrouwen die slachtoffer worden van mensenhandel en prostitutie, maar voor jongens is er niets. Nergens in de wereld ligt iemand wakker van de schade die criminelen aanrichten bij kleine jongens. ‘Ach, het is maar een jongen. Laat hem gaan voetballen.’ Veel mannen die jongens misbruiken, waren zelf slachtoffer van misbruik. Alleen als je hen op jonge leeftijd therapie kan aanbieden, kun je proberen vermijden dat ze worden zoals degenen die hen misbruikt hebben.

“Ik wandelde door kleine stadjes in Vietnam waar de mensen mij hun baby wilden verkopen. ‘Ik verhuur je mijn zoontje voor twee dollar per dag.’ Ik vond dat beangstigend: zelfs in de armste streken van Afrika vind je dat fenomeen niet. Hoe wanhopig en hongerig zijn mensen als ze hun eigen kinderen verkopen of verhuren? Een Cambodjaanse vrouw vertelde me hoe een blonde man naar haar toe kwam en haar zoontje meenam voor een dag. Hij betaalde haar met twee zakken rijst.

“In de Verenigde Staten sprak ik met mannen die hun Chinese bruid gekocht hadden op het internet. Ik ontmoette een boertige redneck in Minnesota die een vrouw gekocht had in Vietnam. Hij was er van overtuigd dat dit het beste was wat hem en haar ooit was overkomen. Het meisje zat er heel stil bij. Telkens als ik haar iets vroeg, keek ze eerst naar hem of ze mocht antwoorden. Het enige wat ze zei, was: ‘I’m happy, I’m happy.’ Ook in België worden vrouwen via het internet verhandeld, alsof het broden zijn. ‘Ze willen het zelf.’ Wat betekent dat? Als je een meisje van vijftien in Mexico vertelt dat je voor haar een Belgische knappe man zal vinden, en je toont haar een foto van een knappe blonde kerel met groene ogen, zal ze uitroepen: ‘Wauw, hij lijkt op een filmster. Natuurlijk wil ik zijn Cinderella zijn.’

“Gisteren sprak ik met een groep Nederlandse feministes. Ik was geschokt toen ik die slimme vrouwen pleidooien hoorde houden voor prostitutie, omdat mannen anders massaal op rooftocht zouden gaan om vrouwen te verkrachten. Als ik een man was, zou ik me ongelooflijk beledigd voelen. Hoe ziek ben je als je er van uit gaat dat alle mannen potentiële verkrachters zijn? Blijkbaar is het oké om in de stad een getto vol vrouwen in te richten, die mannen tegen betaling mogen verkrachten.”

In Zweden is prostitutie verboden, waardoor vrouwen illegaal in flatjes ontvangen en de overheid alle controle verloren heeft. Is dat een beter alternatief?

“De Zweden proberen op zijn minst de ‘cultuur’ te veranderen. Mannen worden gedwongen om over hun eigen seksualiteit na te denken: dat ze geen dieren zijn die voortdurend vrouwen te grazen moeten nemen. Ik sprak in Stockholm met een paar prostituees die in een overgangsprogramma zaten. Slechts een van hen was woedend omdat ze niet meer kon gaan tippelen. ‘I wanna be a whore’, zei ze. De overige vrouwen waren blij dat ze geen mannen meer moesten ontvangen en een fatsoenlijke job hadden. Mannen zouden moeten leren dat er miljoenen vrouwen zijn die heel graag seks willen, gratis en voor niets.”

© Jan Stevens

 

Lydia Cacho, Slavinnen van de macht, uitgeverij Contact.

Vergelijkbare berichten