I’ve seen the future: it is murder
In zijn boek De klimaatoorlogen schetst Harald Welzer een somber beeld van onze nabije toekomst. Volgens Welzer zal de klimaatverandering voor bruut geweld, totale chaos en massale vluchtelingenstromen zorgen. “Alleen radicale verandering kan ons misschien nog redden.”
Van de lectuur van De klimaatoorlogen van de Duitse sociaalpsycholoog Harald Welzer wordt een mens niet vrolijker. Volgens Welzer zal de opwarming van de aarde verstrekkender gevolgen hebben dan iemand tot hiertoe voor mogelijk hield. Door de klimaatverandering wordt overleven quasi onmogelijk in delen van Afrika, Azië, Oost-Europa, Zuid-Amerika, het noordpoolgebied en op eilanden in de Stille Oceaan. In grote gebieden zullen steeds meer mensen steeds minder toegang hebben tot hulpbronnen zoals drinkbaar water. Welzer voorspelt dat die primaire overlevingsstrijd binnen afzienbare tijd zal uitmonden in meedogenloze geweldconflicten, met miljoenen klimaat- en oorlogsvluchtelingen tot gevolg. Hij ziet één grote winnaar: geweld in al zijn vormen en facetten, met een boomende economische sector van huurlingenlegers en beveiligingsfirma’s. “Geweld dreigt in de 21e eeuw onze natuurlijke staat van zijn te worden. Westerse staten zullen er alles aan doen om de klimaatvluchtelingen buiten hun grenzen te houden, zijn zich daar volop op aan het voorbereiden, en zullen niet aarzelen om have en goed met geweld te verdedigen.”
Welzer eindigt zijn boek met een citaat van de Duitse theaterauteur Heiner Müller: “Optimisme is slechts een gebrek aan informatie.” Wie De klimaatoorlogen gelezen heeft, zal alleen maar kunnen hopen dat Harald Welzer zich verkeerd geïnformeerd heeft. Maar die kans is miniem, want Welzer heeft als sociaal wetenschapper een ijzersterke reputatie.
Anders gaan leven
“De klimaatoorlogen is inderdaad geen optimistisch boek”, zegt Harald Welzer met gevoel voor understatement, terwijl hij koffie inschenkt. We zitten in de bibliotheek van het Kulturwissenschaftliches Institut in Essen, waar Welzer directeur is van de onderzoeksgroep Interdisciplinary Memory Research. Buiten valt de regen in bakken neer, en lijkt het alsof de Apocalyps al losgebarsten is. “Toen ik uw boek las”, zeg ik, “bleef dat ene zinnetje uit The Future van Leonard Cohen door mijn hoofd spoken: ‘I’ve seen the future, brother: it is murder.'” Welzer knikt bedachtzaam. “Ik vrees dat Cohen gelijk heeft. De vooruitzichten zijn allesbehalve schitterend. Zeker omdat er tot hiertoe niet echt ingrijpende maatregelen genomen zijn om de klimaatverandering te lijf te gaan. De huidige economische crisis kleurt het plaatje nog zwarter. Je hoort bewindslui nu verklaren: ‘We moeten de recessie bestrijden, en misschien blijven er dan nog middelen over om ons met de opwarming van de aarde bezig te houden.’ Als je dan ziet waar ze hun geld aan spenderen, is het zonneklaar dat er later geen cent meer zal overschieten om die opwarming tegen te gaan. Veel liever stoppen ze zomaar geld in de bank- en de autosector, in plaats van het te gebruiken om fundamentele veranderingen in onze industrie en in onze manier van leven door te voeren. Dat belooft niet veel goeds.”
Terwijl de economische crisis een uitgelezen kans is om onze manier van leven te herdenken?
“Zeker. We moeten radicaal op zoek naar een nieuwe manier van politiek voeren. Maar laat me eerst stellen dat ik van nature niet al te pessimistisch ben. Ik leef graag. En in vergelijking met andere plaatsen in de wereld is de toestand voor West-Europa op het eerste gezicht niet zo dramatisch. Mijn pessimisme is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek; mijn optimisme op burgerzin. Wat ik zeker niet wou, is een boek schrijven met de valse optimistische ondertoon: ‘Het klimaat gaat naar de haaien, maar als je wat minder met de auto rijdt en meer de trein neemt, komt het allemaal wel goed.’ Ik haat dat soort van loze praat. 98% van alle klimaatwetenschappers zijn het erover eens dat we met een ernstig probleem zitten. Maar alle prognoses die in het verleden gemaakt zijn, hinken de realiteit achterna. Alles gebeurt veel sneller dan ooit voorspeld was, en alle fenomenen versnellen zichzelf. Wetenschappers geven ons nog zeven jaar voor het ‘point of no return’ bereikt is. Maar er zijn er steeds meer die vrezen dat we er al voorbij zijn. Het grootste probleem is niet individueel gedrag, het grootste probleem is ons economisch systeem, onze manier van leven. Mensen kunnen kritisch zijn en zichzelf uitroepen tot ‘low impact man’, maar ze blijven sowieso ‘part of the game’. Het verkleinen van individuele ecologische voetafdrukken kan lollig zijn, en kan zelfs omgezet worden in een hype, maar is natuurlijk niet dé oplossing om de klimaatverandering tegen te gaan. ‘Dé oplossing’ kan nooit gelinkt zijn aan een economie die groei als enige adagium kent. Het grote probleem is dat het Westerse kapitalistische systeem altijd bedoeld was als een particulier systeem, en nooit uitgedacht is om uit te groeien tot iets universeel. Tot hiertoe leefden we in een extreem veilige omgeving met extreme welvaart, maar de prijs is altijd door anderen betaald. Sommigen stellen dat de markt alles wel zal regelen. We kunnen nu met onze eigen ogen zien dat de markt helemaal niets regelt. Al die neoliberale bullshit… Zie hoe snel alles instort, dat is toch verbazingwekkend? Wie had zes maanden geleden durven voorspellen dat banken staatseigendom zouden worden, of dat bedrijven gesubsidieerd zouden worden door de overheid? Wie waagde het toen om kapitalisme te zien als een systeem met grote defecten? Dat was als vloeken in de kerk. Kijk waar we nu staan.”
Niet wij, maar onze voorgangers hebben de klimaatverandering veroorzaakt. De oorzaken liggen in de industriële revolutie. Wij moeten het nu oplossen, maar zullen er zelf misschien nooit de vruchten van plukken. Misschien hebben we het daardoor zo lastig om ingrijpende maatregelen te nemen?
“Dat is juist. Als we er toch in zouden slagen om onze manier van leven totaal anders te organiseren, mogen we zelfs onze handen in onschuld wassen. Niet onze generatie heeft deze ellende veroorzaakt. Integendeel, wij hebben de vinger op de wonde gelegd, en al vroeg de milieuproblemen gesignaleerd. Jaren geleden betoogden we tegen kernenergie. Vijfentwintig jaar geleden was ik actief in de anti-atoombeweging. We organiseerden manifestaties en waarschuwden voor doemscenario’s, en dan was er dat vreselijke ongeluk in Tsjernobil en er gebeurde helemaal niets. De wereld bleef gewoon doordraaien. Dat was een rare ervaring.”
Misschien loopt het ook nu met een sisser af?
“Ik denk het niet. De klimaatverandering zal drastische veranderingen teweeg brengen. Droogte, overstromingen en natuurrampen zullen voor een acuut gebrek aan primaire hulpbronnen zorgen. Klimaatwetenschappers maken hun fantastische computermodellen en scenario’s voor de toekomst. Als sociaal wetenschapper voeg ik daaraan toe: waarom kijken we niet naar de geschiedenis? En wat kunnen we daaruit leren over de voorwaarden voor gewelddadige conflicten? Als iets overleving onmogelijk maakt, of het gevoel geeft dat overleven onmogelijk wordt, is geweld altijd een optie. In 2050 zullen twee miljard mensen onder de waterschaarste lijden. De somberste prognoses hebben het zelfs over zeven miljard. Wat voor gevolgen zal dat hebben? Ook in onze moderne, meer gesofisticeerde wereld is geweld dan een optie. Niemand kan je de verzekering geven dat de inwoners van onze ‘fantastische’, democratische samenleving er nooit hun toevlucht toe zullen nemen. We hebben genoeg voorbeelden van het tegendeel gezien, zelfs na de Tweede Wereldoorlog.”
De opwarming van de aarde zal voor een nieuwe, massale stroom van klimaatvluchtelingen zorgen?
“Ja, en snel. Er is al zoveel tegenstand tegen de huidige stroom van politieke en economische vluchtelingen. De meeste Europeanen willen geen vluchtelingen opvangen. Ze ‘storen’, en brengen zogezegd kleine criminaliteit, drugs en overlast met zich mee. Degenen die dat beweren, zijn natuurlijk ordinaire racisten. ‘Het is zo fijn hier zonder al die vreemdelingen.’ Het idee dat wij op een eiland van gelukzaligheid leven en dat alle buitenstaanders daar deel van willen uitmaken of het willen vernietigen, is springlevend. De visie van de overgrote meerderheid van de westerlingen is dat de problemen buiten hen liggen, dus willen ze de anderen ten koste van alles ook buiten houden. Het Verdrag van Schengen heeft voor een open ruimte binnen de Europese grenzen gezorgd, met als gevolg dat de noodzaak gegroeid is om de buitengrenzen nog beter af te sluiten. In 2005 heeft de Europese Unie daarvoor zelfs een organisatie opgericht: Frontex, wat staat voor Frontières Extérieures. Frontex klinkt cool, niet? (lacht) Het agentschap heeft een hoog James Bondgehalte. Op dit moment werken er een honderdtal mensen, die bezig zijn met het rekruteren en trainen van meer dan vijfhonderd mobiele grenspolitieagenten uit de verschillende lidstaten. Zij zullen de buitengrenzen van de EU gaan bewaken. Frontex heeft de beschikking over twintig vliegtuigen, dertig helikopters, ruim honderd schepen en verfijnde technologische snufjes, zoals nachtkijkers. Je kan er vergif op innemen dat de grensbeveiliging nog verder zal evolueren. Zeker als de economische crisis dieper wordt, met massale werkloosheid en met regeringen die tot op het tandvlees zitten en geen geld meer kunnen uitgeven. Net op dat moment zullen klimaatvluchtelingen naar ons toe komen. Wie zegt dat overheden op dat moment niet hun toevlucht zullen nemen tot meer ‘radicale’ oplossingen? De Noord-Afrikanen die nu naar het Italiaanse Lampedusa overvaren, worden gecatalogeerd onder ‘een humanitaire ramp’. Maar wat als er nóg meer komen, en wij niet meer over de middelen beschikken om ze op te vangen? Zal het dan nog een humanitaire catastrofe zijn of een probleem dat we op een andere manier moeten oplossen?”
Het gevaar is groot dat we dan kiezen voor een ‘drastische oplossing’?
“Waarschijnlijk. Misschien noemen we hen dan wel piraten, en geven we onszelf zo een vrijgeleide om hen af te knallen. We leven in een tijdperk waarin geweld meer en meer aanvaard wordt, en spreken er in newspeak over. We hebben het dan waarschijnlijk niet over een humanitaire catastrofe, maar over een ‘humanitaire actie’.”
“We zullen dan natuurlijk niet zelf onze handen vuil maken, maar het geweld uitbesteden aan een ‘beveiligingsfirma’ of een Private Military Contractor, zoals dat nu al massaal gebeurd in Afghanistan en Irak. Onze democratische staten willen vermijden dat ze in situaties terecht komen waarin ze zich zelf aan geweld bezondigen. Ze delegeren het liever.”
“We kunnen niet langer een onderscheid maken tussen economische en politieke vluchtelingen, klimaat- of oorlogsvluchtelingen. De verschillende motieven om op de vlucht te slaan, infecteren elkaar. Eilanden zoals de Malediven dreigen te verdwijnen. Niemand weet wat er met mensen moet gebeuren die hun samenleving dreigen te verliezen.”
Soedan
U noemt het gewelddadige conflict in Darfur ‘de eerste klimaatoorlog’. U schrijft: “Kijken naar Soedan, is kijken naar onze toekomst.” Soedan is een case study voor wat er ons te wachten staat?
“De mogelijkheid is zeer reëel dat het schrikbeeld van Darfur wijdverspreid geraakt. Wij leven in de illusie dat we in tegenstelling tot Soedan in een stabiele maatschappij leven met wet en orde, maar eigenlijk hebben we geen enkele garantie dat onze condities zo stabiel zijn. In de sociale theorie bestaat er geen theorie over snelle maatschappelijke veranderingen, maar maatschappijen kunnen wel degelijk extreem snel veranderen.”
“We weten niet hoe we rampscenario’s moeten aanpakken, want niemand heeft ze ooit bestudeerd. We hebben er gewoon geen benul van hoe we best omgaan met de economische crisis en onze milieuproblemen. We zitten in een heel bizarre situatie. Ons huidige tijdsgewricht staat haaks op ons beeld van ‘onze perfecte samenleving’. Het is interessant om te zien hoe politici zich in deze omstandigheden gedragen. Ze doen alsof ze rationeel reageren, maar eigenlijk weten ze helemaal niet wat te doen. Niemand weet het. Niets werkt. De werkloosheid stijgt schrikbarend, binnen een jaar gaan grote bedrijven over kop, en uiteindelijk zullen staten failliet gaan. Wie heeft een concept? Wie weet hoe we hiermee moeten omgaan? Praten we binnen een paar maanden of een paar jaar nog over stabiele samenlevingen? Het ziet ernaar uit dat we een totale crash tegemoet gaan, want politici proberen de uitslaande brand te blussen met zuurstof. Ze zeggen dat ze van de Grote Depressie in de jaren dertig geleerd hebben en dat ze geld in het systeem moeten pompen om het te redden. Maar is dat wel waar? De crisis heeft zijn oorzaak in teveel virtueel geld; nu pompen ze er nog eens extra virtueel geld in. Volgens mij wordt de toestand zo alleen maar erger.”
“Soedan leert ons dat gewelddadige conflicten minder te maken hebben met ideologische of raciale aspecten, maar veel meer verbonden zijn met milieufactoren. Klimaatverandering zal conflicten zoals Darfur intensifiëren en uitbreiden. Het conflict in Soedan heeft een ander karakter dan ’traditionele’ gewelddadige conflicten, het zijn geen twee partijen die tegen elkaar vechten in de hoop dat het niet te lang zal duren. Oorlog is er een staat van zijn geworden. Als de chaos te diep doorgedrongen is, wordt het bijna onmogelijk om terug min of meer orde op zaken te stellen. In het noorden van Soedan heeft de woestijn zich de laatste veertig jaar honderd kilometer in de richting van het vroegere vruchtbare zuiden uitgebreid. Er valt steeds minder regen, en door het massale kappen van bossen heeft de bodemerosie het land onvruchtbaar gemaakt. De klimaatverandering wil voor Soedan zeggen dat tegen 2030 de temperatuur met een halve graad gestegen zal zijn, en dat de regenval elk jaar nog eens met vijf procent zal verminderen. De graanoogst zal daardoor nog eens met 70 procent inzakken. Er wonen 30 miljoen mensen in Soedan, en door de jarenlange oorlog en de klimaatverandering zijn er nu al 5 miljoen interne vluchtelingen. Er is geen plek waar ze heen kunnen, en dat veroorzaakt nog eens extra geweld. In Soedan is overleven een concurrentiestrijd. In Darfur is het geweld omgeslagen in een openlijke oorlog.”
Wat voor effect heeft het schrijven van dit boek op uzelf gehad?
“Ik ben er zelf minder optimistisch door geworden. Het schrijven van De klimaatoorlogen heeft me keihard geconfronteerd met mijn eigen manier van leven. Ik vind het niet zo gemakkelijk meer om het vliegtuig te nemen, of om met mijn auto te rijden. Ook al weet ik dat het weinig uitmaakt, toch probeer ik mijn ecologische voetafdruk te verkleinen. Maar wat misschien nog veel belangrijker is, is dat ik na het schrijven van dit boek me steeds gretiger meng in politieke discussies. De klimaatoorlogen heeft veel deining veroorzaakt in Duitsland. Ik word vaak gevraagd voor klimaatdebatten, en heb ondertussen ook met heel wat politici gesproken. Al die gesprekken hebben me gedwongen om positie in te nemen. Dat lijkt gevaarlijk voor een academicus, maar ik vind het interessant om een beetje invloed te kunnen uitoefenen. De relatie tussen klimaatverandering en oorlog en geweld is hier zeer intens bediscussieerd. Ik heb met de minister van Buitenlandse Zaken gesproken, en met andere belangrijke politici. Ze hebben aandachtig geluisterd, en waren onder de indruk.”
“Een eerste goed stap zou zijn dat onze bewindslui de klimaatverandering niet minimaliseren en de gevolgen realistisch leren inschatten. We hebben geen enkele ervaring met een geglobaliseerd probleem als dit, dus is het belangrijk dat we er nuchter naar kijken en onszelf geen blaasjes wijsmaken. We beseffen te weinig dat er ons maar weinig tijd rest. Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) praat over worst case scenario’s tegen het jaar 2100. Niemand ligt daar wakker van. Dat is totaal abstract. Ze zouden eigenlijk gewoon moeten zeggen: ‘We hebben het over de toekomst van jullie kinderen.’ Dan wordt het probleem plots acuut, en schrikken mensen misschien wel wakker.”
Harald Welzer
– Professor Harald Welzer (°1958) is directeur van het Center for Interdisciplinary Memory Research aan het Kulturwissenschaftliches Institut in Essen en onderzoeker bij het departement Sociale Psychologie van de Universiteit van Witten/Herdecke.
– In 2006 verscheen van hem Daders, Hoe heel normale mensen massamoordenaars worden, waarin hij de omstandigheden onderzocht waarin gewone mensen aangezet werden tot genocide in Nazi-Duitsland, Rwanda en Bosnië.
Harald Welzer. De klimaatoorlogen, Waarom in de 21e eeuw gevochten wordt. Oorspronkelijke titel: Klimakriege. Vertaald door Corry van Bree. Ambo, Amsterdam. 304 blzn. 19,95 euro.
© jan@janstevens.be