Welvaart zonder groei

Zonder economische groei gaat onze welvaart naar de haaien. Maar ongebreidelde economische groei helpt onze planeet om zeep. “In dat dilemma zit onze samenleving gevangen”, stelt de Britse econoom Tim Jackson. In zijn boek ‘Welvaart zonder groei’ gaat hij op zoek naar een uitweg. “Het is de hoogste tijd dat we ons hele systeem herdenken.”

Onze economie moet blijven groeien, anders gaan er jobs verloren, komt ons sociale zekerheidssysteem onder druk en raken we aan de bedelstaf. Dus moet er geconsumeerd worden – hoe meer hoe liever. Maar zo gebruiken we alle schaarse grondstoffen op, pompen we de atmosfeer vol CO2 en helpen we steeds sneller ons leefmilieu naar de verdoemenis. Als we de aarde willen redden, moeten we dus dringend gaan consuminderen. Maar dan krimpt onze economie, gaan er jobs verloren en is er op termijn misschien zelfs geen OCMW meer om ons leefloon uit te betalen. We kunnen dus kiezen tussen de pest en de cholera: tussen een onstabiel sociaaleconomisch systeem en een steeds zieker wordend leefmilieu. Die onmogelijke keuze vormt het uitgangspunt van het boek ‘Welvaart zonder groei’ van Tim Jackson, professor Duurzame Ontwikkeling aan het Centre for Environmental Strategy (CES) van de universiteit van het Zuid-Engelse Surrey. Jackson schetst niet alleen het dilemma, hij zoekt ook naar wegen om welvaart mogelijk te maken zonder de fetisj van economische groei. Om onze planeet te redden, moeten we volgens hem dringend afkicken van onze consumptieverslaving en onze centen investeren in duurzame projecten.

Vloeken in de kerk

De basis voor ‘Welvaart zonder groei’ is een rapport over duurzame ontwikkeling dat Tim Jackson voor de vorige Britse regering schreef. “In dat originele rapport stond een vraagteken achter de titel”, zegt hij. “Dat was een beetje diplomatischer, want voor heel wat politici én economen klinkt ‘welvaart zonder groei’ als vloeken in de kerk.”

Leert de huidige economische crisis ons dan niet dat groei een noodzaak is om jobs te behouden?

Tim Jackson: De crisis illustreert alleszins het dilemma dat gepaard gaat met economische groei. Grenzeloze groei is niet duurzaam, maar een economie die krimpt, blijkt labiel te zijn en geeft een flinke knauw aan onze welvaart. Heel wat economen stellen dat groei onontbeerlijk is. Zo efficiënt mogelijk produceren is volgens hen het enige wat we kunnen doen om onze ecologische impact te minimaliseren. In de praktijk komt dat dan neer op het zoveel mogelijk reduceren van de CO2-uitstoot. Dat is wat wij in het westen nu al proberen te doen. Alleen is dat tot hiertoe niet echt een groot succes. Misschien omdat we nog niet hard genoeg ons best gedaan hebben? Maar hoe hard moeten we ons best doen om een wereld te creëren waarin iedereen als een westerling kan leven? Want dat is wat elke mens op aarde lijkt na te streven: een levensstijl zoals de onze. Is het sowieso wel mogelijk om binnen vijf jaar onze CO2-doelstellingen te halen als 7 miljard mensen willen leven zoals wij? Ik vrees van niet. We zijn het er allemaal over eens dat er dringend iets moet gebeuren om de planeet te redden. Tegelijkertijd ervaren we dat ons economisch systeem daar geen antwoord op heeft, ondanks al onze pogingen om onze CO2-uitstoot te reduceren, ondanks al onze inspanningen om groen te produceren. Dus wordt het de hoogste tijd om het hele systeem te herdenken.

Want als we niets ondernemen, zullen we niet alleen met de klimaatverandering moeten afrekenen?

Jackson: De klimaatverandering is het opvallendste fenomeen en daar gaat de meeste dreiging van uit. Maar als we niet beginnen sleutelen aan ons economisch systeem, zal er ook massaal veel biodiversiteit verloren gaan. Levensbelangrijke grondstoffen zoals olie en mineralen zullen schaars worden. Er zullen oorlogen komen over land, brandstof, water. Is ons huidige economische systeem wel stabiel genoeg om de nakende massale migratie, die een gevolg zal zijn van de klimaatverandering, aan te kunnen? En zullen hele bevolkingsgroepen het zomaar blijven pikken dat ze uitgesloten blijven van de opbrengsten van grondstoffen? De financiële crisis heeft ons met onze neus op de feiten gedrukt: mensen, bedrijven en overheden steken zich massaal in de schulden om toch maar te kunnen blijven produceren en consumeren. Die schuld wordt ‘opgelost’ door middel van steeds ingewikkelder constructies om de motor draaiende te houden. De manier waarop onze financiële markten werken, vergroot de instabiliteit van ons economische systeem.

Als we de planeet willen redden, zullen we onze koopwoede onder controle moeten krijgen. Vreest u geen volksopstand als ‘shop till you drop’ taboe wordt?

Jackson: We zijn verslaafd aan consumeren; het is een deel van onze menselijke natuur. Maar wil dat dan zeggen dat een aan consumptie verslaafde mens dé weerspiegeling is van wat het betekent om mens te zijn? We hebben twee spanningen in ons: aan de ene kant de spanning tussen egoïsme en altruïsme, aan de andere kant de spanning tussen de zucht naar het sensationele en het verlangen naar traditie en conservatie. Er zijn evolutionaire redenen waarom we die spanningen in ons hebben: zolang we individueel moesten overleven, hielp egoïstisch gedrag. Van zodra we in groep gingen samenleven, groeide het belang van het sociale. Nu focussen we ons teveel op één aspect van de mens: als egoïstische, materialistische jager op al wat nieuw en sensationeel is. De rest van de menselijke natuur hebben we verwaarloosd. Eigenlijk is dat positief, want dat wil zeggen dat we de menselijke natuur niet moeten veranderen, of onze psyche niet moeten ‘hersenspoelen’. Nee, we moeten af van onze enge visie op wie we zijn, en de verwaarloosde aspecten van onszelf nieuw leven inblazen.

Ik ben de eerste om toe te geven dat er een materieel element zit in elke betekenisvolle welvaart. Zo heeft elke mens recht op een goeie, stevige ‘schuilplaats’ die hem bescherming biedt. Maar we zorgen nu voor veel meer dan alleen maar voor een goeie schuilplaats. De meeste goederen die we ons aanschaffen, dienen om ons te onderscheiden van anderen en hen duidelijk te maken dat we deel uitmaken van een welbepaalde groep. We kopen een iPad omdat we zo graag geassocieerd willen worden met al die hippe ‘iPad-bezitters’. Producten zijn taal geworden: via de dingen die we kopen, communiceren we met elkaar. Dankzij onze iPad worden we deel van de samenleving, leven we in de illusie dat alles beter wordt en dat het bestaan erop vooruitgaat. Natuurlijk zijn materiële dingen belangrijk. Maar we mogen nooit uit het oog verliezen dat er veel belangrijkere zaken bestaan zoals de liefde van onze vrienden, het respect van de sociale groep waartoe we behoren, een betekenisvolle job, deelnemen aan de maatschappij, een zinvol leven leiden. De consumptiemaatschappij laat ons geloven dat ze dat soort waarden kan leveren, terwijl ze daar helemaal niet in slaagt. Ons economische model van overproductie en –consumptie wordt aan de praat gehouden door de manier waarop er geïnvesteerd wordt. Investeringen vormen de motor die de voortdurende creatie van nieuwe consumptiegoederen aandrijft. Ze houden het systeem in gang van steeds hogere productiviteit, waardoor de prijzen zakken en mensen nóg meer gaan kopen. Als je ons dolgedraaide model wil veranderen, zal je er dus in de eerste plaats voor moeten zorgen dat investeerders niet voor de snelle winst gaan, maar hun kapitaal op lange termijn inzetten.

Anders gaan investeren

Hoe veranderen we dat systeem dan in de praktijk?

Jackson: De financiële markten – banken, verzekeraars, beursmakelaars en –handelaars – bepalen hoe kapitaal geïnvesteerd wordt. Als je de aard van de investeringen wil veranderen, moet je dus in de eerste plaats de financiële sector hervormen. Nu is heel ons financiële systeem gebaseerd op hebzucht. Investeringen moeten op korte termijn veel opbrengen, met een minimaal risico voor de investeerder, maar zoveel mogelijk weggemoffeld risico voor ‘derden’. De financiële sector interpreteert ‘welvaart’ op een heel eenzijdige manier: zo snel mogelijk zoveel mogelijk geld verdienen. De financiële crisis heeft ons met onze beide voeten op de grond gezet. We weten nu heel zeker dat het financiële systeem instabiel is en niets bijdraagt aan het welzijn van de hele samenleving. Integendeel: als het systeem instort, zijn het degenen die er nooit van geprofiteerd hebben die de rekening mogen betalen. De belastingbetalers – wij dus – draaien op voor het slechte beleid van de banken. Als we de financiële sector in leven willen houden, moeten we haar dringend hervormen. Er moeten nieuwe, gezonde investeringsconcepten ontwikkeld worden die op lange termijn niet alleen geld, maar ook sociale en ecologische voordelen opleveren. Dat zal niet gemakkelijk zijn, maar ‘dankzij’ de kredietcrisis wordt daar nu door politici en experts hard over nagedacht.

Een van de grote oorzaken van de kredietcrisis is de deregulering van de laatste decennia. Een strengere wetgeving die banken en financiële instellingen aan banden legt, is gewoon een noodzaak. Daarnaast moeten er maatregelen genomen worden die het voor investeerders onaantrekkelijk maken om hun geld te investeren in korte, hoogrenderende activiteiten. Want zo is het tot hiertoe altijd geweest: het kapitaal werd weggezogen naar dat soort van ‘destructieve’ investeringen. In Groot-Brittannië bestaat er nu al wetgeving die burgers stimuleert om hun spaarcenten in een lokaal project te investeren. Ze worden door de overheid fiscaal beloond als ze investeren in zonnepanelen, als ze duurzaam isoleren, en als ze de opbrengsten van hun investeringen opnieuw investeren in verstandige, lokale projecten. Hun spaarcenten brengen iets minder op, maar zijzelf en hun eigen gemeenschap worden er op ecologisch en sociaal vlak beter van. De vorige Britse regering heeft in 2005 de Community Interests Companies (CIC) mogelijk gemaakt – sociale bedrijven die lokaal verankerd zijn, duurzaamheid hoog in het vaandel voeren en waarvan de opbrengsten volledig ten goede komen van de gemeenschap. Wie zijn spaargeld in aandelen stopt van zo’n lokale CIC, weet dat hij op korte termijn geen waanzinnige rendementen moet verwachten. Maar hij is er wel zeker van dat zijn eigen gemeenschap er ecologisch en sociaal de vruchten van plukt. Het is een goeie zaak dat de overheid juridische ondersteuning geeft voor dat soort van projecten, alleen blijven ze druppels op een gloeiende plaat als de hele financiële sector zich daar niets van hoeft aan te trekken, gouden bergen aan investeerders mag blijven beloven en het risico blijft afwentelen op de gemeenschap. Dus moeten er strenge regels voor de sector komen en wetten die ervoor zorgen dat lokale, zinvolle projecten op grotere schaal kunnen groeien en bloeien.

Als we onze financiële sector aan banden leggen, verhuist het geld toch razendsnel naar landen waar het wel nog business as usual is?

Jackson: Dat gevaar is reëel. Om dat soort van kapitaalvlucht tegen te gaan, zullen er multilaterale afspraken moeten komen. Maar dat wil niet zeggen dat individuele landen ondertussen niets moeten ondernemen en alles bij het oude mogen laten. Ik heb de voorbije zes jaar verschillende regio’s in Groot-Brittannië bezocht, en overal hoorde ik bij lokale politici hetzelfde discours. Ze waren allemaal druk bezig met het aantrekken van investeringsgeld voor nieuwe, hoogtechnologische sectoren die de productiviteit zouden doen toenemen en daardoor jobs zouden opleveren waardoor de regio welvarender zou worden. Al die regio’s beconcurreerden elkaar. Ze faalden allemaal. Toen de financiële crash kwam, werd het kapitaal weggezogen en gingen de lokale economieën kopje onder. Bij nogal wat lokale politici groeit nu het besef dat het oude investeringsmodel de lokale economieën kwetsbaar gemaakt heeft. Wie zijn geld in een ‘vehikel’ zoals de CIC investeert, weet dat de eigen regio daar wel bij zal varen. De overheid kan trouwens zelf het voorbeeld geven in de manier waarop zijzelf het belastinggeld investeert.

Bent u optimistisch over de toekomst?

Jackson: Optimism is a moral duty. (lacht) Er zijn natuurlijk redenen genoeg om pessimistisch te zijn. We hebben geen fatsoenlijk plan om de klimaatverandering tegen te gaan, we hebben zelfs nog niet nagedacht over biodiversiteit. We hebben ons opgesloten in een systeem dat voor sociale stabiliteit zorgt en op hetzelfde moment onze ecologische ondergang helpt bewerkstelligen. Dat zorgt voor serieuze tegenstellingen in het beleid. Zo nam de vorige Britse regering een aantal goeie maatregelen om de klimaatverandering tegen te gaan en propageerde ze tezelfdertijd deregulatie in de financiële sector waardoor de economie crashte. We zouden ons moeten bevrijden van dat conflict in onze manier van denken. Ik ben optimistisch omdat er wegen openliggen die tot verandering kunnen leiden. En ik zie ook steeds meer mensen die echt verandering willen. Trouwens: hoe groter onze problemen, hoe luider de roep om verandering zal weerklinken.

Tim Jackson, Welvaart zonder groei. Economie voor een eindige planeet, Uitgeverij Jan van Arckel, Oikos, 14,95 euro, ISBN: 978-90-6224-494-2

© Jan Stevens

Vergelijkbare berichten