Een Fransman in Vancouver
“Risico’s nemen, daar draait het om in het leven”, zegt Gurval Caer, ceo van Blast Radius, ’s werelds grootste bouwer van websites met uitvalsbasis in het Canadese Vancouver. Van zodra de jonge Franse immigrant Caer twaalf jaar geleden voet op Canadese bodem zette, nam hij constant risico’s. Allemaal in functie van die ene droom: een dotcombedrijf met een naam als een klok uit de grond stampen.
Een rustige winterdag, eind december 2007. Ik zit in de lobby van het hoofdkwartier van internetmarketeer, websitebouwer en online-reclamebureau Blast Radius in Homer Street, Vancouver. Het is middag en ceo Gurval Caer (37) laat op zich wachten. “U hebt een afspraak met Gurval om twaalf uur?” vraagt de jongen aan de receptie. “Hij is ziek. Ik probeer hem te bereiken op zijn mobieltje.”
Een half uur later verschijnt Caer in de deuropening: een lange, magere man gehuld in een lange, wapperende jas. Hij put zich uit in verontschuldigingen. “Ik ben meer dan tien dagen mijn huis niet uitgekomen. Twee weken geleden heb ik voor het eerst een aanval van Ménière gehad. Zonder enige aanleiding werd ik duizelig, misselijk, ziek. Urenlang kon ik niets anders doen dan in bed liggen en wachten. Wanneer de volgende aanval komt, weet ik niet. Misschien volgende week, misschien binnen tien jaar, misschien wel nooit.” Hij zwijgt. “Heb je al gegeten?” vraagt hij plots. “Een Europeaan op bezoek in Vancouver: dat moet gevierd worden.”
Gurval neemt me mee naar Cioppino’s, het klasserestaurant in Hamilton Street van zijn vriend Pino Posteraro. Caer en Posteraro begroeten elkaar alsof ze broers zijn. “We zijn in 1997 samen in deze wijk van Vancouver begonnen, en dat schept een band” lacht Pino. “Nu is Yale Town een bloeiende buurt vol restaurants en hippe bedrijven, maar toen was er niets. Wij zijn echte pioniers.” Terwijl we onze benen onder tafel schuiven, zegt Gurval tegen Pino: “Toon ons je hemelse kookkunsten, chef. Surprise us.”
Kippensoep & pizza
December, twaalf jaar eerder. Het openbaar leven in Frankrijk ligt lam. Postbodes, leraren, ambtenaren, metro- en trambestuurders staken en komen massaal op straat. Ze protesteren tegen de hervormingsplannen van de regering. Premier Juppé wil snoeien in de pensioenen om de kosten van het sociale zekerheidsstelsel onder controle te krijgen. In de eerste helft van die maand december wordt er in het hele land zes miljoen uur gestaakt. Onder druk van de vakbonden gaat Juppé op 15 december overstag. Hij trekt zijn plannen in en de stakingen worden beëindigd.
De sociale onrust van 1995 was voor de jonge, ambitieuze Bretoen Gurval Caer de druppel die de emmer deed overlopen. Die winter besloot hij om Frankrijk vaarwel te zeggen. “Ik begreep niet waarom al die mensen protesteerden. Het Franse pensioenstelsel moest echt dringend hervormd worden. Veel landen worden zich bewust van de vergrijzing, alleen Frankrijk ontkent het licht van de zon. Ik snapte niet waarom de Fransen geen verandering wilden. Ik was de depressieve en negatieve sfeer in mijn land moe. In die jaren werd de basis gelegd voor het internet zoals wij het nu kennen. Ik was bezeten van technologie en er vast van overtuigd dat het wereldwijde web immens groot zou worden. Ik wou deel uitmaken van dat avontuur. Toen ik eind ’95 in Wired Magazine een advertentie voor een cursus nieuwe media in de Film School van Vancouver zag, nam ik de meest ingrijpende beslissing uit mijn hele leven. Ik betaalde mijn belastingen, kocht een vliegticket enkele reis, en vertrok voorgoed.”
De cursus zou tien maanden duren. Caer stapte een bank in Vancouver binnen en kreeg een studielening van 20.000 dollar. “De school kostte 15.000 dollar. Ik hield nog 5000 dollar over, en overleefde op een dieet van kippensoep en pizza.”
Na de cursus besloot hij om samen met zes klas- en geestesgenoten een internetbedrijf uit de grond te stampen. “We hadden allemaal een verschillende achtergrond, maar we hadden één ding gemeen: ons geloof in de onbegrensde mogelijkheden van het toen nog prille net.”
Middenin de wereldwijde dotcomhype richtten Gurval Caer en zijn vrienden in 1997 Blast Radius op. “We probeerden ondernemers ervan te overtuigen om ons hun website te laten bouwen. De basis van ons hele opzet is nog altijd exact hetzelfde: hoe verkoop je je merk en je product het beste online? In het begin focusten we ons op muziek en videogames. Het eerste jaar haalden we een omzet van 17.000 dollar. We deelden samen een huis, en beknibbelden zoveel mogelijk op de kosten. De kippensoep en de pizza gingen op rantsoen. Het tweede jaar bedroeg onze omzet 100.000 dollar. Die eerste jaren waren een hel. Onze doorbraak hebben we te danken aan de Amerikaanse vestiging van Sony. Het management hield van ons werk, en besteedde kleine opdrachten aan ons uit. Andere bedrijven zagen onze websites, vonden ze oké en zo ging de bal aan het rollen. Het derde jaar verdienden we genoeg om een echt kantoor te kunnen huren.”
“We gingen naar de Consumer Electronics Show, een handelsbeurs voor professionals in Las Vegas. Gewapend met een laptop trokken we van hok naar hok en toonden ons werk aan vertegenwoordigers van firma’s zoals Samsung en Nike. Negen keer op tien waren ze niet geïnteresseerd. Een keer op tien hadden we prijs. Zoals bij die vrouw van Casio. Ze zag ons werk en vond het leuk. ‘We zijn bezig met de uitbouw van casio.com’, zei ze. ‘De wedstrijd voor het ontwerp van de website loopt binnen een paar dagen af, dus als jullie nog willen meedoen, zullen jullie je moeten reppen.’ We investeerden al onze energie en onze kunde in het project. Een paar nachten lang sliepen we bijna niet. Bij de voorstelling van ons project kwamen we 45 minuten te laat op de afspraak. We waren totaal uitgeput, en twee collega’s vielen tijdens de meeting gewoon in slaap. Maar we wonnen, want ons werk was excellent. Van dan af mochten we websites voor Casio ontwerpen.”
Win-win
In het voorjaar van 2001 barstte de dotcom bubble. Veel internetpioniers gingen roemloos ten onder, maar Blast Radius overleefde de hype. De onderneming groeide als kool, stelt nu wereldwijd 400 mensen tewerk en bouwt websites voor giganten als BMW, Nike, Heineken, Philips, AOL, Nintendo. Waarom is het Blast Radius wel gelukt om het hoofd boven water te houden? Gurval Caer: “Omdat we keihard werkten. En omdat we zonder geld gestart zijn. We konden niets spenderen en moesten dus zeer voorzichtig zijn. Veel van die jonge dotcombedrijfjes hadden een flink startkapitaal en hebben dat er razendsnel doorgejaagd. Onze lastige beginjaren leken op het moment zelf een vloek, maar achteraf beschouwd zijn ze een zegen geweest. Daar kwam bij dat onze klanten geen andere internetbedrijven waren, maar ondernemingen van de zogenaamde ‘oude economie’. Dankzij de opdrachten van grote, stabiele firma’s zoals Nike en Casio konden we groeien. Ook na het uiteenspatten van de internetzeepbel bleven zij geld aan ons uitgeven, want ze waren zeer tevreden over ons werk. Zij hebben ons door de storm gedragen.”
“Veel reclamebedrijven zien het internet als een extra tv-zender. Fout. Het net is een compleet ander medium, met zijn eigen wetten en beperkingen. Je kunt online geen marketing voeren zoals offline. Consumenten zitten anders voor hun computer dan voor hun tv. Op het internet hebben ze controle, en kunnen ze advertenties blokkeren. Ze surfen op hun eigen voorwaarden. Op tv of in een tijdschrift kun je als reclamemaker of marketeer proberen om met een oneliner de aandacht van de kijker of de lezer te trekken. Op het internet lukt dat niet. Onlinemarketing is alleen maar zinvol als je de surfers laat participeren. Ze moeten er zelf iets aan hebben.”
Hoe doe je dat? “Als ik je dat vertel, moet ik je vermoorden”, lacht Gurval. “Dan weet je teveel, net als die journalist in de film The Bourne Ultimatum. In essentie komt het erop neer dat je je klant goed leert kennen, dat je erachter komt wat zijn behoeften zijn, zodat je daar online het best mogelijke antwoord op kunt geven. Internet is vooral een kwestie van mond-aan-mond. Als merk moet je dus de best mogelijke ervaring proberen afleveren, zodat mensen erover zullen praten in forums en discussiegroepen. Een van onze klanten is Nike Jordan. Waar dromen de kereltjes van die gek zijn op basketschoenen van Nike Jordan? Dat ze net als Michael Jordan ooit grote atleten zullen worden. Toen Jordan nog competitie speelde, volgde hij elke ochtend hetzelfde oefenschema om in vorm te komen. Hij noemde dat de Breakfast Club. Wij hebben zo’n Breakfast Club voor de kinderen georganiseerd op het internet, en hebben een site gecreëerd waar ze hun eigen trainingsprogramma kunnen samenstellen. Dat programma kunnen ze dan delen met hun vrienden. Ze komen dus niet ‘zomaar’ op de site van Nike Jordan terecht. Ze hebben een goeie reden om ernaartoe te surfen, want ze krijgen er raad, kunnen hun eigen trainingsprogramma samenstellen, hun vooruitgang in kaart brengen, en er met anderen over communiceren.”
Terwijl het uiteindelijk alleen maar over het verkopen van schoenen gaat? “Natuurlijk. Alleen gebruiken wij daar geen traditionele reclamecampagne voor, maar hebben we ervoor gezorgd dat de internetgebruiker er ook iets aan heeft. Reclame op het net moet altijd ‘win-win’ zijn: de kinderen leren hoe ze zich het beste voorbereiden op een basketmatch, en Jordan verkoopt zijn schoenen.”
Best of both worlds
De gerechten die Pino Posteraro serveert, zijn lekker, de wijn is heerlijk. “Wat dacht je van een dessert? Pino’s nagerechten zijn onovertroffen.” Gurval heeft gelijk, maar halverwege mijn dessert moet ik forfait geven. “Eet je dat taartje niet meer op? Mag ik het hebben?” Met smaak eet hij mijn bord leeg.
“Hoe is het om als Fransman in Canada te leven?” vraag ik. “Canada is een schitterend compromis tussen de VS en Europa”, antwoordt hij. “Het land heeft the best of both worlds. We combineren een fatsoenlijke sociale zekerheid met een sterke vrije markteconomie. Het is doodsimpel om hier een bedrijf op te richten. We hebben ‘Blast’ opgestart met een kapitaal van 5000 dollar. Ik ging naar een boekhandel en kocht een gids om een bedrijf op te starten. ‘Do It Yourself’ heette het boekje en het kostte 19,99 dollar. Ik vulde de formulieren in, scheurde ze uit het boek en stuurde ze naar het ministerie. Blast Radius was geboren.”
“Canada is erg goed voor zijn immigranten. Het land voert een verstandige immigratiepolitiek. Ze vragen hoe oud je bent, welke opleiding je gevolgd hebt, of je een crimineel verleden hebt en of je gezond bent. Als je goed scoort, ben je welkom. Zo trekt Canada veel mensen aan die goed zijn in hun job en die het hier willen maken. Na drie jaar kun je een aanvraag doen om Canadees staatsburger te worden. Ik heb daar lang over getwijfeld. Als Canadees staatsburger moet je trouw zweren aan de Britse koningin. Ik vond de Britse monarchie lange tijd bespottelijk. In Bretagne heb ik mijn legerdienst gedaan bij de Franse zeemacht. Voor mijn kapiteins waren de Britten des duivels. Maar na twaalf jaar in de Canadese provincie British Columbia heb ik van de Britse cultuur leren houden. Binnenkort word ik dus Canadees staatsburger, en zweer ik trouw aan koningin Elizabeth II. God bless her.“
De man
– Gurval Caer, 37 jaar
– Getrouwd en drie zonen
– Hobby: “Ik luister dolgraag naar muziek uit de twaalfde eeuw. Ze zit vol geloof, spiritualiteit en jeugd. Je hoort er de belofte in van iets nieuws.”
Het bedrijf
– Blast Radius is de grootste websitebouwer en internetmarketeer ter wereld, met vestigingen in Vancouver, Toronto, Londen, New York, San Francisco en Amsterdam.
– 400 werknemers.
– Omzet 2006: Bijna 30 miljoen euro.
A Canadian Dream
Gurval Caer: “We waren pas gestart, en zaten met ons zevenen op de grond. We vertelden elkaar onze individuele droom voor ‘Blast’. We droomden er allemaal van om een groot merk te worden zoals Nintendo of Nike. Een merk dat voor kwaliteit, vakmanschap en vernieuwing staat. We zijn flink op weg om die droom waar te maken. Tien jaar geleden manageden we projecten van 50.000 dollar, nu zijn het projecten van 8 miljoen. Dat zorgt onvermijdelijk voor groeipijnen. Van de zeven stichters blijven er nog vier over. Voor sommigen gaat het te snel. Misschien bereik ook ik binnenkort een punt waarop ik afhaak. Alhoewel… Blast Radius is net verkocht aan WPP, het grootste reclamebureau ter wereld. We worden daar alleen maar beter en sterker door. We blijven onafhankelijk en ik blijf nog minstens drie jaar aan als ceo. Dankzij WPP zullen we onze knowhow nu naar klanten met projecten van 50 miljoen dollar brengen. Dat is erg opwindend. Nee, ik ga nog niet direct rentenieren.”
© jan@janstevens.be