Het oude VRT-management: brokkenpiloten of visionaire ondernemers?

Eind oktober beloofde de nieuwe VRT-topman Dirk Wauters het Vlaams Parlement om de tering naar de nering te zetten. Zijn flamboyante voorganger Tony Mary had bij zijn vertrek de reserves van de VRT opgesoupeerd. Het resultaat van een megalomaan beleid volgens de enen, het gevolg van politiek onbegrip volgens de anderen. Waren Mary en zijn trouwe secondant Aimé Van Hecke onbekwame brokkenpiloten, of zijn het visionaire managers?

Een paar jaar geleden zong Tony Mary in de krant De Tijd de lof van het managementboek ‘The One Minute Manager’. “In dat boek vind je alles terug wat een manager moet kennen”, zei hij toen. “Het is tegelijkertijd een cursus over delegeren, coachen, kwaliteitszorg en time management. De auteurs bespreken drie zeer belangrijke managementtechnieken voor het motiveren van medewerkers: het stellen van ‘one minute doelstellingen’, het geven van ‘one minute complimenten’ en van ‘one minute reprimandes’. Het komt er dus op aan doelen te stellen die klaar, duidelijk en kort zijn zodat iedereen ze kan verstaan en bereiken. Daarnaast is het ook belangrijk voortdurend positieve en negatieve feedback te geven.” Mary zag zichzelf als een volbloed One Minute Manager: “Zo schrijf ik dagelijks briefjes of mails naar medewerkers met complimentjes over wat ze gerealiseerd hebben. Af en toe stuur ik ook berichten met opmerkingen over wat niet goed was en hoe ze het beter kunnen doen. Maar negatieve kritiek moet steeds op een constructieve manier meegedeeld worden. Vandaar het belang van duidelijke en heldere doelstellingen. Zo weet iedereen wat van hem verwacht wordt. Dat maakt het leven veel gemakkelijker.”
Volgens ACV-vakbondsafgevaardigde Ivo Hendrix klopt het portret grotendeels dat de voormalige gedelegeerd bestuurder van zichzelf als mailende One Minute Manager schilderde. “Tony Mary was een sterke voorstander van het Angelsaksische managementmodel. Dat impliceert dat je vaak en bewust schouderklopjes uitdeelt om mensen te motiveren. Mary schonk dan ook veel aandacht aan individueel belonen en waarderen.”

Pretoriaanse garde
Individueel belonen en waarderen deden Tony Mary en zijn algemeen directeur televisie Aimé Van Hecke onder andere door bevoorrechte VRT-medewerkers te promoveren tot manager. Onder hun bewind steeg het aantal managers bij de openbare omroep van 64 aan het einde van de periode-De Graeve in mei 2002, tot 94 bij Mary’s ontslag in september 2006. Volgens Ivo Hendrix gebruikten beide heren die benoemingen als instrument om de loyaliteit van hun leidinggevend kader af te kopen. “Met alle kwalijke gevolgen van dien”, zegt Karl van den Broeck, bezorgde ‘VRT-watcher’ en hoofdredacteur van Knack. “Managers benoemen is blijkbaar een hobby van Aimé Van Hecke. Hij doet als ceo bij Sanoma nu juist hetzelfde. Het resultaat is dat de mensen die creatief bezig zijn niet meer weten met welke leidinggevende ze overleg moeten plegen. De VRT-top is totaal vervreemd van de basis.”

Jos Stassen, Vlaams parlementslid en media-expert van Groen!, vindt het ’teveel aan managers’ een opgeklopt probleem. “De VRT had vroeger een ambtenarenkorps. De Vlaamse overheid wilde van de omroep een modern bedrijf maken, en een van de gevolgen daarvan is dat een deel van de leidinggevende functies een managersnaam gekregen heeft. Of je een leidinggevende nu manager, verantwoordelijke of coördinator noemt, maakt toch geen enkel verschil? Het is de taakinvulling die telt. Er lopen bij mijn weten bij de VRT weinig managers rond die een titel dragen zonder inhoud.”

Was managers benoemen dan geen bewuste politiek van Mary om hun loyaliteit te kopen? Stassen: “Misschien is dat gedeeltelijk waar. De mensen rond Mary werden op een bepaald moment zelfs zijn ‘pretoriaanse garde’ genoemd, toch vind ik het niet meer dan normaal dat elke gedelegeerd bestuurder ervoor zorgt dat hij kan bouwen op de mensen in zijn directiecomité.”

Digitale visie
Toen Tony Mary in 2002 de fakkel van Bert De Graeve overnam, erfde hij een springlevende omroep. Onder De Graeves bewind evolueerde de VRT van een log bureaucratisch en gepolitiseerd overheidsbedrijf naar een openbare zender die in een concurrentiële omgeving zijn mannetje kon staan. “Om zijn opdracht tot een goed einde te brengen, had De Graeve van de Vlaamse regering een blanco cheque gekregen”, stelt Karl van den Broeck. “De Graeve wou alleen baas worden als de VRT een NV van publiek recht werd. Dat statuut zorgde ervoor dat de omroep geen nadelen, maar wel alle voordelen van een overheidsbedrijf én van een privébedrijf kreeg. Een nadeel van een overheidsbedrijf is transparantie; een nadeel van een privébedrijf is dat het je als manager aangerekend wordt als je verlies maakt. De bestuurders van de VRT moesten zich daar helemaal niets van aantrekken. Ze hebben de markt met overheidsgeld kapot gemaakt. Het resultaat is dat de VRT nu de grootste zender van het land is. De vraag is of de openbare omroep per se die ambitie moet hebben. In de nieuwe beheersovereenkomst is de kijkcijferterreur afgezwakt, maar het geld is ondertussen wel op. Van Hecke en Mary hebben alle reserves bewust opgesoupeerd, in de hoop dat de Vlaamse regering de dotatie voor de VRT met 180 miljoen euro zou verhogen. Dat is niet gebeurd, en nu zit de omroep in nesten. Mary en Van Hecke waren totaal incompetente managers. Ze hebben hun Raad van Bestuur met hun vorm van bedrijfsvoering voor een voldongen feit geplaatst. Eerst gaven ze al het geld uit, om vervolgens de politici met het mes op de keel hun masterplan voor te schotelen: ‘Geef ons extra centen, want alleen digitale kanalen kunnen de VRT klaarstomen voor de 21e eeuw. Als jullie neen zeggen, ondermijnen jullie de toekomst van de omroep.’ Zo een cruciale beslissing mag je als VRT-manager niet doordrukken zonder dat er eerst een maatschappelijk debat gevoerd wordt over wat de taak van een openbare omroep hoort te zijn. Mary en Van Hecke hebben die beslissing wel proberen forceren, en dat neem ik hen zeer kwalijk.”
Was de visie van Mary en Van Hecke op de digitale toekomst van de VRT dan totaal fout? Jos Stassen vindt van niet. “Hun
langetermijnvisie houdt steek. Als je hen moet beoordelen op de manier waarop ze hun medewerkers van hun digitale verhaal hebben proberen te doordringen en overtuigen, waren het goede, zelfs visionaire managers. Natuurlijk hebben ze fouten gemaakt in hun communicatie met de Raad van Bestuur en het Vlaams Parlement, maar onder hun bewind is de VRT zonder twijfel sterker geworden. De nieuwe organisatievorm waarin radio en tv samenwerken, is hun verdienste. Door die reorganisatie is de VRT nu een toonbeeld voor andere mediabedrijven in binnen- en buitenland.”
Ook vakbondsman Ivo
Hendrix ziet geen graten in de digitale toekomstvisie van Mary en Van Hecke. “Het moeilijke bij het ontwerpen van zo’n visienota is het inschatten van de concrete timing: hoe snel zal die evolutie gaan, en hoe lang zal het duren eer technologieën sterk genoeg ontwikkeld zullen zijn om echt gebruikt te worden? Natuurlijk kun je het negatieve benadrukken en stellen dat Mary en Van Hecke een aantal projecten te vroeg opgestart hebben, waardoor er voorbarige investeringen gepland waren. Maar als de VRT die weg niet ingeslagen was, hinkte de omroep nu helemaal achterop en had hij de evolutie nooit meer kunnen bijbenen. We kunnen alleen maar vaststellen dat we vandaag helemaal op koers zijn en dat de VRT aan de top staat.”

Volgens Karl van den Broeck deugde de langetermijnvisie van Mary en Van Hecke voor geen millimeter. Een openbare omroep moet toegankelijk zijn voor iedereen. Haar programma’s moeten een integrerende functie hebben, terwijl digitale kanalen het publiek juist versplinteren. Daar komt bij dat digitale kanalen heel vaak ook betalende kanalen zijn. Als je een zender hebt voor elke doelgroep, kun je je afvragen wat nog het nut is van een openbare omroep. Mary en Van Hecke hebben het hele digitale verhaal door de strot van Vlaanderen geramd met het dreigement: ‘Het zal zo zijn, of anders zal de openbare omroep niet langer blijven bestaan.’ Terwijl er in werkelijkheid nog andere positioneringen van een openbare omroep mogelijk zijn. Een daarvan is dat de openbare omroep die programma’s produceert die de privésector niet kan of wil maken.”

Was het grootste probleem van Mary en Van Hecke niet dat hun ondernemende managementstijl haaks stond op de ambtelijke manier waarop overheidsbedrijven traditioneel geleid worden? “Misschien wel”, zegt Ivo Hendrix. “Tony Mary is een echte ondernemer. Hij wou in sneltreinvaart groeien, nieuwe initiatieven ontplooien en onbekende markten verkennen. Daardoor is hij frontaal in aanvaring gekomen met de overheid. Aimé Van Hecke was dan weer een marketeer. Hij haalde informatie uit de markt – ‘Wie is ons publiek en wat verwacht het van ons?’ – en vertaalde die door binnen de VRT merken met een sterke identiteit te bouwen. Die strategie heeft gewerkt.”
Jos Stassen: “In het begin kreeg Mary het verwijt dat hij een ondernemer was die niet voor de VRT zou gaan. Hij heeft het omgekeerde bewezen, maar heeft tezelfdertijd veel mensen tegen zich in het harnas gejaagd. Op een bepaald moment heb ik hem gezegd: ‘Je gaat te hard voor je bedrijf.’ Het decreet geeft de gedelegeerd bestuurder veel macht, en Mary heeft die volledig gebruikt, met als gevolg dat zijn relaties met een deel van de Raad van Bestuur, met mediaminister Bourgeois en met een aantal CD&V-politici vertroebeld geraakt zijn.”

Programma’s outsourcen
Onder het beleid van Mary en Van Hecke beleefden productiehuizen zoals Woestijnvis gouden tijden. “De keuze om heel wat producties uit te besteden, hebben de vakbonden altijd bestreden”, zegt Ivo Hendrix. “Wij willen dat de VRT het interne talent maximaal benut. De langetermijncontracten met een aantal externe productiehuizen hadden een paar voordelen, maar hebben ook de groei en de dynamiek binnen het bedrijf afgeremd. Zo zijn er heel wat goeie mensen weggegaan naar die productiehuizen. Externe productie is verantwoord als de beschikbare capaciteit binnen de VRT niet toereikend is. Als vakbondsafgevaardigden stonden wij soms voor een dilemma: ons interne productieapparaat heeft een aantal jaren op oververhitting gedraaid, waardoor mensen overwerkt raakten. Als je dan als vakbond eist dat er nog meer intern geproduceerd moet worden, creëer je nog meer spanning. Wat niet wegneemt dat Mary onvoldoende geïnvesteerd heeft in eigen producties.”

Karl van den Broeck: “Van Hecke en Mary hebben tegen talentvolle mensen gezegd: ‘Neem ontslag, richt je eigen productiehuis op, wij zullen je producten aankopen en vervolgens kun je zelf bepalen hoeveel je wil verdienen.’ Heel veel VRT-coryfeeën zijn zo in onderaanneming gaan werken, waardoor ze concurrent werden van hun voormalige collega’s. Het gevolg was dat Woestijnvis wel cultuurprogramma’s in prime time mocht maken, en de eigen cultuurdienst niet. Terwijl die dat even goed kon, en waarschijnlijk de helft goedkoper. Er is een verstrengeling tussen de VRT, krantenuitgever Corelio en Woestijnvis. Hoe meer geld de openbare omroep in Woestijnvis stopt, hoe beter dat is voor Corelio, want zij zijn aandeelhouder van Woestijnvis.”

Jos Stassen betwist dat er onder het duo Mary en Van Hecke meer geoutsourcet werd dan ooit tevoren. “Integendeel. Op het einde van hun bewind waren Mary en Van Hecke zelfs bezig met de oprichting van een intern productiehuis. Elk programma dat ze uitbesteedden, wilden ze ook zelf kunnen maken. Zo stond Witse tegenover Flikken. Ze waren ermee begaan om de kennis in huis te houden. In de beheersovereenkomst staat dat de VRT als taak heeft de onafhankelijke productiesector te ondersteunen – ze waren dus wel verplicht om een deel van de productie te outsourcen.”
Hoe populair waren Tony Mary en Aimé Van Hecke bij hun personeel? Ivo Hendrix: “Van Hecke was niet geliefd. Hij was zeer afstandelijk, en mengde zich nauwelijks onder de collega’s. Tony Mary was dan weer veel jovialer. Hij kende bij wijze van spreken iedereen bij de voornaam. De medewerkers van de VRT hebben niet zo’n sterke band met de bazen aan de top, maar wel met hun product, hun job en hun werkmakkers. Of om het met de woorden van een collega te zeggen: ‘De managers zijn als de seizoenen: ze komen en ze gaan.'”

 

 

Een ex-VRT-topman neemt de maat van twee ex-VRT-topmannen

“Tony Mary was Alice in Wonderland”

X was jarenlang een van de topmannen bij de VRT. Hij maakte het bewind van Tony Mary en Aimé Van Hecke van op de eerste rij mee. Als bevoorrechte getuige maakt hij de balans op van hun managementcapaciteiten. X wenst anoniem te blijven.

“Van Hecke en Mary hebben niet zomaar financiële putten gemaakt. Dankzij hen ligt er heel wat op het schap, en is er enorm veel geld in creativiteit gepompt. Als dat niet gebeurd was, zat de VRT nu serieus in de problemen. Onder De Graeve was er een forse inhaalbeweging en werd er ook zwaar geïnvesteerd. Daar heeft nooit iemand enige opmerking over gemaakt.”
“Of ze teveel managers benoemd hebben? Zijn er nu minder onder Dirk Wauters? Is voor programmamakers de structuur en de organisatie plotsklaps doorzichtiger geworden? Van Hecke en Mary hebben nooit mensen tot manager benoemd met de bedoeling ze aan zich te binden. Al klopt het wel dat er aan het einde van Mary’s regeerperiode zeer dubieuze benoemingen gebeurd zijn. Maar die zijn niet door Tony himself geïnspireerd, al heeft hij ze wel getolereerd. Een pretoriaanse garde? Bullshit. Ik ken die vermeende garde. Ze hadden sympathie voor hun baas, maar waren openlijk kritisch voor hem. Mary wou dat zelf zo.”
“De VRT-top is enigszins vervreemd van de basis, ja. Dat komt gedeeltelijk omdat er in die top geen mensen meer zitten die uit de basis voortkomen. De bazen spreken de taal van de programmamakers niet meer. Ooit was dat anders. Maar dat is geen gevolg van het beleid van Van Hecke en Mary. Op dit moment bestaat de top meer dan ooit uit marketingjongens en -meisjes.”
“Aimé Van Hecke was niet geliefd, maar hij had wel charisma. Hij werd gerespecteerd door de weinige vrienden en de vele vijanden. Hij kwam van ver, maar zijn medewerkers zijn hem en cours de route gaan accepteren en finaal zelfs waarderen. De man wist waar hij naartoe wou. Hij had visie, was een leider en is altijd blijven praten met degenen die het niet met hem eens waren. Van Hecke is de confrontatie nooit uit de weg gegaan. Hij luisterde en was voor rede vatbaar. Hij was ook benaderbaar. Al moest je soms een paar uur op het bankje voor zijn kantoor zitten voor je bij hem binnen kon. Hij kon zijn weinige fouten moeilijk toegeven, maar hij deed het uiteindelijk toch. Tony Mary was inderdaad populairder. Hij dronk pinten, praatte met de madam die op de set de strijk deed en met de kuisvrouw. Iedereen moest gewoon ‘Tony’ zeggen. Bij sommigen scoor je dan, maar het is en blijft een doorzichtige en berekende strategie. Hij deed dat ook met ‘zijn’ journalisten: na de verkiezingsuitzendingen schonk hij de presentatoren en de hoofdredacteur een mooie vulpen met inscriptie. Mary kickte ook op het wereldje van de BV’s. Hij was Alice in Wonderland. Aimé Van Hecke liet zich daar niet mee in. Nooit. Geen schouderklopjes. Wel instemming en steun als het nodig was. Hij was soms voortvarend en hield dan te weinig rekening met gevoelens van mensen. Dat gebeurde nooit uit slechte wil, maar uit fascinatie voor zijn doelen die hij ondanks veel tegenkanting onverstoord bleef nastreven.”
“Mary was niet de koning van het outsourcen. Woestijnvis en Studio 100 zijn ontstaan onder Jan Ceuleers. Met een beetje moeite waren Samson & Gert toen bij de VRT gebleven. Baas en hond zullen dat niet eens ontkennen. Is outsourcing vies? Als het ten koste van de interne productie gaat wel. En vaak was dat ook zo. Zonder de minste twijfel kon het anders. Maar uiteindelijk lukte dat niet doordat de vakbonden dwars gingen liggen.”

“Onderschat de rol toen en nu niet van Guy Peeters, voorzitter van de Raad van Bestuur en lobbyist van de SP.A. Hij trekt aan zoveel touwtjes, maar heeft als het erop aankomt niets met wat dan ook te maken. Je gelooft toch niet dat Mary’s gecontesteerde benoeming van Van Hecke tot algemeen directeur televisie zonder overleg met de voorzitter van de Raad van Bestuur gebeurd is? Met veel zwier en zonder in het vizier te komen, heeft Peeters Mary er uiteindelijk ingeluisd. Want op het ultieme moment was Guy Peeters, de man die ‘Siegie’ mag zeggen tegen Siegfried Bracke, totaal deloyaal ten opzichte van zijn logebroeder Tony Mary.”

 

 


Het oordeel van de leiderschapsexpert

“Teveel One Minute Managers, te weinig People Managers”

Managementexpert Rudi Plettinx, directeur van de businessschool Center for Creative Leadership.

“Naar wat ik kan afleiden uit wat anderen over Mary en Van Hecke vertellen, ontbrak in heel hun beleid duidelijk het People Management. Ze hadden het lastig om zich in te leven in de persoonlijke behoeften van hun mensen. Ze hadden wel degelijk een strategie voor ogen, en voerden een beleid, maar ze slaagden er blijkbaar niet in om dat ook naar hun mensen over te brengen. Ze hadden alle twee een visie – zeker Mary, maar ze zijn er niet in geslaagd om hun medewerkers rond die visie te mobiliseren. Mensen belonen met een goed salaris, of een mooie functie is niet voldoende om hen achter je te krijgen. Om de belangen van jezelf, je bedrijf en je medewerkers op een lijn te brengen, heb je leiderschap nodig. Daar hebben Van Hecke en Mary duidelijk gefaald. Het overheidsbedrijf VRT kon een echte ondernemer zoals Tony Mary best wel gebruiken. Alleen lukte het Mary niet om ook zijn personeel te doordringen van die entrepreneurspirit. Hij heeft dat niet goed gecommuniceerd. Hij noemt zichzelf een One Minute Manager, en dat is ook meteen zijn zwakte. Typisch voor dat soort managers is hun doelgerichtheid en hun ondernemerszin. Maar heel vaak verliezen ze het menselijke aspect uit het oog.”

 

 


De verdediging van Tony Mary en Aimé Van Hecke

“Cafépraat”


Tony Mary en Aimé Van Hecke zijn ‘not amused’ met de kritiek op hun VRT-beleid.

Over Vacature: Aimé Van Hecke: “Indien Vacature echt in onze managementstijl geïnteresseerd zou zijn, hadden jullie ons uitgebreid geïnterviewd. Dan mag het artikel nadien nog altijd kritisch zijn – wij kunnen tegen een stootje, maar dan zou het ten minste met kennis van zaken geschreven zijn.”
“Of is dit artikel het zoveelste in de rij met de bedoeling om Tony Mary en mezelf te beschadigen, omdat we mensen zijn die andere belangen hebben gediend en nog dienen dan die van de aandeelhouders van Vacature? De vaststelling dat er een belangrijke verwevenheid tussen sommige belanghebbenden in Vacature en de eigenaars van de grootste, commerciële omroep in Vlaanderen bestaat, bezorgt mij kippenvel.”

– Over Knack-hoofdredacteur Karl van den Broeck: Tony Mary: “Het is onaanvaardbaar dat van den Broeck zijn ‘culturo-sociale’ ideeën mag blijven spuien. Ze getuigen van een gebrek aan kennis en een onaanvaardbare vooringenomenheid. Een echte journalist informeert in plaats van opinies te verkondigen.”
Aimé Van Hecke: “Karl van den Broeck is voorstander van een openbare omroep die nog enkel een nichetaak te vervullen heeft, waardoor aan de commerciële zenders vrije baan gegeven kan worden. Ik ben dat duidelijk niet, ook niet nu ik zelf een privaat mediabedrijf leid. Van den Broeck neemt telkens weer negatief stelling tegenover de succesvolle openbare omroep, terwijl zijn eigen baas eigenaar is van VTM. Daardoor is hij betrokken partij en is zijn mening gekleurd. Volgens sommigen is hij het typevoorbeeld van wat men ‘een broodschrijver’ noemt. Dat zijn bijzondere positie niet expliciet in het artikel geduid wordt, is ongehoord. Zeker als je de felheid in overweging neemt waarmee de man voor de zoveelste maal probeert ons te beschadigen.”

Over de opgesoupeerde reserves van de VRT: Tony Mary: “De beheersovereenkomst 2002-2006 voorzag niets voor digitalisering, terwijl de Vlaamse regering dat bij mijn aanwerving wel als prioriteit zag. Daarom ook hebben ze mij aangeworven, een technologiemanager zonder media-ervaring. In overleg met de minister en de Raad van Bestuur opteerden we om middelen opzij te zetten om aan de digitale ontwikkeling te kunnen deelnemen, zonder de beheersovereenkomst te heronderhandelen. De Raad wist heel goed dat we de opgespaarde middelen zijn beginnen gebruiken voor digitale ontwikkelingen en investeringen. Ze keurde ook jaarlijks het ondernemingsplan en het strategisch plan goed. Toen een nieuwe beheersovereenkomst (2007-2011) op tafel lag, vielen ze uit de lucht. Dat is een onaanvaardbare handelswijze voor een aandeelhouder en een Raad van Bestuur.”

– Over de wildgroei aan managers: Tony Mary: “94 managers voor 2700 medewerkers, of 29 medewerkers per leidinggevende, lijkt me voor een kennisbedrijf zeker niet aan de hoge kant. De managers waren hoofdzakelijk lijnmensen en in elk geval geen overhead. Al de rest zijn indianenverhalen.”

Over het uitbesteden aan productiehuizen: Tony Mary: “De uitbesteding werd gestart door Ceuleers en verder gezet door De Graeve. Wij hebben een strategie ontwikkeld om veel meer aan interne productie te doen maar ook om, zoals de beheersovereenkomst het voorschrijft, de Vlaamse media-industrie te helpen ontwikkelen. We hebben gestreefd naar een bewust evenwicht tussen die beide –tegenstrijdige – objectieven. Ik heb niemand aangezet om de VRT te verlaten en niemand beloofd om zo meer te betalen. Ik daag Karl van den Broeck uit om het tegendeel te bewijzen.”

Over Mary’s vermeend gebrek aan leiderschap: Tony Mary: “Ik heb mijn grootste twijfels bij de expertise van de zogenaamde leiderschapsexpert. Als er één ding was waarvan de leiding van de VRT blijk gegeven heeft, is het juist leiderschap. De VRT is het grootste ‘change-project’ in de media en –ondanks alles– is het aan het lukken. Als je over topmanagers een oordeel wil vellen, moet je een grondige studie voeren. Anders eindig je met cafépraat.”

© jan@janstevens.be

 

 

Vergelijkbare berichten