‘Meer dan ooit hebben we nood aan een gedeeld groot verhaal’
Schoenenketen Torfs wist volgens topman Wouter Torfs de schade van de coronacrisis in te perken. Toch ontsloeg de tienvoudige ‘Beste Werkgever’ 24 werknemers. “Als alles meezit, is het heel makkelijk om de sympathieke ceo te zijn.”
In 2019 draaide Schoenen Torfs 150 miljoen euro omzet. Een jaar later zakte die tot 123 miljoen. “Die omzetdaling van 20 procent is volledig op rekening te schrijven van het coronavirus en de drie maanden lange verplichte sluiting van onze winkels”, zegt ceo Wouter Torfs. “Tezelfdertijd slaagden we erin om ook de kosten met 19 procent te verminderen, dankzij onder andere het stelsel van tijdelijke werkloosheid. We klokten af met een nettoresultaat van bijna 200.000 euro en een EBITDA, of een operationele cashflow, van 7,8 miljoen euro. In 2019 haalden we een cashflow van 11,2 miljoen. Achteraf beschouwd blijft de schade dus beperkt.”
We zitten in een vergaderzaaltje in het hoofdkantoor van Torfs in Sint-Niklaas. De muren van de lobby staan gedecoreerd met trofeeën die herinneren aan de tien opeenvolgende jaren dat de schoenenketen uitgeroepen werd tot ‘Beste Werkgever’ of ‘Great Place to Work’. De laatste trofee dateert van 2019. In het coronajaar 2020 liet Wouter Torfs de great-place-to-workwedstrijd aan hem voorbijgaan.
Was er hier paniek toen de coronapandemie in maart 2020 uitbrak?
“Paniek zou ik het niet noemen, we raakten eerder in fight-or-flightmodus. We werden allemaal geconfronteerd met iets wat we nooit eerder hadden meegemaakt. Wij kozen ervoor om terug te vechten en zochten maatregelen om ons schip drijvende te houden. We hadden geen flauw idee hoe lang het zou duren. Op zondag 14 maart 2020 sloten we onze winkels vrijwillig. De maandag erna moést alles dicht van de overheid.”
U ontsloeg 24 mensen. Daar kwam nogal wat heisa over toen bleek dat niet u, maar de overheid opdraaide voor hun ontslagvergoeding. De reden: op het moment van hun ontslag waren ze tijdelijk werkloos.
“Ik vind het spijtig dat het zo verlopen is. Na de sluiting van de winkels werden onze medewerkers tijdelijk werkloos. We besloten toen na te gaan of we geen mensen te veel in dienst hadden. In de winkels wordt het personeelsbestand altijd goed opgevolgd, maar op ons hoofdkantoor groeide dat ongemerkt aan. Dus voerden we een herstructurering door: van meer dan 700 mensen moesten er 24 vertrekken. Natuurlijk is ‘herstructurering’ een eufemisme voor ‘ontslag’.”
Alle ontslagen vielen hier in het hoofdkantoor?
“Nee, acht hier en zestien in de winkels. Ik communiceerde daar zeer transparant over en stuurde àlle medewerkers een mail. Het was echt niet onze bedoeling dat de overheid de ontslagvergoedingen zou betalen. Dat was een neveneffect van die tijdelijke werkloosheid. We waren bereid dat geld terug te storten. De wet werd ook meteen aangepast, waardoor we uiteindelijk toch zelf voor de volledige kost instonden. Maar inmiddels was het kwaad geschied: in de pers werden we geframed als een onderneming die de kost van ontslagen afwentelde op de overheid. Torfs was toen zowat het eerste bedrijf dat als gevolg van corona herstructureerde. Achteraf kun je de vraag stellen: was dat toen écht nodig? Maar anderhalf jaar geleden zagen we een catastrofe op ons afkomen en namen we maatregelen om ons zoveel mogelijk te beschermen.”
Iedereen kende tot dan Wouter Torfs als ‘Beste Werkgever’ en als sympathieke ceo van een ‘Great Place to Work’. Misschien had niemand verwacht dat u zo snel jobs zou schrappen?
“Ik ben me daar heel goed van bewust, hoor. Als alles meezit, is het heel makkelijk om de sympathieke werkgever te zijn en te trakteren met een cadeautje, een feestje of een optreden van Clouseau in het Sportpaleis. Maar wat betekent het om een ‘great place to work’ te zijn als alles tegenzit?
“Eén van onze basisprincipes is dat we onze werknemers voor vol aanzien en daarom ook transparant met hen communiceren. Daarom hielden we hen van bij het begin van de crisis op de hoogte van de financiële toestand bij Torfs. We lieten hen ook weten waarom we die ontslagen nodig vonden. Mensen kunnen slecht nieuws verdragen, zolang er maar hoop blijft. Onze sterke bedrijfscultuur was fijn om te hebben toen het allemaal goed ging, maar speelde zeker ook in ons voordeel toen corona uitbrak.”
In de lente van vorig jaar zei BBTK-vakbondssecretaris Bart Leybaert In De Standaard dat u als maatschappelijk verantwoord ondernemer van uw sokkel gevallen was, want u ‘gebruikte alle juridische middeltjes om mensen goedkoop te kunnen ontslaan’.
“Ach, elke vogel zingt zoals hij gebekt is. Het BBTK beweerde toen ook dat de winkelverantwoordelijken bij Torfs in de uitverkoop stonden. Die uitspraken raakten me als mens. Maar die vakbond heeft nauwelijks aanhang in onze onderneming en probeerde zo wellicht meer zieltjes te winnen. Ik heb op 31 maart 2020 via mail aan al onze personeelsleden duidelijk gecommuniceerd over wat er bij ons in het bedrijf te gebeuren stond, inclusief de 24 ontslagen. Iemand vond het nodig om die mail te lekken, met alle gevolgen vandien. Tijdens de coronacrisis verloren duizenden verspreid over verschillende ondernemingen hun job, maar daar werd nauwelijks over bericht.
“U zag waarschijnlijk al onze onderscheidingen van de voorbije jaren staan. Ik vroeg me zelf af: zijn die titels ‘Beste Werkgever’ en ‘Great Place to Work’ dan flauwekul? Inmiddels weet ik: helemaal niet. We organiseerden tijdens corona zeer regelmatig all-hands-meetings waarop iedereen kon inbellen en vragen stellen. We richtten digitale ontmoetingscirkels op waar onder begeleiding van een coach medewerkers hun verhalen kwijt konden. Want sommigen zaten tijdens de lockdown helemaal alleen in hun huis.”
U probeerde voor het mentaal welzijn van uw werknemers te zorgen?
“Ja, al was het niet voor iedereen even hard nodig. In april vorig jaar was het schitterend weer, papa en mama en de kindjes waren thuis en ze gingen wandelen en fietsen. Zij hoefden niet aan te sluiten bij de digitale deelcirkel, want zij waren niet eenzaam. Maar anderen maakten een beroerde tijd mee. We richtten ook digitale lees- en hobbyclubs op, omdat we onze mensen niet wilden loslaten.”
Waren er momenten waarop u zich zorgen maakte over de overlevingskansen van uw bedrijf?
“Nooit, want onze basis was zeer solide. We hebben geen schulden en onze familiale aandeelhouder gelooft in deze onderneming en haar waarden. Ons managementteam liet een aantal maanden lang de helft van zijn vergoeding vallen. Onze bank liet ons ook meteen weten: ‘Er is geen enkel probleem met jullie kredietwaardigheid, we steunen jullie.’ Toen besefte ik: als Torfs deze storm niet overleeft, welk bedrijf dan wel?”
Een onderneming zonder schulden is bijna een unicum?
“Jarenlang verkondigden de bankiers dat bedrijven schulden moésten maken. Ik heb dat ook lang geloofd. Ze beweerden: ‘Je eigen vermogen is te groot en te lui, want het zorgt voor te weinig rendement.’ Ze maakten daar ingewikkelde berekeningen over en pleitten voor ‘leverage’, voor het opkrikken van het rendement met geleend geld. Maar toen corona toesloeg, was ik heel blij met ons sterk eigen vermogen. We zagen toen andere bedrijven met héél véél leverage tenonder gaan. Brantano, bijvoorbeeld, was een vogel voor de kat.”
Waar uw familie ook aandelen in had.
“Wij hebben daar veel geld aan verloren, ja.”
Schoenenketen Brantano was onderdeel van modegroep FNG van onder anderen Dieter Penninckx. Op 3 augustus 2020 sprak de ondernemingsrechtbank het faillissement uit van 21 vennootschappen van FNG. Penninckx belandde even in de gevangenis. Volgens sommigen vertoont de FNG-saga trekjes van Lernout & Hauspie.
“Het onderzoek loopt nog; alle uitspraken daarover zijn voorbarig. Het is mogelijk dat er een strafprocedure volgt en het is aan de rechtbank om een oordeel te vellen. Maar ik geloof nooit dat er manifest dingen werden opgepompt.”
De 15 miljoen euro die uw familie geïnvesteerd heeft, zijn jullie kwijt?
“Op dit moment wel. Van het hele FNG-imperium blijft nu enkel nog het Zweedse e-commercebedrijf Ellos over. Het is de bedoeling om dat naar de Zweedse beurs te brengen. Als die beursgang succesvol wordt, valt er misschien nog iets te recupereren voor alle schuldeisers.
“FNG heeft voor mij niets met oplichting te maken, maar is eerder een verhaal van te grote ambities en te veel hooi op de vork: van Icarus die te dicht tegen de zon vloog. Er mocht niets tegengaan. Corona raakte de onderneming midscheeps. Een plotse omzetdaling van 20 procent zorgde meteen voor een immens probleem.”
Merkte u als aandeelhouder dan voordien nooit alarmsignalen?
“Nee. Ik heb daar nu uit geleerd dat we heel voorzichtig moeten zijn met private equity, met investeringen in andere ondernemingen door middel van aandelen. Ik heb ook geleerd dat een schoenmaker best bij zijn leest blijft. 15 miljoen euro is heel veel geld; dat waren onze reserves van de voorbije jaren. Daar is hard voor gewerkt en daar zijn ook belastingen voor betaald. We mogen er niet te lang bij stilstaan dat al die centen wellicht verloren zijn. Ons vertrouwen dat het dankzij die ene straffe ondernemer wel goed zou komen, kreeg een stevige knauw. Ik nam mijn wensen te veel voor werkelijk.
“Je kunt niet ondernemen zonder risico’s te nemen. Sommige ondernemers durven verder gaan dan anderen. Dieter Penninckx nam veel risico’s. In combinatie met corona liep dat faliekant af. Velen zullen dat waarschijnlijk niet begrijpen, maar ik beschouw Dieter nog steeds als een vriend.”
U spreekt hem nog regelmatig?
“Ik ontmoet hem af en toe privé. Sommigen zeggen dan: ‘Maar je zou kwaad moeten zijn!’ Tja, het is gebeurd, hé. Wij kozen in volle vrijheid om ons geld te investeren, niemand zag corona aankomen en ondernemen ís risico’s nemen. Voilà. We concentreren ons nu terug op onze kernactiviteiten.
“We ondervonden dat onze werknemers het op moeilijke momenten voor ons opnemen. We hebben ook heel trouwe klanten. Ik trok van in het begin van de coronacrisis de kaart ‘Koop lokaal!’ Dat hielp toen niet alleen ons, maar ook andere Belgische ondernemingen.”
Uw oproep om bij Belgische webshops te winkelen, had effect?
“Ik vind van wel, al moeten we onszelf ook geen blaasjes wijsmaken. Vooral de grote internationale spelers zoals Amazon, Zalando en Bol hebben het hardst geprofiteerd. Toch begon ook onze webshop te boomen. Vóór corona vertegenwoordigde hij ongeveer 18 procent van onze omzet. Meteen na de sluiting van onze winkels verdubbelde de onlineverkoop en maakte zo een derde van de omzet goed.”
Uw ‘koop lokaal’ is niet hetzelfde als Donald Trumps ‘America First’?
“Nee. Economieprofessor Ive Marx zette die twee toen ook op dezelfde lijn. Ik vind Marx een slimme man, maar toen sloeg hij de bal toch lelijk mis. Corona was een existentiële crisis die aantoonde hoe kwetsbaar onze aanvoerlijnen zijn. In de nasleep van de Tweede Wereldoorlog werd op de Conferentie van Bretton Woods beslist dat heel de wereld één grote markt is. Het einddoel was nobel: de wereldvrede. Dat is ook gelukt, al waren er veel lokale conflicten. Maar één van de gevolgen van die internationalisering van de economie is dat de fabriek van de wereld nu in China staat. Corona maakte pijnlijk duidelijk dat wij zo enorm kwetsbaar geworden zijn. In het begin van de crisis stierven er in Italië verplegers en dokters omdat er niet voldoende mondmaskers beschikbaar waren. China had ze elders verkocht.”
Veel schoenen in de Torfs-winkels komen ook uit China.
“Natuurlijk, grote merken als Adidas of Nike produceren vooral daar. Tot vandaag is de aanvoer nog steeds zeer problematisch. ‘Koop lokaal’ is een oproep om na te denken over een lokale economie, een lokaal weefsel van bedrijven die dichter bij huis elkaar steunen. Dat impliceert ook: opnieuw lokaal produceren, op zijn minst ergens in Europa.”
De globalisering heeft een land als China uit de armoede getrokken.
“Dat is waar, maar nu zijn we op het punt aanbeland waarop China uitgegroeid is tot dé wereldmacht. Onze grootste wereldwijde uitdaging is de klimaatverandering. Als we die onder controle willen krijgen, hebben we de medewerking van China broodnodig. Daarom kunnen we het ons ook niet permitteren om dat land te brutaliseren, want dan is het echt over en uit.
“Een minstens even grote existentiële bedreiging is de crisis van de democratie. Hoe moeten de westerse democratieën omgaan met immense wereldwijde problemen die dringend over de grenzen heen aangepakt moeten worden? Van dat soort van moeizame democratische besluitvorming heeft China met zijn autocratische systeem alvast geen last. Als de Chinese overheid morgen beslist om voorrang te geven aan haar opkomende middenklasse en eerst en vooral voor hen wil produceren, hebben wij hier in het westen een immens probleem. Bij het nemen van beslissingen moeten de Chinese machthebbers niet bang zijn om niet herverkozen te worden. Zij kunnen dus wél rekening houden met de langere termijn. In al die jaren dat er bij ons gepalaverd werd over Oosterweel, verbouwden zij Shanghai aan een waanzinnig tempo.”
Het democratische westen worstelt met een gigantisch besluitvormingsprobleem?
“Ja, en ik vind het vreselijk pijnlijk om dat te moeten vaststellen. Want willen wij onder zo’n eenpartijstelsel naar Chinees model leven? U niet en ik ook niet. Maar aan de andere kant, als we het klimaat willen redden, zal er drastisch en kordaat opgetreden moeten worden.”
U bent actief in de strijd tegen de klimaatverandering als ambassadeur van de vereniging ‘Grootouders voor het klimaat’?
“Ik heb twee kleinkindjes en opa worden, greep me diep aan. Ik kan echt niet begrijpen dat er nog steeds mensen zijn die blind blijven voor de klimaatverandering. Ik vind het heel cynisch om generatiegenoten te horen zeggen: ‘Het zal mijn tijd wel duren.’ De klimaatrampen stapelen zich op en komen héél dichtbij, denk maar aan de watersnood van de voorbije zomer. Al die extreme weeromstandigheden kunnen toch geen toeval meer zijn? Je zal mij geen kwaad woord over Anuna De Wever horen zeggen. Ze benoemt de enorme klimaatproblemen met de stijl en de drive van een twintigjarige. Ik vind het afschuwelijk hoe sommigen haar aanpakken.”
Zal de coronacrisis in vergelijking met de klimaatcrisis peanuts blijken te zijn?
“Misschien wel, al is corona toch ook een wake-upcall. Zolang het virus in de Chinese stad Wuhan circuleerde, intresseerde het ons geen zier. Tot het naar hier kwam. Dat zegt toch iets over onze solidariteit. Als de Vesder overloopt, schieten we in paniek over het klimaat. In Vietnam zijn er al veel langer veel grotere overstromingen, alleen lagen we daar nooit van wakker. We zagen beelden passeren op het nieuws, bleven totaal onverschillig en spitsten pas onze oren bij het bericht dat de Rode Duivels weer eens slecht gespeeld hadden. Nu krijgen ook wij onze portie klimaatrampen op ons bord.”
Hoe strijdt Schoenen Torfs tegen de klimaatopwarming?
“Tegen 2030 willen we volledig CO2-neutraal zijn. We werken nu aan projecten om zowel onze winkels, als onze e-commerce en ons transport duurzamer te maken. We zetten alles in op klimaatneutraliteit, maar ik wil niemand een rad voor de ogen draaien: onze schoenen zijn voornamelijk van leer en worden ver van hier gemaakt.”
Het zijn geen veganschoenen en ze worden met het vliegtuig ingevlogen uit China?
“Of met boten ingevaren.”
De scheepvaart, alias de ‘Houdini van het klimaat’, slaagt er tot hiertoe in om te ontsnappen aan maatregelen die de CO2-uitstoot verminderen.
“Ik weet het, maar als kleine speler zitten we gevangen in economische wetmatigheden. Ik kan vandaag niet beslissen om geen schoenen van bepaalde belangrijke merken meer te verkopen. Want dan is het met Torfs gedaan. Daarom vegen we eerst voor eigen deur. Tezelfdertijd verhogen, promoten en ondersteunen we het aanbod van veganschoenen. Al blijven we ook altijd van de consument afhangen. Hoopgevend is dat steeds meer jonge mensen zich bewust worden van het belang van ecologisch verantwoord schoeisel.”
Bent u ooit gevraagd om in de politiek te stappen?
“Links en rechts is me dat wel eens gevraagd, ja. Al was dat eerder links dan rechts en nog meer in het centrum. (lacht) Ik hield de boot altijd af. Ik ben 63 en heb geen plannen om na mijn pensioen in de politiek te stappen. Ik denk dat het te traag voor me zou gaan en dat ik me te veel zou opwinden. Ik vind trouwens ook dat we met de begrippen ‘links’ en ‘rechts’ vandaag niet veel meer kunnen aanvangen. Een van onze grootste problemen is de doorslaande polarisering in zowat alles. Sociale media spelen daar een verschrikkelijke rol in. Mensen lezen niet meer of beluisteren geen lange interviews meer. ‘Kort’ en ‘snel’ zijn nu de sleutelwoorden.
“In 1960 hadden de Amerikanen bij de presidentsverkiezingen de keuze tussen de Democraat John F. Kennedy en de Republikein Richard Nixon. Die twee waren vrienden en ook al behoorden ze tot andere partijen, toch deelden ze een gezamenlijk waardenkader. Vergelijk dat eens met de laatste presidentsverkiezingen met Joe Biden en Donald Trump. Het verschil is toch fenomenaal? Vergis je niet, de strijd was in 1960 óók hevig, maar op het einde konden Nixon en Kennedy nog samen door één deur. Vandaag drinken Democraten en Republikeinen elkaars bloed. Ook bij ons slaat die polarisering toe en smelten centrumpartijen als sneeuw voor de zon, terwijl de extremen groeien. Ik vind dat zéér zorgwekkend.”
Hoe lossen we dat op? Door, zoals crisismanager Karel Vinck voorstelt, de kiesdrempel te verhogen tot 10 procent zodat de wegsmeltende centrumpartijen verplicht worden met elkaar te versmelten?
“Technisch gezien kan dat een deel van de oplossing zijn, maar de kern van het probleem is dat we geen groot gemeenschappelijk verhaal meer hebben. We delen geen verhaal meer over aan wat voor soort toekomst we willen samenwerken. Dat is een van de gevolgen van het postmodernisme dat alle grote verhalen afbrak. Veel van die grote verhalen verdienden het ook om met de grond te worden gelijkgemaakt, zoals het communisme en het ongebreidelde kapitalisme. Maar in de plaats kwam onder impuls van filosofen als Sartre de zinloosheid. ‘Alles is toeval. Laten we proberen fatsoenlijk overeen te komen. Meer moet dat niet zijn.’ Volgens mij volstaat dat niet. Meer dan ooit hebben we nood aan een gedeeld groot verhaal met échte waarden, a shared story. Dat verhaal heeft niets met links of rechts te maken, maar met het feit dat we wél nog in liefde geloven, of met de geboorte van een kleinkind waarna de grootouders zich zorgen beginnen maken over het klimaat. Het gaat over de waarden die je terugvindt in het christendom, het jodendom, het humanisme, de open islam en het boeddhisme.”
De softe waarden?
“Maar natuurlijk! Alleen is er niets soft aan naastenliefde, solidariteit en aan paradox in plaats van polarisatie. Polarisatie wil zeggen: alles wat iemand anders zegt, is bij voorbaat fout. Paradox wil zeggen: twee waarheden samenhouden. Ik vind het beangstigend dat we dat zijn kwijtgeraakt.
“Vooruitgangsoptimisten zoals Steven Pinker stellen dat het nog nooit zo goed was als nu. Ze hebben gelijk, alleen is het louter antropocentrische vooruitgang: voor de mens was het goed, maar niet voor de planeet, de natuur, de dieren of het klimaat. De mens genoot steeds beter onderwijs en betere gezondheidszorg, terwijl al de rest werd verwaarloosd. Niet enkel wij moeten centraal staan, maar de hele kosmos. Want alleen zo kunnen we overleven.”
Bio
- Geboren op 24 april 1958
- Studeerde rechten aan de KU Leuven
- Werkte drie jaar als advocaat aan de balie van Antwerpen
- Is sinds 1 januari 1989 ceo van Schoenen Torfs
© Jan Stevens