‘De Belgen behoren niet voor niets tot de meest gestreste chauffeurs van Europa’
Vorige week verloor een man bijna het leven na een dispuut op de weg. Dinsdag werd een BMW-chauffeur veroordeeld voor het afbijten van een stuk oor van een trucker. “Achter het stuur zien we andere chauffeurs niet als mensen maar als obstakels.”
Vrijdag 13 september eindigde voor de 36-jarige Noredin Akrich en zijn zwangere vrouw Jasmina in een nachtmerrie. Hun auto werd op de Antwerpse Singel klemgereden door de 24-jarige Tim V. Een banale ruzie over voorsorteren escaleerde en Noredin raakte ernstig gewond. Tim V. vluchtte weg, maar gaf zich later aan bij de politie. Op zondag postte Jasmina Akrich een inmiddels massaal gedeelde post op haar Facebookpagina. Daarin beschreef ze hoe Tim V. hen de weg afsneed en racistische verwensingen toeriep. “Mijn man moest heel hard remmen. Ik ben drie maanden zwanger en voelde de gordel hevig in mijn buik. Mijn man stapte uit om verhaal te halen. Toen hij zich omdraaide, reed de dader hem opzettelijk omver.” Tim V. werd zaterdag aangehouden op verdenking van doodslag. Racisme als verzwarende omstandigheid werd bij gebrek aan getuigen niet weerhouden.
Afgelopen dinsdag veroordeelde de rechtbank van Dendermonde automobilist V. uit Sint-Niklaas tot 18 maanden met uitstel. Een jaar eerder had hij een stuk uit het oor gebeten van vrachtwagenchauffeur E., nadat hij hem op de snelweg met zijn BMW de pas had afgesneden. “Ik beet enkel om uit E.’s greep te geraken”, verklaarde V. op het proces. “Sinds het voorval heb ik trouwens last van slapeloosheid en kan ik geen vlees meer eten.”
De voorbije jaren lijkt verkeersagressie aan een drieste opmars bezig, met als gruwelijke orgelpunt de in ons collectief geheugen opgeslagen aanval met een bosmaaier op een rondpunt in datzelfde Sint-Niklaas. Op 9 november 2012 kreeg leraar Philip De Groof ruzie over een uitwijkmanoeuvre met groenarbeider Tim De Block. Die laatste haalde een bosmaaier uit zijn bestelwagen en maaide het linkerbeen van De Groof weg. Vier maanden later werd De Block veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf.
Claxonneren en beledigen
Zit verkeersagressie in de lift? “Dat is moeilijk in te schatten”, zegt politierechter Chris De Roy. “Als er tijdens de verkeersagressie een gewonde valt, komt die zaak meestal voor de correctionele rechtbank. Als het enkel gaat over agressief rijgedrag, komt ze bij ons terecht. Maar niet alle gevallen stromen door naar het gerecht. Sommige klachten worden door het parket geseponeerd. Het begrip ‘verkeersagressie’ is niet strikt juridisch omlijnd. Als er ernstig fysiek geweld gepleegd is, zal dat door de correctionele rechtbank beoordeeld worden. Maar als het gaat over dreigen zonder fysiek geweld, kunnen wij enkel rekening houden met de overtredingen die door de politie zijn vastgesteld. Mensen die zich agressief in het verkeer gedragen, begaan doorgaans inbreuken op de wegcode. Soms veroorzaken ze dan ook nog eens een ongeval.”
Officiële cijfers over verkeersagressie in België zijn er niet. Volgens rechtspsycholoog Ricardo Nieuwkamp, onderzoeker bij kenniscentrum veiligheid en mobiliteit VIAS, komt dat omdat het begrip ‘verkeersagressie’ een vlag is die vele ladingen kan dekken. “De situaties waarin verkeersagressie voorkomt, zijn zeer verschillend”, zegt hij. “In 2007 heeft De lokale politie van Antwerpen wel een tijd de incidenten geturfd, maar dan enkel die extreme vormen waarbij mensen uit hun auto stappen en op de vuist gaan. Dat waren toen 300 pv’s, of 8 % van alle Antwerpse dossiers met slagen en verwondingen.”
In april 2019 publiceerde La Fondation Vinci Autoroutes de bevindingen van een Europees onderzoek naar risicogedrag achter het stuur. Elf landen werden bevraagd, waaronder België. Naast sms’en en gsm’en achter het stuur, peilde het onderzoek ook naar agressief rijgedrag. Ricardo Nieuwkamp: “De Belgen blijken vrij agressieve chauffeurs te zijn. Zo geeft 63% toe fanatiek gebruik te maken van zijn claxon om zijn ongenoegen kenbaar te maken. In 2017 was dat volgens een enquête van VIAS nog maar 53%. Enkel de Spanjaarden (66%) claxonneren meer dan wij. 59% van de Belgische chauffeurs zegt regelmatig te vloeken naar andere bestuurders; twee jaar eerder was dat 52%. Alleen de Grieken en de Italianen overtreffen ons gevloek. Qua claxonneren en het slingeren van beledigingen is de stijging bij ons het grootst. 15 % van de Belgen zegt uit de auto te stappen om een vermeend conflict ‘uit te klaren’. In 2017 was dat 10%. In Polen ligt het agressieve ‘uitklaren’ op 36%. Zij spannen daarmee de kroon. Eén derde van de Belgische bestuurders, of 31%, zegt wel eens bewust te bumperkleven bij een bestuurder die hen op de zenuwen werkt. Een stijging met 4% ten opzichte van 2017.” Conclusie: de voorbije twee jaar gedroeg de Belgische chauffeur zich steeds agressiever.
Wij-zij-denken
De voorbije jaren stonden we met z’n allen ook steeds meer en langer in de file. In Brussel stijgt de filedruk (filelengte maal fileduur) jaarlijks met 5 procent; in Antwerpen komt er elk jaar ruim 20 procent bij. Is er een verband tussen die stijgende filedruk en de toenemende agressie? Ricardo Nieuwkamp: “De toename van het verkeer op een relatief kleine oppervlakte als België, speelt zeker een rol. De Belgen behoren niet voor niets tot de meest gestreste chauffeurs van Europa. Nóg belangrijker is dat we ons in onze auto anoniem voelen. Van zodra we achter het stuur kruipen, krijgen we het gevoel alleen te zijn, en trekken we ons terug in ons koninkrijkje. Kijk maar eens om je heen wanneer je in de file staat: mensen peuteren dan ongegeneerd in hun neus of zingen luidkeels met de radio mee. Terwijl ze nauwelijks verder van elkaar zitten dan in de wachtkamer bij de dokter. In onze afgesloten kooi voelen we ons knus geïsoleerd. We stappen ook nooit doelloos in onze auto, maar willen altijd zo snel mogelijk onze bestemming bereiken. Alle andere auto’s op onze weg worden dan obstakels, net als verkeersborden en -lichten. Van zodra we de weg oprijden, vervallen we met z’n allen in ‘wij-zij-denken’. Van zodra er meer file staat dan verwacht, groeit de frustratie. Door die vermeende anonimiteit in onze kooi, zullen we die frustratie sneller uiten met opgestoken middelvingers, getoeter, gevloek en geschreeuw.”
Verkeersagressie zal volgens Nieuwkamp alleen maar afnemen als we ons ervan bewust worden dat andere chauffeurs ook mensen zijn en geen hindernissen. “Iedereen maakt in het verkeer wel eens een fout, zeker achter het stuur, maar dat is zelden of nooit bewust. De meeste gevallen van verkeersagressie spelen zich af in de avondspits. Op dat moment wil iedereen snel naar huis en wie dan een fout maakt waardoor de file vertraagt, riskeert de volle laag te krijgen. Toch kan ik me niet voorstellen dat sommige chauffeurs tijdens de avondspits bewust stokken in de wielen steken. Het zou dus al veel helpen als we anderen in de file niet als een obstakel, maar als een lotgenoot zien.”
Speed en coke
Veel agressievelingen zijn een mak lammetje als ze voor de rechter staan. Dat is toch de ervaring van politierechter Chris De Roy. “De overgrote meerderheid is kalm. Sommigen laten zich vertegenwoordigen door een advocaat. Natuurlijk zou het wel eens kunnen dat de beklaagden met het kortste lontje op aanraden van hun advocaat thuisblijven. Rechters mogen altijd eisen dat de man of vrouw in kwestie toch op de zitting verschijnt. In de dagelijkse praktijk gebeurt dat niet zo vaak.”
Volgens van Roy is verkeersagressie vooral een mannenzaak. “Meestal zijn het jongere mannen, maar niet altijd.” Zo werd in april vorig jaar de toen 84-jarige G. uit Maastricht veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaar met uitstel en een boete van 1600 euro. Exact een jaar eerder had G. op zijn 83e verjaardag de 31-jarige W. aangereden en 72 meter ver meegesleurd op de motorkap van zijn auto. “Hij remde dan bruusk en ik vloog van de motorkap”, getuigde W. voor de rechtbank. “Ik kroop naar de kant van de weg en zag de auto op mij afkomen. Meteen daarna reed hij over mij. Ik schreeuwde van de pijn.” De aanleiding: W. had met een vinger tegen zijn voorhoofd getikt nadat G. hem op een parking de weg had afgesneden.
Wat Chris De Roy nog opvalt: veel agressieve chauffeurs zaten eerst aan de amfetamines of met hun neus in de coke. “Verdovende middelen spelen steeds meer een rol in het verkeer. Speed of coke kunnen de agressiviteit aanwakkeren. Na een ernstig agressie-incident in het verkeer raken sommigen zich daarvan bewust. Voor hen is dat de trigger om hun drugsprobleem aan te pakken. Op het moment dat ze dan voor mij verschijnen, zijn ze in behandeling om van hun verslaving af te raken.”
Hoe streng wordt er gestraft? Chris De Roy: “Als de verkeersagressie uitmondt in een ongeval dat veroorzaakt is onder invloed van drugs, zal de sanctie streng zijn. Als ze uitmondt in een ongeval zonder verzwarende omstandigheden, zal de sanctie eerder beperkt zijn. Bij de correctionele rechtbank hangt het vooral af van de aard van het soort slagen en verwondingen: veroorzaken ze blijvende letsels of zorgen ze voor tijdelijke ongeschiktheid?”
Stuurt rechter De Troy mensen soms ook op een cursus ‘omgaan met agressie’? “Zeker. Die maatregel wordt vaak voorgeschreven.”
Ricardo Nieuwkamp nuanceert. “Het is inderdaad verstandig om mensen een cursus agressiebeheersing te laten volgen waarin ze medechauffeurs als lotgenoten leren zien en niet als doelbewuste saboteurs”, zegt hij. “Want door een boete of een rijverbod zal niet iedereen zijn gedrag écht veranderen. Wij verzorgen bij VIAS die cursussen, alleen moeten we jammer genoeg vaststellen dat slechts weinig rechters mensen naar ons doorsturen.”
Maya Detiège: “Ik keek achterom en zag hem doelbewust tegen mijn achterwiel aanrijden”
In de zomer van 2013 werd politica Maya Detiège (52) door een agressieve taxichauffeur van de fiets gereden. Het parket seponeerde haar dossier. “Als slachtoffer zat ik tot over mijn oren in de ellende, terwijl de dader rustig verder fietsers mocht blijven terroriseren.”
“Donderdag 8 augustus 2013 was een prachtige zomerdag. In de namiddag fietste ik door de Antwerpse binnenstad. Ik reed de Reyndersstraat in, een lange, smalle eenrichtingsstraat. Het voetpad ligt er hoog en er zijn bijna geen zijstraten. Van zodra je met je fiets die straat inrijdt, heb je eigenlijk maar één mogelijkheid: blijven fietsen. Auto’s kunnen er onmogelijk fietsers voorbijsteken en de meeste chauffeurs leggen zich daar braaf bij neer. Behalve de taxichauffeur achter me die extra gas gaf om me op te jagen. Hij reed dicht tegen mijn achterwiel, ik voelde me allesbehalve op mijn gemak en ik deed teken naar hem: ‘Hola, rustig!’ Maar dat werkte bij die man als een rode lap op een stier: hij duwde het gaspedaal nog dieper in. Ik keek achterom en zag hem doelbewust tegen mijn achterwiel aanrijden. Mijn fiets raakte de boordsteen en ik werd de lucht in gekatapulteerd. Gelukkig kwam ik op het voetpad terecht en niet onder de wielen van zijn auto. Mijn fiets lag midden op de straat, waardoor hij wel moést stoppen. Ik was in shock en kwaad tezelfdertijd. Verontwaardigde voorbijgangers snelden naar me toe en boden spontaan hulp aan. Ik krabbelde overeind, ging voor zijn taxi staan en belde de politie. Toen werd hij nóg bozer: hij stapte uit en begon me uit te schelden. Een van de getuigen zei: ‘Meneer, als u niet ophoudt, geef ik u een mot.’
“Die taxichauffeur was geen jonge macho, maar een veertiger. Hij had niet door dat ik politica Maya Detiège was; op dat moment was ik nog volksvertegenwoordiger voor de s.pa. Achteraf bekeken ben ik blij dat hij dat niet wist, want anders was hij misschien nóg woester geworden.
“De politie arriveerde en maakte proces-verbaal op. ‘Het parket wordt automatisch ingelicht’, zei de agent. Op dat moment voelde ik de pijn nog niet zo erg. Ik was verdoofd door de shock en de adrenaline. Het leek alsof ik aan mijn val enkel schaafwonden en een stijf gevoel in mijn nek en rug had overgehouden. Ik ben apotheker van opleiding, overlegde daarom via de telefoon met mijn huisarts en nam een spierontspanner.
“Wekenlang hoorde ik er niets meer van. Tot een advocaat navraag deed en bleek dat het parket mijn dossier zonder gevolg gerangschikt had ‘wegens andere prioriteiten’. Een agressieve taxichauffeur die me opzettelijk van mijn fiets gereden had, was blijkbaar niet belangrijk genoeg. Die man kreeg geen boete en werd verder geen strobreed in de weg gelegd.
“Ik kreeg steeds meer last in mijn nek en rug en belandde na een paar dagen toch bij de dokter. Ik bleek alle symptomen van een whiplash te hebben. Mijn nek had de schok van de aanrijding opgevangen, met alle pijnlijke gevolgen van dien. Ik kreeg kine en zware pijnmedicatie, maar de pijn verergerde. Een MRI-scan wees uit dat ik ook twee hernia’s had. In 2013 en 2014 kreeg ik epidurale infiltraties waardoor de inmiddels zeer intense pijn ietwat draaglijker werd. Tot ik in september 2015 compleet crashte. Ik kwam bij topdokter en neurochirurg Guido Dua terecht. Hij opereerde me en zette drie nekwervels vast met bot uit mijn heup. ‘Je operatie is een rechtstreeks gevolg van het ongeval met je fiets’, zei hij. Maar de door het gerecht opgetrommelde deskundige volgde de verzekeringsarts. ‘De operatie van mevrouw Detiège is een gevolg van het normale verouderingsproces.’ Als slachtoffer zat ik tot over mijn oren in de ellende, terwijl de dader rustig verder in zijn taxi fietsers mocht blijven terroriseren.”
Andy Peelman: “Hij vroeg: ‘Zullen we de flikken bellen of zal ik op je bakkes slaan?’”
Andy Peelman speelt inspecteur Koen Baetens in de VTM-serie De buurtpolitie. In het echte leven is hij politie-inspecteur in Brussel. Twee jaar geleden reed een agressieve chauffeur hem van straat. Zijn dossier werd geseponeerd. “Ik betreur dat. Als die man zich in het verkeer als een woesteling tegen mij gedraagt, zal hij dat tegen anderen zeker ook doen.”
“In de zomer van 2017 zette ik een vriend af aan zijn huis in Bredene. Ik kende mijn weg er niet zo goed waardoor ik per ongeluk aan de verkeerde kant een eenrichtingsstraat inreed. Ik had direct mijn vergissing door en wou achteruitrijden. Net op dat moment kwam er een auto op me af die in de juiste richting reed. Hij stopte vlak voor mijn neus en flikkerde met zijn lichten. Ik stak mijn hand op om me te verontschuldigen. Hij begon meteen te claxonneren. Ik schrok, zette mijn auto in achteruit en reed weg. Hij volgde me, duwde continu op zijn gaspedaal en begon te bumperkleven. In mijn achteruitkijkspiegel zag ik hem dreigend zwaaien met iets wat op een dikke zwarte kabel leek. Hij wou me voorbijsteken op het moment dat er twee fietsers uit de andere richting kwamen. Die mensen konden hem nog net ontwijken. Daarna liet hij zich terug achter mij zakken en bleef me achtervolgen. ‘Die man is knettergek’, dacht ik.
“Een verkeerslicht sprong op rood, ik stopte en zag hem uitstappen. Ik nam mijn oranje politiearmband uit het handschoenkastje en ging naar hem toe. ‘Wat is je probleem?’, snauwde hij. Ik legitimeerde me als politie-inspecteur in de hoop dat hij zijn toon zou milderen, maar dat maakte geen indruk. Hij vroeg: ‘Zullen we de flikken bellen of zal ik op je bakkes slaan?’ ‘Oké, meneer, we zullen de politie bellen’, antwoordde ik. Ik draaide me om en wou mijn gsm uit de wagen halen. Hij stapte in en startte. Ik ging voor zijn auto staan, maar hij reed op me af. Ik kon nog net opzij springen, viel en blesseerde mijn pols. Die blessure was zo ernstig dat ik eraan geopereerd moest worden. Meer dan een maand was ik arbeidsongeschikt.
“Ik had de nummerplaat genoteerd en diende klacht in bij de politie. De zaak werd jammer genoeg geseponeerd. Ik betreur dat. Als die man zich in het verkeer als een woesteling tegen mij gedraagt, zal hij dat tegen anderen zeker ook doen. Door wat ik al in mijn job meemaakte, kan ik zijn reactie een beetje plaatsen, maar ik kan me voorstellen dat andere mensen daar ernstig door getraumatiseerd geraken. Een politieman raakt in de loop van zijn carrière wel wat illusies kwijt. Af en toe stel je jezelf vragen bij de beslissingen van justitie. Op het tv-programma De Rechtbank zag ik onlangs hoe drie verdachten die een gewapende overval hadden bekend, tot een povere werkstraf werden veroordeeld. Ze hadden ook nog toegegeven dat ze tijdens hun vlucht een mevrouw van haar handtas hadden beroofd. Ze stonden voor de rechter alsof het hun niets kon schelen. Ze kwamen ervan af met een werkstraf. Je zal maar het slachtoffer zijn en één van die gasten ’s anderendaags op straat tegen het lijf lopen. Wat moet iemand eigenlijk mispeuteren vooraleer we hem achter de tralies zetten?”
Jos Bogaerts: “Hij sloeg me zonder boe of ba in elkaar”
Een agressieve chauffeur klopte Jos Bogaerts (74) op Wapenstilstandsdag 2010 het ziekenhuis in. Zijn dossier werd door het parket geseponeerd. “Sindsdien vermijd ik alle conflicten in het verkeer.”
“Op 11 november 2010 was ik ’s avonds met de auto op weg naar de huldiging van de gesneuvelde soldaten van de twee wereldoorlogen. In Roeselare vindt dat eerbetoon jaarlijks op Wapenstilstandsdag plaats op het kerkhof in de Blekerijstraat. Ik reed in de Rodenbachstraat en de chauffeur achter mij vond dat ik te traag was. Hij claxonneerde, ik schrok en sloeg dan maar een zijstraat in. Hij draaide ook aan zijn stuur en bleef me volgen, flikkerend met zijn lichten. Ik parkeerde aan de ingang van het kerkhof en stapte uit. Hij kwam op me af en sloeg me zonder boe of ba in elkaar. Ik kwam met mijn hoofd tegen de gevel terecht en alles werd zwart voor mijn ogen. Ik kwam pas opnieuw tot bewustzijn in het ziekenhuis. Een zware hersenschudding, schaafwonden en een nekletsel luidde het verdict.
“Omstaanders hielden mijn belager in bedwang en belden de hulpdiensten. De politie stelde proces-verbaal op. Een half jaar later deelde het parket van Kortrijk me koudweg mee dat de zaak geseponeerd was. Ik stond als aan de grond genageld. Tot vandaag vraag ik me af waarom ze toen niet tot vervolging zijn overgegaan.
“Mijn belager was halverwege de twintig en ik wist meteen wie hij was toen hij uitstapte. Hij was dus geen onbekende voor mij, al had ik eerder nooit met hem iets te maken gehad. Achteraf hoorde ik dat er flessen whisky in zijn auto lagen. Vermoedelijk had hij dus te veel gedronken en was hij daarom agressief. Hij stamt uit een welgesteld gezin; vader en zoon zijn zeer bekend in Roeselare. De zoon heeft nooit zijn verontschuldigingen aangeboden. Zijn vader wel. Hij vergoedde ook mijn ziekenhuiskosten. Ze vonden dat daarmee de kous af was. Na de seponering overwoog ik om de dader rechtstreeks te dagvaarden. Maar mijn advocaat raadde me dat af. ‘Je haalt er alleen maar jezelf ellende mee op je nek’, zei hij.
“Later liep ik de dader in Roeselare nog verschillende keren tegen het lijf; nooit gunde hij me een blik. Sinds die 11e november 2010 ben ik zeer voorzichtig in het verkeer en probeer ik conflicten zoveel mogelijk te vermijden. Soms gebeurt het dan toch nog wel eens dat iemand zijn middelvinger naar me opsteekt. Maar dat stelt helemaal niets voor in vergelijking met dat pak rammel van toen. Heel lang heb ik daarvan afgezien.”
Michel Van den Brande: “Hij reed in de weg en hield daar een gebroken neus aan over”
In het jaar dat stellingenbouwer Michel Van den Brande (57) schitterde in Vier-programma The sky is the limit, werd hij voor de tweede keer veroordeeld voor verkeersagressie. “Hoe gaat dat? Je bent bekend, hebt een strafblad en bent daardoor al op voorhand veroordeeld.”
“Op 17 juni 2014 kwam ik in mijn BMW van de zee via de E17. Het was half zeven ’s avonds en al aardig druk. Aan de oprit van Waasmunster reed een man in zijn BMW de autostrade op. Ik moest op mijn rem gaan staan, want hij voegde zomaar in. Ik reed 130 en hij tufte aan 60 km per uur, waardoor ik alles moest dichtslaan. Die gast versperde me gewoon de weg. Ik raakte daar ferm door over mijn toeren, stak hem voorbij en stak mijn middelvinger op. Waarna die man me begon te achtervolgen. Hij probeerde me van de weg te rijden en op de afrit naar Sint-Niklaas sloeg hij mee af. Hij reed me klem en ik kon niet meer weg.
“We stapten uit op de pechstrook en die man begon keihard te kloppen op mijn bil. Hij was duidelijk een kickbokser en mijn bil zag meteen zo zwart als een schouw. Ik was niet bang, want ik kickboks ook wel eens. Maar hij was zeer ervaren.
“Een jaar later moest ik voor de rechter verschijnen. Die zei: ‘Mijnheer Van den Brande, u bent in fout en daar komt bij dat u al een strafblad hebt.’ De tegenpartij had nog geen strafblad en kreeg daarom de gunst van de opschorting. Ik werd veroordeeld tot vier maanden cel met uitstel. Die vechtpartij was toevallig opgenomen door een dashcam. Op de beelden is duidelijk te zien dat hij sloeg en niet ik. Maar hoe gaat dat? Je bent bekend, hebt een strafblad en bent daardoor al op voorhand veroordeeld.
“Ik had aan mijn advocaat gevraagd om ervoor te zorgen dat die kerel geen kickbokstrainingen meer kon volgen. Want mannen zoals hij worden vechtmachines. Voor hetzelfde geld kloppen ze je dood. Maar op het proces werd duidelijk dat ik een waardeloze advocaat had. Ik wou in beroep gaan, maar hij zei: ‘Michel, doe dat niet. Dan sta je in de gazet en dat is slecht voor je imago. Laat het zo.’ Ik volgde zijn advies en heb daar intussen zeer veel spijt van.
“Die andere gast kon mijn kleinzoon zijn. Ik heb hem achteraf niet meer gezien, ook al woont hij bij mij in de buurt. Mijn mannen vroegen: ‘Moeten we hem gaan pakken?’ Ik antwoordde: ‘Laat maar zo.’ Dertig jaar geleden had hij wel prijs gehad; intussen ben ik ouder en wijzer.
“Op mijn strafblad staan verkeersboetes en een oud geval van verkeersagressie. Dat dateert van vijftien jaar geleden. Akkoord, ik was toen in fout: ik had die andere kerel flink wat slaag gegeven. (lacht) Het moet niet altijd dezelfde zijn die slaag krijgt. Hij reed in de weg en hield daar een gebroken neus aan over. Oké, ik was ook dronken, maar dat is inmiddels vijftien jaar oud! Intussen heb ik een eigen zaak en zal niemand me nog betrappen op dronken rijden, want als ik een glas op heb, rijdt mijn privéchauffeur. Nu rakelen ze dat weer op. ‘Meneer Van den Brande, u was al eens agressief in het verkeer.’ Met wat zijn die bezig?
“Ze blijven alles in rekening brengen: ‘In 2004, 2007, 2008 en 2009 werd u veroordeeld voor overdreven snelheid.’ Vorig jaar volgde dan nog eens een veroordeling voor te snel rijden. Ik was op mijn gemak op weg naar de zee, maar ik reed ergens 130 waar ik maar 90 mocht. ‘Flits!’ Omdat ik zogezegd een recidivist ben, kreeg ik drie maanden rijverbod, een geldboete, moest ik mijn rijexamens opnieuw doen en een psychologisch en medisch onderzoek ondergaan. Ik vind dat zo laf. Die grap kostte me 3000 euro. Die mannen denken niet na.”
(c) Jan Stevens