“De dominante stroming in de islam is het fundamentalisme”

Met zijn onderzoeken naar migratie en integratie zond socioloog Ruud Koopmans (58) de voorbije jaren vanuit zijn woon- en werkplek Berlijn schokgolven door Nederland én België. Nu schreef hij Het vervallen huis van de islam, een boek waarvan de provocerende titel de lading dekt. “Een deel van onze links-liberale intelligentia wil toch zo graag dat een hoofddoek niets met fundamentalisme te maken heeft.”

5

Ruud Koopmans is professor sociologie en migratie aan de Berlijnse Humboldt Universiteit en onderzoeksdirecteur aan het Wissenschaftszentrum Berlin für Sozialforschung (WZB). Begin 2015 publiceerde hij de resultaten van een vergelijkend onderzoek naar fundamentalisme onder christenen en moslims in België, Nederland, Duitsland, Frankrijk, Zweden en Oostenrijk. De helft van de Belgische moslims bleek fundamentalistisch te zijn; enkel Oostenrijk scoorde nog hoger. Sommigen verweten de socioloog met zijn onderzoek een objectieve bondgenoot te zijn van Geert Wilders en het Vlaams Belang.

In zijn nieuwe boek Het vervallen huis van de islam beschrijft Koopmans de diepe crisis waarin de islamitische wereld volgens hem de voorbije vijftig jaar verzonken is. “Aan de basis van die crisis ligt niet de islam zelf, maar de fundamentalistische interpretatie ervan”, zegt hij. “Theocratische dictaturen floreren. Rechten van vrouwen, homo’s en minderheden worden met de voeten getreden en talloze burgeroorlogen kosten miljoenen mensenlevens. De islamitische wereld was Europa eeuwenlang ver vooruit, óók op het vlak van tolerantie en vreedzaamheid. Des te dramatischer is de economische achteruitgang van de voorbije vijftig jaar. Zelfs in arm Sub-Sahara Afrika doen niet-islamitische landen het minder slecht dan islamitische.”

 

Bent u islamofoob?

Ruud Koopmans: “Nee. Islamofobie is overdreven angst voor de islam. Geert Wilders is een islamofoob: hij haat de islam. Net als de fundamentalisten gelooft hij dat de fundamentalistische islam de ware islam is. Hij stelt zelfs dat gematigde moslims afwijken van de norm en dus eigenlijk slechte moslims zijn. De échte moslims zijn volgens Wilders de fundamentalisten. Dat is onvervalste islamofobie. De geschiedenis leert ons immers dat de islam niet altijd fundamentalistisch was.”

 

Bent u aan uw eigen boek begonnen met een blanco geest?

“Niet helemaal. Ik heb in het verleden twee grote vergelijkende onderzoeken over de integratie van moslims in West-Europa gedaan. Met als conclusie dat hun integratie moeizamer verloopt dan die van andere migrantengroepen. Gelijkaardige onderzoeken uit de VS, Groot-Brittannië en Australië kwamen tot dezelfde bevindingen. Ik wou de oorzaken kennen en startte daarom ook onderzoeken naar arbeids- en onderwijsdeelname. Ik moest vaststellen dat culturele en religieuze aspecten daarin een belangrijke rol speelden.”

 

Wat vaak door beleidsmakers en politici geminimaliseerd wordt.

“Het dogma luidt dat een problematische integratie niets met cultuur en religie te maken heeft, maar te wijten is aan discriminatie of uitsluiting door de ontvangende samenleving. Ik zeg niet dat er in onze samenlevingen geen werk aan de winkel is, maar het is gewoon een feit dat er in àlle ontvangende Westerse landen een zeer groot verschil is in de integratie van migrantengroepen. Chinezen, Vietnamezen en Indiërs bijvoorbeeld, blinken uit op de arbeidsmarkt en in het onderwijs. In Nederland presteren Surinamers en Antillianen op alle fronten beter dan Turken en Marokkanen. In vrijwel alle Europese landen stellen geïmmigreerde Roemenen en Bulgaren het na een paar jaar al veel beter dan de Turken en Marokkanen die er geboren zijn.”

 

7Er zijn toch veel Turken en Marokkanen die het wél zeer goed doen?

“Natuurlijk. Uw reactie krijg ik voortdurend, maar als we zo beginnen te redeneren, doeken we de sociale wetenschap beter op. Want elke sociaal wetenschapper vraagt zich af: ‘Waarom komt iets bij een bepaalde groep meer of minder voor dan bij een andere?’ Als het gemiddeld met de Indiërs in Groot-Brittannië goed gaat, impliceert dat ook dat sommigen het uitzonderlijk goed stellen, terwijl anderen in doffe ellende leven. Ik beschrijf tendensen. En dan kun je er gewoon niet omheen dat de relatief slechte economische situatie van moslims in Europa een gevolg is van religie. Want door de ongelijkheid tussen man en vrouw zijn veel minder moslimvrouwen aan het werk. Het gezinsinkomen ligt lager, waardoor de woonomstandigheden minder goed zijn en de scholing van de kinderen in het gedrang komt. Moslims trouwen vooral binnen de eigen groep en leven veel meer gesegregeerd dan andere migrantengroepen. Dat heeft allemaal gevolgen voor hun integratie.”

 

Lost dit zich op termijn over de generaties niet vanzelf op?

“De Nederlandse professor Leo Lucassen van de universiteit van Leiden doet historisch onderzoek naar migratie. Hij zegt: ‘In de 17e eeuw hadden we ook veel migratie en dat kwam toch allemaal goed?’ Ja hoor, als je een paar eeuwen tijd hebt, komt alles goed. Het spijt me, maar ik heb geen eeuwen de tijd meer. We leven in het hier en nu. En dan kunnen we alleen vaststellen dat veel regimes uit de landen van herkomst hun grip over de mensen hier niet willen verliezen. De meeste van die herkomstlanden worden geleid door autoritaire leiders of dictators met een militair verleden. Hun invloed op onze migranten is niet gespeend van eigenbelang, want onderschat de geldbedragen niet die mensen van hier naar hun landen van herkomst sturen. Net als de Turkse president Erdogan hebben ook veel andere regimes organisaties opgericht die de banden met de migranten in Europa aanscherpen en onderhouden. Samen met die organisaties komen de religieuze invloeden. Dan valt meteen Saudi-Arabië op met zijn wereldwijde export van het wahabisme, de superconservatieve, geweldverheerlijkende vorm van islam. Sinds de jaren zeventig hebben de Saudi’s daar miljarden in geïnvesteerd. Ook België speelde daar een belangrijke rol in, met de Grote Moskee in Brussel. We plukken daar nu de wrange vruchten van.”

 

De kern van het probleem van de crisis in de islam is volgens u het fundamentalisme. Maar vinden we dat niet terug in alle godsdiensten? Uw ouders waren ook fundamentalisten.

“Zij zaten bij een protestantse fundamentalistische kerk: de Pinkstergemeente. Ze waren zelf niet zo heel streng in de leer, maar in mijn jeugd heb ik wel iets meegekregen van de manier waarop fundamentalisten denken. Ze waren geobsedeerd door de eindtijd. De boeken en gesprekken gingen over de grote strijd tussen goed en kwaad. Volgens sommigen zaten we middenin de apocalyps, volgens anderen stonden we er vlak voor. Die grote kladderadatsch ging plaatsvinden in het Midden-Oosten, meer bepaald in Jeruzalem. In de jaren zeventig en tachtig was in die kringen de Sovjet-Unie de antichrist; tegenwoordig is het de islam. Ze lezen de bijbel letterlijk. Mijn moeder kwam later tot het inzicht dat de Openbaring van Johannes eigenlijk ging over de strijd tussen goed en kwaad in elke mens. Zo nam zij afstand van de fundamentalisten. Maar het komt dus inderdaad in alle religies voor. Het zou me niet verwonderen dat als je ver genoeg in het verleden terugkeert, het fundamentalisme in het christendom zelfs meer verspreid was dan in de islam. Nu is dat omgekeerd.”

 

Donald Trump, de huidige president van de Verenigde Staten, de ‘leider van de vrije wereld’, laat zich adviseren door fundamentalistische christenen.

“In Europa schommelt het aantal fundamentalistische christenen rond een schamele 4 à 5 procent. In de VS is een kwart van de christenen fundamentalistisch. Het is zeker gevaarlijk dat een president of een politieke partij zoals de Republikeinen zich laten leiden door mensen die geloven dat de apocalyps voor de deur staat. Fundamentalisme is de rechts-extremistische of populistische vorm van religie. Bij de islam is dat fundamentalisme sinds de jaren zeventig de dominante stroming. Het kantelpunt was de revolutie in Iran, toen de ayatollahs aan de macht kwamen en de islamitische republiek geïnstalleerd werd. Dat zette een kettingreactie in gang, want Iran had op dat moment de pretentie om met zijn islamitische revolutie de wereld te veroveren. Vandaag vliegen sjiieten en soennieten elkaar naar de strot, maar in die tijd had de sjiiet Khomeini grote invloed bij soennitische moslims. Soennieten waren in de ban van de affaire rond de Duivelsverzen van Salman Rushdie. Ook zij vonden dat de schrijver zo snel mogelijk gedood moest worden.”

 

Er waren toen ook nogal wat goedmenende seculieren die vonden dat Salman Rushdie al die ellende aan zichzelf te danken had.

“In Rushdie’s autobiografie Joseph Anton passeren al die intellectuelen de revue, van rechts tot links. Ik vrees dat wij daar onze original sin begaan hebben. Als we toen duidelijker en onverzettelijker hadden gereageerd, was ons misschien veel ellende bespaard gebleven. De teneur luidde toen: ‘Waarom moest Salman Rushdie zo provoceren?’ Terwijl op dat moment vooral alle Europese progressieven luidkeels hadden moeten roepen: ‘Wij laten niet toe dat Rushdie de mond gesnoerd wordt. Godslastering moet kunnen, om het even over welke god het gaat. Als je dat als geïmmigreerde moslim niet kan accepteren, staat het je vrij te vertrekken.’

“De islamitische revolutie in Iran zorgde voor zenuwachtigheid bij de Iraakse dictator Sadam Hoessein en bij autoritaire koninklijke dynastieën zoals het huis Saud. Zij waren bang dat de vlam zou overslaan. Hoessein viel in 1980 buurland Iran binnen, met een zinloze achtjarige loopgravenoorlog als gevolg. Op 20 november 1979 bezetten enkele honderden zwaarbewapende jihadisten de Grote Moskee van Mekka, de heiligste plaats van de islam. Ze eisten het aftreden van het huis Saud, dat volgens hen de islam verraden had. Na twee weken maakten Saudische troepen een bloederig einde aan de opstand. Voor geweld tegen andere moslims op de heiligste plek moest de Saudische regering eerst toestemming vragen aan de oelama, de uit wahabisten bestaande raad van geestelijke leiders. Die gaf groen licht, op voorwaarde dat het regime nóg strenger zou toezien op de naleving van de islamitische voorschriften én het wahabisme wereldwijd zou helpen verspreiden. Met alle gevolgen vandien.”

3

Niet alle wahabisten of salafisten worden jihadi’s. Maurits Berger van de universiteit van Leiden voerde onderzoek naar salafisme in Nederland. Zijn conclusie: de Nederlandse salafist is geen gewelddadige extremist, maar een moslim die zijn strenge leefregels niet al te letterlijk neemt en deel wil uitmaken van de samenleving.

“U moet eens nakijken wie Maurits Bergers leerstoel in Leiden financiert: de sultan van Oman. Oman is als het op mensenrechten aankomt, niet zo erg als Saudi-Arabië of Iran, maar hoe kan je als hoogleraar islamstudies je laten betalen door een theocratische dictatuur? De Harvard-universiteit laat zich door Saudi-Arabië sponsoren en verschillende gerenommeerde universiteiten, zoals New York University en de Parijse Sorbonne hebben lucratieve dependances geopend in de Verenigde Arabische Emiraten. Maar ook voetbalteams laten zich probleemloos sponsoren door fundamentalistische, terreur financierende en vrouwen, homo’s en religieuze minderheden onderdrukkende regimes zoals de Emiraten en Qatar. Ik erger me er mateloos aan dat we in 2022 met zijn allen samen gezellig gaan voetballen in Qatar, op de lijken van honderden Aziatische gastarbeiders die bij de bouw van de Wereldbeker-stadions het leven lieten. Over de gruwelijke moord op de Washington Post-columnist Jamal Khashoggi in de Saudische ambassade in Istanboel wordt intussen in alle talen gezwegen.”

 

U hecht dus geen geloof aan Bergers stelling dat het salafisme zich in de Nederlandse samenleving aan het inpassen is en vergelijkbaar wordt met de Pinkstergemeente van uw ouders?

“Bij het salafisme hebben we het over een geloofsstroming met als doelstelling: schaf de democratie af en voer de religieuze dictatuur in, inclusief de sharia. Ongelijkheid van mannen en vrouwen is een salafistische basiswaarde. Homoseksualiteit moet volgens de salafist met de dood bestraft worden, net als geloofsafvalligheid. Die salafisten omschrijft Maurits Berger als ‘gematigde poldermoslims’. Zolang ze hun denkbeelden niet met geweld willen doordrukken, is er volgens hem niets aan de hand. Ik vind dat zorgwekkend.”

 

Uit uw geruchtmakend vergelijkend onderzoek naar fundamentalisme uit 2015 bleek dat 45 procent van de Europese moslims het fundamentalisme oké vindt.

“In België waren dat er zelfs iets meer dan de helft. Andere onderzoeken laten zien dat in herkomstlanden als Turkije of Marokko 70 tot 80 procent van de moslims fundamentalisten zijn. In Afghanistan klokken we af op 95 procent. Uit internationaal onderzoek van Pew Research in 2006 blijkt dat 7 procent van de Duitse moslims vindt dat geweld inclusief zelfmoordaanslagen is toegestaan om de islam te verdedigen. In Nigeria is dat 46 procent. Alle andere landen uit het onderzoek schommelen daartussen.

“Recent onderzocht ik samen met collega’s uit Canada of die steun voor geweld daadwerkelijk religieuze wortels heeft en wat de rol van het fundamentalisme daarbij is. Onze onderzoeksgroep bestond uit ruim 8000 christenen, moslims en joden in zeven landen: Duitsland, de Verenigde Staten, Cyprus, Israël, de Palestijnse gebieden, Libanon en Kenia. We vroegen: ‘Wat vindt u: moeten mensen die onheil stichten en kwaad doen in de ogen van God gedood worden?’ 38 procent van alle ondervraagde moslims was het daarmee eens, tegenover 11 procent van alle christenen en 5 procent van alle joden. Bij de fundamentalistische moslims steunde zelfs 51 procent het gebruik van religieus geweld.”

 

Aanvaarden seculiere westerlingen meer van de islam dan ze ooit van katholieke of protestantse kerken aanvaard hebben?

“We worden erg intolerent als christelijke groeperingen zich op politiek terrein wagen. Zo was er eind vorig jaar in Nederland hevig protest tegen al die conservatieve predikanten die de Nasvilleverklaring ondertekenden en zich uitspraken tegen onder andere homoseksualiteit. Niemand zei toen: ‘Dat zijn gematigde polderchristenen.’ Het heftige protest daartegen was volledig terecht. Alleen wordt nooit even heftig gereageerd tegen de fundamentalistische islam. Dan worden de universele mensenrechten probleemloos opzijgeschoven, want: ‘Die moslims zijn anders en daar moeten wij respect voor hebben.’ Ik vind dat net respectloos. Het is toch volkomen idioot om te geloven dat vrouwen in islamitische gemeenschappen zich vrijwillig onderwerpen? ‘Ho, maar die willen zélf een hoofddoek dragen. Die boerka is hún keuze.’ Wat een onzin.”

 

Er zijn toch moslima’s in België en Nederland die heel bewust een hoofddoek dragen?

“Omdat het ‘bewust’ dragen van een hoofddoek zo goed overkomt bij de links-liberale elite, is het voor een aantal vrouwen een manier om zich activistisch te profileren. Neem van mij aan dat er in Iran geen enkele progressieve dame te vinden is die vrijwillig haar hoofddoek draagt. Een deel van onze links-liberale intelligentia wil toch zo graag dat een hoofddoek niets met conservatisme en fundamentalisme te maken heeft: ‘Het zijn vrijgevochten dames met een betekenisloos lapje stof op hun hoofd.’”

 

Misschien zijn het vrijgevochten moslima’s die met dat lapje stof op hun hoofd een middelvinger opsteken naar witte liberale professoren van 58 zoals u?

“Ze gedragen zich inderdaad rebels in hun Belgische of Nederlandse biotoopje. Tezelfdertijd laten ze hun miljoenen zusters die in islamitische landen of in hun eigen land die keuze niet hebben, als een baksteen vallen. Daar heb ik geen greintje respect voor.”

 

Ruud Koopmans, Het vervallen huis van de islam, Prometheus, 256 blz., 24,99 euro

Tekst: (c) Jan Stevens

Foto’s: (c) Veerle Van Hoey

Vergelijkbare berichten