Dianne Lake, het jongste liefje van sekteleider Charles Manson: ‘Hij keek in mijn ogen en ik smolt’

In The Summer of Love van 1967 slikte Dianne Lake haar allereerste LSD-tablet. Ze was pas veertien en haar vader stopte het haar toe. Aan het eind van dat jaar sloot ze zich aan bij The Family van Charles Manson en werd zijn jongste liefje. Twee jaar later vermoordden Mansons volgelingen zes mensen, waaronder Roman Polanski’s zwangere vrouw Sharon Tate. “Hij vroeg mij niet mee, want ik was een smartass, een betwetertje.”

 

Jarenlang deed Dianne Lake (65) alsof ze de jaren zestig als braaf burgermeisje had doorgebracht, spelend met Barbie, Ken en het Barbie Dreamhouse dat ze in 1963 van de kerstman kreeg. Tot ze in 2008 telefoon kreeg van de gepensioneerde politieagent Paul Dostie, gespecialiseerd in cold cases. “Hij vroeg: ‘Bent u Dianne Lake?’”, herinnert ze zich. “Ik schrok, want zo goed als niemand kende mijn meisjesnaam. Laat staan dat ze wisten dat ik eind jaren zestig een trouwe volgelinge en een van de liefjes was van Charles Manson, Amerika’s beruchtste hippiecrimineel. Alleen mijn man, een paar heel goede vrienden en de pastoor in mijn kerk waren op de hoogte. Verder had ik er niemand iets over verteld, ook mijn schoonfamilie en mijn drie kinderen niet. Al die jaren leefde ik met dat grote geheim. Ik gebruikte de achternaam van mijn man en het was me altijd gelukt om onder de radar te blijven. Maar heel die tijd was ik bang dat mijn verleden als een etterbuil zou openbarsten.”

Dat moment leek gekomen toen Paul Dostie in 2008 aan de telefoon zei dat hij zijn lijkenhond Buster had laten rondsnuffelen op de Barker Ranch, een verlaten mijndorp in het Death Valley National Park in Californië.

Dianne Lake: “‘De hond heeft een paar plekken gevonden waar misschien menselijke resten begraven liggen’, zei Paul. In 1968 en ‘69 was Barker Ranch een van de plekken waar ik samen met Charles Manson en de rest van de Family verbleef. Daar werden we twee maanden na de moorden op onder anderen Sharon Tate en haar vrienden ook opgepakt. Ik werd gearresteerd door Jack Gardiner. Hij moet toen iets in mij gezien hebben, want hij kwam me regelmatig in de gevangenis opzoeken en na mijn vrijlating namen hij en zijn vrouw me op als hun pleegkind. Volgens Dostie had ik ooit tegen Jack gezegd dat ik dacht dat er op de Barker Ranch nog lijken begraven lagen. Ik kon me dat niet meer herinneren, al was het best mogelijk. Later bleek het vals alarm te zijn, maar op die dag in 2008 kreeg ik het gevoel alsof mijn bestaan op instorten stond. Want als er nog slachtoffers van Manson waren, was dat gegarandeerd groot nieuws. Mijn kinderen zouden dan te weten komen dat hun moeder op haar veertiende een van de liefjes van Charles Manson was. ‘Ze mogen dat toch nooit horen van een nieuwslezer’, panikeerde ik. Dus raapte ik al mijn moed bijeen en vertelde hen mijn verhaal. Tot mijn grote opluchting veroordeelden ze me niet; ik bleef gewoon hun moeder.”

 

Uw verhaal hebt u nu ook in ‘Mijn leven met Charles Manson’ te boek gesteld voor het grote publiek. Nu weet iedereen dat Dianne Lake op haar veertiende Mansons jongste liefje was.

Lake: “Ja, en het schrijven van dat boek was niet echt makkelijk, zoals het niet vanzelfsprekend is om nu met een wildvreemde over mijn tienerjaren in de sixties te praten. Maar dat is wel nodig, want ik merk dat vandaag nogal wat jonge mensen verlangend kijken naar de hippie- en drugscultuur uit mijn jeugd. Misschien kan mijn boek een waarschuwing zijn. Wist u dat Charles Manson in Amerika lang als boeman gebruikt werd? Als kinderen zich niet gedroegen, werd ermee gedreigd dat Manson of één van zijn volgelingen hen zou komen halen. Charles Manson was het monster onder het bed. Ook voor mijn kinderen toen ze nog klein waren. (lacht)”

 

In de loop der jaren zijn er honderden boeken over Manson verschenen. Las u die?

Lake: “Voor ik mijn boek begon te schrijven, had ik er maar twee gelezen: The Family uit 1971 van schrijver en muzikant Ed Sanders en Helter Skelter uit 1974 van Vincent Bugliosi. Als openbare aanklager vervolgde hij Charles Manson en mijn vroegere vrienden voor de moorden. Hij was ook degene die mij over de streep trok om op het proces tegen Manson te getuigen.”

 

Bent u de eerste ‘insider’ die een boek over The Family schreef?

Lake: “Wijlen Paul Watkins schreef al in 1979 het boek My life with Charles Manson. Paul sloot laat bij The Family aan, maar schopte het snel tot Mansons rechterhand. Net als ik had hij totaal niets met de moorden te maken en ik vond hem best een fijne kerel. Hij stierf in 1990 aan de gevolgen van kanker. Een paar maanden na mijn arrestatie in oktober 1969 ruilde ik de gevangenis in voor een psychiatrische instelling. Ik was zestien en zwaar verslaafd aan LSD. Ik kreeg ernstige afkickverschijnselen en werd met een LSD-psychose opgenomen in het Patton State Hospital in San Bernardino, Californië. Later hoorde ik dat Paul me daar had proberen opzoeken. Toen vond ik dat erg bedreigend, want ik was bang dat hij me in opdracht van Charles Manson een kopje kleiner kwam maken. Die angst was niet terecht en ik heb er nu spijt van dat ik later geen contact meer met Paul gezocht heb.”

 

Uit wat voor een nest komt u?

Lake: “Mijn ouders waren eigenlijk heel gewone mensen uit Minneapolis, de hoofdstad van de noordelijke staat Minnesota. Alleen hield mijn vader Clarence erg van kunst. Overdag schilderde hij de muren van huizen en ’s nachts maakte hij schilderijen. Hij droomde ervan om een kunstenaar te worden of leraar plastische kunst. Hij was een echte intellectueel die door omstandigheden in de voetsporen van zijn vader trad en huisschilder werd. Mijn moeder Shirley was huisvrouw. Ik ben de oudste van drie kinderen en werd geboren op 28 februari 1953, in hetzelfde jaar waarin de Koreaanse oorlog eindigde. Mijn vader had daarin gevochten en volgens mijn moeder was hij daardoor veranderd. Hij las veel en raakte in de ban van de boeken van de auteurs van de Beat Generation. Jack Kerouac, Allen Ginsberg, William S. Burroughs en Timothy Leary waren zijn favorieten. Mijn ouders hadden het voortdurend met elkaar over die ‘nieuwe manier van denken’, over ‘het openen en verruimen van de geest’. Op dat moment zaten ze nog niet aan de drugs. Papa droomde ervan om naar Berkeley te verhuizen om daar aan de Universiteit van Californië zijn master in de beeldende kunst te halen. Die droom werd een obsessie en op een bepaald moment besloten mijn ouders om ons huis te ruilen voor een caravan. Zo konden we aan onze versie van Kerouacs klassieker On the road beginnen, met als ultieme doel: Californië.”

 

Jullie huis was geen bouwval?

Lake: “Nee, het was een gezellig alleenstaand huis met twee verdiepingen. Mijn ouders hadden het in 1960 gekocht, om het een jaar later met een buur te ruilen voor een aftandse caravan van zeven meter lang. Dat ding was tot op de draad versleten. De dag dat we met heel ons hebben en houden vertrokken, bleek dat onze auto niet zwaar genoeg was om die caravan te trekken. We eindigden op een vieze camping in Burnside, een voorstad van Minneapolis. Daar kampeerden we een klein jaar. Mijn vader was een vrij getalenteerd schilder, en dat heeft ons toen gered. Hij raakte bevriend met een rijk kunstminnend koppel dat zijn werk erg kon appreciëren. Ze hadden een galerij en wilden er zijn schilderijen verkopen. Hij werd hun vaste leverancier, ze richtten een atelier voor hem in en gaven ons de sleutels van een klein huis met tuin. We dumpten de caravan en vader werd voltijds artiest. Zijn Californië-droom leek weg te ebben en het leven lachte ons toe. Tot vaders atelier afbrandde en al zijn schilderijen de fik ingingen. Hij was een kettingroker en had de nog gloeiende inhoud van zijn overvolle asbak in de vuilbak gedumpt. Op het moment dat zijn atelier tot as herleid werd, stond hij op het hoogtepunt van zijn artistieke carrière. Hij verkocht goed, was een kinderboek aan het illustreren en plots was alles weg. Daardoor raakte hij in een zware depressie. Op een dag liet hij ons in de steek en verdween met mijn moeders beste vriendin naar Californië. Twee jaar later liep de relatie met zijn minnares op de klippen en zocht hij met hangende pootjes terug contact met mijn moeder. Zij ging overstag en in de zomer van 1965 verhuisden we met z’n allen naar een mooi huis in Santa Monica, Californië, waar papa een job had als grafisch vormgever bij een telefoonbedrijf. Mijn moeder kon aan de slag bij de RAND Corporation, een denktank, en ze was daar zeer trots op. Een half jaar lang verliep alles voorspoedig.”

 

Tot uw ouders marihuana ontdekten?

Lake: “Mijn moeder liet zich door de buren verleiden om eens een keertje marihuana te roken. (lacht) Dat was meteen ook het begin van het einde. De volgende dag presenteerde ze vader een joint die de buren haar hadden meegegeven. Vervolgens zag ik ze samen stoned worden. Papa was altijd wel geïnteresseerd geweest in drugs, maar tot dan had hij nooit moeite gedaan om zelf weed te kopen of ermee te experimenteren. In die tijd kon je in Californië marihuana in het openbaar roken zonder opgepakt te worden. Heel de staat was in de ban van weed.”

 

Hoe oud was u toen u het ook begon te roken?

Lake: “Dertien. Mijn vader bood het me aan: ‘Je moet dit echt eens proberen, Dianne.’ Ik was nog heel jong, maar in heel die tegencultuur van beatniks en hippies was blowen de gewoonste zaak van de wereld. Zelfs mijn twee jaar jongere broer en zes jaar jongere zus mochten af en toe aan een joint trekken. Mijn vader gaf me in de zomer van 1967 mijn allereerste LSD-tablet. Het was tijdens een feestje. Hij deelde LSD aan alle gasten uit en gaf mij en mijn twee beste vriendinnen een kleinere dosis. ‘Leg ze op jullie tong en jullie zullen aangenaam verrast zijn.’ Hij legde de nieuwe Beatles-LP Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band op en ik beleefde mijn eerste acid-trip. Tijdens het nummer ‘Being for the Benefit of Mr. Kite!’ ging ik helemaal uit mijn dak. Alle figuren uit die song kwamen voor mijn ogen tot leven. Het was een steengoede trip. (lachje) Ik herinner me hoe ik op de grond lag en mijn buik moest vasthouden van het lachen. Mijn ouders waren constant high of aan het hallucineren.

“Een bevriend hippiekoppel van mijn ouders stelde me voor aan een dikke fotograaf van halverwege de dertig. ‘Je bent zo een mooi meisje; hij maakt een fotomodel van je.’ Die man kwam me thuis ophalen en nam me mee naar het bos. Ik begon de fotosessie met mijn kleren aan, maar eindigde naakt in de meest onsmakelijke poses. Hij pushte me steeds verder en ik ging daar gewillig in mee. Hij begon me te strelen en ik begon te wenen. We hadden geen seks, maar hij probeerde het wel. Hij bracht me terug naar huis en niemand vroeg zich af waar ik geweest was of wat ik met die kerel gedaan had. Niemand maakte zich zorgen over dat dertienjarige meisje. Het was een recipe for a disaster. Die fotograaf schoot honderden naaktfoto’s van me. Mijn moeder vertelde me later dat ze af en toe wel eens een paar foto’s tegenkwam in huizen van vrienden en dat ze die dan in haar handtas moffelde en verscheurde. (lacht)”

 

Hoe kwam u in contact met Charles Manson?

Lake: “Ik verhuisde samen met mijn ouders naar de Hog Farm Commune, een van de grootste hippiecommunes uit die tijd. Ze was gesticht door de vredesactivist Hugh Romney alias ‘Wavy Gravy’ en zijn vrouw Bonnie Beecher, een actrice die meespeelde in Star Trek. Op een dag namen Hugh en Bonnie me apart en maakten me duidelijk dat ze me liever kwijt dan rijk waren. Als meisje van veertien vormde ik een bedreiging voor de commune. Ze vonden me te oud, maar niet oud genoeg. Elke jonge kerel die seks met mij had, was volgens de wet een verkrachter en kon in de cel gegooid worden. Ze suggereerden dat ik best zo snel mogelijk andere oorden opzocht. Richard en Allegra, een hippiekoppel dat ik van haar noch pluimen kende, bood me spontaan onderdak in hun huis aan. In die periode ontmoetten mijn ouders op Hog Farm Charlie Manson. Ze raakten bevriend en trokken er samen voor een paar dagen op uit in de Mojavewoestijn. Terug in de commune gaf mijn moeder een foto van mij aan Manson. ‘Dit is mijn dochter Dianne. Doe haar de groeten als je haar ziet. Misschien vindt ze het wel leuk om een tijdje met jullie op stap te gaan.’ Ik wist daar helemaal niets van. Eind november 1967 stelden Richard en Allegra me voor om naar een feestje te gaan in The Spiral Staircase House, een hippiehuis in Topanga. Het meisje dat de voordeur opendeed, begon meteen te roepen: ‘Charlie, Dianne is hier!’ Ik stapte naar binnen en iedereen herhaalde dat zinnetje: ‘Dianne is hier! Oh, Dianne, je bent hier!’ Ik was overdonderd. ‘Hoe kennen jullie mij?’ Het leek pure magie. Charlie Manson keek in mijn ogen en ik smolt. Ik voelde me door hem aanbeden en geliefd. Ik voelde me welkom bij hem.”

 

Charles Manson noemde zijn sekte The Family?

Lake: “Ja, en zo voelde het in het begin ook aan. Ze reden met een zwart geverfde schoolbus rond waarop stond: ‘Hollywood Production’. (lacht) Charlie was toen 33. Het klopt toch niet dat een meisje van veertien de liefde bedreef met een kerel van 33? Mijn oudste zoon is nu 35. Charlie was een vieze jonge man. Hij had lang haar, speelde gitaar en had een grote tattoo op zijn arm. Ik vond dat exotisch. Er werd gefluisterd dat hij in de gevangenis had gezeten en gearresteerd was voor verschillende vergrijpen. Zijn laatste veroordeling was voor oplichting. In de jaren vijftig had hij zich proberen herscholen tot pooier, maar zijn meisjes bleven meestal nooit lang voor hem werken. Toen ik hem ontmoette, was hij eigenlijk nog steeds een pooier. Ik had dat niet door, want ik wist amper wat prostitutie was. In 1967 vrijde iedereen met iedereen, en voor pooier Charlie was dat natuurlijk een probleem. Want waarom zou je nog voor seks betalen als iedereen het gratis met je wil doen? De meisjes die rond Charlie zweefden, vormden zijn harem. In maart 1967 kwam hij uit de gevangenis en het meisje waar hij het eerst mee aanlegde, heette Mary Brunner. Ze raakte zwanger van hem en ik was erbij toen in 1968 Valentine Michael Manson geboren werd. We noemden de baby Pooh Bear en hij werd het lievelingetje van de hele Family.”

 

Op dat moment had Manson nog twee andere zonen bij twee andere vrouwen: Charles Manson Jr. en Charles Luther Manson. De eerste pleegde zelfmoord in 1993, over de tweede is niets geweten.

Lake: “Echt? Er was een vermoeden dat er misschien nog een zoon was, maar die hebben we nooit gezien. Hij praatte daar nooit over. Charlie was een meestermanipulator. Hij was ook een meester in het lezen van mensen. Hij zag meteen wie je was, wat je nodig had, wat je talenten waren. En hij dacht alleen maar aan zichzelf.”

 

Hoe raakten jullie aan geld?

Lake: “(stilte) Dat is een goede vraag. Toen ik er pas bij was, gebruikten een paar meisjes de kredietkaarten van hun vader. Maar waar de rest van het geld vandaan kwam? Geen idee. Ik stond daar ook niet bij stil. Er was LSD en marihuana in overvloed. En er werd veel geneukt. Koppels apart of in groep. Toen ik Manson in november leerde kennen, was ik 14. Eind februari 1968 werd ik 15. Charlie gebruikte mij om aan zijn pleziertjes te geraken, net zoals hij alle andere meisjes uit de groep gebruikte. Misschien liet hij oudere meisjes als prostituee voor hem werken en raakte hij zo aan geld.”

 

In mei 1968 nam The Family haar intrek in Spahn Ranch, een televisieboerderij in Los Angeles waar Bonanza en Zorro werden opgenomen.

Lake: “Charlie lulde zich overal naar binnen en Spahn Ranch werd een tijdlang ons hoofdkwartier. In die periode leerde hij Dennis Wilson, de in 1983 overleden drummer van de Beach Boys, kennen. Dennis raakte in de ban van Manson en samen met Family-leden Nancy Pitman en Ruth Moorehouse trok ik voor een maand of vier bij hem in. Charlie had dat zo beslist. De anderen stuurde hij naar de hippiekolonie in Mendocino nabij San Francisco. Ze moesten daar nieuwe leden gaan rekruteren. Dennis Wilson was heel vatbaar voor vriendschap, seks en drugs. Hij had net een echtscheiding achter de rug en vond het fijn om met Charlie en zijn meisjes te chillen. In die tijd stelden nog meer muzieksterren in Los Angeles en omstreken in naam van de flower power hun huizen open voor free sex, drugs en drank. De door Charlie bevolen moorden op Sharon Tate en co in augustus 1969 betekenden het abrupte einde van al die open deuren. Dennis Wilson was er heel trots op dat hij met Charles Manson bevriend was. Hij vond het fantastisch dat we zijn huis hadden uitverkoren en stelde Charlie voor aan andere muzikanten.”

 

Manson was in die tijd een societyfiguur? Een celebrity?

Lake: “Celibrity is misschien een beetje overdreven, maar hij werd wel geaccepteerd door de echte celebrities. Voor velen was hij een goeroe. Een paar maanden eerder had Dennis Wilson met de andere Beach Boys in Parijs de Maharishi ontmoet. De Beatles, Mia Farrow en Elizabeth Taylor waren volgelingen van diens leer. Dennis herkende in Charlie iets wat hij in de Maharishi had gezien. Charlie gedroeg zich ook als een goeroe. Hij ‘postuleerde’ heel graag. Hij vroeg dan aan het universum op voorhand om een parkeerplaats. Als hij die dan ook kreeg, schreef hij dat toe aan zijn spirituele kracht.”

 

Was hij gewelddadig?

Lake: “Hij kon soms hevig uit zijn krammen schieten en ik moest af en toe klappen incasseren. Maar hij had geen gewelddadig karakter.”

 

Hij heeft u verkracht.

Lake: “Dat is waar. Al interpreteerde ik het op dat moment niet zo. Maar het was zeker verkrachting. Zonder twijfel. Ik wou met hem vrijen, maar hij nam me op een afschuwelijke manier, zoals ik het echt niet wou.”

 

Zag hij zichzelf als een nieuwe messias?

Lake: “Dat geloofde hij rotsvast. Wij namen ontzettend veel drugs; hij veel minder want hij had een paar bad trips achter de rug. maar ondanks zijn beperkte druggebruik was hij er van overtuigd dat hij de opvolger van Jezus Christus was. ‘Ik ben “Man Son”, de zoon van de mens’, oreerde hij. Van veel verschillende filosofieën en religies had hij zijn eigen potje gebrouwd. Wij, naiëve meisjes met iets te veel weed en acid in hun lijf dan goed voor ze was, gingen daar kritiekloos in mee. Het was allemaal zo geheimzinnig. ‘Die kerel is verbonden met het universum.’ (lacht) Hij versterkte dat mystieke alleen maar en wij begonnen echt te geloven dat hij bovennatuurlijk was.”

 

Toen The White Album van The Beatles op 22 november 1968 uitkwam, sloegen bij hem de stoppen helemaal door?

Lake: “Hij geloofde dat de Beatles vier profeten waren die met hun White Album een rassenoorlog, de Helter Skelter, aankondigden. Charlie zag zichzelf als de verlosser die de oorlog in gang moest zetten. De apocalyps bestond in zijn visie uit een bloedige strijd van blank tegen zwart. Afro-Amerikanen waren er volgens hem op uit om de macht over te nemen. Hij moest dat stoppen.”

 

Charles Manson was een white supremacist in hippieverpakking?

Lake: “Precies. De moorden in augustus 1969 moesten die rassenoorlog in gang zetten. Charlie heeft me daar nooit in betrokken, nooit iets over gezegd, nooit iets over gevraagd. Hij had daar anderen voor ‘uitverkoren’. Zij voerden de moorden nauwgezet volgens zijn instructies uit. Ik hoorde daar pas een week later over. Het was een vreselijke schok toen mijn vriendinnen Leslie Van Houten, Susan ‘Sadie’ Atkins en Patricia ‘Patty’ Krenwinkel me vertelden hoe ze Leno en Rosemary LaBianca op aansturen van Charlie hadden afgeslacht. Natuurlijk had ik gevoeld dat de stemming in The Family gaandeweg veranderd was. Charlie wou me terugsturen naar mijn ouders, maar door de drugs was ik weg van de wereld. Hij had me totaal gehersenspoeld en ik wou hem niet verlaten. Telkens wanneer ik zijn stem hoorde, steeg ik op naar de zevende hemel. Zijn liedjes speelden continu door mijn hoofd. Ik kon zijn filosofie van voor naar achter en van achter naar voor aframmelen. Hij had me compleet in zijn macht.”

 

Als hij u gevraagd om Sharon Tate te vermoorden, had u dat gedaan?

Lake: “Er is een reden waarom hij het mij niet gevraagd heeft: ik was namelijk niet erg gehoorzaam. (lacht) Natuurlijk was ik gehersenspoeld, maar ik was ook een smartass, een betwetertje.”

 

Op het proces hebt u tegen Charles Manson getuigd.

Lake: “Ik had geen moment spijt van mijn getuigenis tegen hem. Mijn opname in de psychiatrie heeft mijn leven gered. Daar ben ik van de LSD én van Charlie afgekickt. Daar verloor ik ook mijn angst voor hem. Op 5 november 1970 heb ik in het gerechtshof voor de jury getuigd over hoe het er in The Family aan toeging. Ik vertelde ook wat de andere leden me over de moorden hadden toevertrouwd. Charlie, Patty, Leslie en Sadie werden ter dood veroordeeld. Hun straffen werden later omgezet in levenslang. Sadie stierf in 2009 in de gevangenis; Leslie en Pattie zitten nog steeds in de cel. Charlie verwisselde het tijdelijke voor het eeuwige in november vorig jaar. Een paar weken geleden pas hebben ze hem begraven. Drie mensen eisten eerst zijn lichaam op. De ene was een verzamelaar van Manson-memorabilia, de andere iemand die beweerde een zoon van hem te zijn, en de derde zijn kleinzoon Jason Freeman. De rechter besliste uiteindelijk dat de kleinzoon zijn opa mocht begraven. Terecht, vind ik.”

 

Hebt u ooit contact met een van de andere leden van The Family gehad?

Lake: “Nee. De enige die ik veel later nog eens teruggezien heb, is Barbara Hoyt. Zij was ook niet betrokken bij de moorden en getuigde ook op het proces. Andere leden van the Family hebben nog geprobeerd om haar om het leven te brengen met een overdosis LSD in een hamburger. Eén van de veroordeelden heeft onlangs vanuit de gevangenis contact met mij gezocht. Tot hiertoe heb ik nog niet de moed gevonden om te reageren. Want ik weet echt niet wat ik tegen haar moet zeggen.”

 

Dianne Lake, Mijn leven met Charles Manson, Harper Collins

(c) Jan Stevens

Vergelijkbare berichten