Hooligans
Veertigers Dirk en Eddy delen vanaf hun 18e dezelfde passie: ze zijn allebei hooligan. De ene bij Royal Antwerp Football Club, de andere bij Royal Sporting Club Anderlecht. Op zondag 27 maart stonden ook zij op de trappen van de Beurs.
Dirk is 40, heeft een gezin en werkt als werfleider in de bouw. “Sommige vrienden weten waar ik mee bezig ben. Mijn collega’s niet.” Ooit was hij elitesoldaat in het Belgische leger. “Ik heb deelgenomen aan verschillende buitenlandse vredesmissies, waaronder Bosnië en Kosovo. Daar zag ik wat extremisme met mensen aanricht. Daarom vind ik het nu zo afschuwelijk dat ik in de media als extremist word afgeschilderd.”
Op zijn achttiende werd Dirk lid van de Antwerp Casual Crew (ACC), de hooligans van voetbalclub Antwerp. Vandaag is hij er een van de kopstukken. “Ik rolde er in via vrienden die ik leerde kennen op café. Zij bleken supporters van Antwerp te zijn, namen me mee naar de match en er ging een totaal nieuwe wereld voor mij open. Ik was nieuwsgierig naar het milieu van de ‘casuals’ en beleefde er intense tijden.”
Op Pasen stond Dirk tussen de andere hooligans op de trappen van de Brusselse Beurs. “Ik vond het verschrikkelijk dat ik het etiket fascist opgeplakt kreeg. Ik ben een Belg met Congolese roots en heb zelf een kleurtje. Ik ben allesbehalve extreemrechts, maar een heel normale mens.”
Vrijgezel Eddy is 42 en sinds jaar en dag lid van de Brussels Casual Services (BCS), de hooligans van Anderlecht. “Ik word een dagje ouder, waardoor ik de laatste jaren minder naar de match ga”, zegt hij. “Vijftien jaar geleden had ik een paar keer stadionverbod. Nu gebeurt er in België bijna niets meer. De politie houdt de harde kernen van de verschillende voetbalploegen sterk onder controle zodat er geen confrontaties meer zijn zoals in de jaren negentig. Niemand heeft zin in de torenhoge boetes.”
Eddy en Dirk verkiezen ‘casual’ boven ‘hooligan’. “Hooligans horen bij de jaren tachtig”, vindt Dirk. “De casuals zijn daaruit gegroeid. Met onze van geweld en spanning doordrongen subcultuur willen wij ons distantiëren van de gewone supporters. Hooligans doen alles kapot; casuals gaan in de eerste plaats de tegenstanders te lijf. Wij vernietigen niet zomaar alles. Ik heb zelf ooit één stadionverbod gehad, daarna nooit meer. In het stadion doe ik niets. Ik concentreer me op de ‘afspraken’ buiten. Aan gratuit geweld doe ik niet mee.”
Eddy: “Het samenhorigheidsgevoel geeft een echte kick, net als laten zien wie de baas is. ‘Casual’ verwijst naar een kledingstijl. We dragen bij voorkeur kledij van het merk Stone Island of Burberry. Veel mensen hebben een vertekend beeld van ons en denken dat we ons uitdossen met sjaals en petten.”
Er zitten geen skinheads in jullie groepen?
Eddy: “Dat wordt zo neergeschreven door journalisten die onze subcultuur niet kennen. Het Anderlechtse BCC is multicultureel, andere crews zijn dan weer meer rechts georiënteerd. Er zitten bij ons negers en moslims, mensen van allerlei slag. Wij zijn noch links, noch rechts; we hebben geen politieke strekking. In België vind je trouwens geen echte neonazi-supportersgroepen. Wie het tegengestelde beweert, vertelt onzin.”
Waarom demonstreerden jullie op Pasen in Brussel?
Eddy: “Uit razernij over de aanslagen. Ik vond de mars van de verzamelde hooligans een mooi initiatief. We stapten samen op met de harde kernen van Antwerp, Brugge, Standard en Gent. Je moet geen voetbalkenner zijn om te weten dat wij aartsvijanden zijn. Maar vlak na de aanslagen was er contact tussen alle kopstukken. Ze waren het er snel over eens dat ze een gezamenlijk statement wilden maken. Ze wilden tonen dat de Belgische supporters eendrachtig kunnen zijn. Op andere momenten zijn we ‘vijanden’; nu schoven we alle vetes opzij om een positief signaal de wereld in te sturen.”
Dirk: “We toonden onze solidariteit met de slachtoffers en met de veiligheidsdiensten. Die mensen die ons een heel jaar door het leven zuur maken, wilden wij nu een hart onder de riem steken. (lacht) Wij willen niet in angst leven. Wij zijn geen angsthazen, maar zo kan het echt niet verder. Dankzij de sociale media is de haat tussen de verschillende Belgische casualgroepen iets minder dan vroeger, al is het water nog altijd heel diep. Sommigen kunnen gewoon niet in een ruimte samen zitten. Voor de demonstratie tegen IS van voorbije zondag hebben we eerst een gentleman’s agreement getekend om elkaar niet in de haren te vliegen.”
Een van de redenen voor de afgelasting van de ‘Mars tegen de angst’ van Paaszondag zou jullie aanwezigheid geweest zijn.
Eddy: “Dat is mogelijk. Wij wilden toch gaan, omdat we vonden dat we anders weer toegaven aan de terroristen. Alle ploegen verzamelden zondag om één uur in Vilvoorde. Dat was een unieke, fantastische ervaring. Op een voetbalmatch kunnen we elkaars bloed drinken, maar nu waren we één grote familie. De politie was heel relaxed. Sommige agenten konden hun ogen niet geloven toen ze onze eensgezindheid zagen. We gingen heel rustig op de trein zitten. In het Brusselse Noordstation stonden militairen die we de hand schudden en een spontaan applaus gaven. Onder begeleiding van de politie stapten we naar de Beurs. De eerste halve minuut was het stil, daarna scandeerden we uit volle borst: ‘We hate IS! We hate IS!’ De mensen die daar al stonden, begrepen dat blijkbaar niet. Daarna zongen we: ‘We love Belgium!’ Pro-Belgische liederen en anti-IS-slogans. Wij leefden in de veronderstelling dat de mensen op het Beursplein dat fantastisch zouden vinden. Want wij kwamen op tegen de terreur: ‘Geen jihad in onze straat!’”
Wat voor mensen stonden er op het plein?
Dirk: “Oudere en jongere, meer van het boomknuffeltype. Geitenwollensokken. Ik begrijp heel goed dat zij er ook waren, want iedereen wil rouwen. Maar ze waren vooringenomen. Ze zagen ons in het zwart aankomen en dachten dat ze aangevallen werden. Voetbalsupporters zijn luidruchtig, dat is nu eenmaal zo. Waarschijnlijk voelden de anderen zich daardoor geïntimideerd. Ik vond het geslaagd tot we aan het Beursplein aankwamen. Daar werden we verwelkomd als het uitschot van de maatschappij.”
Eddy: “Wij hadden helemaal niets tegen die mensen op het plein. Akkoord, we protesteerden luid, staken geen kaarsjes aan en maakten geen tekeningen in krijt. We waren daar voor hetzelfde als al die anderen, maar ventileerden het op onze manier. Wij koesteren net hetzelfde gedachtegoed, alleen hebben wij een andere visie op hoe dat getoond moet worden. Maar tot onze stomme verbazing begonnen die mensen ons uit te jouwen in het Frans. ‘Fascistes, racistes.’ We hadden een banner bij: ‘Casuals against terrorism’, die we op de trappen van de beurs wilden tonen. Natuurlijk werd er gezongen: ‘Belgium hooligan’, maar dat was alleen om onze eendracht te tonen. Er wordt gezegd dat we met onze lompe voeten alle bloemen kapot trapten, wat niet waar is. We liepen er heel voorzichtig tussen. Alleen op het einde, toen de politie chargeerde en de mensenmassa de Anspachlaan in gedrumd werd, zijn er bloemen vertrappeld. We kwamen daar dus niet als een bende razende zotten toe.”
Collega’s van jullie hebben onderweg amok gemaakt in een voedingswinkel aan de Jacqmainlaan, er bier gestolen en fruit en groenten vernield. Daar zijn beelden van.
Dirk: “Toen ik de beelden van die winkel zag, dacht ik: ‘Oei, dit is fout.’ Maar ik ken het wereldje. We komen samen in een benzinestation waar het heel druk is, en hop, sommigen nemen links en rechts een drankje mee. Veel mensen hebben dat in hun leven toch al eens gedaan? Iemand die er bij was, heeft me verteld wat er precies gebeurd is. De uitbaters kregen in de gaten dat er blikjes bier werden gepikt, zagen al die gasten in hun winkel, schoten in paniek en wilden iedereen naar buiten werken. Ik begrijp hun reactie, alleen leverde het nog meer tumult op. Dit was geen georganiseerde aanval op een winkel die door Pakistani uitgebaat wordt. Degenen die eerst binnenkwamen, hebben braaf betaald. Ik vind wat er gebeurd is spijtig en ik wil het niet afhandelen als een fait divers, maar ik vind ook niet dat het moet opgeblazen worden. Er zijn filmbeelden, wie iets mispeuterd heeft, zal gestraft worden.”
Eddy: “Waarom focussen de media alleen op die negatieve uitzondering en niet op al die andere demonstranten met goede bedoelingen?”
Die samen de Hitler-groet brachten.
Eddy: “Het is mogelijk dat op het einde van de mars een paar extreemrechtse buitenstaanders in onze groep geïnfiltreerd zijn. Zij waren niet door ons uitgenodigd.”
Dirk: “Ik geloof er niets van dat onze demonstratie geïnfiltreerd was door extreemrechts. In alle casual crews leven verschillende ideeën en overtuigingen. De ene iets meer nationalistisch, de andere uiterst links. De afspraken waren duidelijk: geen slogans tegen bevolkingsgroepen. Bij ons liepen er moslims mee. Misschien was er hier en daar een eenzaat die zich niet kon inhouden om te reageren op de toeschouwers. Want zíj gaven ons de Hitler-groet. ‘Vous êtes des fascistes’, en hun rechterarm ging omhoog. Daar is alles mee begonnen. We werden bespuwd. Toen heeft misschien een van ons ook zijn arm uitgestoken.”
Op sommige foto’s staan de hooligans broederlijk naast elkaar met gestrekte arm.
Eddy: “Dat lijkt een Hitler-groet, maar is het niet. Als voetbalsupporters tijdens de match een liedje zingen of een slogan scanderen, steken ze altijd hun armen vooruit. Dat heeft niets met nazisme te maken. Ik ontken niet dat er gasten tussen zaten die expliciet wél de Hitler-groet gebracht hebben, maar de overgrote meerderheid niet.”
Dirk: “Ik kan echt niet geloven dat onze mensen daar in groep met gestrekte rechterarm stonden. Op die foto’s zie je ook mensen met een kleurtje met gestrekte arm. Dat kan toch niet? We stapten voorbij mensen van vreemde origine; die werden met rust gelaten. Waarom zouden we dan ineens allemaal samen de Hitler-groet brengen? Foto’s zijn maar foto’s. Op een match van ‘den Antwerp’ heb ik ooit één keer een man de Hitler-groet zien brengen. Hij vloog drie banken naar beneden.”
Jullie kunnen toch niet ontkennen dat flink wat hooligans het extreemrechtse gedachtengoed genegen zijn?
Eddy: “Dat kan. Sommigen houden er dan weer een extreemlinks gedachtengoed op na. Als in Molenbeek zendwagens van de televisie beschadigd worden, komt daar niets van in de media. Dan wordt gezegd: ‘Je mag ze niet allemaal over dezelfde kam scheren, want dat zijn enkelingen.’ Als er bij ons een paar jongens uit de bocht gaan, wordt heel onze groep gestigmatiseerd als een bende fascistische racisten. Ikzelf ben niet extreemrechts, wel eerder libertair. Maar als het op moslimfundamentalisme aankomt, heeft extreemrechts gelijk. Jarenlang was het een taboe om erover te spreken en werd alles in de doofpot gestopt. Die etterbuil is beginnen zwellen met alle gevolgen van dien. Ik denk dat iedereen nu tot diezelfde conclusie komt, zowel rechts als links.”
Waarom verborgen jullie je gezichten?
Eddy: “Niemand komt graag herkenbaar als casual of hooligan op tv. Als je werkgever of je familie dat ziet, zit je in de shit.”
Dirk: “Ons gezicht verbergen is een natuurlijke reflex. Casual crews staan geboekstaafd als verboden groepen. Veel van onze leden hebben een hoge functie, of een eigen bedrijf met personeel. Ze willen niet met hun gezicht in de krant. We wisten dat Brussel vol camera’s hing, dus hebben we onze voorzorgen genomen. Misschien was dat niet erg slim.”
Is een manifestatie zoals aan de Beurs voor herhaling vatbaar?
Dirk: “Ja, maar niet op die manier. We staan open voor dialoog met veel mensen. Maar met de Facebookpagina ‘Casuals United Belgium’ die opriep om dit weekend samen met het Franse extreemrechtse Génération Identité in Molenbeek te gaan demonstreren willen wij niets te maken hebben.”
Eddy: “Op dit moment zijn alle casuals verontwaardigd. We voelen ons verkeerd begrepen en door de media fout voorgesteld. Op het VTM-nieuws hoorde ik: ‘Ze hadden duidelijk agressieve plannen.’ Wat voor zever is dat? We stonden er alleen te scanderen en te roepen. Wij hadden gedacht dat al die mensen gingen meebrullen: ‘We love Belgium!’, ‘We hate IS!’ Maar nee, in plaats daarvan scheten ze ons uit. Elke keer wanneer wij begonnen te zingen, riepen zij ‘Awoert!’ en spuwden ze naar ons. Sommigen duwden ons weg en wilden onze banier wegtrekken. Toen kwam er een reactie van een van ons en die werd dan gefilmd.”
Dirk: “Op het einde liep het uit de hand, ja. Maar ik heb gehoord dat er op dat moment in Molenbeek bij de plaatselijke jongeren gemobiliseerd werd om de confrontatie met ons te zoeken. Ik vermoed dat de politie toen besloten heeft ons zo snel mogelijk te ontzetten. Kijk, als wij slechte bedoelingen hadden, waren we driehonderd meter verder, richting kanaal, gewandeld en hadden we daar flink amok gemaakt. Wat is de balans nu? Vijfhonderd zogenaamde hooligans, waarvan er één een paar tikken heeft uitgedeeld en een winkel die een beetje geplunderd is. Dat was toch een rustige Paaszondag?”
Eddy en Dirk zijn schuilnamen.
© Jan Stevens