De Boekenbeurs is dood. Leve het Boekenfestival!
Straks opent de 79e Boekenbeurs haar deuren. Stemmen binnen en buiten het boekenvak vinden dat de oude tante dringend nood heeft aan een ingrijpende facelift. “De Boekenbeurs moet niet de belangen van de uitgevers verdedigen, maar die van de lezers. Laten we ze daarom ombouwen tot een Boekenfestival.”
Vanaf zaterdag zullen opnieuw duizenden bezoekers weer en wind trotseren om zich op de Boekenbeurs in een oververhit Antwerp Expo te gaan vergapen aan boeken, schrijvers en bv’s. In 2010 klokte de beurs af op 184.000 bezoekers; vorig jaar bleven daar net geen 154.000 van over. Dat is nog steeds indrukwekkend, maar toch staan bij organisator Boek.be de lichten al een tijdje op oranje. Want voor de belangenorganisatie van het boekenvak is een commercieel succesvolle Boekenbeurs levensnoodzakelijk. Vorig jaar tekende Boek.be een recordverlies van 180.758 euro op en torste ze een schuldenlast van 569.613 euro. Het gecumuleerde verlies bedroeg 322.214 euro. Het grootste deel van haar inkomsten haalt de organisatie uit de Boekenbeurs: de integrale opbrengst van de ticketverkoop wordt door haar geïnd. Om niet helemaal kopje onder te gaan, mogen de bezoekersaantallen niet onder de 150.000 zakken.
Op het einde van de boekenbeurseditie van 2013 gooiden uitgevers Steven Borgerhoff en Kristof Lamberigts van de gelijknamige uitgeverij een knuppel in het hoenderhok. In een opiniestuk in de krant De Standaard noemden ze de Boekenbeurs ‘Bokrijk voor boekenwurmen’. “De Boekenbeurs, dat is een onprettige en oubollige bedoening”, schreven ze. “En eigenlijk weten alle betrokkenen heel goed waar dat aan ligt.” Te weinig parkeerplaatsen, een uitgeleefd Antwerp Expo, waardeloze catering en gebrek aan vernieuwing. In al die jaren dat ze deelnamen hadden Borgerhoff en Lamberigts behalve de stijgende toegangsprijs helemaal niets zien veranderen. Over hoe het dan beter kon, zwegen beide heren in alle talen.
Architect Sven Grooten van B-architecten wil wel graag brainstormen over hoe een hedendaagse Boekenbeurs er eigenlijk zou moeten uitzien. “Als Boek.be ons ooit vraagt om daarover mee te denken, zullen wij dat met plezier doen”, zegt hij. “B-architecten heeft enige ervaring: we hebben musea vorm gegeven, concepten voor tentoonstellingen bedacht en interieurs van boekhandels en uitgeverijen ontworpen.”
BV-hal
Grooten vindt verandering broodnodig. “Als er niets gebeurt, zal het bezoekersaantal verder blijven afnemen. Dertig jaar geleden was de Boekenbeurs zoals we ze nu nog kennen een uitstekend evenement om lezers in contact met boeken te brengen. Het waren de hoogdagen van het Voedingssalon en elke gemeente had zijn handelsbeurs waar de plaatselijke middenstand haar producten aanprees. Maar die beurzen zijn op sterven na dood.”
Bij Sven Grooten roept de naam ‘Boekenbeurs’ herinneringen op aan die gedateerde handelsbeurzen. “‘Beurs’ klinkt ook niet meteen consumentvriendelijk. Het is niet toevallig dat we het over het ‘Autosalon’ hebben en niet over de ‘Autobeurs’, terwijl dat allesbehalve een gezellig ingericht salon is. ‘Boekenbeurs’ associeer ik met het verhandelen van boeken, terwijl de bezoeker geen handelaar in boeken is, maar een lezer.”
De ideale Boekenbeurs ziet er volgens Grooten uit als een ideale boekhandel. “Nu is de beurs ingedeeld volgens deelnemende uitgeverijen, terwijl lezers boeken niet koppelen aan wie ze uitgeeft. Ik vind het een bizar uitgangspunt dat uitgeverijen de look and feel van de beurs bepalen en elk op hun stand hun boeken aanprijzen. De Boekenbeurs moet niet de belangen van de uitgevers verdedigen, maar die van de lezers. Niet de kracht van de uitgevers moet getoond worden, wel de kracht van het boek. Het werk van een auteur die bij verschillende uitgevers publiceert, ligt nu versplinterd over de hele beurs. Terwijl je het een liefhebber van de romans van Tom Lanoye naar zijn zin maakt als hij het integrale oeuvre van zijn favoriete auteur op een en dezelfde plek terug vindt.”
De ideale Boekenbeurs is daarom ingedeeld volgens thema of genre. “Met een ruimte die integraal gewijd is aan kookboeken, een andere aan literatuur, nog een andere aan detectives, sportboeken, jeugdboeken, strips, wetenschappelijke boeken… Met zelfs een hal vol bv-boeken.”
De ideale Boekenbeurs wordt daarenboven georganiseerd als een volbloed festival. Sven Grooten: “De huidige Boekenbeurs is veel te saai. Op de ideale beurs krijgt elk genre een curator die carte blanche heeft om een uitgebreide programmatie uit te werken waardoor bezoekers van de ene verbazing in de andere vallen en iets beleven. De curator van de sportboeken zal dan bijvoorbeeld een vooraanstaand sportjournalist zijn, denk maar aan Hans Vandeweghe, Filip Joos of Frank Raes. Elk jaar worden er nieuwe curatoren aangesteld. Laat ons de Boekenbeurs dan ook maar meteen herdopen tot het Boekenfestival, met als onderschrift: ‘De grootste boekhandel van Vlaanderen’.”
Out of the box
De kans dat architect Sven Grooten binnenkort door Boek.be uitgenodigd wordt, lijkt niet zo groot. “Bij ons overleg over de Boekenbeurs betrekken we voornamelijk mensen uit de beurswereld”, zegt Jef Maes, adjunct-directeur van Boek.be. “Binnen het boekenvak wordt te vaak enkel vanuit het product ‘boek’ gedacht. Evenementenexperts leren ons out of the box nadenken over hoe we de beleving van de lezer kunnen versterken. Natuurlijk heeft een boek een unieke aantrekkingskracht, alleen mogen we ons daar niet op blindstaren.”
Wat vindt Jef Maes van een beurs ingedeeld volgens genre? “Dat is een waardevol idee, al zijn niet alle standhouders daar even enthousiast over. Want voor de uitgevers zijn de gevolgen ingrijpend: ze zullen dan niet langer hun eigen stand hebben. Maar op termijn moet er zeker meer thematisch gewerkt worden: lezers komen voornamelijk omdat ze geïnteresseerd zijn in een bepaald onderwerp of in een auteur. Het grote voordeel van de huidige beurs is dat mensen er alle zalen bezoeken. Zo leren ze onderwerpen en boeken kennen die ze anders straal voorbij zouden lopen. Als er een thematische indeling komt, mag die niet te strak zijn, anders riskeren we dat bezoekers enkel die zalen bezoeken waar ze hun favoriete onderwerpen terugvinden. Dit jaar groeperen we trouwens al een aantal activiteiten rond het thema kinder- en jeugdboeken. Optredens van auteurs vinden nu ook bijna allemaal vlak bij de verschillende standen plaats. We willen dat nog uitbreiden.”
Sinds een paar jaar heeft boekhandelaar Wouter Cajot van de Antwerpse boekhandel ’t Stad Leest een stand op de Boekenbeurs, dit jaar heeft hij er zelfs twee. Cajot is niet vies van verandering. “Vandaag moet elke sector zich aanpassen. Dat ligt niet alleen aan het internet of de crisis, al worden die wel vaak als excuus gebruikt. Maar niet alle kledingwinkels lijden onder de concurrentie van Zalando en co.”
Wouter Cajot vindt dat er op de beurs veel scherpere keuzes in het boekenaanbod gemaakt moeten worden. “Er moet ingegrepen worden in de presentatie van de boeken én in de selectie van de titels. Wat voor zin heeft het om heel het Centraal Boekhuis voor twaalf dagen naar Antwerp Expo te verhuizen? Wij hebben geen boekenkasten, al onze boeken liggen op tafels. Ik geloof niet in kasten, die passen in een living of in een bibliotheek, niet in een winkel. Presentatie is ontzettend belangrijk: de juiste sfeer, muziek, licht, de ideale geur… In mijn boekhandel hou ik daar allemaal rekening mee. Dat zou óók moeten gebeuren op de Boekenbeurs. Kwaliteit zou er moeten primeren, terwijl het er nu vaak op het Voedingssalon lijkt. Je krijgt er bier, soep, kaas en worst mee naar huis waardoor je een week lang zelf niet hoeft te koken. Een lezer heeft daar geen boodschap aan. Ook voor de catering moeten er strenge keuzes gemaakt worden: in Antwerpen kun je de beste koffie van de wereld drinken, maar de koffie in Antwerp Expo is verschrikkelijk. Ik bezoek regelmatig beurzen in het buitenland, en daar is de catering altijd een feest. De koffie wordt dan geserveerd door lokale barista’s, het eten is biologisch en er staan verschillende foodtrucks. Slechte horeca vind je alleen nog op Franse beurzen; daar breng je ook best je eigen boterhammen mee.”
Modderpoel
Marc Verhagen is oprichter en bezieler van Luster, een jonge uitgeverij van kwaliteitsboeken. Zijn boekenbeursstand werd ontworpen door B-architecten. Verhagen is een groot voorstander van een nieuwe indeling naar genre: “Bezoekers vragen regelmatig waar ze de kinderboeken, de thrillers, of de kookboeken kunnen vinden. Dat zijn voor de hand liggende vragen die nu gewoon niet te beantwoorden zijn. Laten we daarom onder andere een literatuur-, kookboeken-, kunstboeken- en kinderboekeneiland maken. Dan zijn we meteen ook verlost van het absurde systeem dat een boek alleen op het handvol kassa’s van de uitgeversstand afgerekend kan worden, terwijl er over de hele beurs honderden kassa’s verspreid staan. Maak van die eilanden echte belevenissen en laat ze ontwerpen door designers en architecten. Te duur? Zoek dan sponsors. Laat het kinderboekeneiland sponsoren door een pretpark, het managementboekeneiland door een kantoormeubelfabrikant, het kunstboekeneiland door een kunstminnende bank.”
“Waarom laten we al die verschillende thema-eilanden niet ontwerpen door jonge designers en architecten?” vult architect Sven Grooten aan. “Zo geven we hen meteen ook kansen. De kookboekenafdeling kan er dan uitzien als een keuken of een restaurant, de romanhoek op een uit de kluiten gewassen gezellige leesplek met zetels, het stripeiland op een stripboek vol levensgrote Kuifjes. Waarom laten we Jeroen Meus of Pascale Naessens geen food-programma uitwerken? Want de kwaliteit van de catering is inderdaad allerbelabberdst. Behalve een klef broodje en een kop slappe koffie vind je er nauwelijks iets eet- of drinkbaars, terwijl al onze beste koks er hun boeken staan te promoten. Waarom worden zij niet bij de catering betrokken?”
Omdat de bezoekers daar volgens Jef Maes geen boodschap aan hebben. “Uit een enquête van vorig jaar blijkt dat ongeveer veertig procent van onze bezoekers niets kocht om te eten of drinken. Tachtig procent van degenen die wel iets kochten, gaven daar maximaal slechts twintig euro aan uit. Op een beurs moet je geen sterrenrestaurant verwachten; ook op andere grote boekenbeurzen vind je geen topkeuken. De meeste klachten komen van de standhouders en dat is omdat zij daar twaalf dagen lang eten en drinken. Er wordt trouwens wel degelijk geëxperimenteerd: zo is er dit jaar onder andere een foodtruck en een eettentje met sushi. We proberen nieuwe dingen uit, goed wetende dat slechts een beperkt publiek daar gebruik van maakt.”
Twintig jaar geleden werkte Wouter Cajot als zestienjarige jobstudent voor het eerst op de Boekenbeurs. “Toen werd er al door de standhouders over de locatie geklaagd. Veel is er niet veranderd: de parkeerplaats is een modderpoel en de gebouwen zijn uitgeleefd. Maar er is in Vlaanderen geen alternatief. Zo goed als alle andere expohallen zijn in handen van dezelfde uitbater en het zijn allemaal uitdragerijen. Duitsland en Nederland hebben een traditie van beurzen en expo’s: alle grote steden hebben er geïnvesteerd in uitstekende infrastructuur. In de loop der jaren hebben wij alleen koterijen aaneen gebouwd.”
Marc Verhagen vindt dat er dringend een nieuwe expohal gebouwd moet worden. “Voetbalclubs Gent en Genk zijn beginnen groeien na de aanschaf van een nieuw stadion. Ook de nieuwe Boekenbeurs heeft een moderne plek nodig met goede voorzieningen, voldoende parkeergelegenheid en uitstekende bereikbaarheid.”
Maar voorlopig blijft alles bij het oude. “Er zijn verbouwingen aan Antwerp Expo gepland”, zegt Jef Maes. “Die starten ten vroegste in oktober 2017. Niet aan de hallen, wel aan een nieuwe parkeertoren. De eerstvolgende twee jaar moet de Boekenbeurs dus niet op zoek naar een andere locatie. Al zal dat ooit wel moeten gebeuren.”
Sven Grooten heeft een ander idee. “Maak van het nieuwe Boekenfestival een heus stadsevenement zoals het Edinburgh International Book Festival. Verspreid de themahallen over verschillende plekken in Antwerpen. In 2001 mochten wij het modejaar vorm geven. Er waren toen vijf tentoonstellingsplekken op verschillende locaties, waar drie maanden lang een paar honderdduizend mensen op afkwamen. Antwerpen was toen dé modestad van Europa. Wat houdt ons tegen om van Antwerpen de boekenstad in plaats van de koekenstad te maken?”
Edinburgh
“In landen met uitstekende boekhandels floreren boekenfestivals”, zegt Nick Barley, directeur van het Edinburgh International Book Festival. “Want daar kunnen lezers overal boeken kopen en is er geen behoefte aan een boekenbeurs. Soms maakt zo’n beurs dan de overgang naar festival; de Guadalajara International Book Fair in Mexico is daar nu bijvoorbeeld volop mee bezig.”
Barley runt het grootste boekenfestival ter wereld. Sinds 1983 vindt het Edinburgh International Book Festival jaarlijks in augustus plaats in het grote park Charlotte Square Gardens in het centrum van de stad. “Dit jaar kregen we bezoek van 225.000 mensen uit zestig verschillende landen”, zegt hij. “We organiseren debatten met, en optredens van schrijvers. Daarnaast is er een onafhankelijke boekhandel die we zelf runnen. Festivalstad Edinburgh heeft een grote filosofische traditie en is een échte boekenstad met succesvolle schrijvers als JK Rowling en Ian Ranking. Auteurs hebben het in hun romans of non-fictie over de wereld rondom. Wij willen lezers meer inzicht geven in de maatschappij waarin ze leven. Dit jaar was ons overkoepelende thema migratie, vluchtelingen en reizen. We organiseren 800 lezingen en debatten verspreid over drie weken. De boekhandel is ondergebracht in een enorme tent en de optredens vinden plaats in overdekte theaters verspreid over het park. Het grootste theater heeft zitplaatsen voor 600 mensen, het kleinste voor 80. Na elke ontmoeting met een auteur kunnen lezers zijn boeken kopen en laten signeren. Er zijn drie grote eetcafés, een onvervalste Schotse pub en twee bars. ’s Avonds spelen er bands en vinden er toneelopvoeringen en poëzievoorstellingen plaats.”
Op het Book Festival is boeken verkopen ‘bijzaak’, al ging er op de laatste editie voor meer dan 1 miljoen euro aan boeken over de toonbank. “Onze inkomsten halen we vooral uit de ticketverkoop. Als bezoekers geënthousiasmeerd raken door ideeën, kopen ze later wel boeken in hun plaatselijke boekhandel.”
Wat denken schrijvers over de Boekenbeurs?
Chris De Stoop: “Ik signeer liever pompoenen dan boeken”
Een Boekenfestival in plaats van een Boekenbeurs. Het klinkt als muziek in de oren van auteur Chris De Stoop. “Op voorwaarde dat het geen sterrenfestival wordt waar alleen showauteurs een podium krijgen”, zegt hij. De Boekenbeurs heeft volgens hem de grote verdienste dat ze elk jaar weer het boek veel media-aandacht bezorgt. “Jammer genoeg is ze ook geëvolueerd tot een braderij die het boek tot een banaal product reduceert. In september was ik op het Eilandfestival in Antwerpen: daar stonden de auteurs en hun verhaal centraal in plaats van de boekenverkoop. Op de Boekenbeurs zijn de lezingen en debatten louter randprogramma’s van de verkoop. Het zou heel fijn zijn als de verkoop een randprogramma kon worden van de lezingen en debatten.”
In september verscheen De Stoops nieuwe boek Dit is mijn hof. “Daarom ben ik dit jaar twee dagen op de beurs aanwezig om het boek voor te stellen en er helaas ook te signeren. Ik ben net in mijn hof pompoenen aan het oogsten. Als ik zo’n grote pompoen wegschenk, zet ik er met veel plezier in zwarte stift mijn naam op. Ik signeer liever die pompoenen dan mijn boeken. Een boek is veel te delicaat om zomaar achteloos te signeren. Mijn lezers zijn trouwens niet geïnteresseerd in mijn handtekening, maar wel in de inhoud van mijn werk.”
Daan Heerma van Voss: “Ik verkies een kleinere zeewaardige boot dan een langzaam zinkende Titanic”
“Ik kan de Boekenbeurs alleen als schrijver beoordelen”, zegt de Nederlandse auteur Daan Heerma van Voss. “Ik vind het behoorlijk deprimerend om er naast de dames van K3 te zitten signeren. ’s Avonds onderweg naar huis denk ik dan: ‘Ik schrijf nooit nog een boek, want er zijn er veel te veel.’ Op de beurs lopen vooral gezinnen rond en er is altijd iemand bij met tegenzin. Ofwel sjokken de ouders tegen hun zin achter hun kinderen, ofwel volgen de kinderen tegen hun zin hun ouders. In Nederland kennen we dat fenomeen van een commerciële Boekenbeurs niet, maar we hebben hier wel bloeiende festivals. Bezoekers zijn altijd geïnteresseerd in de schrijver en zijn werk. De bezoekers aan de Boekenbeurs zijn ook ergens in geïnteresseerd, alleen is dat niet altijd in literatuur, maar heel vaak in kookboeken, strips of in iets anders. Als schrijver word je er voortdurend geconfronteerd met mensen die aan jouw werk geen enkele behoefte lijken te hebben.”
Kan een herindeling naar genre soelaas brengen? “Dat lijkt me heel logisch. De huidige indeling naar uitgever heb ik nooit begrepen. Nu is het een doolhof en lijkt het een feest van de uitgevers en niet van de lezers. Ik geef de voorkeur aan een festival met minder volk, maar wel met meer gemotiveerde mensen. Ik verkies een kleinere zeewaardige boot dan een langzaam zinkende Titanic. Kleinschaligheid werkt beter, dat bewijzen ook de festivals van Das Magazin.”
© Jan Stevens