‘Weinig Vlaamse uitgevers kunnen hun broek ophouden’
Vorige maand werd De Bezige Bij Antwerpen een bijkantoor van Nederland. Jarenlang draaide de uitgeverij verlies en mocht ze van het moederhuis zelfstandig voortbestaan. Het jaar dat ze uit de rode cijfers klom, tekende ze haar doodvonnis. ‘Ze werd een concurrent van Nederland.’
Vlak voor de start van de Boekenbeurs lekte uit dat De Bezige Bij Antwerpen niet langer als zelfstandig opererende uitgeverij van literaire fictie en non-fictie door het leven zou gaan, maar ‘opgenomen’ werd in De Bezige Bij Amsterdam. Aan uitgever Harold Polis werd voorgesteld om voortaan als ‘scout’ aan de slag te gaan, met ‘als taak om Vlaamse auteurs te acquireren en te begeleiden’. Maandagnamiddag maakte hij op zijn Facebookpagina bekend dat hij die nieuwe job weigert. “Ik heb geen plan B”, zei hij eergisteren in zijn eerste interview als ‘vrij man’ in De Morgen. “Ik heb twee maanden thuisgezeten en heb behalve een paar goede vrienden niemand gehoord of gezien.”
“Het einde van het zelfstandige De Bezige Bij Antwerpen was de kroniek van een aangekondigde dood”, zegt een bron uit de Belgische vestiging van het overkoepelende WPG-concern. “Literair uitgeven in Vlaanderen is extreem moeilijk. Een uitgeverij heeft een stevige basis van goedlopende titels nodig die het mogelijk maakt een kweekvijver op te zetten en met nieuw talent te experimenteren. Vlaanderen is daar te klein voor. Weinig Vlaamse fondsen kunnen hun broek ophouden. Zodra ze uit een groter geheel gehaald worden en op eigen benen moeten staan, komen ze in de problemen.”
Ammerlaan
In 2003 hield uitgever Harold Polis de kwaliteitsuitgeverij Meulenhoff/Manteau boven de doopvont. Het fonds zat ingebed in wat toen nog PCM België heette en werd intern gesubsidieerd met de opbrengst van commerciële successen van andere uitgeverijen. Na het uiteenvallen van PCM in 2010 werd de naam veranderd in De Bezige Bij Antwerpen. De legendarische uitgever Robbert Ammerlaan verkaste van Amsterdam naar Antwerpen. Op 1 januari 2011 ging hij op zijn 66ste als directeur van De Bezige Bij Antwerpen van start.
Ammerlaan is een van de meest succesvolle Nederlandse uitgevers van de voorbije dertig jaar. Toen hij in 1999 aan het hoofd van De Bezige Bij in Amsterdam kwam te staan, erfde hij een zieltogend bedrijf waar de omzet gezakt was tot een paar miljoen euro. In tien jaar tijd zette hij de uitgeverij terug op de sporen. Twee jaar na zijn aantreden in Antwerpen vertrok hij onverwacht met pensioen, tien maanden eerder dan hij eerst zelf had aangekondigd.
“Ze moeten hem daartoe gedwongen hebben”, zegt auteur Marnix Peeters, die in december 2013 De Bij inruilde voor Prometheus omdat hij de bui al zag hangen. “Robbert kennende moet dat verschrikkelijk hard zijn aangekomen.”
“Geen sprake van”, reageert Robbert Ammerlaan. “Het besluit om terug te treden heb ik zelf genomen en niemand anders.” Onlangs startte hij op zijn zeventigste met een gloednieuwe uitgeverij: Hollands Diep. “Het bloed kruipt waar het niet gaan kan”, zegt Ammerlaan bijna verontschuldigend. “Toch is Hollands Diep anders dan mijn werk bij De Bezige Bij. Toen leidde ik een omvangrijke literaire uitgeverij; nu vind ik het fijn om een gering aantal kwaliteitstitels uit te geven. Vandaag draait het meer dan ooit om de essentie: de inhoud.”
Geen bijkantoor
In 2013 werden er in Vlaanderen ongeveer 4,3 miljoen fictieboeken verkocht, verdeeld over 85.000 verschillende titels. De gemiddelde verkoop per titel was 51 exemplaren, wat een gemiddelde omzet opleverde van 685 euro. Niet meteen een vetpot, dus. “Ik heb met De Bezige Bij Antwerpen mijn best gedaan om te bewijzen dat Vlaanderen niet te klein is voor een literaire uitgeverij”, zegt Ammerlaan. “Ik geloof trouwens nog steeds dat dat niet het geval is. Ik was voorstander van het oprichten van De Bezige Bij Antwerpen, op voorwaarde dat die uitgeverij een zelfstandige positie had binnen het grote concern, en geen bijkantoor van Amsterdam zou zijn. Koen Clement, de ceo van WPG, was het daar helemaal mee eens.
“De afzet in Vlaanderen van een in Nederland uitgegeven boek schommelt rond 15 procent. Maar genres zoals vertaalde literatuur en goede non-fictie halen soms veel hogere percentages. Vlamingen houden van goede boeken: voor politiek, geschiedenis en filosofie is in Vlaanderen meer belangstelling dan in Nederland. De noodzaak van een serieuze Vlaamse uitgeverij voor literaire fictie en kwalitatieve non-fictie zal altijd blijven bestaan, ook al trekken veel Vlaamse auteurs liever naar Amsterdam.”
Zonder non-fictie lukt een literaire uitgeverij in Vlaanderen niet? “Dan wordt het een heikele kwestie.”
Koen Clement bevestigt dat hij Ammerlaan steunde met zijn plannen voor een zelfstandige uitgeverij. “Maar de crisis in het boekenvak heeft roet in het eten gegooid, waardoor we nu onze organisatie moeten aanpassen. Ondanks die moeilijke economische omstandigheden blijven we met De Bezige Bij Antwerpen mooi en belangrijk werk uitgeven. Als we Vlaamse auteurs echt de uitstraling willen geven die ze verdienen, moeten we ook de Nederlandse markt kunnen aanboren. Daarom wordt nu meer dan in het verleden samengewerkt tussen Antwerpen en Amsterdam. Dankzij mensen als Katrien De Loose en Suzanne Holtzer zullen we intens kunnen blijven investeren in Vlaams literair talent.”
Oude koeien
‘Big spender’ of ‘de man met een gat in zijn hand’, zijn een paar van de koosnaampjes die Robbert Ammerlaan de voorbije weken van collega’s uit het boekenvak kreeg. In de wandelgangen wordt gefluisterd dat er in 2012 onder zijn impuls 50.000 euro neergeteld werd om de in Nederland wonende veelbelovende Vlaamse auteur Ivo Victoria bij De Bezige Bij Antwerpen binnen te halen. Van Victoria’s begin dit jaar verschenen roman Dieven van vuur waren eind november in Vlaanderen ongeveer 860 exemplaren verkocht.
“Ik heb dat bedrag helemaal niet betaald”, reageert Ammerlaan. “Er zijn in het verleden wel vaker voorschotten genoemd die in de realiteit heel wat minder waren. Ik betaalde geen onverantwoord hoge voorschotten omdat ik de beperkingen van de Vlaamse markt goed ken. Er is veel Dichtung en weinig Wahrheit in al dat geklets over ‘Ammerlaans hoge voorschotten’. Die oude koe wordt telkens weer uit de sloot gehaald, maar niemand neemt de moeite om na te gaan hoeveel winst De Bezige Bij in mijn jaren gemaakt heeft. In 2003 is Meulenhoff/Manteau opgericht en vanaf 2009 had ik ermee te maken. Voor ik erbij kwam, haalde Meulenhoff/Manteau nooit meer dan 700.000 euro omzet en leed de uitgeverij jaarlijks een paar ton verlies. Toen ik De Bezige Bij Antwerpen verliet, was de omzet verviervoudigd en was er voor het eerst in tien jaar geen verlies meer.
“Natuurlijk was dat succes mede te danken aan een aantal verrassende bestsellers, zoals Daar is hij weer van Timur Vermes en Slaapwandelaars van Christopher Clark. Met de buitenlandse boeken die ik inbracht en met het Vlaamse fonds waaraan ik samen met Harold Polis werkte, zaten we op het einde aardig op de goede weg. Maar volledige zelfstandigheid van De Bezige Bij Antwerpen had ertoe kunnen leiden dat de uitgeverij tot een concurrent van De Bezige Bij Amsterdam uitgroeide. Daar waren ze beducht voor.”
Die ‘goede weg’ lijkt voor De Bezige Bij Antwerpen verder weg dan ooit: eind dit jaar wordt een verlies verwacht van 700.000 euro. “Wij doen in de krant geen uitspraken over cijfers”, zegt Koen Clement. “Laten we het er op houden dat er in het verleden goede boeken uitgegeven zijn. Om dat te kunnen blijven doen, moeten we ons huis financieel op orde zetten.”
Kneusjewinkel
Volgens de WPG-bron heerste er tussen Robbert Ammerlaan en Harold Polis gewapende vrede. “Harold heeft een enorm hart voor de zaak, en is ook een goede uitgever. Hij is trouw aan zijn auteurs, volgens sommigen iets te, waardoor hij te veel boeken van slecht verkopende schrijvers blijft uitgeven. Nieuw werk van Christophe Van Gerrewey en Maarten Inghels haalt met moeite 850 exemplaren. Joost Vandecasteele scoort iets beter. De gemiddelde verkoop schommelt tussen de 750 en 1.200 boeken per titel. Zelfs naar Vlaamse normen is dat te weinig. Als je geen voorschot betaald hebt, raak je misschien uit de kosten met 750 stuks. Maar om er iets aan over te houden, moeten er 2.000 à 3.000 verkocht worden.”
Schrijver Marnix Peeters: “Ik heb de koppige indruk dat De Bezige Bij Antwerpen van in het begin door Amsterdam als een opstandig ongewenst kind werd beschouwd. Robbert wilde geen vazal spelen en nam geen vrede met een kneusjeswinkel. In Antwerpen werd hij ook niet meteen op het schild gehesen, want: ‘Waarom komt die oude Amsterdammer zich met onze zaken bemoeien?’ Hij zat tussen hamer en aambeeld en moest veel vroeger dan voorzien het pand verlaten.
“Ik vond dat bizar: die man zette in tien jaar tijd De Bezige Bij Amsterdam terug op de rails en was de geknipte kerel om dat kunstje nog eens over te doen in Antwerpen, maar zijn vaart en enthousiasme spoorden niet met de sombere, minimalistische waarden van het Vlaamse uitgeversvak. Hij had de steun niet van Amsterdam, want ze zagen hem als concurrent, en in Antwerpen wilden ze hun eigen baas blijven. Die twee krachten hebben eendrachtig De Bezige Bij Antwerpen genekt.
“Het is dus niet het verhaal van de smerige uitgever in Amsterdam die, zijn centen tellend, het genadeschot geeft. Ze wilden van de Antwerpse tent af, en hebben gewacht tot ze klein en verlieslatend genoeg was om op te doeken, iets waar ‘men’ in de Scheldestad door het verzet tegen Ammerlaan wrang genoeg aan heeft bijgedragen.”
Klemmende omhelzing
De Bezige Bij in Amsterdam nam het Ammerlaan niet in dank af dat hij ook internationale fictie en non-fictie uitgaf. “De Amsterdamse redacteurs zagen het met lede ogen aan hoe hij boeken aankocht die zij eigenlijk wilden uitbrengen”, zegt de WPG-bron. “Ze gingen klagen bij de directie: ‘Ammerlaan kaapt op beurzen toptitels voor onze neus weg. Dat is niet de afspraak.’
“Toen hij de roman Alles wat is van James Salter voor België kocht, was voor de Amsterdamse redacteurs het hek van de dam: ‘No pasarán’, riepen ze. ‘Salter komt naar ons.’ De wrevel sloeg om in ruzie. Niet veel langer gooide Ammerlaan de handdoek in de ring.”
De recente keuze om van De Bezige Bij Antwerpen een dependance van Amsterdam te maken, komt bij Ammerlaan hard aan. “De Bezige Bij Antwerpen verdient een kans in volledige zelfstandigheid, in plaats van in een klemmende omhelzing van Amsterdam. Ik heb altijd gepleit voor die zelfstandige rol: een sterk Vlaams fonds in combinatie met internationale boeken van grote kwaliteit én allure, dat is dé sleutel voor levensvatbaarheid op de Vlaamse markt. In de jaren dat ik in Antwerpen gewerkt heb, ben ik alleen maar gesterkt geraakt in de overtuiging dat er wel degelijk plaats is voor zo’n uitgeverij. Niets houdt me tegen om in de toekomst ook in Vlaanderen als uitgever actief te blijven.”
Vingers van twee handen
Het nieuws over De Bezige Bij Antwerpen was nog niet koud of het Vlaamse Lannoo liet weten dat het met een nieuwe literaire uitgeverij van start gaat. Directeur-uitgever van dienst is de 49-jarige Johan Ghysels. “Ik ben 23 jaar uitgever lifestyle bij Lannoo”, zegt hij. “Ik heb kookboeken van onder anderen Koen Crucke, Piet Huysentruyt en Pascale Naessens uitgebracht. Van jongs af heb ik een passie voor literatuur. Dit literair fonds mogen uitbouwen, voelt als thuiskomen.”
Meer dan een jaar geleden besliste Lannoo al om een literaire uitgeverij in de steigers te zetten. “We willen niet opportunistisch de leegte invullen die De Bezige Bij Antwerpen achterlaat. Als we in alle segmenten van de boekenmarkt sterk willen staan, moeten we ook in fictie iets betekenen. Een paar jaar geleden hebben we in Nederland Meulenhoff en de Boekerij overgenomen, waardoor we sowieso een fraai fictieaanbod hebben, maar die titels zijn geselecteerd door Nederlandse redacteurs.”
Zitten Vlaamse auteurs niet liever bij een Nederlandse uitgever in de hoop dat hun boeken ook daar verkocht zullen worden? “Voor veel Vlaamse schrijvers lijkt het gras groener aan de andere kant van de Moerdijk. Nederland heeft 16 miljoen potentiële lezers en Vlaanderen ‘maar’ 6 miljoen. Alleen zijn de Vlaamse schrijvers die bij een Nederlandse uitgever onderdak gevonden hebben én er succesvol geworden zijn, op de vingers van twee handen te tellen.”
Vrije tijd
Om rendabel te zijn, moet een literaire uitgeverij in Vlaanderen bijna een miljoen euro omzet halen. Johan Ghysels: “Een succesvol boek in Vlaanderen haalt een gemiddelde verkoop van 2.000 exemplaren. Van elk boek dat 20 euro kost, houden we 10 euro over. Als we volgend jaar twintig behoorlijk succesvolle boeken zullen uitgeven, zal ons dat 400.000 euro opleveren. Dat is nog geen tiende van wat we vandaag aan kookboeken overhouden. Rekening houdend met druk-, marketing-, redactie- en personeelskosten betekent dat verlies, terwijl we naar Vlaamse literaire normen wel goed gewerkt hebben.”
Vorige week verspreidde Boek.be het hoerabericht dat boeken de voorbije twaalf jaar alleen maar goedkoper geworden zijn, gebonden romans zelfs 14 procent goedkoper. Ghysels vindt dat allesbehalve goed nieuws. “Voor uitgevers is dat problematisch. Een roman is een verhaal geschreven door een individu, en vraagt intense begeleiding. Je moet een persoonlijke band met je auteur ontwikkelen en je spreekt lang over intieme dingen. In de productie van één roman kruipen ontzettend veel werkuren.”
Staan de auteurs van De Bezige Bij Antwerpen nu in de rij? “Ik werk geen lijstje van auteurs af die ik wil weghalen bij de concurrentie. We bouwen aan ons eigen verhaal: mensen moeten spontaan naar ons toe komen omdat ze ons interessant vinden. Het is niet omdat je net als in het voetbal een veelbelovende schrijver voor veel geld bij een andere uitgever weghaalt, dat hij zal scoren. Wij behandelen onze auteurs gelijk: ze krijgen de normale marktvergoeding of 10 procent op de verkoopprijs. Op auteursrechten moet maar 15 procent roerende voorheffing betaald worden, dat is voor schrijvers aantrekkelijk.”
Hoezo aantrekkelijk? Een auteur die van een boek 2.000 exemplaren à 20 euro verkoopt, verdient daar zonder werkbeurs dus hoogstens 3.400 euro mee. Dat is toch belachelijk weinig? “Schrijven is een passie, veel mensen doen dat in hun vrije tijd. De basis van het boek vloeit er in een paar honderd uur uit. De meesten blijven vervolgens vijlen aan de tekst en investeren nog eens vijf keer zoveel tijd in eindredactiewerk dat op de uitgeverij kan gebeuren. Als een schrijver dan zijn uurloon uitrekent, is dat inderdaad belachelijk weinig.”
© Jan Stevens