“Ze vroegen of ik Klanleider wou worden”
Eind jaren zeventig infiltreerde de zwarte politieman Ron Stallworth een half jaar lang in de Ku Klux Klan. Met de openingszin ‘Ik haat niggers en alle anderen die geen zuiver Arisch bloed door hun aderen hebben stromen’ brak hij het ijs en schopte hij het bijna tot Klan-baas.
Op een dag in oktober 1978 las de toen 25-jarige undercoveragent Ron Stallworth een advertentie in de plaatselijke krant van Colorado Springs, een stad middenin het Wilde Westen van de VS. “Het was niet meer dan één zin”, zegt hij. “’Ku Klux Klan – For Information Contact – P.O. Box 4771 – Colorado 80230.’ Ik voelde meteen nattigheid. Het was duidelijk dat de Ku Klux Klan (KKK) plannen had om een lokale afdeling bij ons op te richten. De KKK stond met verschillende moorden op zwarten geboekstaafd als een terroristische groep. Ik vond het mijn taak om als undercoverdetective die club van binnenin te gaan observeren om zo te achterhalen wat hun plannen in mijn stad waren.”
Een zwarte die infiltreert in een club racisten. Erg vanzelfsprekend is dat niet.
Ron Stallworth: “Nee. Ik schreef een brief waarin ik me voorstelde als een blanke man die graag lid wou worden van de Ku Klux Klan. Ik gebruikte alle haatwoorden waar ze zo dol op zijn. Ik schreef dat ik alle ‘minderwaardige rassen’ verafschuwde. Ik ondertekende met mijn echte naam, Ron Stallworth, in plaats van met een van mijn courante undercovernamen, zette er mijn undercovertelefoonnummer bij en deed de brief op de post.”
Was de Ku Klux Klan in de jaren zeventig en tachtig nog een machtige organisatie?
“Haar hoogtepunt beleefde ze in de jaren vijftig en zestig. Ze werd beschermd door rechtse politici en veel agenten waren lid. Eind jaren zeventig was haar macht aan het tanen.
Een week nadat ik de brief gepost had, rinkelde de telefoon. De man aan de andere kant van de lijn stelde zich voor als Ken, organisator van de plaatselijke KKK. Hij vroeg waarom ik lid wou worden. Ik antwoordde: ‘Ik haat niggers, Joden, Mexicanen, spics (Spanjaarden), chinks (Chinezen), en al die anderen die geen zuiver Arisch bloed door hun aderen hebben stromen.’ Ik voegde eraan toe: ‘Mijn zus vrijt met een nigger. De gedachte dat hij zijn vuile zwarte poten op haar reine blanke lichaam legt, maakt me razend.’ Blijkbaar had ik de juiste snaar geraakt. ‘Je bent precies de kerel die we nodig hebben’, jubelde Ken. ‘Wanneer kunnen we elkaar ontmoeten?’ We spraken af voor de week erna op de parking van een eettent. Ken zei me ook nog dat het lidgeld voor een jaar 30 dollar zou bedragen, en dat ik mijn eigen kap en mantel moest bekostigen. Hij vertelde dat de Klan plannen had om op verschillende locaties in Colorado Springs vijf meter hoge kruisen te verbranden om de inwoners van de stad van haar aanwezigheid op de hoogte te brengen.”
Bij een live-ontmoeting met Ken was uw cover toch meteen opgeblazen?
“Ik ging niet zelf, maar stuurde mijn blanke collega Chuck. Hij had dezelfde bouw als ik, en als undercoveragent was hij gespecialiseerd in drugs. Samen hebben we die ontmoeting tot in de kleinste details voorbereid.”
Was u dan niet bang dat Ken zou horen dat hij met iemand anders sprak?
“Ik had mijn rol van blanke racist aan de telefoon zo goed gespeeld dat Ken het gewoon niet doorhad dat hij met twee mensen met verschillende stemmen te maken had. De meeste Klanleden stonden niet vooraan toen de hersenen uitgedeeld werden. (lacht) Collega Chuck alias Ron werd op de parking van de eettent opgehaald door een man met een pick-up. Chuck had een zendertje en ik zat met twee collega’s in een andere auto. We volgden hen een paar kilometer verder naar een café dat door de Klan ingepalmd was als clubhuis. Daar ontmoette Chuck Ken in levende lijve. Er volgde een afschuwelijk gesprek over niggers. Chuck alias Ron doorstond de test met glans en vanaf dan was Ron Stallworth een volwaardig KKK-lid. In de talloze telefonische contacten met belangrijke en minder belangrijke Klan-leden nam ik de honneurs waar. Als het echt niet anders kon, trad Chuck live op.”
Ze hebben nooit aan u getwijfeld?
“Nee. Ik sprak net als een blanke racist. Vooral die eerste telefoongesprekken moesten goed zitten. Ik gaf hen direct het gevoel dat ik one of the boys was. Op een bepaald moment vroeg de plaatselijke leider van de Klan me of ik hem wou opvolgen, maar dat aanbod heb ik afgewimpeld, want als politieman riskeer je zo in plaats van infiltrant ‘uitlokker’ te worden, wat illegaal is.”
Een dag na de ontmoeting met Ken hing u al aan de telefoon met de grote baas van de Ku Klux Klan.
“Ken vertelde me tijdens ons eerste telefoongesprek al dat in januari 1997 hun grote leider of Grand Wizard David Duke de stad met een bezoek zou vereren. In zijn studententijd was Duke al openlijk een neonazi en hij is een white supremacist, een volbloed blanke racist, gebleven. Hij ruilde de neonazi’s in voor de bloedbroeders van de Ku Klux Klan en schopte het tot Grand Wizard.”
Hebt u, gehuld in een wit kleed en met een puntmuts op, samen andere Klan-leden kruisen verbrand?
“Nee, dat durfde ik niet. Bijna al mijn contacten met de KKK verliepen via de telefoon, ook die met David Duke. Het zou trouwens tot 2006 duren voor Duke te weten kwam dat een zwarte man eind jaren zeventig in zijn organisatie geïnfiltreerd was. Op de dag dat hij als Grand Wizard Colorado Springs met een bezoek van een uur of zes ‘vereerde’, 10 januari 1979, was ik zijn bodyguard. (lacht) Zijn bezoek vormde een risico, ons corps kampte met personeelsgebrek en dus kreeg ik tegen mijn zin opdracht hem te bewaken. Die dag was ik als zwarte agent bijna continu omringd door Klan-leden die ik als ondergronds racistisch medelid de weken ervoor aan de telefoon de pieren uit hun neus gevraagd had. Ik voelde me niet op mijn gemak, maar niemand herkende me. Ik schudde Duke de hand. Hij deed dat op Klan-wijze: met zijn wijs- en middenvinger drukte hij op mijn pols. Ik vroeg hem of hij samen met mij op de foto wou. Hij stemde ermee in. Ik legde mijn hand over zijn schouder en dat vond hij niet leuk. Hij leek plots te beseffen dat hij het niet kon maken om als notoir racist naast een zwarte te poseren. Hij probeerde de camera te grijpen, werd woest en keerde zich tegen mij. ‘Als je me durft aan te raken, arresteer ik je voor mishandeling van een agent’, beet ik hem toe. ‘Dan beland je voor vijf jaar in de cel.’ Met ogen vol haat staarde hij me aan, maar hij liet me met rust. Dat was mijn moment de gloire: De Grand Wizard van de Ku Klux Klan was moreel en mentaal verslagen door de persoon die hij het meest verachtte: een zwarte man.”
Ku Klux Klan: nog steeds alive and kicking
Van bij de oprichting van de KKK in 1865 in de staat Tennessee staan rassenhaat, antisemitisme en de verering van het Arische blanke ras centraal.
De organisatie ontstond vlak na de burgeroorlog, na de afschaffing van de slavernij.
De economische crisis in de jaren 30 gaf de KKK een boost. Op haar hoogtepunt telde de club zes miljoen leden die op geregelde tijdstippen gehuld in habijt en puntmuts kruisen verbrandden en zwarten opknoopten.
Vandaag is de KKK over Amerika versnipperd in 180 verschillende clubs, met ruim 10.000 leden.
Ron Stallworth
Geboren in 1953. Hij was in 1975 de allereerste zwarte politieman in de geschiedenis van het Colorado Springs Police Department (CSPD) die meer mocht doen dan het verkeer regelen en het op 22-jarige leeftijd tot rechercheur schopte.
De jonge, ambitieuze Ron werd ingeschakeld bij de undercoverpolitie en infiltreerde drugsbendes en zware criminele organisaties.
In 2005 ging hij met pensioen.
Ron Stallworth, Black Klansman, Police and Fire Publishing
© Jan Stevens