‘Desender was soms door haaien omringd’
De oprichter en pas aan de kant gezette topman van het zieltogende Electrawinds bouwde niet alleen windmolens en biomassacentrales. Achter de schermen ontpopte Luc Desender zich ook tot investeerder in een oliepalmplantage. ‘Hij was misschien iets te goedgelovig en had zich beter moeten laten begeleiden.’
Coup de théâtre donderdag 26 december op de Oostendse afdeling van de rechtbank van koophandel van Brugge. Het noodlijdende groenestroombedrijf Electrawinds krijgt drie maanden bescherming tegen schuldeisers, maar stichter en ceo Luc Desender moet opstappen. Zijn plaats wordt ingenomen door drie gerechtsmandatarissen. Die krijgen ruime bevoegdheden en moeten tegen uiterlijk 20 februari 2014 een reorganisatieplan voor de onderneming uittekenen. Luc Desender verliest niet alleen zijn plaats in de raad van bestuur, hij mag ook geen enkele beslissing meer nemen in het kader van de continuïteit van het bedrijf.
De rechtbank verwijt Desender ‘zware tekortkomingen’ en baseert zich daarvoor op een mail van financier-achter-de-schermen Jos Sluyts aan Goedele Ertveldt, hoofd private equity bij Belfius. Daarin schrijft Sluyts dat de aandelen van ‘Luc DS’ gecontroleerd worden door zijn investeringsmaatschappij Saffelberg Investments, maar ook door Alba, de families achter Vlaeynatie en Baltisse, het investeringsfonds van vloerbedekkingsmagnaat Filip Balcaen. De rechtbank concludeert daaruit dat Desender niet langer handelt in het belang van de vennootschap Electrawinds maar in dat van zijn privéschuldeisers, met name de investeringsvehikels van Sluyts, Vlaeynatie en Balcaen. Of Luc Desender als bestuurder ook grove fouten gemaakt heeft, laat de rechter voorlopig in het midden.
‘Mijnheer Desender is zwaar aangeslagen’, reageert zijn advocate, die nadrukkelijk vraagt haar naam niet te vermelden. ‘De druk op zijn schouders is gigantisch.’ Desender leeft ondergedoken voor de media en wil pas na lang aandringen via zijn raadsvrouw op een aantal vragen antwoorden. ‘De rechtbank zegt niet dat bewezen is dat Luc Desender zijn aandelen in onderpand gegeven heeft’, zegt de advocate, ‘maar alleen dat hij in het belang van het bedrijf vervangen wordt. Als de rechtbank het over ‘zware tekortkomingen’ heeft, wordt niet alleen Luc Desender geviseerd, maar de hele raad van bestuur. Je zou kunnen stellen dat mijn cliënt in eigen belang gehandeld heeft, maar je kunt dat net zo goed zeggen over de banken of andere aandeelhouders. Luc Desender is een ondernemer in hart en nieren die graag risico neemt en bedrijven uit de grond stampt. Het jammere is dat hij zich voor financieel advies nooit goed heeft laten omringen. Hij beseft dat nu ook.’
20.000 frank
Ook op het toppunt van zijn succes liep Luc Desender de deuren van kranten en tijdschriften niet plat. Af en toe gaf hij wel interviews waarin hij zijn weg van eenvoudige garagist tot succesvol en duurzaam ondernemer beschreef. Hij startte zijn carrière naar eigen zeggen met 20.000 frank spaargeld (500 euro) die hij als tiener met voetballen bij SV Loppem verdiend had. ‘Daarmee kocht ik een oude auto die ik tunede en met winst heb verkocht.’ Een jaar later baatte hij een benzinestation en een handel in tweedehandsauto’s uit. Hij kocht aftandse BMW’s voor 2000 frank op en verkocht ze in Spanje voor het tienvoudige van de prijs. Na de val van de Muur herhaalde hij datzelfde kunstje in Hongarije. In 1991 nam hij de kwakkelende VW-garage Brugs Motoren Bedrijf (BMB) over. Snelle groei was toen al zijn credo: in een jaar tijd dreef hij de autoverkoop op van 180 naar 530 exemplaren. ‘In onze topjaren kwamen we aan 850 auto’s per jaar.’ Niet slecht voor een doodgewone jongen die zijn studie A1-automechanica nooit afmaakte.
Desenders zelf gecultiveerde legende wil ook dat de ‘selfmade man’ het idee voor Electrawinds kreeg nadat hij halverwege de jaren negentig niet aan een vergunning was geraakt voor een windmolen naast zijn gloednieuwe garage. ‘In het concept van de nieuwe garage stond milieuvriendelijkheid centraal. Wij waren van plan om een windmolen voor onze eigen elektriciteitsvoorziening te plaatsen, maar dat bleek moeilijk realiseerbaar.’ Desender leerde Luc Dewilde kennen, toen onderzoeker aan het departement stromingsmechanica van de VUB. Samen trokken ze op zoek naar een geschikte locatie voor een windmolenpark. De samenwerking met Dewilde zou voor Desender strategisch een interessante keuze blijken te zijn, want de ingenieur werkte met een aantal andere onderzoekers vanaf 1998 in opdracht van de Vlaamse regering aan het Windplan Vlaanderen. Bedoeling was om in kaart te brengen welke regio’s in Vlaanderen het meest geschikt zijn voor de bouw van windmolenparken. In december 2000 stelde toenmalig minister van Energie Steve Stevaert (SP.A) het eindrapport voor. Luc Dewilde en zijn collega’s waren het er roerend over eens: Luc Desenders provincie West-Vlaanderen had de beste troeven voor de bouw van windturbines.
Montmeyran
Van bij de start van Electrawinds eind 1998 zag Luc Desender het groots. Hij wilde met zijn onderneming evenveel duurzame elektriciteit opwekken als een doorsnee kerncentrale. Met projecten alleen in Vlaanderen was dat onmogelijk, dus richtte hij filialen op in Portugal, Italië, Griekenland, Roemenië, Bulgarije en Afrika. Jaar na jaar moest de omzet verdubbelen. Voor 2006 mikte hij op een omzet van 22,8 miljoen euro, voor 2007 op 55 miljoen euro en voor 2008 gokte hij op 150 miljoen euro. In werkelijkheid raakte hij nooit verder dan ruim 110 miljoen. Daartegenover stond eind 2012 een schuld van 360 miljoen.
De snelle groei kostte handenvol geld. Dat haalde Desender vooral op bij zakenvrienden. Via overheidsinvesteringsvehikels zoals de Vlaamse investeringsmaatschappij GIMV, de federale participatiemaatschappij FPIM en het infrastructuurfonds DG Infra ontving Electrawinds ruim 150 miljoen belastinggeld. Desender stelde zichzelf graag voor als brave huisvader, wiens grote ideaal het was om de familiale sfeer in zijn bedrijf te behouden. ‘Samen de schouders onder een project zetten en niet op de uren kijken, is het geheim achter ons snelle succes’, zei hij in december 2006. Maar ook zuinigheid haalde hij aan als sleutel tot dat succes, want net als bij om het even welke traditionele West-Vlaamse familie, ‘hield hij de werking van Electrawinds sober en bespaarde hij op de kosten’.
Achter de schermen hield Desender de vinger iets minder op de knip. Zo kocht hij vlak bij het Zuid-Franse dorp Montmeyran een landgoed van 18.000 m², met zwembad, tennisveld en sauna. ‘’Landgoed’ is lichtjes overdreven’, vindt zijn advocate. ‘Toen de Franse overheid in de jaren negentig de TGV in het binnenland doortrok, heeft ze heel wat eigendommen voor een appel en een ei te koop gesteld. Luc Desender heeft daar toen een huisje gekocht.’ Op 18.000 m²? ‘De woning die erop staat, is niet zo groot. Hij betaalde er in 1999 90.000 euro voor. Desender was trouwens niet de enige die toen iets gekocht heeft, nog Vlaamse ondernemers hebben daar op hetzelfde moment hun voordeel gedaan. Desender heeft indertijd een garage grootgemaakt en verkocht. Het geld van die verkoop is nu zijn privékapitaal waarmee hij investeert. Hij heeft daarvoor nooit overheidsgeld gebruikt. Alle vennootschappen waarin hij participeert, hebben op herhaalde tijdstippen fiscale controles gekregen. Altijd zonder negatief gevolg.’
Volgens onze informatie heeft Desender in 2008 ook geïnvesteerd in een gloednieuw 26 meter lang superjacht, een Sunseeker 86, met luxueuze logeerplaatsen voor tien gasten en een vierkoppige bemanning onder leiding van kapitein Edward Noble. Huidige waarde: ruim twee miljoen euro. Desender zou de JUSTENI naar zijn kinderen Julie, Steve en Nick vernoemd hebben en hem aangemeerd hebben in een jachthaven in het zuiden van Frankrijk. ‘Verschillende cliënten charteren de JUSTENI’, reageert kapitein Noble op onze vraag of hij iets meer wil vertellen over het jacht. ‘Doordat elk contract vertrouwelijkheidsclausules bevat, kan ik geen informatie uitwisselen met iemand die de contracten niet ondertekend heeft.’
‘Luc Desender heeft aandelen in een vennootschap die aan bootverhuur doet’, zegt zijn raadsvrouw. ‘De boten van deze vennootschap zijn volledig verworven met een lening. Via de verhuur worden de leningen afbetaald. En wat hij in zijn vakanties doet, is zijn zaak.’
Palmolie
‘Groen binnen de grenzen van het economische.’ Zo omschreef Luc Desender zichzelf in februari 2007 in een interview met De Tijd. Een paar maanden later maakte Electrawinds bekend dat het bij chocoladeproducent Barry Callebaut in Wieze fors wou investeren in een biobrandstofcentrale die op palmolie zou draaien. Electrawinds sloot daarvoor een joint venture met Wilmar, een van de grootste palmoliebedrijven ter wereld. Toenmalig SP.A-voorzitter Johan Vande Lanotte had naar eigen zeggen bemiddeld tussen Electrawinds en Barry Callebaut. Op de voorstelling van het project zong hij de lof van palmolie. ‘Zo kunnen we het gebruik van fossiele brandstoffen in België terugdringen.’
Het gebruik van palmolie voor elektriciteitsproductie is omstreden, omdat bossen in ontwikkelingslanden massaal sneuvelen voor de aanleg van nieuwe oliepalmplantages. Maar Wilmar garandeerde dat zijn productie in Indonesië duurzaam verliep. In juli 2007 publiceerden de Nederlandse Vereniging Milieudefensie en twee Indonesische ngo’s een rapport waarin ze Wilmar ervan beschuldigen bossen in Indonesië af te branden om er plantages te kunnen aanleggen. ‘We hebben nog geen palmolie gebruikt en onderzoeken de beschuldiging’, reageerde Luc Desender op de aantijgingen aan het adres van zijn partner, waarna het stil werd. In december 2007 ging de bouw van de biobrandstofcentrale op palmolie van start. Twee maanden geleden riep milieuorganisatie Greenpeace onder meer Colruyt, Delhaize, Lotus en Lutosa op om palmolie van producent Wilmar te weren. Volgens de organisatie is de palmolieteelt in Indonesië de belangrijkste oorzaak van ontbossing en bedreigt ze de Sumatraanse tijger, waarvan er nog amper vierhonderd exemplaren rondlopen.
Het voorbije decennium is palmolie big business geworden. Jarenlang schommelde de palmolieprijs rond 500 dollar per ton, maar onder invloed van de stijgende vraag als alternatief voor fossiele brandstoffen en de schaarste aan geschikte grond voor palmolieplantages, klom de palmolieprijs in 2008 gezwind tot 1400 dollar. In 2009 zette Luc Desender zijn eerste stappen als palmolieproducent.
Plantage op São Tomé
Op dinsdag 6 oktober 2009 maakte de Antwerpse notaris Frank Liesse de oprichtingsakte op van de naamloze vennootschap STP Invest, met als startkapitaal 1,8 miljoen euro. Oprichters waren Luc Desender en Paul Vandekerckhove, ex-Picanol, sinds 2006 als een van de hoofdaandeelhouders lid van de raad van bestuur van Electrawinds en in 2010 na Vande Lanotte zelfs even voorzitter.
Bestuurders van STP Invest waren nv LDS, de managementvennootschap van Luc Desender, nv Buraco van Paul Vandekerckhove en nv Socfinco, die vertegenwoordigd werd door haar directeur Luc Boedt. Socfinco is onderdeel van de Socfin groep, de ‘Société Financière des Caoutchoucs’, die haar roots heeft in de Belgische kolonisatie van Congo en nu vooral in Afrika een belangrijke exploitant van oliepalmplantages is. In juni van dit jaar beschuldigden 11.11.11 en Oxfam de onderneming ervan medeplichtig te zijn aan landroof. Socfin zou in het Afrikaanse land Sierra Leone 20.000 hectare landbouwgrond hebben afgekocht van de lokale overheid, waardoor de plaatselijke boeren hun land niet langer konden bewerken en het moesten stellen met een huur van 5 euro per hectare per jaar.
Twee weken na de oprichting van STP Invest sloten Desender en co een joint venture met de regering van São Tomé e Principe, een paradijselijk eiland voor de westkust van Afrika. Agripalma Lda werd boven de doopvont gehouden, waarbij 88 procent van de aandelen in handen kwam van STP Invest. Voorzitter van de raad van bestuur van Agripalma werd Paul Vandekerckhove.
Agripalma Lda kreeg de concessie over 5000 hectare land. Het plan was om alle bomen te kappen en te vervangen door een oliepalmplantage. ‘Een regelrechte aanslag op de biodiversiteit’, zegt Luís Costa, directeur van de Portugese afdeling van vogelbeschermingsorganisatie Birdlife. ‘Agripalma kapt het secundaire tropische woud dat grenst aan het Nationaal Park Obó. Het bedrijf claimt een vergunning te hebben van de regering, maar dat is niet verwonderlijk: die is medeaandeelhouder. Het Obó-park beslaat een derde van het eiland en huisvest een aantal van de meest bedreigde vogelsoorten ter wereld. We vrezen dat de houtkap die vogels fataal wordt. We hebben Agripalma toestemming gevraagd om de vogelbestanden op hun concessie in kaart te brengen. Ze gingen daarmee akkoord. Nu zijn we met hen en de regering aan het onderhandelen. Maar er is al veel kwaad aangericht en voorlopig gaan ze gewoon door.’
In 2009 klopte Agripalma voor steun aan bij BIO, de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingssamenwerking. Met succes: BIO schreef een lening van 1,5 miljoen euro voor de uitbouw van de oliepalmplantage uit en schonk daarbovenop een beurs van 150.000 euro voor ‘environmental and social management’.
Geen missionarissen
Op 13 december 2013 publiceerde het Belgisch Staatsblad een mededeling van STP Invest. Daarin maakte de nv bekend dat met ingang van 22 oktober 2013 Socfinaf (onderdeel van Socfin) enige aandeelhouder geworden is, dat Socfinco, LDS (Desender) en Buraco (Vandekerckhove) niet langer bestuurders zijn en dat de lakens voortaan uitgedeeld worden door Luc Boedt. ‘Die overname is geen gevolg van de huidige perikelen bij Electrawinds’, zegt Boedt. ‘Luc Desender heeft zich nooit veel van Agripalma aangetrokken en Paul Vandekerckhove had van plantages niet veel kaas gegeten, dus hebben wij alles in handen genomen.’
Waarom zijn ze er dan ooit mee van start gegaan? ‘Dat moet u hen vragen. De oorspronkelijke bedoeling van het project is om werk te geven aan de plaatselijke bevolking. Natuurlijk willen we er op termijn ook iets aan verdienen, we zijn geen missionarissen. Desender en Vandekerckhove hebben bij mij aangeklopt voor mijn knowhow. Wij zitten al jaren in de ontwikkeling van oliepalmplantages.’
Het startkapitaal van STP Invest kwam van Desender en Vandekerckhove? ‘Ja. Hoeveel dat was, weet ik niet. Ik ben geen cijferman, maar een landbouwman. Ik vermoed dat Socfin nu ook wel iets betaald zal hebben voor de overname van de aandelen.’
Luc Boedt ontkent dat Agripalma tropisch woud kapt. ‘Het gaat over een oude palmolieplantage uit de jaren tachtig die heraangelegd wordt. We doen dat op vraag van de plaatselijke regering die zo werkgelegenheid wil creëren. Wij willen de lokale markt voorzien van vegetarische olie. De rest wordt geëxporteerd naar Nigeria, Kameroen, Togo en Ivoorkust. Doordat de plantage verwilderd is, hebben zich op sommige plaatsen vogelpopulaties gevestigd. We praten daar nu over met Birdlife.’
Wie heeft de investering van 1,5 miljoen bij BIO onderhandeld? Luc Boedt: ‘Desender en Vandekerckhove.’
Volgens BIO zelf is de financieringsaanvraag ingediend door Luc Boedt en Paul Vandekerckhove. ‘Luc Desender heeft nog nooit van BIO gehoord’, reageert de raadsvrouw van Desender. ‘Hij is wel een van de mede-investeerders in STP Invest. Desender en Vandekerckhove zijn daarvoor benaderd door Luc Boedt. Luc Desender heeft niet meer gedaan dan investeren.’
STP Invest is nochtans door Desender en Vandekerckhove opgericht en niet door Boedt. De advocate: ‘Luc Desender zegt dat Luc Boedt bij hem is komen aankloppen. Zijn raadgevers vonden dat een goed project. Hij is eruit gestapt wegens gebrek aan tijd. Desender stond altijd open voor nieuwe dingen en dacht ver vooruit. Hij is technisch zeer onderlegd en geloofde dat het wel goed zou komen. Hij was misschien iets te goedgelovig en had zich beter moeten laten begeleiden. Soms was hij ook door haaien omringd, maar had hij dat niet door.’
(c) Jan Stevens