De groene revolutie van Ontario

Met haar ambitieuze Green Energy Act uit 2009 hoopte de regering van Ontario op een heuse groene energierevolutie. Door massaal over te schakelen naar wind- en zonne-energie wou de Canadese provincie in drie jaar tijd 50.000 nieuwe arbeidsplaatsen creëren om zo uit te groeien tot de sterkste groene economie van Noord-Amerika. Eind 2012 klokte ze af op ruim 30.000 jobs. “Zonder financiële crisis hadden we onze doelstellingen gehaald.”

zonne-energiepark in Ontario“Onze Green Energy Act inspireerde Al Gore er toe om Ontario uit te roepen tot dé Noord-Amerikaanse leider in hernieuwbare energie.” De in milieu gespecialiseerde advocaat David Donelly leunt zichtbaar fier achterover in zijn stoel in zijn ruime kantoor in de provinciehoofdstad Toronto, want hij hield de pen vast bij het schrijven van de wet. “Onze energieminister was lichtjes wanhopig toen hij me om hulp kwam vragen”, lacht hij. “Talloze pogingen om hernieuwbare energiebronnen zoals wind en zon in de provincie te introduceren, waren grandioos mislukt. De regering had in 2006 een aantal maatregelen genomen die de installatie van duurzame energiebronnen aantrekkelijker moest maken, maar ze haalden niets uit. De tarieven die producenten voor de productie van hun hernieuwbare energie mochten aanrekenen, waren veel te laag. Het sop was de kool niet waard om met een groen energieproject van start te gaan. Investeerders moeten de garantie hebben dat hun inkomsten min of meer stabiel zullen zijn, anders kunnen ze beter op de loterij spelen. Een aantal Europese landen hebben ervaring opgedaan met een ‘teruglevertarief’: bedrijven of burgers die zonnepanelen installeren of windmolens plaatsen, krijgen een jarenlange gegarandeerde tariefprijs van de overheid die hoger ligt dan de marktprijs voor elektriciteit opgewekt door fossiele of nucleaire brandstof. De enige bedoeling van het teruglevertarief is om mensen en ondernemingen ertoe aan te zetten te investeren in duurzame energie. Denemarken is de echte pionier van het vaste teruglevertarief: 20% van de totale energiebehoefte wordt er nu door groene stroom gedekt.”

Ontario was de allereerste regio die in 2009 met zijn Green Energy Act het teruglevertarief in Noord-Amerika introduceerde. David Donelly: “De terugleververgoeding garandeert de investeerder in duurzame energie dat hij 20 jaar lang zijn elektriciteit uit groene elektriciteit aan de overheid kwijt kan tegen een vast tarief. Het tarief wordt gefinancierd door een kleine bijdrage op de elektriciteitsfacturen van alle elektriciteitsconsumenten. Elke inwoner van Ontario die zonnepanelen op zijn dak legt, heeft de garantie dat zijn systeem aangesloten moét worden op het elektriciteitsnet. De gemeente is ook verplicht om elke burger of elk bedrijf de toestemming te geven om zonnepanelen of windmolens te installeren. Alles wat hernieuwbare energie in de weg kan staan, is door de Green Energy Act met één pennentrek van tafel geveegd. De meeste Europeanen geloven dat Noord-Amerikanen niet wakker liggen van duurzame energie of van de klimaatverandering. Ze vergissen zich schromelijk: zelfs de Verenigde Staten zijn geen monolithisch blok van klimaatontkenners. Arnold Schwarzenegger, de voormalige republikeinse gouverneur van Californië, is zelfs een van de wegbereiders voor groene energie. Onze premier is eerst met hem gaan overleggen over onze Green Energy Act. De keuze van Schwarzenegger voor groene energie was indertijd min of meer gedwongen: de staat was veel te lang afhankelijk geweest van zwaar vervuilende en slecht werkende koolcentrales en kampte daardoor met energieschaarste. De overheid van Ontario wou Californische ellende vermijden en koos met de Green Energy Act voor de vlucht vooruit.”

 

MERE

Vrijdag, 15 juni 2012. De aboriginals van het reservaat M’Chigeeng First Nation op Manitoulin Island, Ontario hebben zich piekfijn uitgedost voor de inhuldigingsceremonie van de eerste twee windturbines van het Mother Earth Renewable Wind Energy Project (MERE). Chief Joseph Hare en dorpsoudste Jean Migwans leiden de ceremonie en dragen de traditionele klederdracht van hun voorvaderen, de Ojibweg-indianen. Tijdens zijn speech richt Chief Hare zich rechtstreeks tot de minister van Energie van Ontario, Chris Bentley. “Tien jaar geleden leefden er 1000 mensen in M’Chigeeng”, zegt hij. “Nu zijn het er meer dan 2.300. Niet alleen de vraag naar energie, maar ook naar extra arbeidsplaatsen is daardoor het voorbije decennium gestegen. MERE zorgt voor beide. Het project was alleen maar mogelijk dankzij de Green Energy Act, de wet die groene energie en duurzame jobs een boost geeft. Met de 100 nieuwe jobs die de windturbines van MERE opleveren, is dat in M’Chigeeng alvast gelukt.”

 

32 jaar geleden startte Grant Taibossigai zijn carrière als verantwoordelijke economische ontwikkeling voor M’Chigeeng. “Al die jaren was tewerkstelling mijn grootste bekommernis”, zegt hij. “De First Nations, de oorspronkelijke bewoners van Canada, hebben het in hun reservaten economisch altijd moeilijk gehad.”

Vlak voor de Green Energy Act door het provinciale parlement gestemd werd, kreeg Grant Taibossigai van chief Joseph Hare opdracht om te zoeken naar een duurzaam economisch project dat extra arbeidsplaatsen opleverde. “Duurzaamheid staat traditioneel hoog in het vaandel van de First Nations”, zegt Taibossigai. “Het plan rijpte om een heus windmolenpark te bouwen. De Green Energy Act gaf dat plan wind in de zeilen, want naast de algemene regels zoals het teruglevertarief, stonden er ook maatregelen in die de indianenreservaten in Ontario de mogelijkheid wou geven om op de kar van de groene energie te springen. Zo konden ze aan zeer interessante tarieven investeringsleningen aangaan.”

Taibossigai richtte de coöperatieve MERE op en alle inwoners van M’Chigeeng werden aandeelhouder. MERE leende 8,5 miljoen dollar, sloot een voordelig twintigjarig contract met de Ontario Power Authority voor een vast terugleveringstarief van 15 dollarcent per kilowattuur en begon in maart 2011 met de bouw van de eerste twee windmolens. Grant Taibossigai: “Die voorzien nu 1000 huizen van groene stroom en verschaffen honderd mensen werk. De onderdelen van de molens zijn geleverd door aannemers van M’Chigeeng. Ook de aanleg en het onderhoud van de nieuwe wegen naar de MERE-site gebeuren door bedrijven die in het reservaat gevestigd zijn. De windmolens en alle leidingen worden door gespecialiseerde firma’s onderhouden. Die ondernemingen zijn verplicht om al hun technici voor MERE in M’Chigeeng te rekruteren.”

 

Wereldleider in wording

De Canadese milieu-organisatie Environmental Defence was een van de drijvende krachten achter Ontario’s Green Energy Act. Vanuit hun kantoor aan Spadina Avenue in het hart van Ontario lobbyen de 25 medewerkers voor een milieuvriendelijker Ontario. Adam Scott voerde als Green Energy Program Manager de onderhandelingen met de regering. “Environmental Defence heeft programma’s lopen rond hernieuwbare energie, klimaatverandering en waterzuivering”, zegt hij. “Als relatief kleine organisatie kiezen we concrete thema’s waar we impact op kunnen hebben, waardoor onze kans op slagen altijd groot is.”

Zoals de Green Energy Act? Adam Scott: “Ja. Het was in het begin niet gemakkelijk om gehoor bij de regering te vinden, maar van zodra ze overtuigd was, nam ze het voortouw waardoor er in Ontario geen groene energie-evolutie plaatsvond, maar een ware revolutie.”

Environmental Defence overtuigde de regering vooral met economische argumenten. “De tewerkstellingsvooruitzichten trokken onze politici over de streep. Volgens onze berekeningen zou een groene energiewet in een paar jaar tijd tienduizenden nieuwe jobs opleveren. Ontario is altijd sterk geweest in het vervaardigen van machines voor de landbouw en de industrie. Door de globalisering heeft die arbeidsintensieve industrietak de voorbije decennia veel te lijden gehad. Wij suggereerden dat de groeiende vraag naar zonnepanelen en windmolens misschien ook de redding zou kunnen betekenen voor onze machinebouwers, als ze de overstap van transportbanden of tractors zouden maken naar de productie van materialen voor duurzame energie-installaties.”

In de Act stond zwart op wit het aantal nieuwe jobs dat die duurzame energie moest opleveren: 50.000 in drie jaar tijd. Is dat gelukt? “Eind 2011 waren er 25.000 nieuwe jobs bijgekomen”, zegt Scott. “Ik vermoed dat het er nu ruim 30.000 zullen zijn. De economische crisis heeft roet in het eten gegooid, anders hadden we die 50.000 gehaald. De nieuwe banen zijn rechtstreeks gelinkt aan de sector van de hernieuwbare energie. Veel grote nationale en internationale groene energiebedrijven hebben ofwel hun hoofdkwartier naar Ontario verhuist, ofwel hier nieuwe productielijnen gebouwd.”

Maakten ze die overstap spontaan? “Niet echt. In vergelijking met andere Noord-Amerikaanse regio’s is onze elektriciteitssector bijna integraal eigendom van de overheid: het verzet tegen hernieuwbare energie van de traditionele energiesector is hier dan ook bijzonder klein. We hoeven niet in het verweer te gaan tegen grote multinationals, maar kunnen zelf onze strategie bepalen. Het bijzondere aan de Green Energy Act is dat ze dwingende maatregelen voor bedrijven bevat: 60% van alle zonne-energie-installaties en 50% van de windenergie-installaties moéten hier geproduceerd zijn. Fabrikanten zijn dus verplicht om in Ontario productie-units te bouwen, of ze dat leuk vinden of niet. Daardoor is Ontario nu resoluut op weg om de volgende jaren een wereldleider in duurzame energie te worden.”

 

Tekst: © Jan Stevens

Foto: © Veerle Van Hoey

Vergelijkbare berichten