De gevangene van de hemel
De gevangene van de hemel, Carlos Ruiz Zafón, Signatuur (originele titel: El prisionero del cielo), 280 blz., 19,95 euro.
“Dat jaar ontwaakten de dagen voor Kerst onder een loodkleurige hemel en een laagje rijp.”
Met De schaduw van de wind verpulverde Carlos Ruiz Zafón een klein decennium geleden alle verkooprecords. Het succes leverde hem het koosnaampje ‘de nieuwe Dan Brown’ op en inspireerde hem tot het schrijven van de serie Het kerkhof der vergeten boeken, waarvan zijn nieuwste worp De gevangene van de hemel het derde deel vormt. Deze roman speelt zich opnieuw in Barcelona af, nu in de jaren vijftig en dertig, en de meeste hoofdpersonages uit De schaduw van de wind maken ook terug hun opwachting. Zelfs het omslag met de lantaarnpalen in bruinig zwart-wit lijkt als twee druppels water op dat van de oerbestseller.
Het verhaal start rond kerstmis 1957. In draken van zinnen beschrijft Zafón hoe de stoffige levens van boekhandelaar Sempere en zoon Daniel op een dag door een geheimzinnige bezoeker verstoord worden. Met constructies als “ik had het genoegen mijn vermoeden te kunnen bevestigen” wil de auteur zijn werk waarschijnlijk een dickensiaans karakter geven; bij mij werken ze alleen maar op de lachspieren. Zafóns pogingen tot humor werken dan weer vooral op de zenuwen. Als roman is De gevangene van de hemel een grandioze mislukking. Als wandelgids voor Barcelona lijkt het boek dan weer wel zeer geschikt.
© Jan Stevens