|

Airbags

Op haar eenentwintigste vond Venetia Thompson een baan als junior-broker bij een grote internationale beursmakelaar. Veertien maanden lang was ze ‘one of the lads’. In haar boek Beursbabe vertelt ze vrijuit over het leven van een doorsnee broker in de Londense City. Een leven van geld, seks, drugs en sloten alcohol. Ondanks de kredietcrisis.

 

9 februari 2008. In het Britse tijdschrift Spectator verschijnt van de hand van junior-broker Venetia Thompson een uitgebreid verslag over haar dagelijkse leven op de beursvloer in de Londense City. “In het begin werd ik dagelijks uitgescholden en met cricketballen bekogeld door mijn collega’s”, schrijft ze. “Een zwarte broker werd door iedereen ‘Ferg’ genoemd. Eerst dacht ik dat het een onschuldige bijnaam was. Tot bleek dat het om de verkorte versie ging van Feargal Sharkey – Cockney voor ‘Darkie’ of zwartje.”

In hetzelfde artikel schetst Thompson geen al te fraai beeld van haar rechtstreekse baas, een Amerikaan die ze omschrijft als hebzuchtig en agressief. “Onlangs gooide hij zijn keyboard naar de man die rechtover hem zat, de toetsen vlogen in het rond.” Ze vertelt ook over drankovergoten zakendiners waar ze vier avonden per week moet aan deelnemen, en die steevast eindigen rond het ochtendgloren. “Om zeven uur ’s ochtends zit ik stomdronken van de voorbije nacht terug achter mijn bureau.” Thompsons artikel veroorzaakt heel wat deining in de City. Sommige traders en brokers noemen haar een nestbevuiler, anderen komen anoniem aanzetten met gelijkaardige verhalen. Dezelfde week nog wordt Venetia door haar werkgever BGC Partners ontslagen. Zo komt er een abrupt einde aan haar makelaarscarrière die welgeteld 14 maanden heeft geduurd. Vlak na haar ontslag krijgt ze telefoontjes van andere brokerfirma’s. Thompson: “Ze boden me een job aan. Ik zei telkens weer: ‘Je beseft toch wat ik net gedaan heb?’ Hun antwoord was: ‘Ja, maar we haten BGC en willen dat je nu voor ons komt werken.’ Maar ik wou voor de rest van mijn leven helemaal geen broker zijn. Ik wou schrijver worden.”

Eind januari 2010. De inmiddels vijfentwintigjarige Venetia Thompson heeft net de laatste hand gelegd aan haar boek Beursbabe, waarin ze in ruim driehonderd bladzijden een hallucinant vervolg breit aan het artikel uit Spectator. “Nu vertel ik het hele verhaal. En ik neem geen blad voor de mond.” In Beursbabe schetst Thompson een ontluisterend beeld van de City. Ze schrijft over brokers die in poepchique restaurants samen met hun klanten urenlang zitten te schransen, er flessen Château Rothschild van 600 pond de fles bestellen en er lijnen coke doorjagen. Om vervolgens in de vroege uurtjes van het ene bordeel naar het andere te laveren. Vier nachten op vijf. Venetia deed daar dapper aan mee. “Ik fuifde tot ‘s morgensvroeg. Maar elke ochtend om kwart voor zes liep mijn wekker af, ongeacht hoe laat of vroeg ik in bed lag. Soms werd ik halfnaakt naast mijn bed wakker en kon ik me amper nog iets herinneren van de nacht voordien. Ik was altijd blij als ik het kantoor op Canary Wharf bereikte zonder dat ik in de metro had overgegeven of was omgevallen.”

Airbags

Twee jaar na haar vertrek bij BGC Partners heeft Venetia nog steeds heimwee naar haar collega’s en hun lompe en seksistische opmerkingen. Zelfs al bedachten ze haar omwille van haar stevige boezem met de bijnaam ‘Airbags’. “Ik mis die kerels en hun kameraadschap echt”, zegt ze. “De brokers, de beursmakelaars, vormen de laatst overgebleven meritocratie van de City. Hun sociale status wordt nog steeds bepaald door hun prestaties en capaciteiten. Ze starten zonder enige opleiding op hun zestiende op de beursvloer omdat hun oom een broker was. De beursmakelarij in Londen heeft een traditie in het aantrekken van jonge mannen met een speciaal talent. Een goeie broker moet snel zijn met cijfers, maar hoeft geen rekenwonder te zijn. Ik heb zelf allesbehalve een mathematische geest en heb nooit een economische opleiding gehad. Als je onder grote druk kalm kunt blijven, heel agressief uit de hoek kunt komen, en verschillende mensen tegelijkertijd te woord kunt staan, is beursmakelaar een job die je op het lijf geschreven is. Ik vond het heel verfrissend om op een plaats terecht te komen waar op de allereerste dag niemand vroeg naar welke school ik geweest was. Want Groot-Brittannië is nog steeds een land waar klasse heel belangrijk is. Bij de brokers ligt daar niemand wakker van. Op de beursvloer behandelen al je collega’s je als gelijken.”

En tezelfdertijd ook als vuil.

“Iedereen wordt er als vuil behandeld, maar er zijn geen verborgen agenda’s. Als collega-brokers je een klootzak vinden, zeggen ze dat vlak in je gezicht en niet achter je rug. Ik hou van die directe aanpak. Ik ben op de beursvloer terechtgekomen via een vriendin die in de brokersindustrie actief is. Zij gaf mijn cv door aan haar favoriete broker. Ik spreek Russisch en dat vond het bedrijf blijkbaar interessant.”

U werd aangenomen door een Amerikaanse broker, een man met de reputatie van een bully.

“In het begin schoten we vrij aardig met elkaar op. Ik vond hem fascinerend, want ik had zoveel slechts over hem gehoord. Brokers kun je in twee categorieën onderverdelen: de kleine groep die ooit traders, handelaars, geweest zijn en ontzettend slim zijn, en de anderen die op hun zestiende direct op de beursvloer gestapt zijn en die ‘street wise’ zijn. De Amerikaan had een beetje van beide. Ik dacht dat ik veel van hem kon leren. Maar hij bleek inderdaad de klootzak te zijn waar iedereen hem voor versleet. Hij schold me geregeld de huid vol en liet me op het einde vallen als een baksteen. Ik heb na mijn ontslag niets meer van hem gehoord. Hij zit er nog steeds en heeft een ander meisje in mijn plaats aangenomen, met minder grote borsten.”

“Mijn eerste dag op de beursvloer begon nochtans opwindend, ik had nog nooit zoiets meegemaakt. De testosteron hing zwaar als sigarettenrook in de lucht. Het lawaai kwam in golven van verschillende kanten. Er werd me verteld dat het meisje dat voor me aan mijn desk gezeten had, het amper vier weken had uitgezongen. Er werden bijna weddenschappen afgesloten hoelang ik het zou volhouden.”

Uw voorgangsters werden net als u op een seksistische manier behandeld?

“Het hangt ervan af hoe je seksistisch definieert. Je moet echt wel uit speciaal hout gesneden zijn om te overleven in een brokersbedrijf. Je moet een dikke huid hebben en je mag nooit uit het oog verliezen dat het schelden slechts een deel van het spel is.”

De bijnamen ‘Airbags’ of ‘Ferg’ zijn dus totaal onschuldig?

“In Engeland woedt nu een grote discussie over het verschil tussen echte seksistische klap en uitspraken die seksistisch lijken, maar die eigenlijk gewoon agressieve grapjes onder vrienden zijn. Op de beursvloer krijg je, naast etensresten, lege waterflessen en cricketballen, verschrikkelijke dingen naar je hoofd geslingerd. Ze klinken ongemeen racistisch en verschrikkelijk seksistisch, maar zijn eigenlijk niet zo bedoeld. Als je tegen iemand iets lelijks zegt, betaalt hij je met gelijke munt terug. Elkaar afzeiken is een erecode. Op de beursvloer kun je gerust tegen al je cliënten liegen, zolang je maar niet je collega’s besodemietert.”

“Een broker of makelaar brengt op de beurs verschillende traders of handelaars met elkaar in contact. Ik kreeg een bod van een grote bank, riep dat rond naar de rest van de desk en een collega reageerde dan met een tegenbod dat hij van zijn klant kreeg. Soms rinkelden alle telefoons op hetzelfde moment. Dan had ik tien verschillende telefoons in de wacht staan, wachtend op verschillende prijzen. Ik werkte met achtsten en kwartjes – ik moest heel snel manoeuvreren tussen getallen na de komma. Soms vergiste ik me, en dan was ik de sigaar. Traders zijn van nature paranoïde en denken snel ze dat je ze een oor wil aannaaien. Als een broker hen in de steek laat, kan hen dat veel geld kosten.”

Roze champagne & coke

U moest ook bijna elke avond uw klanten ‘entertainen’?

“Ik ging zo goed als dagelijks uit eten en drinken met mijn cliënteel. Veel mensen denken dat het om omkoping gaat, maar dat is niet zo. Die etentjes dienden vooral om de relaties met de klanten in stand te houden. Hoe meer tijd je met iemand doorbrengt, des te groter is de kans dat hij je gaat vertrouwen. Jij geeft hem informatie waardoor hij interessantere prijzen zal doorgeven. Hoe beter je met traders en bankiers samenwerkt, hoe meer geld je aan hen kunt verdienen. Als je alleen maar een stem aan de telefoon bent, zullen ze je nooit ten volle vertrouwen. Het is dus heel belangrijk dat je een persoonlijke relatie met hen uitbouwt. ‘Venetia is een goeie drinker, dus zal ik haar eens verwennen met een fraai bod’, of ‘Venetia is echt grappig, zij heeft recht op die prijs.’ En zelfs: ‘Ze is een beetje zielig en bakt er niet veel van als broker. Ik zal haar een handje helpen.’”

“‘Gewone’ businesslui uit andere bedrijfstakken hebben af en toe ook wel eens een zakenlunch met een klant. Meestal staat er dan een bord pasta met een glas spuitwater op het menu en gaan ze na een uurtje smalltalk weer aan het werk. Wij bestelden achtgangenmenu’s en dronken flessen roze champagne. We dronken glazen wijn van 100 pond het stuk of flessen Brunello van 600 pond. Tijdens die ‘zakenlunches’ joegen we er fortuinen door. Na het eten zakten we dan af naar luxebars en bleven we doorzuipen. Soms moest ik tussen twee gangen door in het toilet even discreet mijn maag gaan leeg kotsen. Bij de grote banken bestaan er strikte regels over ‘uit eten gaan met klanten’. Maar brokerhuizen zijn aan geen enkele regelgeving onderworpen. Wat ik meemaakte, was geen uitzondering. De hele brokerindustrie zwelgt in die excessieve levensstijl. De brokers zijn belangrijk voor de City, want zij vormen het levensbloed van de markt en verdienen het meeste geld. De beursmakelarij is een vitale sector voor de hele financiële industrie. Grote bankiers weten vaak niet hoe het er bij brokers aan toegaat. Het wilde leven speelt zich echt af tussen traders en brokers. Bankiers werken met analisten en doen er maanden over voor z’n deal sluiten. Traders en brokers beslissen over ‘deals’ in fracties van seconden. Ze volgen eigenlijk vooral hun intuïtie. En teren een beetje op informatie en ervaring.”

Het ‘entertainen’ van klanten bleef niet bij eten en drinken. Er werd ook coke gesnoven, en u bezocht met uw cliënteel stripbars en bordelen.

“Er wordt veel coke gebruikt onder brokers. In Beursbabe voer ik mijn cokeverslaafde vriend Mo op. Hij is geen uitzondering; hij is de standaardbroker. Hij heeft een zwaar cokeprobleem, zuipt, neukt erop los en is een vaste bezoeker van de stripclubs in Soho. Maar onder die laag is hij warm en sympathiek. Veel mensen hebben hun moreel oordeel klaar over het leven in de City: ‘Al dat gezuip en gesnuif en al die losse scharrels.’ Als je in de City werkt, speelt ethiek geen rol meer. Je kent nooit de andere kant van het verhaal. Oké, Mo drinkt en snuift. Maar hij is wel een goeie ziel. Sommigen noemen de City het Empire of Evil. Bullshit. Zolang je van jezelf vindt dat je nog goed kunt functioneren, is er volgens mij niets aan de hand. Toen ik van de universiteit kwam, had ik ook dat stupide idee van goed en fout. ‘O nee, hij gebruikt drugs, dat is verkeerd.’ Door in de City te werken, heb ik ontdekt dat er veel meer grijs is dan zwart of wit.”

“De vrouwen van mijn collega’s waren er aan gewend dat hun kerels midden in de nacht straalbezopen thuiskwamen. Het geld, de luxe, het mooie huis, de Ferrari of de Bentley maakten veel goed. Natuurlijk reden hun mannen af en toe een scheve schaats, maar toch bleven ze samen. Voor vrouwelijke brokers daarentegen, is dating een echte nachtmerrie. Een trader zei me vlakaf: ‘Ik wil nooit met een vrouwelijke broker een affaire beginnen, want er hangen altijd andere mannen rond haar. Dat zal er na verloop van tijd voor zorgen dat ze transformeert in een verschrikkelijke hulk.’ Mannen uit de brokerindustrie kennen het wereldje en gaan er sowieso vanuit dat vrouwelijke brokers met hun klanten slapen, zich als dellen gedragen en een drankprobleem hebben. In werkelijkheid zijn ze niet allemaal zo. Al riskeer je wel door overmatige alcoholconsumptie de controle over jezelf te verliezen.”

“Mijn alcoholverbruik is nu flink gedaald. Mijn lever speelt ook minder vaak op dan vroeger. Ik was me tijdens mijn brokercarrière richting graf aan het zuipen. Pas na mijn ontslag besefte ik hoe slecht ik eraan toe was. Ik stond op het randje van een zenuwinzinking. Veel jonge mannelijke brokers hebben een paar gekke jaren, en nemen gas terug als ze halverwege de dertig zijn. Vrouwen stoppen na verloop van tijd gewoon met uitgaan en verdienen dan ook geen geld meer. De rest ziet hen als a joke, goed genoeg om de hoop te vullen. Sommige mannen blijven doorgaan. Ik ken veertigers die nog steeds vier avonden per week uitgaan, zich volvreten en aan de drank en de coke zitten. Er worden weddenschappen afgesloten wie eerst het loodje zal leggen. Een kennis van me, een broker van 35, viel net voor kerst dood neer. Een hartaanval.”

U hebt als broker eind 2007 het allereerste begin van de kredietcrisis meegemaakt. Was er toen paniek?

“Ik herinner me dat collega’s krantenartikels over rommelhypotheken begonnen rond te sturen. Die berichten werden vooral op ongeloof onthaald. Een broker krijgt voortdurend informatie over zaken die verkeerd dreigen te lopen: ‘Ik hoor dat er een fonds in de shit zit en dat die bank ‘fucked’ is.’ Het beste is om dat soort van informatie gewoon te negeren. In het begin van de kredietcrisis heerste op de vloer de overtuiging dat het nooit zo erg zou worden als beweerd werd. Toen de markt dan toch begon in te storten, was dat geen ramp. De brokers trokken er zich niets van aan. Ze verdienden nog steeds geld, want sommige traders verkochten goedkoop en er waren genoeg idioten die bleven kopen. Zolang de handel bleef doorgaan, kon de crisis de brokers geen sikkepit schelen. Achteraf gezien is die kredietcrisis voor de brokers in de City ‘much ado about nothing’. 2009 was niet voor niets een heel goed jaar. Het is bijna hilarisch. Er zijn nu mensen die pleiten voor regels om ‘het beest’ onder controle te krijgen, om zo een nieuwe financiële crisis onmogelijk te maken. Dat is bullshit, want de markt is net als een renpaard: als je het intoomt, verlies je de race. Als we de markt reguleren, is het niet langer een vrije markt en verliezen we het potentieel om veel geld te verdienen. We leven allemaal al zolang in een wereldwijde cultuur van hebzucht. Die mentaliteit verander je nooit meer. Want iedereen wil een groter huis en een dikkere auto. Hebzucht is de motor van alles.”

Venetia Thompson, Beursbabe, Arena, 320 blz., 18,95 euro

©Jan Stevens

Vergelijkbare berichten